quote:
Op maandag 22 augustus 2005 13:04 schreef Stereotomy het volgende:[..]
Oh dat ding ja.
Er stond eerst een groots metalen kunstobject te pronken op die plek, maar die is door ex-president Kuchma en ex-PM Yanukovich (beiden uit het oosten van Oekraine) verplaatst naar Donetsk (de grootste stad in het oosten van Oekraine). En als vervanging hebben ze er een draaiende plastic wereldbol voor in de plaats gezet. De bewoners van Kiev zijn er nog boos om.
Meestal zijn het toch de kunstobjecten die vervloekt worden? En wat is er mis met die wereldbol; hadden we die hier in Nederland maar; fantastisch toch?
Hieronder deel III van mijn reisverslag. Het gaat over de moeite die we moesten doen onze Tsjernobylexcursie te regelen, wel heel vreemde praktijken in het dagelijks leven en onze bevindingen van het uitgaansleven aldaar.
di 9 augustusDe volgende morgen vertrokken we naar het kantoor van SAM. Een Mc Donaldsmedewerker had ons de dag ervoor de goede richting opgestuurd; via een aantal vliegtuigboekingskantoren kwamen we uiteindelijk in de juiste straat terecht. De medewerkster vertelde ons dat er op de 16e augustus naar Tsjernobyl kon worden gegaan; dit zou dan samen met 2 Franse journalisten zijn. Een eerdere datum was niet voorhanden. Daar we de 17e de bus terug naar Nederland namen, was de 16e onze enige mogelijkheid naar Tsjernobyl te gaan; buiten excursies is dit namelijk niet mogelijk.
We hadden nog geen terugreis vanuit Sevastopol vastgelegd, dus besloten te zeggen dat we er nog over na moesten denken en later terug zouden komen.
Op het centrale busstation informeerden we naar de mogelijkheid per bus vanuit Sevastopol terug te keren in Kiev. De vertrek- en aankomsttijden waren echter dermate ongunstig, dat we besloten later te gaan zoeken naar alternatieven.
In het winkelcentrum, gelegen onder het Onafhankelijkheidsplein, kochten we een toeristisch boekje over Kiev; hierin stonden een aantal wandelingen beschreven. Eén van die wandelingen, die voerde door ‘Perchersk Lavra’ (een klooster), het Nationaal Museum van de 2e wereldoorlog en het ‘Moederland’-standbeeld. Per metro kwamen we aan op het startpunt van de wandelroute; station Arsenal’na. Van daar te voet naar het Park van de Eeuwige Glorie; hier aangekomen zien we een 27 meter hoge obelisk; deze behoort toe aan het monument van de onbekende soldaat. Aan de voet van de obelisk is een eeuwig vuur te zien. Kijk je de andere kant op, dan heb je uitzicht over de Dnjepr, de metrobrug en de oostoever van Kiev.
We lopen verder en passeren een wat verwilderde speeltuin tegen. Spelen is hier af te raden. Verderop is het Perchersk Lavra; een complex met de Allerheiligenkerk, het Oude Perchersk Fort, de Grote Lavra Klokkentoren en de Poortkerk van de drie-eenheid. Bijkomend voordeel voor ons was de dubbele regenboog die zich na een korte regenbui aftekende aan de hemel. Het complex verlatende passeerden we een monument ter herinnering aan de oorlog van de Sovjetunie met Afghanistan. In Jekaterinaburg (Rusland) hadden we twee jaar eerder een soortgelijk monument gezien.
Verderop was de entree van het Herdenkingscomplex; zelden een park gezien met meer artillerie dan hier; zelfs de wandelpaden werden er mee geflankeerd. Het eerste te bezichtigen museum was dat van de Afghaanse oorlog. Ernaast staan een deel van de toenmalige militaire uitrusting uitgestald.
We passeren een tentoonstelling in de open lucht van militaire voertuigen uit de 2e Wereldoorlog; mocht je foto’s willen maken, dan wordt het entreegeld verdubbeld.
Later wandelen we door een onderdoorgang, voorzien van architectonische sculpturen die de dappere strijd uitbeelden van de Sovjets tegen het Duits fascisme; allen uitgehakt uit steen. Loop je in haakse richting over de onderdoorgang heen, kom je uit bij een grote schaal met daarin wederom een eeuwig vuur. Na een volgende sculptuur te zijn gepasseerd, krijgen we het Moederland standbeeld van dichtbij te zien; een kolossale sculptuur van 102 meter hoog torent hoog uit boven het complex. In de sokkel is het 2e wereldoorlogmuseum gevestigd.
Een verzameling trappen (die evengoed dienst had kunnen doen als waterval) leidde ons naar de oever van de Dnjepr. Te voet staken we de Patonsbrug over; de meest beroemde van de bruggen in Kiev, gebouwd in 1953 en 1543 lang. Vanaf de brug zelf een mooi uitzicht op het Moederlandstandbeeld en de kerkjes in Perchersk. Aan de overkant aangekomen nemen we een marchutka (hét openbaar vervoermiddel van Oekraïne), die ons voor omgerekend ¤ 0,12 terug op de westelijke oever brengt. We laten ons afzetten bij metrostation Dnipro (Dnjepr), aan de voet van de metrobrug.
