deel IX; over de vermakelijke reis van Sevastopol naar het vliegveld van Simferopol én het té lange verblijf op dit vliegveld
Voor een overzichtelijke tabel van de bezochte steden en bijbehorende bezienswaardigheden per reisdag verwijs ik naar www.jeoren.tkNét toen mijn reisgenoot aanstalten maakte de stortbak als wasbak in te gaan richten, ontvingen we een aangename verrassing; de hosteleigenaar kwam ons geheel kosteloos en zonder hierom gevraagd te hebben een 5-liter-tank water brengen. We namen dit cadeau dankbaar in ontvangst en gebruikten het als mobiele douche, door de tank op z’n kant bovenop de scheidingswand van de douchecabine te leggen. Na deze noodgreep besloten we het hostel zo snel mogelijk te verlaten. Toen we de sleutel wilden inleveren, wachtte ons een nieuwe onverwachtse aanbieding: een Engels sprekende medehosteleigenaresse, die ons haarfijn kon uitleggen hoe we het beste op het vliegveld in Simferopol konden geraken. Ze vertelde dat vanaf het busstation busjes rechtsreeks naar Simferopol reden; kaartjes kon je kopen bij de chauffeur van de bus. Je kon ook de trein nemen. Omdat dit een stoptrein was, deed ‘ie er wel wat langer over, en bovendien waren er in de stoptrein alleen houten bankjes. We gaven de voorkeur aan de trein, omdat we hiervan zeker wisten waar hij in Simferopol zou aankomen. Daarnaast zag je vanuit een trein meer van de omgeving dan vanaf een doorgaande weg.
Na aankomst op het treinstation sloten we in de stationshal achteraan de rij aan bij de enige open zijnde kassa. Een gesprek met een achter óns aansluitende oudere man maakte duidelijk dat we voor treinkaartjes naar Simferopol niet bij deze kassa moesten zijn, maar bij de aan het stationsplein gelegen loketten. Dit was nog eens goed nieuws; de dag ervoor hadden we hier ook al tientallen in de rij gestaan om alvast een kaartje te kopen, temidden van rondvliegende beesten en aan de lopende band voordringende asocialen, tot we bijna aan de beurt waren en er achter kwamen dat één van ons zijn paspoort niet bij zich had.
Bij de loketten aangekomen bleken we voor de twee uur durende treinreis per stoptrein géén paspoort nodig te hebben. Zonder problemen bemachtigden we twee tickets. Per persoon waren we nog geen ¤ 0,70 kwijt voor een treinrit van bijna 90 kilometer. Een kwartier voor vertrek liepen we het perron op, dat op dat moment bezaaid werd met volk dat uit onze trein stapte. Een op een conductrice lijkende vrouw vooraan het perron controleerde ons op bezit van een geldig plaatsbewijs. Toen we haar passeerden, kwam er juist een oude vrouw in tegengestelde richting langs, in bezit van een zak zelfgeplukte appels, die ze vast van plan was te gaan verkopen. Ze schonk er één aan de conductrice en liep zonder verdere uitleg door.
We stapten de trein in en namen plaats op twee houten 3-zitsbanken. De trein werd bevolkt door een aaneenschakeling van reizigers, variërend van tienermoeders, duo’s vrouwen voorzien van kinderen en wat oudere vrouwen in slaaptoestand. Sporadisch doken er muzikanten op in het gangpad; zo was er een duo, dat wat weghad van het Nederlandse ‘Twarres’; zij brachten enig gezang ten gehore, waarna ze rondgingen om geld op te halen. Niet veel later diende zich een tweede optreden aan; dat van een oude vrouw. Ze droeg een kerstkaart bij zich (naar het zich liet aanzien zo’n zelfgemaakt ding met reliëf). De bedoeling van dit poststuk medio augustus was ons volkomen onduidelijk; betrof het een identificatiemiddel; een reclameobject? Of was het toch bestemd voor verkoop?
Na een inleidend praatje werden ook de half in slaapgesukkelden wakker dankzij het harde gegalm waarmee ze de wagon begon te vullen. Zingen kon je het niet noemen. Dat dit soort treinoptredens óók voor Oekraïners ongebruikelijk was, bleek wel uit het feit dat ook de op andere banken gezetenen hun lach niet konden inhouden.
