![]()
Gister middag was ik aan het werk, en ik had een verzamel CD van Leonard Cohen opgezet, op die CD stond Sisters of Mercy. Ik hoorde het nummer en kreeg ontzettend veel zin om
McCabe and Mrs. Miller weer eens te kijken. Een vrijwel perfecte film van de rebel die Robert Altman heet. Omdat de film zo'n uniek en verrassend uiterlijk heeft is de plot vrij simpel. John McCabe (Beatty) komt in een klein dorpje aan, en ziet dat daar wel mogelijkheden zijn. Hij koopt wat goedkope hoeren, en begint een bordeel en gaat ook een saloon/casino opzetten. Maar dat lijkt allemaal makkelijker dan het is. De hoeren zitten gewoon in een tent, en vallen soms de mannen zelfs aan. Gelukkig komt daar Mrs. Miller (Christie) en die wil partners worden met McCabe om er een succesvol bedrijf van te maken. Dit lukt allemaal en alles gaat perfect. Tot dat er 2 heren van een mijnbouwbedrijf komen, en de zaak op willen kopen. McCabe gaat hier niet in mee, en dat heeft vervelende gevolgen.
In deze film gaat Altman tot het extreme om de film uit te brengen zoals hij dat wil. Dat is vooral terug te zien aan de look van de film. Tijdens het filmen is er al gebruik gemaakt van diverse filters om het juiste uiterlijk voor de tijd waarin de film speelt te krijgen, ook is het negatief aan licht blootgesteld, om hier nog verder in te gaan. Met het risico dat je de hele dagen schieten verneukt. Wat ook weer een ramp zou zijn aangezien de film in de volgorde waarin je het ziet opgenomen is. Maar dit alles zodat er in post-production niets aan de film veranderd kon worden. De film heeft dus al een heel authentiek uiterlijk. In de sets zou dit nog verder gaan. In plaats van gewoon iets in de studio op te nemen zijn ze voor deze film naar Vancouver gegaan. Is er een mooie locatie uitgezocht, en zijn ze daar gaan bouwen en gaan filmen. Tijdens het filmen wordt er gewoon doorgebouwd aan de locaties (timmermannen lopen allemaal in kleding van rond 1900 en gebruiken ook het materiaal van die tijd), en als het klaar is wordt er zelfs in geleefd. Ook zijn de vaste Altman elementen weer aanwezig. Het is namelijk een grote chaos. Er gebeuren honderden dingen tegelijk, iedereen praat door elkaar (wat nog met opzet soms erg onduidelijk is zodat het publiek oplet, en zodra je aandacht verslapt je dus ook echt dingen mist), en de camera zweeft van zoom naar zoom naar zoom, zelfs per ongeluk losgeslagen dieren die de set afrennen worden opgenomen en in de film gebruikt.
Als acteurs zijn daar Warren Beatty en Julie Christie, toentertijd een zeer beroemd koppel in de business. Ze spelen hier voor het eerst samen, en het is direct een succes. Beaty komt uitstekend uit de verf als een norse, trotse handelaar, die zichzelf iets slimmer en dapperder voordoet dan dat hij eigenlijk is. Hij wordt namelijk al snel omver gewalst door Christie die er geen doekjes om windt. Veder wordt er door Altman in deze film nog jong talent ontdekt Shelly Duvall in haar tweede rol (1e rol was Altman’s Brewster McCloud) maar vooral een jonge Keith Carradine die een heerlijk onschuldige ‘cowboy’ in een hoerenhuis speelt. Het is jammer dat hij zo’n vervelend einde heeft. Door één van de drie moordenaars van het mijnbouw bedrijf. Mocht er nog enige twijfel zijn, hier is het gelijk duidelijk dat de mannen hier niet voor de berenjacht zijn, en zal het niet lang meer duren voordat de fenomenale eindscène zal beginnen. Een prachtig kat-en-muisspel tijdens een sneeuwstorm (die op een klein beetje opvulling hier en daar na, ook helemaal echt is) die het kale stadje een nieuw uiterlijk geeft. De spanning bouwt zich langzaam op en er wordt telkens een nieuw laagje aangebracht. Op een gegeven moment vliegt de kerk (waar nooit iemand naartoe gaat

) in brand wat een chaos in het dorp oplevert. Nu de aandacht weg is kan het gevecht echt losbarsten. En komt de film prachtig ten einde, maar daar zal ik niets over verklappen.
Mocht het nog niet duidelijk zijn. Dit is een hele bijzondere film, die héél dicht bij perfectie zit. Het enige minpunt dat ik kan bedenken is dat in de slotscènes de sneeuw er in enkele shots wat klungelig uitziet, maar dat is wel heel erg mierenneuken. Ik kan de film dan ook van harte aanraden. Laat je niet afschrikken door de genresticker 'western', want dit is totaal anders dan de gemiddelde John Wayne flick (niet dat daar wat mis mee is natuurlijk).
Vergeet ik helemaal de meesterlijke soundtrack met drie (al bestaande) Leonard Cohen nummers, en wat speciaal voor de film geschreven riffjes (ook door Cohen) die de film het perfecte ritme geven. Het mooie is dat tijdens het schrijven en schieten van de film het album van Cohen nooit gedraaid is, maar dat toen de film klaar was Altman de LP weer eens hoorde op een feestje ergens in Frankrijk en zo erachter kwam dat niets anders de soundtrack kon zijn dan deze songs. Wel heeft Altman voordat hij met deze film begon het hele album grijsgedraait. Volgens Altman zelf zaten de songs dan ook zo diep in zijn hoofd dat het onbewust in de film verwerkt is, en dat de songs daarom zo naadloos aansluiten op de karakters van de film.