Van der Sar
Geen topkeeper, maar wel een hele goede. Er staat geen vent in het doel denk ik altijd als ik hem zie. tong heeft gelijk, te weinig uitstraling. Ja, nu hij ouder is geworden begint het een beetje te komen. Maar in zijn beginjaren was het eigenlijk een watje. Een
zeven.
Heb ooit eens een stukje over hem geschreven, toen hij van Van Gaal de plek onder lat bij Ajax van Menzo over mocht nemen.
quote:
O, o, Stanley Menzo. Wanneer een attente cameraman van de NOS hem close-up in mijn huiskamer brengt en zijn trieste oogopslag mij treft als een mokerslag, kan ik wel janken. Ik zag hem zitten op bank, tijdens de thuiswedstrijd tegen Auxerre, naast Danny Blind, ook al niet de vrolijkste thuis op dat moment. Aangedaan zat hij daar, Menzo, de onderste oogranden vochtig. Alle ellende van de laatste dagen lag duimendik op zijn donker aangezicht. Nee, hij huilde niet. Net niet, maar het scheelde niet veel.
Zo kijkt een hond die zojuist van zijn baas een ontzettende klap met de riem heeft gehad. Niet begrijpend waarom en tegelijkertijd liefdevol, teder en hevig toegenegen. Louis van Gaal, zijn baasje had het behaagd een andere hond uit te laten, juist op het moment dat Stan kwispelend met de riem aan kwam rennen. Het was zacht, helder weer, de beste tijd om door je baasje aan de riem meegevoerd te worden tot aan het speelveldje, waar zij beiden altijd heen gingen. Daar ging de riem altijd af, waarna Stan blij blaffend tegen zijn baasje opsprong, stokken apporteerde en uitgelaten heen en weer rende.
Maar nu had hij met die zwartlederen honderiem een pets bovenop zijn natte neus gekregen en gelijk één er op zijn rug overheen. "Nee Stan, jij niet meer", had zijn baasje hem toegebeten. Jankend van ellende was Stan met de staart tussen zijn benen weggekropen achter de paraplubak.
Even later ging de bel. Buurman Van der Lem kwam binnen met Sar, zijn windhond. Ze sloegen samen wat grote mensentaal uit en Van der Lem vertrok weer. Sar bleef. Stan durfde niet te grommen. Sar was een akelige hond. Stan kende hem van het veldje. Wanneer zij elkaar daar tegenkwamen, sloofde Sar zich altijd zo uit, was steeds nadrukkelijk in het gezichtsveld van de baasjes aanwezig. Stan deed alles speels, op instinct, duikelde en tuimelde alle kanten op naar de weggeworpen stok, maar bracht hem altijd braaf terug. Soms had hij de stok niet vast genoeg in zijn bek en liet hem dan op de terugweg naar zijn baasje wel eens vallen. Sars bewegingen waren afgemeten, berekend. Souplesse was bij die windhond ver te zoeken, gratie had-ie niet. Maar zijn stok viel hem nooit uit de bek. Die avond bond Stans baasje Sar de riem om. Samen vertrokken ze, Stan ontredderd achterlatend.
Stanley Menzo is door zijn coach Louis van Gaal verbannen naar de reservebank; Edwin van der Sar is keeper van Ajax. Menzo is de gebeten hond. Hij sloeg in Auxerre een corner in eigen doel, maar men kan licht een stok vinden om een hond te slaan.
Tijdens een interview op het VVCS-gala verklaarde Menzo aan Barend en Van Dorp begrip te hebben voor de beslissing van zijn baas. Welke sportman zegt zo iets wanneer hij gepasseerd wordt? Heeft Menzo dan geen trots? Weet hij dan niet dat een blode hond zelden vet wordt? Menzo moet van zich afbijten. Verdomme. En die Van der Sar moet uit de kooi, terug naar waar hij hoort. Op de bank dus.