Voor Uitje, tuurlijk verdienen ze bij ons best goed. Lees het onderstaande interview maar dan zal je nog verbaasd zijn.
quote:
‘Real Madrid van het amateurvoetbal’
De strijd om de algehele amateurtitel brandt vandaag los. Zaterdagkampioen IJsselmeervogels krijgt de titelhouder van de zondag, Argon, op bezoek. Volgende week valt in Mijdrecht de beslissing. Bij IJsselmeervogels spelen vier spelers uit de Rotterdamse regio. Paul Verboom (29), Dennis Knüppe (27), Dogan Corneille (33) en Jeroen Rijsdijk (30) trotseren heel wat fileleed om met de ‘rooien’ van Spakenburg succes te behalen. Het afdelingskampioenschap en de zaterdagtitel zijn al binnen. Maar nu de landstitel nog.
Wat maakt IJsselmeervogels zo bijzonder?
Verboom: ,,Iedereen kent deze vereniging. Het is het Real Madrid van het amateurvoetbal. Ik ben zelf werkzaam in de autohandel. Als je zegt dat je bij IJsselmeervogels speelt, dan zijn veel mensen onder de indruk. IJsselmeervogels staat voor de top van het amateurvoetbal. Bijna jaarlijks valt deze club in de prijzen.”
Knüppe: ,,Voordat ik hier kwam spelen, realiseerde ik mij niet wat voor bolwerk IJsselmeervogels is. De betrokkenheid van de leden en van de supporters is hier enorm. Er is veel voetbalbeleving, dat zie je bij de thuis- en uitwedstrijden. Op eigen veld worden we altijd ondersteund door tweeduizend fans. Bij de kampioenswedstrijd tegen Spakenburg waren het er negenduizend. Dan wil je als speler wel. Voor onze tegenstanders is het vaak beangstigend om hier te spelen, want IJsselmeervogels wordt als het ware naar de overwinning toe geschreeuwd.”
Corneille: ,,Het is bijna geen amateurclub meer. Het is de overtreffende trap. Er is niets beters op dit niveau. Ik ben bezig aan mijn tweede seizoen. In de voorbereiding zei de voorzitter gewoon dat de algehele landstitel de doelstelling is. Welke andere voorzitter doet dat?’’
Rijsdijk: ,,IJsselmeervogels is de kampioen van de kampioenen. Deze club heeft historisch gezien ook de meeste prijzen gepakt. Verder is de beleving in het dorp uniek. Er is een enorme concurrentie tussen de rooien en de blauwen (Spakenburg). Het is een wapenwedloop tussen twee bolwerken. Wat de één wil, wil de ander nog groter. Het is een gezonde en soms ongezonde concurrentie. De rooien doen het net iets beter dan de blauwen.”
Waarom blijft het publiek in Spakenburg zo kritisch?
Verboom: ,,Als nieuwkomer moet je daar wel even aan wennen. We hebben dit seizoen twee keer verloren en dan deugt er direct niets van. De spelers hebben er niets aan gedaan, de scheidsrechter was niet goed en de tegenstander wilde niet voetballen, maar stond alleen maar met elf spelers achter de bal. IJsselmeervogels moet de beste zijn en in elk geval beter dan die blauwen van Spakenburg, want als we daarvan verliezen, dan is het dorp helemaal te klein.”
Knüppe: ,,Hiervoor speelde ik bij SHO. Daar kon men ook wel eens kritisch zijn, maar hier is het wel een tikkeltje erger. De supporters zijn idolaat van hun club, maar willen wel dat we elke wedstrijd met 5-0 winnen en dat we goed voetbal spelen. Dat lukt niet altijd. Verder moet je hier ook geen kapsones hebben. Je kunt je gewoon tussen de supporters begeven. Ook na een nederlaag, dat doet iedereen dan ook. Wat dat betreft zijn het allemaal sociale jongens. Ik denk dat het ook de kracht is van deze club.”
Corneille: ,,Dat hoort bij een topclub. Ik vind het niet meer dan terecht. Er lopen hier alleen maar topspelers en die moeten tegen kritiek kunnen. Ik heb bij IJsselmeervogels nog nooit een slechte periode meegemaakt, wel slechte wedstrijden. We werden dit seizoen in de beker uitgeschakeld door een vierdeklasser. Dat kan niet en de broer van de voorzitter – die we nog nooit hadden gezien – kwam dat op de volgende training wel eventjes vertellen.”
Rijsdijk: ,,Het heeft ook te maken met de achtergrond. Mensen in dit dorp zijn vechters. Ze hebben veel eigen handeltjes. Leveren door het hele land. Moeten altijd hun mouwen opstropen. We zijn nu alweer drie jaar op rij kampioen. Als het een keertje minder gaat, dan barst de kritiek direct los, maar die vaak blinde rooie passie houdt wel iedereen scherp.”
Is het poenerige imago van IJsselmeervogels nooit vervelend?
Verboom: ,,Er wordt hier aardig wat geld betaald. Dat staat buiten kijf. Het is vergelijkbaar met betaald voetbal, maar er wordt ook voor gepresteerd en bij ons is het niet anders dan bij Quick Boys, Rijnsburgse Boys of Spakenburg. Die blauwen halen nog meer spelers dan IJsselmeervogels, maar presteerden in het afgelopen seizoen wel minder. Vergeet ook niet dat er wat van je wordt verwacht. Je traint drie keer in de week, maar dan is het ook zo dat iedereen aanwezig is. Overwerken en studie zijn geen redenen om niet te komen.”
