Voorprogramma vond ik goed te doen, leek wel wat op 65daysofstaticquote:Op dinsdag 18 november 2008 01:20 schreef fretclick het volgende:
ik denk dat er in dezer dagen wel wat spectaculaire foto's opduiken
concert was indrukwekkend, alleen het voorprogramma vond ik niet zo en jammer dat amiina er niet bij was
Nee, daar word je gelukkig van. 65 was het enige concert waar ik voortijdig wegwilde. Al kon dat niet omdat die prutsers zelf al wegliepen.quote:Op dinsdag 18 november 2008 01:32 schreef Faxie het volgende:
[..]
Voorprogramma vond ik goed te doen, leek wel wat op 65daysofstatic![]()
Voor mij gaat dit ook ongeveer op, ook al jaren fan en nooit live gezien en nu dus wel. Ik ben weer helemaal gelukkig, wat een fijne avond, wat een goede muzikanten en de stem van Jonsí was engelachtig en heftig tegelijk.quote:Op dinsdag 18 november 2008 01:21 schreef Roel_Jewel het volgende:
Ik 'ken' de band een jaar of 8, maar had hen nog nooit live gezien. Vond dat 't deze keer ervan móest komen, dus zo geschiedde
Ik heb 65DOS dit voorjaar in het Patronaat gezien en vond dat erg goed. Des te meer reden voor mij dus om te balen dat ik er gisteren niet was.quote:Op dinsdag 18 november 2008 10:36 schreef Dagonet het volgende:
[..]
Nee, daar word je gelukkig van. 65 was het enige concert waar ik voortijdig wegwilde. Al kon dat niet omdat die prutsers zelf al wegliepen.
quote:Sigur Rós in Vorst - De sfeer van het noorderlicht ***
Sigur Rószanger Jónsi Birgisson: onbeholpen en ongewild grappige frontman. (foto Alex Vanhee)
Begin dit jaar was Sigur Rós nog een cultgroep - populair maar cult. Sinds het IJslandse gezelschap vlak voor de zomer zijn vijfde cd uitbracht, is het succes van de band evenwel exponentieel toegenomen. Na de verbluffende passages als publiekstrekker op Rock Werchter en Pukkelpop hield Sigur Rós zondagavond halt in een al lang uitverkocht Vorst Nationaal.
In tegenstelling tot de festivaloptredens had de groep zich in Vorst Nationaal tot haar puurste vorm teruggeplooid. Dat had zijn voordelen - het werd geen herhalingsoefening van de vorige concerten - maar tegelijk mistte je het strijkerskwartet Amiina én de fanfare die er toen zo'n onvergetelijke gebeurtenissen van maakten. Dat wil niet zeggen dat Sigur Rós een slechte beurt maakte. Meer nog: op muzikaal vlak was het eigenlijk al vanaf de eerste noot raak, maar misschien lagen de verwachtingen gewoon te hoog.
Het materiaal uit het nieuwe Med sud í eyrum vid spilum endalaust (vrij vertaald: met gezoem in onze oren spelen we eindeloos verder) doet sowieso wat optimistischer aan dan de in melancholie gedrenkte songs waarop de groep vroeger vaak focuste. Doordat de nadruk meer op elektrische gitaren en wat minder op strijkers ligt, klinken de songs bovendien een stuk steviger. Dat had ook een weerslag op het wat oudere materiaal. Opener 'Svefn-g-englar' begon wel sober, maar het duurde niet lang of de song barstte open als lava uit een vulkaan.
Het geluid van de groep, dat volstrekt uniek is in de door Angelsaksische invloeden gedomineerde popmuziek, combineerde postrock met klassiek, bezigde een weinig toegankelijke taal (de ene keer het IJslands, de andere keer het compleet fictieve Hopelandic) en telde met Jónsi Birgisson een zanger in de rangen die met zijn falsetstem emoties losmaakte waarvan je niet eens besefte dat je ze in je had. Vaak creëerden de muziek en de schimmige belichting de sfeer van een heldere avond waarop het noorderlicht de hemel kleurt en de wind langs je oren ruist.
Birgisson, nog altijd wat onbeholpen als frontman maar ongewild toch vaak grappig, stelde voor om mee te zingen bij liedjes zonder woorden, vroeg het publiek of ze in staat waren om recht te staan, en sprak het Belgische publiek in eerste instantie in zijn moedertaal toe.
Toch was vooral de finale weer om door een ringetje te halen. De muzikanten van voorprogramma For a Minor Reflection staken letterlijk een handje toe bij het door ritmisch geklap voortgestuwde 'Gobbledigook', en in de bisronde dook zowaar een uitgebeende pianoversie van 'All Alright' op, het enige Engelse nummer dat de groep op het repertoire heeft staan.
