Etappe 6: Aigurande - Super-Besse (195.5km)De eerste bergetappe van de Ronde van Frankrijk gaat door het Centraal Massief met twee bergjes van 2e categorie waaronder de aankomst op Super-Besse!
Ongeveer 45km ten zuiden van Châteauroux (waar de vorige etappe aankwam) ligt het kleine dorpje Aigurande met amper 2.000 inwoners. Het ligt in het uiterste zuiden van het departement Indre (regio Centre) aan de grens met het departement Creuse (regio Limousin). Het is altijd al een grensplaats geweest wat ook aan de plaatsnaam te zien, deze stamt af van et Gallische woord 'Equoranda' dat grens betekent en ook de naam was van een klein kreekje dat de gebieden van twee lokale Gallische stammen scheidde. Het agrarische dorpje heeft weinig betekenis in heden en verleden en mag dit jaar voor het eerst de Tour de France verwelkomen. Echt bekende wielrenners komen er niet uit deze dunbevolkte streek, de succesvolste is dan nog Marcel Dussault, hij had een bescheiden carrière in de jaren '40 en '50 met als hoogtepunten 2x winst in Paris-Bourges en een derde plaats in een etappe van de Ronde van Zwitserland.
De rit komt aan in Super-Besse, een skistation zo'n 35km ten zuidwesten van de voor wielerfans legendarische Puy de Dôme (ook de naam van het departement) en het direct daarnaast gelegen Clermont-Ferrand dat de hoofdstad is van de regio Auvergne. Auvergne is de regio van de belangrijke Gallische stam de Averni waartoe ook de koning Vercingetorix behoorde. Hij wist de stammen van Gallië te verenigen in de strijd tegen de Romeinen, maar zou verslagen worden door Julius Caesar die daarop Gallië veroverde en de held van Rome werd met alle zeer grote gevolgen vandien. Vercingetorix wordt in Frankrijk als een nationale held gezien en in Clermont-Ferrand is een standbeeld aan hem gewijd. Er wonen ruim 1.3 miljoen mensen in deze regio's die gedomineerd wordt door de hoogste toppen van het Centraal Massief waarvan velen (uitgedoofde) vulkanen zijn. Er komen geen renners in deze Tour uit Auvergne wel twee Tourwinnaars: Antonin Magne (1931, 1934) en Roger Walkowiak (1956).
Super-Besse ligt op de flanken van de uitgedoofde vulkaan Puy de Sancy dat met 1886 meter de hoogste top van het Centraal Massief is, het skistation is echter zo'n 600 meter lager. Het behoort tot de gemeente Besse-et-Saint-Anastaise waar iets meer dan 1.600 mensen wonen, het belangrijkste dorp Besse werd in 1270 gesticht. In 1973 fuseerde Besse met Saint Anastaise om de huidige gemeente te vormen. De belangrijkste economische factor is zowel in de zomer als de winter het toerisme, behalve het skistation Super-Besse liggen er ook verschillende meren in de buurt waar veel mensen uit Clermont-Ferrand in de hete zomers verkoeling komen zoeken. Ondanks de grote populariteit bij fietsers van deze streek komen er weinig bekende wielrenners vandaan, de beste was Jean-Claude Theillière (in de jaren '60 oa. Frans kampioen, eindwinnaar Midi Libre en ritzege in Dauphiné Libéré).
Het is pas de derde keer dat de Tour aankomt op Super-Besse, in 1978 won de Belg Paul Wellens met anderhalve minuut voorsprong op de eerste achtervolgers terwijl de favorieten zoals Hinault en Zoetemelk op ruim twee minuten binnen kwamen. In 1996 won Rabobank-Deen Rolf Sörensen, hij bleef samen met de Portugees Rodrigues over na een vroege vlucht en werd in de finale teruggepakt door Virenque en Leblanc, desondanks wisten de vroege vluchters de Franse kemphanen te verslaan in de sprint. Vorig jaar was hier ook de aankomst van de koninginnerit in de Tour de l 'Avenir (Ronde van de Toekomst), de Italiaan Dario Cataldo won daar met 9 seconden voorsprong op onze landgenoot Bauke Mollema die het geel zou pakken om dit niet meer af te staan.
Youtube: Super-Besse 1978Youtube: Super-Besse 1996Uitslag etappe 13 1996 1 Rolf Sörensen (Den) Rabobank 4.03.56
2 Orlando Rodrigues (Por) Banesto
3 Richard Virenque (Fra) Festina
4 Luc Leblanc (Fra) Polti 0.02
5 Paolo Savoldelli (Ita) Roslotto 0.11
6 Miguel Indurain (Spa) Banesto 0.23
11 Bjarne Riis (Den) Telekom
17 Jan Ullrich (Ger) Telekom 0.51
![]()
![]()
![]()
Het eerste driekwart van deze eerste bergetappe is vrij eenvoudig met twee klimmetjes van 4e categorie, maar in de laatste 50km zijn er twee bergen van 2e categorie. Eerst de Col de la Croix-Morand (1401m hoog, 8km aan 5.2%) waarvan de top op 37.5km van de streep ligt, na de afdaling en een korte glooiende aanloop begint de slotklim naar Super-Besse (1289m hoog, 11km aan 4.7%). Een matig gemiddelde door de eerste 7.4km die gemiddeld slechts 5.7% zijn en met name de vlakke en zelfs even bergaf lopende kilometer die hierop volgt. De laatste anderhalve kilometer is wel steil met een gemiddelde van 10%, al vlakt het nog iets af in de laatste 100 meter.
Hoogstwaarschijnlijk zullen de tijdsverschillen beperkt blijven en zal het wachten zijn op de laatste steile anderhalve kilometer waar je op explosiviteit de concurrentie nog wat seconden kan aansmeren, renners die al op serieuze achterstand staan en vroeg durven aan te vallen maken een goede kans om voor de ritzege te gaan.