Een echte bruggenbouwer, de Aboutaleb van de straatWillem BeusekampDe kans is groot dat stadsdeel Amsterdam-Slotervaart een voorzitter van Marokkaanse afkomst krijgt. Voormalig politieman Ahmed Marcouch heeft gezag, kent iedereen en iedereen kent hem.
Zijn aanwijzingen verraden de hand van de meester. Als Ahmed Marcouch een stoet van verongelijkte Marokkaanse jongeren voor een protest tegen het verongelukken van een tasjesdief een Amsterdamse moskee binnenleidt, staat daar een geroutineerde politieman. Nog steeds een strenge, maar rechtvaardige diender. Niets ontgaat hem. Soms een grapje, maar verder geen gezeur, en doorlopen.
Marcouch, uit te spreken als Markoesj, was tien jaar lang tot 2002 politieagent. Op het bureau Balistraat in Amsterdam-Oost, in een van de lastigste wijken van de hoofdstad, gold hij als een supercop. Die agent is hij gebleven. Eens een diender altijd een diender, beaamt een van zijn vroegere chefs.
Vandaag kan Marcouch burgemeester worden van het stadsdeel Slotervaart in Amsterdam-West, geboorteplaats van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh. In januari hingen er ‘Franse toestanden’ in de lucht nadat een Marokkaanse tiener op de vlucht voor de politie met zijn scooter dodelijk verongelukte tegen een lantaarnpaal. De meerderheid van de 45 duizend inwoners bestaat uit migranten, van wie de meesten met Marokkaanse achtergrond.
‘Who the f... is Marcouch’, was tot voor kort dikwijls te horen zodra die onbekende Marokkaan met dat stoppelbaardje weer eens op het toneel verscheen. Direct na de moord op Van Gogh leek hij dezelfde dag op meerdere plekken tegelijk aanwezig. Persoonlijk wist hij op verscheidene locaties de verhitte gemoederen tot bedaren te brengen.
Overal waar problemen zijn met Marokkaanse jongeren duikt Marcouch op. Nog steeds en meestal op verzoek van andere probleemwijken. Inmiddels kent heel Amsterdam hem en staat hij te boek als ‘bruggenbouwer’, een soort Ahmed Aboutaleb, maar dan meer van de straat. En net als de wereldberoemde Marokkaanse wethouder van Amsterdam praat Marcouch als een gieter: veel welzijnsjargon, onnavolgbare beeldspraak en van enthousiasme niet te stuiten, afgelopen zaterdag nog voor de landelijke migrantenomroep.
Ook buiten Amsterdam geniet hij bekendheid. De Marokkaanse schrijver en columnist Mohammed Benzakour: ‘Marcouch is een hardwerkende, deugdzame kerel. Elke keer als ik hem zie, denk ik: och arme, zo jong en al zo kaal. Met een gezonde haardos als de mijne zou hij flink wat meer stemmen trekken. Maar goed, je kunt niet alles hebben. Hij spreekt bijna accentloos Nederlands, dat scheelt. Een zware taak rust op zijn schouders. Moslim in een moslimvijandige omgeving. Een politieachtergrond is ook niet de meest ideale start van een progressieve politieke loopbaan. Ben benieuwd wat hij ervan maakt.’
Medio jaren negentig haalde brigadier Marcouch (± 36) de landelijke pers met een golf van arrestaties onder Marokkaanse jongens in Amsterdam-Oost. De knapen ontkenden steevast tegenover de politie iedere betrokkenheid bij het stelen van weer een handtasje of een autokraak. Ze gingen voor de bijl toen agent Marcouch op straat verscheen. ‘Je moet hun cultuur kennen. Het regende ineens bekentenissen. Ik heb heel veel boeven gevangen’, herinnert zich Marcouch, nog steeds met trots. ‘Het referentiekader van de politie was en is een opstakel. De culturele emotionele barrière is lastig te doorbreken. De verdachte kan zich verstoppen.’
Zijn voormalige chef, inspecteur Cor Wals, plaatsvervangend wijkteamchef Balistraat, bevestigt dat Marcouch ‘het ontzettend goed deed’ bij de politie. ‘In oktober 1994 kwam Ahmed met zes andere Marokkaanse collega’s naar de Balistraat. Je mag zeggen dat wij het contact met de Marokkaanse jeugd totaal hadden verloren. Er moest iets gebeuren. Ahmed beschikte over een gigantisch netwerk en leerde ons hoe we met die knapen moesten omgaan. Sommigen in de buurt wensten alleen met hem te praten. Je kon altijd een beroep op hem doen, zodat de zaak niet uit de hand liep. Ook binnen ons bedrijf was hij zeer actief. Oprichter en voorzitter van het Marokkaanse netwerk en heel ambitieus, een welbespraakte en zeer intelligente vent. ’s Avonds volgde hij een hbo-opleiding. Hij hield ook nog spreekuur op een lokale radiozender. Razend populair.’
De ex-politieman is sinds enkele maanden politicus en lijsttrekker van de PvdA, de grootste partij in Slotervaart. Als de PvdA vandaag de grootste blijft, is hij in Nederland de eerste Marokkaanse burgemeester, ook wel stadsdeelvoorzitter genoemd.
