Hugo Borst geilde al op haar in 2008
quote:
Een glaasje chocomel met vrouweninternational Anouk Hoogendijk
Op de cover van Voetbal International het hoofd van Mario Been. Hij is een toptrainer, beweert het weekblad. Klopt. Al zijn elftallen (Jong Feyenoord, Excelsior en NEC) presteren en spelen herkenbaar, modern voetbal. Ooit traint Been Feyenoord en het Nederlands elftal. Daar durf ik nu geld op te zetten. Maar het gaat even niet om Been. Vergeet vandaag de mannen.
Op de voorkant van het voetbalblad lezen we: Oranje-vrouwen willen naar de wereldtop. Op de middenpagina een poster van het vrouwenelftal dat zich plaatste voor het EK in Finland, augustus 2009. Stoer, vriendelijk of geconcentreerd kijken ze ons aan: Meulen, Bito, Smit, Hogewoning, Geurts, Kiesel-Griffioen, Van de Ven, mijn favoriet Hoogendijk, Stevens, Koster en Spitse. Elf meiden - zonder nietjes door buiken of borsten - die op het punt staan voetbalhistorie te schrijven. Ze zullen die avond op overtuigende wijze en dankzij knappe doelpunten winnen van Spanje.
Vijf jaar oud ben ik en mijn moeder staat in de kleedkamer van de gymnastiekvereniging. Oudere jongens beginnen te zingen: Vrouwen zijn niets/Vrouwen zijn niets/Ze weten nog niet eens wat voetballen is/Ze hebben een keeper/Een luie sodemieter/De bal gaat erdoor en de keeper ligt ervoor.
Mijn moeder - geen Dolle Mina maar toch - zegt terwijl ze mij aankleedt dat de jongens moeten ophouden, want het is een voor vrouwen beledigend liedje. Ik schaam me, ook omdat ik daarstraks niet naar beneden durfde toen ik boven in het wandrek stond. Onderweg naar huis zeg ik dat ik niet meer naar gymnastiek wil. Ik wil op voetballen.
Een paar jaar later ben ik lid van de christelijke voetbalvereniging WIA. Die club heeft ook een elftal waarin de vrouw van de voorzitter speelt en sommige echtgenotes van voetballers uit het eerste. Het is altijd druk langs de lijn. De vrouwen bakken er niets van. Er wordt af en toe hard gelachen, niet in de laatste plaats door de vrouwen zelf. Wat een onkunde. In mijn hoofd hoor ik dat liedje weer. Ze weten nog niet eens wat voetballen is. Alleen de zus van Heintje is een fenomeen. Een soort Pelé. Het is begin jaren zeventig en vrouwenvoetbal heet nog damesvoetbal.
Daarna gebeurt jarenlang niks. In de jaren tachtig, toen er wel een Nederlands elftal voor vrouwen bestond, was er die hardnekkige anekdote. Speelsters drukten hun oor tegen een glas dat aan de muur was geklonken. In de belendende kamer likten twee basisspeelsters elkaar. Hetero’s contra de potten, zo was het soms verdeeld. Presteren ho maar.
In VI staat deze week naast de poster ook een reportage van vijf pagina’s over het elftal van bondscoach Vera Pauw. Het is een serieus artikel dat recht doet aan de status van het vrouwenvoetbal, de snelst groeiende tak van de KNVB met meer dan 100.000 leden.
Een jaar of twee geleden zag ik een wedstrijd tussen twee vrouwenteams in de derde klasse van de KNVB. Wat me het eerst opviel was de tactische discipline. En ik zag veel donkere meiden, geschoold op een pleintje in de grote stad. Als derde viel me de ernst op. Er werd niet gelachen. O ja, wat ook in het oog sprong: het was een verzameling van jongensachtige of geblokte, én van knappe meiden.
Mijn kennis van het vrouwenvoetbal is niet groot. Internationaal ken ik de Braziliaanse spits Martha natuurlijk. Kan zo mee in Sparta 1. Graag zelfs. Voor de rest moet je niet vergelijken denk ik. Op tv, kijkend naar EK’s of WK’s, is duidelijk te zien dat vrouwenvoetbal op topniveau het aanzien best waard is. Nogmaals, vergeet Zidane, Van Persie of El Hamdaoui. Niet vergelijken!
Ik neem ze serieus. De sport is driftig in ontwikkeling. Over tien jaar, zo lees ik in VI, speelt Oranje in de wereldtop. Als straks ook Ajax en Feyenoord zich aansluiten bij de zeven eredivisieclubs, de vrouwelijke David Beckham een Nederlandse speelster blijkt die verkering heeft met de nummer tien van het, sorry, échte Nederlands elftal dan komt het zeker goed. Tegen die tijd heb ik vast mijn eerste eredivisiewedstrijd bij de vrouwen gezien en hoop ik met Anouk Hoogendijk een glaasje chocomel te hebben gedronken.
Zie hem er wel voor aan dat ie iets geprobeerd heeft