Het Thema van vanavond.
<<<<<
Badmode voor bejaardenIedereen maakt wel eens een wereldreis. En dan kom je vanzelf in Clermont-Ferrand, de hoofdstad van de Auvergne, gelegen aan de voet van één van Europa's oudste vulkanen, de gelukkig al sinds mensenheugenis rustende Puy-de-Dôme. Een merkwaardige stad, maar het duurde vrij lang voordat ik me realiseerde waarom dat zo was was. Clermont-Ferrand is een stad zonder water. Natuurlijk stroomt er wel water uit de kraan, en ook nog eens van een kwaliteit waar we hier in Nederland meteen een nationaal bronwatertje van zouden maken, maar in de stad zelf is geen stroompje of riviertje te bekennen. Okee, er loopt ergens in een betonnen beddinkje een minuscuul slootje, maar dat mag geen naam hebben; daar kan echt niemand trots op zijn. Clermont-Ferrand is gewoon een stad zonder water.
Daarom komt het niet als een verrassing dat je, die enkele keer dat het daar regent, grote kans loopt uit te glijden en een lelijke smak te maken op het hardstenen trottoir. Dat is mij overkomen, ik weet waarover ik praat, ik maak wel eens wereldreizen. Maar waarover glij je dan uit, vraag je je meteen af. Over bronzen penningen die in datzelfde hardstenen trottoir zijn verwerkt, bronzen penningen van zo'n 15 centimeter in het rond! Welke zot versiert nou de stoep met bronzen penningen waar bejaarden zich een ongeluk over uitglijden, want vanwege de heuvelachtigheid van die stad zijn rollators dun gezaaid; een bejaarde blijft gewoon thuis, meestal, als het regent, tenminste, zoals trouwens iedereen. Dartelen in de sneeuw is nog tot daar aan toe, maar wandelen in de regen is altijd en overal af te raden, ook in Clermont-Ferrand, al was het maar vanwege die stomme bronzen penningen in de stoep met het portret van een geleerde, dat zie je zo, want hij lijkt op een dichter, bijvoorbeeld Petrarca. Alleen heette hij - want wie gevierd wordt met een bronzen penning in hardsteen is natuurlijk dood - geen Petrarca, want dat was een dichter en geen geleerde, maar Blaise Pascal, een geleerde die ook dichter was, maar vooral een heel praktisch denker, uitvinder van een aardig werkende rekenmachine, met fraaie messing tandwieltjes, die met enkele zwaaien aan een hendeltje de uitkomst van de moeilijkste sommen feilloos kon voorspellen. Praktisch voor wie moeilijke sommen wil maken, of de opbrengst van allerlei fiscale regelingen wil becijferen. Een gevierd geleerde, vandaar die bronzen penningen, dus. Zo is, het klinkt stom maar het is echt waar, deze Blaise Pascal de uitvinder van het openbaar vervoer. Wat wil het geval? Parijs groeide langzaam uit tot een indrukwekkende metropool, en er heerste een vervoersprobleem. Rijke jongelui hadden hun eigen koetsje van een of ander fancy merk, Peugeot bijvoorbeeld, want Citroën bestond toen nog niet, maar de wat minder bedeelden moesten alles te voet doen, kilometers wandelen, wat een tijdverspilling. Pascal stelde toen voor om grote koetsen te maken, simpel, degelijk, rechttoe rechtaan, met een minimum aan luxe, waar voetgangers, tegen betaling, een eindje in konden meerijden, om sneller ter plekke te kunnen zijn. Een vervoer 'voor iedereen', omnibus, in het toen vet coole Latijn, een benaming die nog wel eens wordt gebruikt in romans waar ook de trekschuit een rol speelt, en die nog steeds doorklinkt in ons autobus, of bus, zo'n zelfde bus waar ik laatst op de fiets achter stond te wachten tot het stoplicht ooit misschien nog wel eens op groen zou gaan springen. Ik heb al lang afgeleerd me in zo'n geval te ergeren aan lange wachttijden, de stad waar ik woon heeft verkeersontmoedigingsbeleid al jaren vertaald in de stomst denkbare circulatiestrategie. In plaats van verkeer te weren wil men hier dat verkeer zo lang mogelijk in de stad vast zien te houden. Alsof je inkopen vanuit je auto doet, ja duhh. Maar goed, ik erger me niet, en ik kijk tamelijk ongeïnteresseerd naar die bus daar voor me, tot ik ineens iets opvallends zie. Rondom het motorgedeelte zie ik de warme lucht in de bekende kringelbeweginkjes opstijgen, en de snerpende kou is goed te hebben omdat mijn rug zowat verschroeit door de hitte die een indrukwekkend ronkende bolide van een prestigieus Italiaans merk achter me uitstraalt: warmte... Dat zette me aan het denken. En als je dan toch na gaat denken, dan maar beter zoals die glibberige Pascal: vooral praktisch doen. En ik bedacht me daar toch iets moois en vooral iets praktisch: Global Warming, klimaatverandering, waar komt dat door? Heel simpel, door warmte!! Hoe warm je iets op, een eitje bijvoorbeeld, of een dampkring? Inderdaad, met warmte. Simpel, maar met verstrekkende gevolgen. Let maar eens op. Dat hele verhaal over CO2 klinkt best wel interessant, wetenschappelijk en statistisch uit- en omgerekend, maar iedereen weet dat toch, dat je in een atmosfeer van dat spul, bij ons gewone mensen bekend als 'kooldioxide' niet kunt overleven. Kooldioxide maakt je koud, niet warm, reden waarom het ook gebruikt wordt om grootschalig mestkuikens om zeep te helpen. En diezelfde kooldioxide maakt Exota net wat lekkerder als Ranja. Goed, je gaat er misschien van boeren, maar dat de zeespiegel daar nou van gaat stijgen, dat wil er bij mij niet in. Er is meer, of, beter gezegd, iets anders aan de hand. Om een toch al niet zo lang verhaal nog korter te maken: de mensheid gebruikt een ongelooflijke hoeveelheid energie, en dat is mooi, daar groeien economieën van, daar krijgen mensen vrije tijd van, daar ontstaat zowaar wat geluk, en vooral veel warmte. Om, laten we zeggen, bruikbare energie op te wekken moet er, in het overgrote deel van de gevallen, eerst warmte worden opgewekt, warmte die vervolgens voor een deel, en alleen maar voor een deel, zo zit de natuur nou eenmaal in elkaar, wordt omgezet in verbruiksenergie, elektriciteit bijvoorbeeld. Maar warmte wordt ook, in de auto onder andere, en ook hier weer voor een deel, omgezet in beweging en botskracht. Het deel dat niet wordt omgezet in een of andere vorm van consumptieve energie komt vrij als warmte, vrije warmte, zal ik maar zeggen, waarmee we van onze atmosfeer een tropisch zwemparadijs maken. Dat geldt voor kolen-, olie- of gascentrales, maar net zo goed voor kerncentrales en ook voor biomassale centrales: eerst wordt er warmte opgewekt, en dan wordt er gekeken of er nog iets nuttigs mee gedaan kan worden. CO2 afvangen, of neutraliseren heeft geen enkele zin, die CO2 is niet de schuldige. CO2 is een bijverschijnsel. Het is de warmte die ons de das omdoet, of die nou afkomstig is van een high-tech energiecentrale of een motor, om nog maar te zwijgen van alle hitte die uitgestraald wordt door steden, industrieterreinen en autowegen. Voor een deel kan een oplossing gevonden worden in waterkrachtcentrales, windmolens en zonnepanelen, maar ook daar geldt dat bij het consumeren van de geleverde energie weer warmte vrijkomt. Willen we serieus aan de slag om het klimaat te redden, dan moeten we vanaf nu met z'n allen die hele CO2-hysterie aan onze laars lappen.
Het enige dat nog kan soelaas kan bieden is gaan liggen luieren op een tropisch strand, lodderig naar de branding staren en vooral niet klagen als het pilsje niet ijskoud is. >>>>
Met de conclusie ben ik het zeker eensch