Of de gelovige moslim Marcouch het redt, hangt niet alleen af van het succes van de lokale VVD, sinds vier jaar in Slotervaart niet in aantal stemmen, maar wel in zetels even groot als de PvdA en geleid door een populaire Surinaamse. Het zal ook afhangen van het stemgedrag van zijn Marokkaanse achterban in Slotervaart. Juist een geloofsgenoot die hij bijzonder bewondert (‘hadden we er daar maar meer van’, zegt Marcouch) heeft op de valreep een negatief stemadvies afgegeven: de Libanese Belg Dyab Abou Jahjah, leider van de Arabische Europese Liga, kwam afgelopen vrijdag naar Rotterdam om alle moslims in Amsterdam en Rotterdam op te roepen niet PvdA maar SP te stemmen.
Uitgerekend de SP, de partij die Marcouch ook nog even heeft overwogen als ideale politieke omgeving. Fatima Elatik, PvdA-wethouder in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg, adviseerde hem niet met de straf georganiseerde actiepartij in zee te gaan. Elatik: ‘Ik zei tegen hem: ‘‘De SP? Wat moet jij bij de SP, man?’. Doe normaal! Dat wordt lullen, lullen, lullen en dan mag je meestemmen. Als je dan in de politiek iets voor de Marokkaanse minderheid wil bereiken, ga dan naar de PvdA.’
Hetgeen volgens Elatik niet wil zeggen dat Marcouch de Marokkaanse burgers zal voortrekken. ‘Oh nee, ik heb hem die moslims zien aanpakken, dat wil je niet weten. Hij is eerlijk, direct en geen meeloper.’
Marcouch kreeg met Elatik te maken nadat hij teleurgesteld het politiekorps had verlaten. Hij had gesolliciteerd naar de functie van politiewoordvoerder, opvolger van de destijds door zijn optreden bij talloze tv-spelletjes veel besproken Klaas Wilting. Hij kreeg de baan niet, omdat het korps nog niet toe was aan een Marokkaan op die post. Hij kreeg de afwijzing inclusief afweging zwart op wit thuis bezorgd. Marcouch kan er nog steeds met licht onderkoeld onbegrip over praten.
Hij leek terug bij af en zal onwillekeurig hebben teruggedacht aan zijn jeugd die, zoals bij zoveel Marokkanen van zijn generatie, alles behalve eenvoudig was. Ahmed Marcouch dacht elf jaar oud te zijn toen hij in 1979 in het kader van de gezinshereniging met zijn zusjes en stiefmoeder naar Nederland kwam. Zijn moeder was acht jaar eerder overleden. In totaal telde het gezin vijftien kinderen. Ahmed kon lezen noch schrijven. Twee jaar Montessori-onderwijs en ondertussen baantjes proberen te vinden. Het lukte niet, omdat hij er wel erg jong uitzag voor zijn leeftijd. Naspeuringen leerden dat hij niet in 1966, maar in 1969 was geboren. ‘Voor een krantenwijkje maakte dat veel uit, of je twaalf of vijftien bent. Uiteindelijk mocht ik de Volkskrant bezorgen, heb ik heel lang gedaan.’
Of zijn nieuwe geboortedatum 2mei 1969 is, zoals zijn paspoort vermeldt, is volgens hem ook niet helemaal zeker. ‘Op het platteland in Marokko werd het niet zo nauwkeurig bijgehouden. Men deed maar wat.’
Lagere technische opleiding, vroeg zelfstandig wonen, avondstudie, in de verpleging, hbo: een ijzeren wil stuwde Ahmed Marcouch omhoog tot een model-Marokkaanse Nederlander. Zijn huwelijk hield geen stand. Dat komt mede, vermoedt Fatima Elatik, doordat Ahmed zich in geen enkele keurslijf laat persen. ‘Hij wil altijd uitbreken.’
Zijn omgeving verbaasde het des te meer dat de gescheiden Marcouch enkele jaren geleden ineens bestuurslid en woordvoerder was van de Unie van Marokkaanse Moskeeën Amsterdam en Omstreken, een gezelschap van religieuze scherpslijpers. ‘Ben je gek geworden of zo?’, vroeg Elatik hem.
Marcouch zelf, inmiddels weer bestuurslid af, reageert nog steeds koeltjes: ‘Het bekende vooroordeel. Die koepelorganisatie is helemaal niet zo conservatief. Men voelt daar goed aan dat de tijden zijn veranderd, dat de Marokkaanse gemeenschap ook de hand in eigen boezem moet steken en zich niet langer in de slachtofferrol kan verstoppen.’
Marcouch werd na zijn politie-carrière ambtenaar in stadsdeel Zeeburg, verantwoordelijk voor jeugd en veiligheid. Met Fatima Elatik als zijn politieke baas. Drie jaar lang. Het wekte in zijn directe omgeving verbazing dat de ambtenaar van Zeeburg, vooral na de moord op Van Gogh, zelden of nooit aan zijn bureau zat, maar door de hele stad zwierf als brandblusser, en plotseling tevens opereerde als gesubsidieerde moskee-woordvoerder.
Elatik: ‘Ik hoefde hem hier niet te zien. Als hij maar op straat was. Men heeft geen idee hoe deëscalerend hij heeft gewerkt. Hoe veel Amsterdam aan hem heeft te danken.’
Bron: De Volkskrant