quote:
Cornald Maas in gesprek met Barry Sneijder (42), spelersbegeleider, en Sylvia Sneijder-Thiele (43), huisvrouw, uit De Meern. Zij zijn de ouders van Voetballer Wesley Sneijder (23)
Moeder: Een ongelooflijk hectische periode was het. Toen Wesley besoten had om bij Ajax te blijven, viel er veel van me af. Ging kort daarna de transfer naar Real Madrid toch door. Ik weet dat er een jongensdroom voor Wesley is uitgekomen, maar ik heb er ook een dubbel gevoel over. Je raakt toch je kind kwijt. En je kleinkind.
Vader: Nou... Niet kwijt.
Moeder: Madrid is niet naast de deur.
Vader: Wesley loopt al sinds zijn 7de bij Ajax - hij was toe aan iets anders. In Nederland was er voor hem ná Ajax niks. En Real Madrid, de cultuur in Spanje: niet te geloven. Kom je daar aan, op dag één haal je je koffer van de band, staan er politieagenten klaar, gaan de schuifdeuren open, en dan is het net of je bij een Oscar-uitreiking aanwezig bent. Bij het hotel stonden dranghekken. Nog vóór hij zijn eerste wedstrijd gespeeld had, liepen ze op straat. Die mensen zijn gek, dacht ik, ze kénnen hem niet eens.
Moeder: Jessey, zijn zoontje, wordt op straat over zijn bolletje geaaid. Hele families, jong én oud, zijn enthousiast. Wesley weet zoiets wel op waarde te schatten. Hij staat met beide benen op de grond.
Vader: Wesley heeft bij Real Madrid een droomstart gemaakt. Als je in Nederland één wedstrijd slecht speelt, word je massaal uitgefloten. Kritiek zal er in Spanje ook wel zijn als het straks wat minder mocht gaan, maar daar komt het commentaar pas na een serie mindere wedstrijden. Hier heeft iedereen altijd meteen zijn mening klaar, vooral op tv. Al die commentatoren: ze zijn zuinig, zo chagrijnig. Kom gewoon 'ns met vreugde, denk ik dan. Jack van Gelder is wat dat betreft een uitzondering; die wist op de radio van een slechte wedstrijd nog een topwedstrijd te maken.
Moeder: Meestal kopen ze een talentvolle voetballer wel na een jaar of drie terug.
Vader: Dat hóóp jij. Maar ik zou dat geen goed idee vinden - als je het hoogste hebt bereikt, ga je toch niet een stap terug? Wesley blijft daar wel, ik maak me geen zorgen over hem: hij is gegroeid, ook mentaal, en hij heeft geleerd van de akkefietsje uit het verleden. Die aanvaring met Ronald Koeman bijvoorbeeld: ik kon wel door de tribune heen zakken. Maar zo werd Wesley wél met zijn neus op de feiten gedrukt. Misschien was de druk van de hoge verwachtingen soms te groot.
Moeder: Al vanaf zijn 7de wil Wesley profvoetballer worden. Hij kon best goed leren, maar deed toch de mavo, omdat hij zoveel mogelijk vrije tijd voor het voetbal wilden overhouden. Op een dag kwam hij, 18 jaar oud, thuis: 'Staat het al op teletekst?" En ik: 'Wat?' Bleek wesley geselecteerd te zijn voor het Nederlands Elftal. Daar klopt niks van dacht ik nog.
Vader: Hij heeft altijd in zichzelf geloofd. Hij staat als een driftkikker te boek, en als arrogant - nou, arrogant, is hij totaal niet, hij heeft altijd het beste met iedereen voor; dat van die driftkikker klopt wél. Hij is zo fanatiek dat hij niet tegen zijn verlies kan.
Moeder: Jeffrey, die twee jaar ouder is, was in het begin het grootste talent. Maar hij heeft heel veel pecht met blessures gehad.
Vader: Denk niet dat hij jaloers is op Wesley - integendeel. Hij geniet als hij zijn broer ziet spelen. Ook met Rodney, onze jongste, is het contact heel goed. Als die drie bij elkaar zijn, moet je maken dat je wegkomt. Dan breken ze de boel af.
Moeder: Drie voetballende zoons... We hebben er veel voor moeten laten. Harstikke zwaar was het soms. Hadden we nog maar 10 gulden om in de benzinetank te gooien, deden we het toch, want ze moesten naar een training worden gebracht. We hebben zelf een winter lang zonder verwarming in de auto gereden - handschoenen aan, het ijs stond op de ramen.
Vader: Ik was monteur bij wildwaterglijbanen, en ik verdiende daar goed mee., maar ik heb mijn baan opgezegd. Ik was te vaak te ver weg, ik wilde dichter bij de jongens zijn, en ben via uitzendbureaus nachtdienste gaan draaien, zodat ik overdag voor ze beschikbaar was.
Moeder: Toen Wesley op zijn 16de een contract bij Ajax kreeg, kocht hij een auto voor ons. Wij dorsten er in het begin niet eens in te rijden.
Vader: En nu heeft Real 27 miljoen euro voor Wesley betaald. Dat gun ik Ajax heel erg: Wesley is er opgeleid en opgevoed, hij heeft er discipline geleerd, het hield hem, tijdens de puberteit, van de straat.
Moeder: Het blijft vreemd. Wesley heeft nu zo veel geld dat hij kan doen wat hij wil doen, terwijl wij nog steeds over alle uitgaven moeten nadenken.
Vader: Maar nooit hebben we vroeger gezegd: het geld is er even niet. Je kan toch niet tegen je kind zeggen dat het moet stoppen met zijn grote passie? Misschien ben ik ook wel door mijn eigen verleden gevormd: ik moest op mijn 14de stoppen met voetballen, vanwege problemen met mijn vader, waarover ik verder niks wil zeggen. Ik heb toen al wel bedacht: dat zal mijn jongens later niet overkomen. Het was voor mij de grote drijfveer om hen te geven wat ik zelf niet gekregen heb.
Moeder: Ook Rodney gaat heel goed. Straks willen ze hem ook nog in Spanje hebben. Ik moet er niet aan denken.
Vader: Als Wesley van beroep pianospeler had willen worden zouden we een piano hebben gekocht, of we het geld hadden of niet. Waar het om gaat: dat je je kinderen de kans geeft om hun talenten te ontwikkelen. Als wij anders gehanddeld zouden hebben, zou Wesley nooit bij Real Madrid terecht zijn gekomen.