Het als ultieme uitsmijter opgespaarde 'Popplagid', twaalf minuten magie in zakformaat, rondde de set op glorieuze wijze af. Het enige wat er dan nog vanaf kon, was een buiging. Wat overbleef, was een goed concert met een paar succulente, zinderende momenten. Geen reden om te zeuren dus. Alleen: gezien de indrukwekkende optredens die Sigur Rós eerder dit jaar al in ons land gaf, stapte je toch een tikje teleurgesteld buiten.
Haha, wel grappig ja. Hij dacht vast "die Nederlanders zijn zo goed in talen, dus IJslands snappen ze ook wel". Of hij deed stiekum allerlei oneerbare voorstellenquote:Op dinsdag 18 november 2008 12:17 schreef gday het volgende:
Ik vond het trouwens best handig dat Jónsi gewoon in het IJslands een verhaal afstak.
Na de recensie die hier zojuist gepost is, snap ik in ieder geval de titel van het nieuwe album. Als je weet wat het betekent, is de betekenis van de verschillende woorden ook wel duidelijk.quote:Op dinsdag 18 november 2008 12:25 schreef Tourniquet het volgende:
[..]
Haha, wel grappig ja. Hij dacht vast "die Nederlanders zijn zo goed in talen, dus IJslands snappen ze ook wel". Of hij deed stiekum allerlei oneerbare voorstellen
Dat was hetzelfde concert waar ik ook was. Mên wat was dat slecht.quote:Op dinsdag 18 november 2008 11:01 schreef Angel_of_Dth het volgende:
[..]
Ik heb 65DOS dit voorjaar in het Patronaat gezien en vond dat erg goed. Des te meer reden voor mij dus om te balen dat ik er gisteren niet was.
Jep, daar hadden we het gisteren ook al over ja. En Með suð í eyrum við spilum endalaust is ook niet het vierde album zoals op dat scherm (en de site) stond.quote:Op dinsdag 18 november 2008 12:25 schreef Tourniquet het volgende:
[..]
Haha, wel grappig ja. Hij dacht vast "die Nederlanders zijn zo goed in talen, dus IJslands snappen ze ook wel". Of hij deed stiekum allerlei oneerbare voorstellen
Mooie blunder ook van de HMH om op de grote schermen te beweren dat Takk... het debuutalbum is.
Dat hebben we dan toch compleet verschillend ervaren. Een van de toffere concerten die ik dit jaar gezien heb. Nadeel vond ik wel dat het erg hard was, al was dat ook mijn eigen schuld, ik stond vrij ver vooraan en heb (nog) geen oordoppen.quote:Op dinsdag 18 november 2008 12:34 schreef Dagonet het volgende:
[..]
Dat was hetzelfde concert waar ik ook was. Mên wat was dat slecht.
quote:› HET NIRVANA VAN SIGUR RÓS :: 18-11-2008
Bij de entree van de Heineken Music Hall klitten wat mensen bij elkaar. IJsmutsen, rossig uiterlijk, dikke wollen truien in ontmoedigend stemmende kleuren als lichtzwart, bruin en grijs. En ze slaan een onverstaanbaar taaltje uit. IJslands. Van Reijkjavik naar Amsterdam, failliet land of niet, SIGUR RÓS speelt vanavond in de bierhal, uitverkocht en wel.
Het droompopkwartet is vanavond ook maar echt vier man sterk; het voltallige vocalenensemble dat de band op Lowlands mee op sleeptouw had genomen, is nu thuisgelaten. Voor de rest is het qua aankleding niet veel anders als een aantal maanden geleden op de afsluiter van het festivalseizoen: Jónsi Birgisson met glittergezicht, babykuif en een paar feeërieke slierten haar achterop het voor de rest gekortwiekte hoofd. Sprookjesachtige kleding ook; geef die man spitsoren en het is een elf, zijn stem nog daargelaten. Drummer Ágúst Ævar Gunnarsson steekt daar dan weer clownesk bij af met zijn carnavaleske hoofddeksel, en bassist Georg Holm en toetsenman Kjartan Sveinsson hangen er een beetje tussenin, gekleed als moderne troubadours. Dat bij elkaar op een podium dat minimaal wordt verlicht (vooral spots, dan weer een sterrenhemel met planeten, af en toe afgewisseld door podiumbeelden of zweverige videoprojecties) geeft hoop op een memorabele avond. Qua presentatie is de toon gezet.