„Je bent gewoon in dienst van de club. Er is een werkgever- werknemerrelatie, en daar houdt iedereen zich ook aan. Dat geldt ook voor André Kemper en Dennis van der Steen. Jongens die al de nodige amateurtitels op hun naam hebben staan.”
Knüppe: ,,Dat komt door de enorme grote groep sponsors die aan deze club is verbonden en door het goede elftal dat IJsselmeervogels elk jaar heeft. Ik speel hier nu drie jaar en ben elke keer kampioen geworden. Succes bindt, dat zie je bij supporters en bij sponsors. Er staat uiteraard wat tegenover, maar vergis je niet. Wij rijden wel vier keer in de week van Rotterdam naar Spakenburg en weer terug. Op weg naar de trainingen staan we altijd in de file. Corneille en Verboom hebben daar nu genoeg van. Ik kan me dat ook voorstellen. Als IJsselmeervogels in Rotterdam zou spelen, dan zou ik echt nooit vertrekken, maar nu zie ik mij in de toekomst ook wel weer eens dichterbij gaan spelen. Want het is erg zwaar.”
Corneille: ,,Als je naar Spakenburg rijdt, dan zie je twee voetbalclubs. Eentje die alle prijzen wint en dat is IJsselmeervogels en één die alleen maar naar de ander kijkt en dat is Spakenburg. Wij spelen hier niet voor het geld, dat is namelijk bijzaak. Maar we spelen wel om successen te behalen. Het is een hele eer om hier te mogen spelen.”
Rijsdijk: ,,Bij de spelers van IJsselmeervogels leeft dit helemaal niet. Daar wordt bijna nooit over geld gesproken en bij ons publiek heb ik er ook nog nooit iets van gemerkt. Er is hier ook geen misplaatste arrogantie. IJsselmeervogels heeft het gewoon goed voor elkaar met veel publiek en veel sponsors. Daar horen ook faciliteiten bij zoals de nieuwe tribune.”
Zijn jullie beter dan een willekeurige club in het rechterrijtje van de Jupiler League?
Verboom: ,,Als deze groep vijf keer in de week overdag kan trainen wel. Als de spelers geen fulltime banen ernaast zouden hebben, dan zou IJsselmeervogels geen modderfiguur slaan in de eerste divisie. We hebben het dit seizoen natuurlijk uitstekend gedaan. We zijn met overmacht kampioen geworden, hebben vervolgens de zaterdagtitel behaald en zijn nu nog met Argon in de race om het algehele kampioenschap.”
Knüppe: ,,Als ik puur kijk naar het voetbal dan zouden wij ons makkelijk kunnen meten met een club uit het tweede deel van de eerste divisie, maar ik denk wel dat die spelers conditioneel beter zijn. Dat is het verschil tussen drie of vijf keer of zelfs meerdere keren in de week trainen. Ik heb zelf nooit in de eerste divisie gespeeld, maar IJsselmeervogels spreekt mij meer aan dan een club in de kelder van het betaald voetbal.”
Corneille: ,,Als we zouden leven en trainen als de spelers van een eerste divisieclub dan zouden we ons kunnen meten. In de Gatorade Cup hebben we dit seizoen tegen NAC gespeeld. De eerste helft waren wij beter en in de tweede helft hebben we niet van NAC, maar van Leonardo verloren. Die speelde daar toen nog en hij maakte het verschil.”
Rijsdijk: ,,Dat denkt iedereen altijd maar, maar ik geloof het niet. Incidenteel kunnen wij best wel eens een club in de eerste divisie verslaan, maar ik heb ook van Veendam en Volendam in het verleden in de beker verloren. We worden nooit weggespeeld, maar tegen een betaalde voetbalclub krijgen we het altijd conditioneel moeilijk. Dan merk je in de tweede helft dat je minder traint en dat je anders leeft.”
Verslaat IJsselmeervogels Argon in de strijd om de algehele amateurtitel?
Verboom: ,,Ja, we hebben in de voorbereiding al een keer een oefenwedstrijd tegen Argon gespeeld. Toen verloren we weliswaar met 2-1, maar waren we net twee weken in training en speelden we op een bijveldje. Dit seizoen is ons team enorm gegroeid. Dus, ik geef ons een goede kans.”
Knüppe: ,,Daar gaan veel mensen gemakshalve wel van uit en zo simpel ligt het volgens mij niet. Argon is de laatste jaren ook twee keer kampioen van de zondag-hoofdklasse geworden. Daar loopt ook veel kwaliteit in het elftal. Het is wel een voetballende ploeg en dat ligt ons wel. De algehele amateurtitel wordt over twee wedstrijden beslist. Als wij top zijn dan heb ik er wel vertrouwen in.”
Corneille: ,,Ik geef beide clubs vijftig procent kans. Als ik zeg dat wij beter zijn dan Argon, dan wordt die uitspraak groot bij de tegenstander in de kleedkamer opgehangen en dat wil ik niet. Het hangt af van de vorm van de dag. Statistisch gezien zijn de zaterdagclubs over het algemeen wat sterker dan de zondagclubs.”
Rijsdijk: ,,We hadden woensdagavond bij IJsselmeervogels de jubileumreceptie in verband met het 75-jarig bestaan van de vereniging. Toen was de uitslag van de wedstrijd JVC Cuijck-Argon nog niet bekend, maar ik heb op die avond al wel gezegd dat wij in Cuijk of Mijdrecht volgende week zaterdag landskampioen bij de amateurs zullen worden.”