Ik herinner me nog goed dat ik heb leren lezen, ik herinner me zelfs het specifieke moment dat het tot me doordrong wat lezen nu precies inhield. Het 'Eureka'-moment om zo te zeggen.
Voordat ik kon lezen, ik weet dat nog goed, zag ik mijn vader altijd de krant lezen. Dat waren voor mij enorme vellen papier, die ik niet verfrommelen of verscheuren mocht, waar hij dan tijden naar zat te turen. Het intrigeerde mij wel, ik heb nog een foto waar ik, op mijn ellebogen leunend, ook aandachtig de krant 'lees'. Het doel was mij niet duidelijk, het had vaag iets met toveren en magie te maken.
Toen ik zes werd en naar de grote school moest leerden we daar op een ontzettend kinderachtige manier de letters van het alfabet te schrijven. Op de kleuterschool waren we hier al op voorbereid, daar moesten we op vellen goedkoop kringlooppapier stippellijntjes natrekken met kleurpotloden. Gezien mijn zwakke motoriek, algehele slordigheid (nog steeds) en het feit dat opdrachten die zich herhalen mij enorm snel gaan vervelen, was ik daar de slechtste van de klas in. Of ik maakte een tekening op het papier, of ik deed het zo snel dat het potlood nooit dichter dan een centimeter van het stippellijntje kwam. Op de grote school idem dito. Ik had echt niet in de gaten, en volgens mij heeft de juffrouw dit ons ook nooit verteld, dat de letters leren iets te maken had met het mysterieuze 'krant lezen' wat mijn vader altijd deed. Anders had ik vast wel beter opgelet.
Hierdoor bleef ik ook op het vlak van schrijven achter op de rest. Ik vond het kinderachtig, vervelend en was er beslist niet goed in. Toen ik met mijn eerste rapport thuiskwam, stond een onvoldoende voor taal in, die werden toen nog gewoon gegeven. Die avond zat ik met mijn vader in de keuken met een leerboek lezen dat ik ooit had gekregen, ik herinner me dit alsof het niet meer dan een jaar of acht geleden is. In plaats van weer opnieuw die boogjes en lijntjes van de letters te herhalen, wat mij ondertussen ontzettend verveelde en tegen de borst stuitte, gingen we meteen achter in het boek kijken, waar een lang geillustreerd verhaal stond over een reus. Ondoorgrondelijke blokken van letters stonden daar, geen beginnen aan. Ik geloofde niet dat ik ooit in staat zou zijn om zoiets te kunnen lezen, en zei dit ook tegen mijn vader, maar ik moest toch beginnen.
Na een paar regels stotteren kwam ik er achter dat de letters woorden vormden, en als ik goed oplette die woorden weer zinnen!! Die letters waren dus niet in willekeurige volgorde op papier gezet enkel om ons kinderen van het spelen af te houden, maar hadden wel degelijk een functie. Nog dezelfde dag heb ik het verhaal uitgelezen, het zal een pagina of drie geweest zijn. Binnen twee weken was kon niemand in mijn klas beter en sneller lezen dan ik, en dat zou verder altijd zo blijven. Enkel in schrijven ben ik heel lang heel slecht geweest, netheid bleef altijd onvoldoende.
											
			
						The End Times are wild