Sigur Rós durft, door hun eerste song van de avond doodleuk ruim tien minuten te rekken. Opener Svefn-g-englar sleept menigeen in de bierhal mee in extase. Razend knap, bij een eerste song al zó de toon zetten. Komt bij dat dit een band is waar je het nagenoeg alleen van de klank moet hebben, aangezien het gros van de zaal hier natuurlijk geen mallemoer van verstaat. En die uithaal na een minuut of elf! Birgisson houdt de laatste noot bijna een minuut lang aan. De zaal, hier en daar in de staat van lichte hypnose, hoort het muisstil aan.
De komende anderhalf uur bewijzen de IJslanders zich andermaal als een van de weinige groepen in het huidige tijdsgewricht die met schijnbaar minimale middelen overtuigend bewijs levert van hoe prachtig minimalisme kan zijn, en gebracht kan worden. Slechts af en toe kan men een plastic bekertje horen vallen, dat zo elke zes minuten wordt afgewisseld met een donderend applaus. Voor de rest is het devies: stilte. IJzige stilte zelfs zo af en toe, alsof God in de zaal staat.
Muzikaal gezien moeten we eerlijk zijn: dat drumwerk gaat niet zo vaak verder dan een simpel (zeg hardop) boem-boem-tsjak, en dat bow-gitaarspel van Birgisson (voor de leken: dat gehengst met een strijkstok op een Gibson Les Paul) lijkt op een gegeven moment, zegge een nummertje of zes, wel erg eenzijdig. Qua opbouw valt op de set hier en daar ook wel wat op te merken. Lees: in negen van de tien nummers wordt volgens een te verwachten opbouw naar een oorverdovende, ambient-achtige climax van voornamelijk gitaarnoise toegewerkt. Maar het is alleen als je er niet in zit dat je denkt: get on with it, dit wordt stomvervelend.
Hier spreekt echter geen stoïcijnse recensent. Integendeel. Want laat je je echt betoveren door Sigur Rós, merk je dat (en ik noem maar een van de vele zijstraten) die simpele maar bombastische drumrolls in samenspel met het baswerk ronduit fabuleus zijn. Alsof drumstel en basgitaar in duet zijn met elkaar. Dat in combinatie met de lijzige piepstem van de frontman, die in opperste staat van zijn verkeert. Ga op in deze muziek, en je maakt je, in ieder geval voor deze avond, nergens zorgen om. Een band die je in staat van ataraxie kan brengen; het is er maar weinigen echt gegeven. JASPER VAN HARSKAMP
http://www.ad.nl/cultuur/(...)ting_magistraal.htmlquote:Sigur Rós ook in crisisbezetting magistraal
AMSTERDAM - Eigenlijk vertegenwoordigt de IJslandse groep Sigur Rós zo’n beetje alles wat een popconcert tot een onaangenaam avondje uit kan maken: lange, sferische nummers, veelvuldige falsetzang, een koffer vol pretenties en kunstzinnigheid, onverstaanbare teksten in een vreemde fantasietaal en gitaren en bassen die met strijk- en drumstokken worden bespeeld.
Toch beleefde de groep dit jaar een meer dan bescheiden doorbraak met het – relatief gezien – uitermate toegankelijke album Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust, wat zoiets betekent ‘met ruis in onze oren spelen we eindeloos verder’. Op de afgelopen editie van het Lowlandsfestival zorgde het collectief bovendien voor het meest indrukwekkende optreden in jaren op de Nederlandse podia; een optreden vol ontroerende en feeërieke sfeerrock die een extra dimensie kreeg door de bijdragen van een fanfare en een strijkkwartet.
Je zou het bijna aan de crisis in de IJslandse economie wijten, maar maandagavond betrad Sigur Rós het podium van de stijf uitverkochte Heineken Music Hall in een magere viermansbezetting. Weinig ingetogen, klassiek geïnstrumenteerde stukken dus, maar de volumeknoppen op tien en niet al te veel nummers van het meest recente album. De magistrale openingssong Svefn-g-Englar, een lang uitgesponnen compositie die vrij lang treuzelt alvorens open te barsten als een IJslandse geiser, zet echter de toon: Sigur Rós is niet naar Amsterdam gekomen om zich er met een Jantje-van-Leiden vanaf te maken.
Door de afwezigheid van strijkers en fanfare klinkt het op cd rijkelijk geïnstrumenteerde nieuwe materiaal nogal kaal en Spartaans. Het door een dreunende bas voortgestuwde prachtliedje Við Spilum Endalaust rammelt op ritmisch gebied, en hetzelfde kan worden gezegd van het enthousiast onthaalde Gobbledigook, waarbij de bandleden uit het voorprogramma For A Minor Reflection de band mogen begeleiden op grote trommels.
Briljant wordt het pas als Sigur Rós de uithoeken van het wat oudere repertoire opzoekt. Het lang uitgesponnen Popplagið aan het eind van het optreden is een zinderende rocksong die de zaal muisstil krijgt. Hoewel niet zo onweerstaanbaar als op Lowlands, bewijst de groep ook in kleine bezetting een van de grootste fenomenen in de hedendaagse muziekwereld te zijn.
