Ik zal maar niet ingaan op mijn lavendelplant. Die heeft het héél zwaar te verduren gehad. (Het is net alsof ik planten om zeep help om ze te kunnen redden.
Story of my life.
![]()
)
Ik zou overigens niet weten waar die mieren vandaan moeten komen. Het is een balkon in Amsterdam. Ergo: er leeft niets. Nu ja, het kost grote moeite de duiven weg te houden, maar verder leeft er écht niets. Dat bladluizen hier weten te komen vind ik een hele prestatie.
Mieren. Ik ben er een leuk werkstuk over tegengekomen:
quote:
Bladluizen zijn kleine, meestal groene, insecten die leven op planten. Ze zuigen sap uit de planten. Er zit suiker in plantensap. Bladluizen krijgen, als ze sap zuigen, eigenlijk te veel suiker binnen. Zoveel suiker hebben ze niet nodig. Wat ze teveel aan suiker hebben poepen ze uit. We noemen deze poep honingdauw. De mieren zijn er dol op. Zij kunnen de suiker die is uitgepoept goed gebruiken. Als een werkster suiker wil, gaat ze naar een bladluis toe. Ze trommelt op het achterlijf van de bladluis met haar voelsprietjes. De bladluis poept dan een druppel honingdauw uit. Die mier drinkt dat dan op en gaat naar een andere bladluis. Als de werkster genoeg honingdauw opgelikt heeft, is haar achterlijf heel wat dikker geworden. De honingdauw zit in de krop. De suiker is namelijk niet voor de werkster zelf. Ze gaat terug naar het nest. Onderweg en in het nest geeft ze aan de kleine mieren druppeltjes honingdauw. Die bedelen erom. De kleine mieren geven het dan weer aan de larven. In één zomer kan een kolonie van bruine wegmieren één liter honingdauw hebben gehaald. In een groot bosmierennest is dat tientallen liters per jaar.
Sommige mieren blijven bij de bladluizen om ze te bewaken. Ze pakken de bladluizen op als het winter wordt. Ze brengen ze naar het nest. De bladluizen worden daar op stal gezet. Je kunt de mieren wel een beetje vergelijken met veeboeren die hun koeien melken en ’s winters op stal zetten. Een paar mierensoorten leven alleen van de suiker van bladluizen. Een voorbeeld is de gele weidemier. Die leven onder de grond. Het melkvee bestaat uit wortelluizen. Dat zijn bladluizen die aan de wortels van het gras zuigen. De meeste mieren eten meer dan alleen maar bladluizenpoep. Rode bosmieren eten ook nog veel insecten. Ze maken sprinkhanen en rupsen dood en die brengen ze naar het nest. In de zomer worden er op één dag tweeduizend insecten naar hun nest gesleept!
Bron
Het zal je kind maar wezen.
Rode bosmieren, die noemden wij rode pismieren. Ellendige beesten. Verlaten veld, hoog gras, romantiek, rode pismieren.
Afijn, het is een aardige projectje, ik tegen de bladluis. Ik houd jullie op de hoogte.
I make it a thing, to glance in window panes and look pleased with myself.