Mochten we denken na deze vertoning alles wel gehad te hebben, dan hadden we het mis; nadat de trein bij een onbeduidend station tot stilstand was gekomen, verscheen er plots een mini-orkest in de deuropening van het treinstel, dat de coupé voorzag van de nodige met veel Russische tekst doorspekte muzieknummers. Er leek geen einde aan te komen, en onze eindbestemming Simferopol hadden we bijna bereikt. Het tafereel had weg van datgene wat zich in de film Titanic afspeelde; een orkest dat in alle rust voortmusiceerde, terwijl de rest van de op het schip aanwezigen zich in veiligheid brachten na aanvaring met een ijsberg.
Exact 9 kwartier na vertrek arriveerden we op onze bestemming. Het station van Simferopol zag er fraai uit; het gebouw ging over in een reeks poortvormige doorgangen, die toegang boden toegang tot het stationsplein. Hieraan was het chaotische busstation gelegen. We baanden ons een weg tussen de benzinedampen door en besloten vlug ons middagmaal te verorberen bij de ook hier aanwezige Mc Donalds, om vervolgens op zoek te gaan naar vervoer richting het vliegveld, dat ten noordwesten van de stad was gelegen. Een taxichauffeur probeerde ons over te halen; voor $5,- per persoon bracht hij ons op de plaats van bestemming. Dit kon veel goedkoper, daar waren we na 10 dagen Oekraïne wel achter. En jawel; een reeds achter het stuur gezeten buschauffeur liep met ons mee tot we 100 meter verderop op de halteplaats waren gearriveerd voor bussen naar o.a. het vliegveld; het tarief van de trolleybus waarin we terechtkwamen, bedroeg ¤ 0,08! Dit was inclusief afkoppelen van de trollystang bovenop de bus, midden op een druk viaduct boven de spoorrails. Daarnaast werd de reis begeleid door een geluid, lijkend op dat van een stofzuiger in bedrijf en ontdekten we achterin de bus een uiterst milieuvriendelijke stempelmachine. Dit apparaat bestond uit twee massief stalen boven elkaar geplaatste busjes, waartussen je je busticket moest steken. Het bovenste busje was voorzien van een hendel, die je naar beneden moest halen om je ticket te bewerken. Het resultaat: een 5 tal onbeduidende deuken in het midden van het kaartje.
Verder waren het de passagiers die voor het nodige vermaak zorgden; een ventje dat gelijk een gorilla via de bovenin de bus gehangen beugels zijn weg zocht naar de uitstapdeur bij de chauffeur, een zwerversachtige die hangend aan diezelfde beugels bij de eerste beste bocht bijna op schoot bij een vlak daarvoor ingestapte vrouw belandde (waarna de vrouw nijdig een veiliger zitplaats betrok) en een opa, die zijn boodschappentas vol rabarber maar met moeite de bus kreeg ingetrokken.Na een helse rit waarbij enig positief effect van schokdempers achterwege bleef (houten wielen zouden wellicht uitkomst hebben geboden), kwamen we om 18.15 uur (3,5 uur vóór ons vliegtuig zou opstijgen) aan op de laatste halte van deze buslijn, recht voor de ingang van het vliegveld. Aldaar aanschouwden we het gebouw dat vermoedelijk onderdak bood aan aankomst- en vertrekhal. Kleine vliegvelden waren we gewend, maar wat we hier aantroffen was werkelijk het toppunt; een parkeergelegenheid voor slechts tientallen auto’s, een aankomsthal met welgeteld 1 winkeltje met een vloeroppervlak van nog geen 20 m2 dat etenswaren te koop aanbood én een op een uit de kluiten gewassen bungalow lijkende vertrekhal, die volledig gescheiden was van de aankomsthal en alleen te bereiken was via de straat. Hierin was dan gelukkig wél een fatsoenlijke eettent ondergebracht, inclusief terras op het plein vóór de hal. Na binnenkomst in de vertrekhal stond ons een onaangename verrassing te wachten; het enige aanwezige informatiebord gaf aan dat onze vlucht een vertraging van maximaal twee uur had. De achter de incheckbalie gezeten dame heeft niet de capaciteiten in huis de mijns inziens alledaagse vraag ‘Flight 613, has it a delay of two hours?’ te beantwoorden; ze moet hiervoor een wél goed Engels sprekende collega bij zich roepen. Deze weet ons op dat moment nog geen nadere informatie te verstrekken. In het ongunstigste geval zouden we dus 5,5 uur moeten doorbrengen op de aanwezige stalen, geperforeerde 3-zits banken, met vóór ons
