... die de hypotheekrenteaftrek heet!
quote:
'Integratie duurt nog wel veertig, vijftig, zestig jaar'
Kloof met westerse cultuur maakt opname immigranten volgens minister Vogelaar zaak van kleine stapjes
Gepubliceerd: 27 november 2007 14:14 | Gewijzigd: 27 november 2007 15:38
De Tweede Kamer behandelt deze week de begroting van Wonen, Wijken, Integratie. Minister Ella Vogelaar wil tal van problemen duiden en aanpakken. „Ontkokerd werken. Dat is heel belangrijk.”
Door onze redacteuren Derk Stokmans en Jeroen Wester
Den Haag, 27 nov. Integreren is moeilijk, is de stelregel van minister Vogelaar. De harde lijn van VVD en PVV is volgens de Zeeuwse boerendochter één kant van het verhaal. Er is ook de boodschap van hoop en perspectief, te midden van een complexe werkelijkheid. „Neem de Molukse gemeenschap. Iedereen denkt: dat gaat wel goed. Maar we worden er nu mee geconfronteerd dat de derde generatie het in het onderwijs slechter doet dan de tweede. Rara. Wat is hier aan de hand? Ik weet het nog niet en wetenschappers weten het ook niet.”
Tweederde van de Marokkanen in Amsterdam heeft geen werk, schreef Tweede Kamerlid Henk Kamp (VVD). Wat vindt u daarvan?
„Het is dramatisch. Kinderen van niet-westerse allochtonen hebben veel achterstand. Zijn lager opgeleid en belanden vaker in de criminaliteit. Er zijn heel veel problemen. Maar de werkelijkheid is niet eendimensionaal. De deelname van niet-westerse allochtonen in het hoger onderwijs is de laatste jaren bijvoorbeeld verdubbeld.”
Waarom is die andere kant zo belangrijk? U bent er toch om problemen te signaleren en op te lossen?
„Er zijn grote problemen waar we nog onvoldoende oplossingen voor hebben. Maar je doet mensen tekort door alleen maar te wijzen op wat slecht gaat. Je moet ook hoop bieden door te laten zien dat je als allochtoon ook vooruit kan komen. In de tachtiger en negentiger jaren hebben we te veel gedaan alsof het vanzelf allemaal goed zou komen. Dat is simplistisch. Maar ik wil evenmin vervallen in het andere simplisme, dat het allemaal niet deugt.
„De effecten van migratie absorbeer je niet snel. Zeker niet een migrantengolf met relatief laag opgeleiden. Wij hadden ooit fabrieksarbeid nodig, ongeschoold werk. En dan hebben we nog het grote verschil tussen een westerse en niet-westerse samenleving, een sterke dominantie van het islamitische geloof, wat heel grote culturele verschillen met zich meebrengt. Dat is anders dan de migratie in de jaren dertig, toen Duitse joden naar Nederland kwamen. Dat waren hoogopgeleide mensen, vaak intellectuelen, behorend tot de westerse cultuur. De kloof van nu is veel groter. Dat duurt meerdere generaties. Veertig, vijftig, zestig jaar.”
Vogelaar lacht. „Mijn portefeuille is echt leuk, hoor. Het gaat ergens over, daar hou ik erg van. Hoe klein de stapjes ook zijn, alle stapjes helpen wel.”
Over dertig of veertig jaar is het wel gelukt?
„Ik proef cynisme. Maar kijk hoe emancipatieprocessen gaan. Ik ben een boerendochter die uit een niet-intellectueel gezin komt. Ik was de eerste uit onze familie die naar het voortgezet onderwijs ging, de hbs die er in Zeeland was. Ik kende niemand die een universitaire opleiding deed. Dat was voor mij en mijn familie een wereld die we niet kenden. Ik ging niet meteen naar de universiteit maar eerst naar het hbo en werd tweedekanser op de universiteit. Want die stap in één keer zat niet in onze belevingswereld.”
Maar u hebt dat toch zelf gedaan. U bent toch niet geholpen door de overheid?
„Er was wel een studiebeurs die het mogelijk maakte. Ik had een moeder die zelf héél graag had willen leren en die niet mocht. En die heeft gezegd: mijn dochters wel! Die is daar voor gegaan. Dat zie je dus ook bij die allochtone moeders. Die zeggen: ik wil Nederlands leren omdat ik mijn kind wil helpen. Die willen dat hun kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Die kunnen je met stralende ogen en vol trots zeggen: mijn dochter of zoon studeert medicijnen, terwijl ze zelf analfabeet zijn.”
Wat doet u aan de integratieproblemen?
„Er zijn twee hoofdtaken: het verbeteren van de onderwijsprestaties en de toegang tot de arbeidsmarkt.”
Toegang tot de arbeidsmarkt, zegt u. Waarom doet dit kabinet niets aan het ontslagrecht, terwijl economen van links tot rechts zeggen dat het de haves beschermt en have-nots buitensluit?
„Daar wordt heel verschillend over gedacht. Politiek bestaat er grote verdeeldheid over, er was niet uit te komen. Daarom hebben we als kabinet er voor gekozen hier een streep onder te zetten. De doelstelling om 200.000 mensen aan het werk te helpen blijft overeind.”
U wilt de onderwijsprestaties verbeteren. Maar dat is een doel, geen maatregel.
„Nee, dat bestrijd ik. Qua onderwijs gaan wij de taalachterstand wegwerken door onder andere voorschoolse opvang én met de inzet van brede scholen.”
Maar daar heeft u helemaal geen invloed op, dat moet uw collega Plasterk doen.
„Ja, en een andere keer moet de psychiatrische zorg voor Marokkaanse jongeren weer verbeterd worden en ligt het op het bordje van Klink. Wat ík doe is veel gesprekken voeren om zo problemen op het netvlies te krijgen. Ik ben degene die dat agendeert. Hé, dit is een probleem, hier moeten we mee aan de gang. Wat gaan we doen, gaan we een pilot starten in Slotervaart?”
Werkt dat coördineren?
„In het verleden niet, de overheid is daar niet voor ingericht. Maar nu gaat het beter. Voor de wijkplannen heb ik continu contact met de gemeentes. Voor hen heel handig, dat ze niet al die departementen af hoeven.”
U beheert de portefeuille tegen de stroperigheid?
„Ontkokerd werken. Dat is heel belangrijk. Dat we het anders organiseren.”
De woningmarkt zit vast, maar aanpak ervan is in dit kabinet onbespreekbaar. Dan kunt u toch niet echt iets doen aan de problemen in die achterstandswijken?
„Over de woningmarkt is een bezweringsformule uitgesproken. Dat was niet de meest aantrekkelijke passage in het regeerakkoord toen ik minister werd. Geen misverstand. Gelukkig is Nederland zo eigenwijs dat er gewoon wel over gedacht wordt. Ik durf wel te zeggen dat juist het onbespreekbaar maken ervan ertoe leidt dat er nu heel veel over gepraat wordt.
Wat zegt dit, dat zo’n belangrijk maatschappelijk probleem door een regering terzijde wordt geschoven?
„We werken in Nederland met coalities. Soms duurt het wat langer dan je zou willen om tot doorbraken te komen. Voor mij is volstrekt helder dat dit een onderwerp is waar onvermijdelijk in het volgende kabinet veranderingen moeten plaatsvinden.”
Wat een topminister is het toch

En als haar verhaal waar is (dat zij de eerste is van haar familie die mocht gaan studeren) dan heb ik daar een groot respect voor.