In The Soul of Man Under Socialism (voor 'n Nederlandse vertaling zie:
http://nl.wikisource.org/wiki/Individualisme_en_Socialisme oud-Nederlandsch-alert) redeneert de libertarisch socialist Wilde dat het kapitalisme de mens dwingt tot altruïsme en het juist het socialisme is dat het individualisme bevordert:
quote:
Het meerendeel der menschen [in een kapitalistsche wereld] bederven hun leven met een ongezond en overdreven altruisme, of liever worden gedwongen het in die richting te bederven.
quote:
Het groote en voorname voordeel dat uit de invoering van het socialisme zoû voortkomen, is buiten twijfel: dat het socialisme ons ontheffen zoû van die onverkwikkelijke noodzakelijkheid om voor anderen te leven, welke bij den tegenwoordigen staat van zaken bijna iedereen onder haar zoo meêdoogenloozen druk houdt. Inderdaad, zoo goed als niemand ontsnapt haar.
Dit is geschreven in een andere tijd, en sommige zaken zijn daardoor minder van toepassing op vandaag (het geleuter over Christus – dat zich voornamelijk op 't eind van zijn essay afspeelt - kan sowieso overgeslagen worden), maar in de kern kan ik me in zijn verhaal vinden. Neem nou een Van Gogh (de schilder dan hè); tot drie jaar voor zijn dood was hij een niemand, en kon hij enkel zijn artistieke werk voortzetten door financiële hulp van zijn broer. Het zou eeuwig zonde zijn geweest als hij zich over had gegeven aan het kapitalistische altruïsme, door, zoals zovelen, zijn tijd te verdoen, als bijvoorbeeld palletsorteerder.
De zogenaamde 'vrijwilligheid' van het kapitalisme; men gaat zogenaamd vrijwillig transacties met elkaar aan, is niet meer dan een verkapt altruïsme. Als je in een overheidsloze wereld met privaat eigendom wilt overleven zal je dat moeten doen dat een ander voldoende oplevert dat hij je daarvoor wilt belonen met zijn privaat eigendom; ruimte om dat te doen waar je zelf behoefte aan hebt bestaat alleen in zoverre je het je kan veroorloven; voorzover je daar voldoende privaat eigendom toe hebt. Wat me brengt op het punt waarmee ik het oneens ben met Wilde. Hij ziet geen heil in een autoriteit (een overheid, een kerk met macht gelijk aan een overheid); hij ziet, ter bevordering van het individualisme en in het geheel, geen baat in een overheid, noch in privaat eigendom. Naar zijn idee kunnen armen het zich permitteren om naar eigen smaak te leven, niet door een overheid die dit garandeert of door private liefdadigheid, maar door dat te nemen dat ze nodig hebben: "Wat bedelen aangaat, het is misschien veiliger te bedelen dan te nemen, maar het is flinker en mooier te nemen dan te bedelen". Blijkbaar lijdt Wilde aan een mensbeeld dat ver van de realiteit staat (zouden veel mensen immers bij willen dragen aan het staatsvermogen zonder daar persoonlijk gewin aan over te houden?) en een sterk geloof in menselijke maakbaarheid, een kwaal die overigens wijdverspreid is onder libertariërs. Maar goed, om niet te ver van het onderwerp af te dwalen, zal ik een drietal stellingen, waarvan ik mij in de eerste twee (1,2a) kan vinden, deponeren:
1. Het kapitalisme dwingt mensen tot altruïsme.
2a. Door een minimum aan privaat eigendom voor eenieder beschikbaar te stellen kan de overheid het individualisme voor een grote groep mensen (met name de grote groep mensen die niet genoeg persoonlijk eigendom hebben om vrij dat te doen dat hen ingeeft) bevorderen.
2b. Een wereld zonder overheid of privaat eigendom zal leiden tot ‘een hoger individualisme’ (zoals Wilde betoogt).
Edit: stelling 2a zorgvuldiger geformuleerd.
[ Bericht 1% gewijzigd door jstiglitz op 13-10-2007 19:12:09 ]