de aanblik van vier incheckbalies, die deden denken aan de decoropstelling van het televisieprogramma ‘Zo vader, zo zoon’ anno 1990 en aan de zijgevels 23 goud omrande ingelijst posters met daarop sfeerbeelden van het in Oekraïne zo populaire schiereiland ‘Crimea’. Behoudens 2 smalle raamkozijnen met uitzicht op de landingbaan (waar gemiddeld 2 vliegtuigen per uur in beweging te zien waren) en de eerder genoemde eetgelegenheid was er niets met enige belevingswaarde te ontdekken in de verder vrij moderne hal. Voor bezoek aan het toilet dient men meer dan 100 meter af te leggen; alleen de aankomsthal had hier de beschikking over, en dan ook nog eens op kelderniveau; is het niet zo dat met name de vertrekkenden zijn die voorafgaande aan hun vlucht geregeld gebruik maken van het toilet? Aankomenden zijn toch vaak geneigd na binnenkomst en hereniging met bagage het vliegveld zo spoedig mogelijk te verlaten…
Als mogelijk tijdverdrijf zou men ‘vliegtuigje kijken’ kunnen aanvoeren. Hiervan kon helaas in de verste verten geen sprake zijn; gedurende de maandagse avond uren landde er hooguit 2 maal per 3 uur een toestel. Dan maar eens het afgelegen toilet bezoeken. Daar waar ik de dag ervoor keihard mijn hoofd stootte vanwege een veel te lage deuropening bij het verlaten van een toilet, daar gebeurde op dit vliegveld als ik niet opgelet had bijna hetzelfde; het was niet mogelijk rechtop de toiletruimte binnen te lopen. De toiletruimte zelf was niet veel beter; er was een urinoir dat ontdaan was van spoelwatertoevoer (een tak in het urinoir -lijkend op een gewei van een hert- maakte duidelijk dat deze niet in gebruik was); een centraal aan de muur bevestigd bakje, bedoeld voor toiletpapier voor de vier gewone toiletten -het bakje zelf zonder inhoud; zeeppompjes, tot de laatste druppel toe leeg; een dode wesp lag in de wasbak; een ondraaglijke stank en tot slot de afwezigheid van normale toiletten en in plaats daarvoor de aanwezigheid van zgn. ‘hurkWC’s’. (Hoe de genoemde verspreide stank valt te rijmen met de algemene geldende opvatting dat dit soort WC’s minder onderhoud vergen dan normale toiletten, is tot op de dag van vandaag nog niet duidelijk). Enige meevaller was de afwezigheid van een geld innende toiletjuffrouw; bijzonder was dat niet, want gezien de staat van de toiletten werd de boel niet eens dagelijks schoon gemaakt.
Voor je uit starend op een bank in de vertrekhal vielen zelfs de kleinste dingen op; een op het vliegveld werkzame man poogde indruk te maken op de incheckdame door op de handbagageweegschaal te gaan staan en haar vanaf die ‘hogere’ positie te woord te staan; waar hij blijkbaar niet aan gedacht had, was zijn buitensporig hoge gewicht; de teller achter de balie gaf een getal aan boven de 100.
Wat verder in het oog sprong was een verwaand wijf met bijpassende kledij die zich niet zozeer ergerde aan de vertraging als wel aan het feit dat ze hier ettelijke uren in haar eentje door moest gaan brengen op een vliegveld met een entertainmentwaarde diep in de min -iets dat voor iemand als zijzelf toch een grove schande moest betekenen.
Enig navraagwerk bij personeel van Ukrainian Airlines leerde ons dat onze vlucht wellicht méér dan 2 uur vertraging zou hebben. Nu was hier nog mee te leven; kort zou onze nachtrust toch wel worden, daar we de volgende ochtend om 9.00 uur bij boekingskantoor SAM moesten zijn om van daar onze excursie naar Tsjernobyl te beginnen. Maar met de mededeling die hier op volgde, zorgde voor de grootste woedeuitbarsting van deze vakantie; mocht de vertraging te erg oplopen, dan kon het zijn dat de vlucht naar de volgende ochtend zou worden verplaatst. Hoe haalden ze het in hun hoofd onze enige mogelijke Tsjernobylexcursiedag op de tocht te zetten.
Als rond de klok van 22 uur als klap op de vuurpijl onze vlucht van het TV-scherm verdwijnt, zijn de rapen gaar. Was dit de Oekraïnse handelswijze voor het annuleren van een vliegtuigvlucht? Of betrof het een vorm van besparing van stroom?
[ Bericht 15% gewijzigd door jeoren op 26-09-2005 20:04:15 ]