quote:
Op maandag 8 september 2008 09:02 schreef Mardoek50 het volgende:[..]
Ok.
Waarom gebruik je eigenlijk geen rasters? Vind je het niet mooi of is het lastig om dat voor elkaar te krijgen? Ik wilde zelf eigenlijk wel wat met rasters doen, misschien de achtergrond ofzo, maar ik weet nog niet hoe ik dat voor elkaar moet krijgen.
Hoi Mardoek, om eerlijk te zijn weet ik ook niet precies hoe dat in zijn werk gaat met rasters, zelf
nooit geprobeerd.
dit is misschien wel leuk voor je om te lezen als je van pop art houdt, het gaat uiteraard over
Roy Lichtenstein.
http://www.scholieren.com/werkstukken/12970leuke quote's
Hij begon met het schilderen van stripfiguurtjes als Donald Duck en Mickey Mouse. zo begon ik ook toen ik 6 jaar was
In 1961 maakte hij nog 6 schilderijen waarin hij herkenbare karakters van kauwgumverpakkingen of stripboeken gebruikte. Hij tekende ze met potlood direct op het doek en werkte ze vervolgens mij olieverf uit.
ik teken ook met potlood gewoon op het doek alleen ik gebruik altijd acrylverf.
en dit gaat over gebruik van rasters, maar ik moet eerlijk zeggen, het lijkt me eens heel gedoe
en zou zelf niet weten hoe ik dat zou moeten doen.
Een belangrijk stijlkenmerk van Lichtenstein zijn de rasters die in een schilderij verwerkt zijn. Hij imiteerde hiermee het drukproces en benadrukte daarmee het belang van het gedrukte beeld. Lichtenstein gebruikte geen rasters in zijn vroege werk, maar het werd toch zijn handelsmerk. Tot in zijn laatste schilderijen heeft hij de rasters gebruikt. Er zijn overeenkomsten tussen George Seurats ‘pointillisme’ en Lichtensteins puntrasters, beiden gebruiken verschillende takken van een puntrasters die elkaar niet snijden. Lichtenstein zelf heeft in 1966 gezegd dat, zodra hij begint met een schilderij, het een abstractie voor hem word, de helft van de tijd staat het schilderij ook op zijn kop.
Afbeelding de Kus blz. 35
De rasters maakt hij op de volgende manier. In 1961 maakte hij een regelmatig reliefpatroon door middel van een hondeborstel en een aluminiumplaat, waarin hij gaten geboord had. De plaat legde hij op de schets, waarna hij er met een borstel overheen verfde. Zo ontstond ontstond een regelmatig patroon. Maar naar Lichtensteins zin was het nog te onregelmatig, hij ging over op de frottagetechniek, Lichtenstein maakte een tekening, legde het papier op het rastervlak(een fijn gaas) en wreef er met potlood over. Je kreeg dan dus kleine rasters. De rasters werden zo onregelmatig qua kleur, dit wilde Lichtenstein niet, daarom experimenteerde hij met allerlei soorten gaas en platen. Later gebruikte hij sjablonen, dit was de manier om een mechanisch ogende regelmatig raster te creeren. Toen hij eenmaal sjablonen gebruikte is hij daar bij gebleven.