quote:
Kenniscolumnist Maarten Keulemans sloot woensdagavond het Volkskrant KennisCafé van november ('Is uitsterven erg?') met een tegendraads betoog. Uitsterven, zei hij, is altijd ook een kans voor vernieuwing.
Keulemans: ‘Of ik als afsluiting van de avond niet nog even een aardig voordachtje kon geven over uitsterven, vroeg de meneer van De Volkskrant. Iets aardigs zeggen over uitsterven. Hoe doet een mens dat? Het is bijna zoiets als dat ze je vragen om een leuke rondleiding te geven door kamp Westerbork.
Uitsterven is helemaal niet aardig. Er is welbeschouwd geen bal aan. Uitsterven is de meest vernederende manier om te gaan, de ultieme belediging van de natuur. Er wordt dan iets onderbroken, afgehakt. De natuur gaat verder, maar zonder jou. Vandaar dat we onszelf doodschamen dat we de dodo’s en de mammoeten hebben opgegeten en dat we schande spreken van lieden die de laatste chimpansees uit de boom plukken of vissers die de zee leegvissen.
Toch moet je de zaak ook weer niet overdrijven. In de geschiedenis van onze planeet is uitsterven nu eenmaal de gewoonste zaak van de wereld. We leven nu eenmaal op een snertplaneet: nu weer is de zuurstof op, dan weer ploft er een reuzenmeteoriet neer, splijt er opeens een supervulkaan open of breekt er een ijstijd uit. De natuur is wel wat gewend.
Sterker nog, voor het leven is een apocalypsje op zijn tijd heel gezond. Vanuit het oogpunt van de natuur is het niet meer dan heilzaam als een wereld zo nu en dan eens flink wordt vernietigd. Af en toe houdt de natuur wat je zou kunnen noemen grote opruiming. Ze schudt het bed op, drukt op het reset-knopje, formatteert haar harde schijven. Na het einde der tijden begint er gewoon weer een nieuwe tijd, met nieuwe soorten, een nieuwe natuur. De ruggengraat van het leven – de eencelligen, de korstmossen, de varens, de schimmels, de insecten – richt zich heus wel weer op.
Af en toe denk ik wel eens dat de natuur goedkeurend zou toekijken bij wat we onze planeet aandoen. Het is nogal ketters om te zeggen, maar de slopende menselijke hand kon uiteindelijk ook wel eens heel goed zijn voor de biodiversiteit.
Zoals ik het zie, zijn er vanaf hier twee mogelijkheden.
Een mooi voorbeeld van de eerste mogelijkheid vindt u buiten op straat. Al die hondenrassen die u daar ziet rondscharrelen, die bestonden 20.000 jaar geleden nog niet. Ze zijn gemaakt door de mens. Hetzelfde geldt voor allerlei andere huisdieren, maar ook voor graansoorten, vissensoorten, koeiensoorten, geitensoorten, gistsoorten, bacteriesoorten. Ook onder het dwingende juk van de mensheid blijft de natuur zich diversificeren. De evolutie laat zich echt niet uit het veld slaan door een stelletje luidruchtige bio-hooligans. Zelfs niet als het er zesenhalf miljard zijn.
En er is meer. Als je omhoog kijkt, kun je zien hoe er rond de aarde een container cirkelt vol aapachtige wezens en andere levensvormen zoals planten en bacteriën. Op de maan staan instrumenten waarop bacillen zich proberen te handhaven en weer andere bacteriën zijn op weg naar verre bestemmingen als Venus en Pluto. Dankzij de mens krijgt de aardse biosfeer, waarschijnlijk voor de allereerste keer, de unieke kans om zich uit te breiden over het heelal.
En misschien is dat nog maar een vluchtige eerste aanzet voor wat komen gaat. We staan aan de vooravond van een ongekende biologische revolutie – die van de doorbraak van de biotechnologie. Momenteel zijn we druk bezig genen los te wrikken uit de soorten waarin ze de afgelopen drie miljard jaar zaten opgesloten. Een ‘bevrijding van de genen’, zoals de Amerikaanse natuurkundige Freeman Dyson het onlangs noemde in het blad Natuurwetenschap & Techniek. Volgens het geruchtencircuit is Craig Venter er zelfs in geslaagd om voor het eerst een bacterie te maken vanuit het niets, door stukjes DNA in het laboratorium aan elkaar te rijgen.
Je hebt niet veel fantasie nodig om te bedenken waar dat toe kan leiden. In de prehistorie volgde op elke uitsterfgolf een levensgolf – een periode waarin de evolutie een enorme sprong voorwaarts nam. En iets zegt mij dat die sprong voorwaarts ditmaal duizelingwekkender en grootser zal zijn dan de aarde ooit heeft meegemaakt. Dankzij de mens en zijn biotechnologie.
De tweede mogelijkheid is dat ik ongelijk heb, met mijn biorevolutie. En dat de pessimisten gelijk hebben. Dat we inderdaad ons eigen graf graven, de hand die ons voedt kannibaliseren en straks allemaal naar de gossiemijne gaan.
Ook dan is er niets aan de hand. Dat wordt het beste uitgedrukt door een mop van Doris Lessing, die onlangs nog de Nobelprijs voor de Literatuur won, die ik u niet wil onthouden.
Twee planeten komen elkaar tegen in het heelal. “Tijd niet gezien”, zegt de ene. “Hoe is het met je?”
– “Nou, niet zo goed eigenlijk”, zegt de andere planeet. “Ik voel me niet zo lekker. Ik geloof dat ik humanitis heb.”
Zegt de eerste planeet: “Ach, maak je geen zorgen. Dat gaat vanzelf wel weer over.”
Uitsterven is leuk!
Bron[ Bericht 0% gewijzigd door Papierversnipperaar op 25-11-2007 09:58:07 ]
Free Assange! Hack the Planet
[b]Op
dinsdag 6 januari 2009 19:59 schreef Papierversnipperaar het volgende:[/b]
De gevolgen van de argumenten van de anti-rook maffia