Nouja, ik weet niet hoe die live zijn, maar hun albums vind ik goed te doen hoor.quote:Op dinsdag 18 november 2008 10:36 schreef Dagonet het volgende:
[..]
Nee, daar word je gelukkig van. 65 was het enige concert waar ik voortijdig wegwilde. Al kon dat niet omdat die prutsers zelf al wegliepen.
Ik vond het voorprogramma érg bagger iig.
Wat zit die nu te ijlen?quote:Het door een dreunende bas voortgestuwde prachtliedje Við Spilum Endalaust rammelt op ritmisch gebied, en hetzelfde kan worden gezegd van het enthousiast onthaalde Gobbledigook, waarbij de bandleden uit het voorprogramma For A Minor Reflection de band mogen begeleiden op grote trommels.
Hopelijk duikt ie spoedig ergens anders op, want 't is mij nog nooit gelukt om me op dimeadozen te registrerenquote:Op dinsdag 18 november 2008 17:08 schreef Yevgeni het volgende:
Bootleg van Amsterdam staat al op Dimeadozen!
Ik heb het inderdaad ook al vaker tevergeefs geprobeerd. Vanavond nog eens naar kijken.quote:Op dinsdag 18 november 2008 17:39 schreef Roel_Jewel het volgende:
[..]
Hopelijk duikt ie spoedig ergens anders op, want 't is mij nog nooit gelukt om me op dimeadozen te registreren.
quote:Taper : bnz
Source : at943 - SP-SPSB-11 (Bass Roll-off at 107 HZ) - Edirol R09 at 16 bit 44.1 Khz
Transfer : SD card > SDslot > PC > Audition 1.5 > Cdwave > TLH > FLAC (8)
Total Time : 98:54 min
Ja, dat was ook de reden dat we erheen gingen.quote:Op dinsdag 18 november 2008 17:09 schreef Faxie het volgende:
[..]
Nouja, ik weet niet hoe die live zijn, maar hun albums vind ik goed te doen hoor.
http://www.volkskrant.nl/(...)_niemand_anders_doetquote:Sigur Rós betovert en doet iets wat niemand anders doet
De totale verwondering die Sigur Rós met het album Ágætis Byrjun (1999) veroorzaakte, is na tien jaar verdwenen. We kennen het geluid van de IJslandse band, het ijle fantasietaaltje Vónlenska (‘Hopelandic’) waarin Jónsi Birgisson zingt, het beeld van de magere frontman die met zijn elektrische gitaar bespeelt met een strijkstok, terwijl het tegenlicht zijn silhouet levensgroot uitsnijdt op de wanden van de concertzaal.
Des te veelzeggender is het dat Sigur Rós nog altijd betovert. Dat gold voor het vijfde studioalbum, dat in juni verscheen (titel: Með suð í eyrum við spilum endalaust) en ook voor het optreden dat de groep in augustus op Lowlands verzorgde. Maandag, in een uitverkochte Music Hall, gebeurde het opnieuw. De band is met de jaren wat toegankelijker geworden. Gobbeldigook, van het jongste album, is een compact jubelliedje zoals de band dat tien jaar geleden niet zou hebben gemaakt. De bandleden zijn beter Engels gaan spreken en daardoor beter benaderbaar geworden.
Het meest indrukwekkend blijven de lange, sferische stukken, die betoveren en bijna ongemerkt naar een climax sluipen: de avond werd geopend met Svefn-G-Englar (1999), om anderhalf uur later op orkaankracht en in een wervelstorm van papiersnippers te eindigen met Popplagið. Tussendoor kwamen parels van recenter datum bloot te liggen.
Twee keer kwamen Jónsi, Goggi, Kjarri en Olli terug op het podium, niet voor een extra toegift maar voor een diepe buiging. Met zijn vieren doen ze iets dat niemand anders doet. Aan pure schoonheid raak je gelukkig nooit gewend.
Hier is het ook gelukt. Fijne kwaliteit.quote:Op dinsdag 18 november 2008 17:57 schreef Roel_Jewel het volgende:
Nu is 't wel gelukt. Moet wel nog confirmation mailtje krijgen.
Uhuh. Errug prettigquote:Op woensdag 19 november 2008 13:41 schreef Angel_of_Dth het volgende:
[..]
Hier is het ook gelukt. Fijne kwaliteit.
Inderdaad.quote:Op woensdag 19 november 2008 13:42 schreef Roel_Jewel het volgende:
[..]
Uhuh. Errug prettig. Zal z'n opnameapparatuur wel op 't podium gelegd hebben ofzo
.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |