INTERVIEW 22-11-2003 VAN JEROEN HEUBACH AAN DAGBLAD TUBANTIA/TWENTSE COURANT
Jeroen Heubach over golf, Enschede en het wereldje
Supporter voor het leven
Door Leon ten Voorde en Fardau Wagenaar
Hij is de enige rasechte Enschedeër in de selectie van FC Twente. Jeroen Heubach (29) weet niet alleen dat de supporters Vitesse haten, hij voelt het zelf ook. Een gesprek met de Tukker over voetbal, gebrek aan waardering en andere zaken.
DE VOETBALLER
‘Er zijn meer dingen in het leven. Sommige jongens lullen de hele week alleen maar over voetbal, ik niet. Ik kijk wel eens voetbal op televisie, maar niet vaak. Mijn vrouw houdt er niet van. Zij heeft een eigen zaak, werkt hard. Ik ben bevoorrecht dat ik kan voetballen. Veel jongens van mijn leeftijd verdienen niet zo veel. Ik schaam me er wel eens voor dat ik het zo makkelijk heb. Ik moet om half tien aanwezig zijn en ben tegen twaalf uur vrij. Mijn vader werkt in de bouw, hij komt laat thuis. Dat is pas afzien. Hij wordt ouder, het harde werk vreet aan hem. Als je dat vergelijkt met een profvoetballer, dan hebben wij een makkelijk leven.’
ENSCHEDE
‘Ik ben een rasechte Enschedeër. Toen ik bij MVV voetbalde (van 1997 t/m 1999 red.) en in Maastricht woonde, ging ik zo vaak mogelijk terug. Ik voelde me daar niet fijn, de mensen zijn zo anders. Ze veranderen niet voor je, zelfs met de taal houden ze geen rekening. Ik kon ze soms niet verstaan. Met één Limburger praten gaat wel, maar als er nog één bijkomt, word je aan de kant gezet. In Enschede voel ik me fijn. Ik was vroeger altijd op straat, was een klein schoffie. Ik deed dingen die niet mochten. Nee, ik zeg niet wat ik heb uitgespookt.’
GABBER
‘Ik had een kale kop en een Aussie-trainingspak en ging vaak naar die gabberfeesten. Het is twaalf jaar geleden, ik wil het er eigenlijk niet meer over hebben, het is geweest. Ik zat bij FC Twente, was geblesseerd, in totaal 3,5 maand. Het herstel duurde te lang, daar zat ik mee. Ik hield me met verkeerde dingen bezig, had geen zin meer in voetbal. In die tijd heb ik dingen gedaan die niet goed waren en daar heb ik spijt van. Ik heb een jaar weggegooid. Maar ik ben er als mens sterker van geworden.’
HET WERELDJE
‘Het voetbalwereldje is niet de mijne. Van buiten ziet het er mooi uit, maar mensen zien niet wat er van binnen gebeurt. De supporters komen één keer in de week kijken, dat is het. Je moet heel goed weten met wie je praat, er is zo veel achterbaks gedoe. Het ene moment is het goed, een half uur later word je de grond ingetrapt. Als ik een zoon krijg, heb ik liever niet dat hij voetballer wordt. Leuk en aardig hoor prof worden, maar wat dan? Een studie is veel belangrijker.’
CLUBLIEFDE
‘Die heb ik. Ik hou van Twente, al vanaf dat ik kind was. Ik ken veel jongens van Vak P. Ik voel hetzelfde als zij. Ik heb ook een bloedhekel aan Vitesse. Wij zijn de club van het Oosten. In de halve finale van de beker tegen Vitesse in 2001 schoot ik een penalty binnen. Toen maakte ik een overwinningsgebaar naar de Arnhemse supporters. Dat leverde me in Vak P de naam Heubach Hooligan op. Er heeft een tijdje een spandoek in het Arke Stadion gehangen met die tekst.’
CLUBLIEFDE BIJ TWENTE
‘Er zijn nog maar weinig jongens uit de regio, dat is jammer. Als er meer Tukkers zouden zijn, wordt de groep sterker. Die hebben meer gevoel bij de club. Als je kijkt wat er nu allemaal rondloopt. Er worden allerlei talen gesproken. Jongens die niet uit Twente komen kiezen vaak voor het geld. Als ik veel geld zou krijgen? Dan zou ik misschien ook weggaan, maar zeker niet naar Vitesse of FC Groningen! Dat doet een Tukker niet.’
WAARDERING
‘Ik denk niet dat de jongens uit de regio altijd gewaardeerd worden. Dat vind ik niet goed. Ze moeten juist trots op ons zijn. Wij krijgen vaak de meeste kritiek. Ik vind: hoe meer eigen jongens, hoe beter.’
VOETBALVRIENDEN
‘Ik ging veel met Andy van der Meyde en Kurt van de Paar om. We hebben nog wel contact, maar veel verder dan een sms-je per maand gaat het niet meer. Vind ik jammer, vorig jaar deed ik veel met Van de Paar. We gingen vaak samen golfen. Nu ga ik na de training alleen naar huis. Ik moet wel zeggen dat de groep van nu heel erg gezellig is. De beste herinneringen heb ik aan Pascal de Vries, dat was een grappenmaker in de groep. Met hem ben ik nog steeds bevriend.’
ARROGANTIE
‘Voetballers zijn het contact met de werkelijkheid kwijt. Kluivert, Seedorf en Van Bronckhorst zijn verwende ventjes geworden. Als je veel geld hebt, ga je rare dingen doen, dat is nou eenmaal zo. Ik heb met ze samengespeeld in de jeugd, toen waren het heel normale jongens. Of ze me nog kennen? Volgens mij wel. Seedorf heeft een foto op zijn computer staan van een Nederlands jeugdelftal, daar sta ik ook tussen.’
GELD EN MACHT
‘Geld geeft macht. We kunnen bijna alles kopen en doen. Ik hou van aparte kleren, dus ik koop ze voor mezelf. Maar ik kick niet op status of zo, ik zeg ook ‘hoi’ tegen mensen die ik niet ken. Het scheelt dat alleen mensen in deze regio me kennen, als ik naar Den Bosch zou gaan om me een keer vol te laten lopen komt niemand erachter. Doe ik het hier, dan weet iedereen het. Als ik uit eten ga, wordt er soms aan een ander tafeltje over me gekletst, dat is niet fijn. Patrick Kluivert kan nergens lopen, over hem wordt altijd gekletst. Verschrikkelijk... Geld is leuk en status ook, maar het is niet belangrijk. Uiteindelijk gaat het toch om je gezondheid. ’
GOLF
‘Golf is niet meer voor kakkers. Ik doe het heel graag. Mijn schoonvader heeft me een keer meegenomen. Ik dacht dat het niks voor mij was, maar na een paar balletjes was ik verkocht. Ik ga één keer in de week, in spijkerbroek en een polootje. Vorig jaar ging ik vaak met Van der Paar, nu met mijn schoonvader of met mijn kennis Jo.’
LEVEN
‘Familie is voor mij heel erg belangrijk. Ik heb nog nooit wat ergs meegemaakt. Ben er ook niet bang voor. Dat moet ook niet, waar moet je bang voor zijn? Er kan mij ook wat gebeuren. Het heeft geen zin om me daar druk om te maken. Ik heb een goed leven, ik geniet elke dag. Wat ik morgen doe, weet ik vandaag nog niet. Waar ik wel over nadenk is wat ik na het voetbal wil doen. Dat moet wel, achter de geraniums wil ik nog niet zitten. Ik zou graag kinderen willen, voor mijn dertigste heb ik altijd gezegd. Maar ik weet niet of ik dat haal, ha ha.’
KAPSELS
‘Ik vind het leuk om daar mee te ouwehoeren. Voor de bekerfinale heb ik mijn haar geblondeerd, sindsdien heb ik steeds wat anders. Daarna heb ik rode plukjes gehad, wit haar... Nu heb ik een rood kammetje. Mijn kapper verzint wat en ik vind het goed. Beetje jong blijven, ik wil nog geen oude lul worden.’
TOEKOMST
‘Ik hoop nog drie jaar te kunnen voetballen. Dan is het mooi geweest en stop ik er helemaal mee. Ik wil daarna niet bij een hoofdklasser spelen. Wel bij de lagere amateurs. Ik ben nu jeugdtrainer bij Avanti in Glanerbrug, dat is leuk. En ik blijf naar Twente gaan, dat heb ik altijd