Twee paar vleugels, die stevig, rijk geaderd en niet opvouwbaar zijn, behalve bij de suborde (Zygoptera).
Kleine voelsprieten, die nauwelijks opvallen.
Een lang en meestal slank achterlijf.
Grote facetogen op een beweeglijke kop.
Het borststuk is schuin gericht.
De poten zijn naar voren geplaatst.
De juiste naam in de Nederlandse taal is ................
Hier zet ik niets neer!