Terug in het stadscentrum is voor de deur van ons restaurant een break-dance optreden aan de gang. Veel bijzonders wordt er niet opgevoerd. We bezoeken wederom het Onafhankelijkheidsplein. Het is inmiddels donker en dat geeft aan de fonteinen een aparte uitstraling.
’s Avonds bezoeken we een tweetal cafés; Art Club 44 (Khreshchatyk 44) en een Ierse Pub (Mykhaylivs’ka). De Art Club werd bevolkt door een nogal oud publiek, dat er mogelijk dagelijks langskwam. Na 1 wodka vertrokken we naar de Ierse Pub. Hier was het om 1.30 uur ’s nachts niet druk meer; wél kon er gepoold worden. Een in Kiev woonachtige bezoeker kon maar niet overtuigd worden van onze beperkte Russische vocabulaire en bleef tot na vertrek nog tegen ons aan brallen. Lopend baanden we ons een weg door straatjes waar slechts een enkel straaltje licht te bekennen was, tot er uiteindelijk een volledig donker, naar beneden aflopend weggetje op ons pad kwam. Via een andere route arriveerden we uiteindelijk bij ons hostel, waar de eigenaar niet blij oogde toen hij de deur voor ons ontgrendelde tegen 3 uur ’s nachts.
wo 10 augustusOp woensdagochtend informeerde ik bij de hosteleigenaar naar de mogelijkheid een vliegticket te boeken voor de terugreis vanuit Sevastopol. Om de hoek van de straat waarin het hostel gevestigd was, bevond zich reeds een boekingskantoor. De enige beschikbare vlucht was die op maandag 15 augustus om 21.40 uur. Ideaal; op die manier zouden we nog een hele dag hebben in Sevastopol zelf. Binnen een kwartier waren de tickets geregeld. Nu direct door naar het kantoor van SAM om de Tsjernobyltour te boeken voor de 16e augustus. De vrouw van de vorige keer was er niet, dus informeerden we bij een ander persoon. Ze informeerde per telefoon bij het centrale boekingskantoor en 10 minuten later kreeg ze uitsluitsel. 16 augustus was mogelijk, vertelde ze. Ter bevestiging schreef ze voor ons de datum op het excursieprogrammablaadje. We informeerden naar de kosten en de eventuele excursiegenoten (met z’n 4en betaalde je bijv. $94,- pp; wilde je in je eentje, dan kostte je dat $244,-). Opmerkelijk genoeg omcirkelde ze de prijs die gold bij deelname van 2 personen. (De dag ervoor was ons door de ander verteld dat we samen met 2 Franse journalisten op pad zouden gaan en de prijs voor ons op $94,- uit zou komen). Net toen we akkoord wilden gaan, kwam de grote verrassing; Zomaar ineens kwam ze met de mededeling dat het de 16e niet mogelijk was; de 17e augustus kon wél. Daar wij de 17e ’s ochtends de bus terug naar Nederland namen, was de 16e onze enige mogelijkheid. Woest werden we. Waarom schrijft mevrouw eerst 16 augustus op ons papier? Met gebalde vuist verlieten we het kantoor. Zijn ze hier knettergek geworden?
Om af te koelen besloten we naar het metromuseum te gaan. Dit was gevestigd in het gebouwtje bij station Politekhnichny Instytut. Op
www.go2kiev.com hadden we achterhaald dat het museum op gezette tijden op maandag, woensdag en vrijdag geopend was. 5 minuten vóór openingstijd kwamen we aan bij de balie. ‘Eto Metro Musé?’ vroegen we. Ze begrepen het. Een man in uniform leidde ons naar de 1e verdieping en klopte op de –nog gesloten- entreedeur van het museum. Er werd niet open gedaan. Terug beneden werden we verzocht plaats te nemen op een daar ingericht wachtkamertje, recht tegenover de balie. Na 10 minuten verscheen ons een man die het museum leek te runnen. In het Russisch stak hij een verhaal af. We maakten hem duidelijk dat we studenten waren. Meneer bleef doorbrallen in het Russisch; er was geen woord van te verstaan. Laat ons nou dat museum eens in, probeerden we hem wijs te maken. De man ging onverdroten door met zijn verhaal. De man in uniform stond het op enkele meters afstand aan te horen en maakte geen aanstalten de museumman te assisteren bij het verduidelijken van zijn verhaal naar ons.
Nadat de metroman duidelijk werd dat het gesprek weg had van eenrichtingsverkeer, besloot hij een briefje op te stellen. Na het aan ons voor te hebben gelezen, vertrokken we met een enigszins bedonderd gevoel. Als op internet keurig openingstijden staan vermeld, waarom mogen we er dan niet in tijdens die openingstijden? Bovenop de oplichterij bij het kantoortje van SAM werden we de inwoners van Kiev aardig zat. Wraakneigingen kwamen bovendrijven.
Boos vertrokken we naar het volgende museum; het Tsjernobylmuseum, vlakbij ons hostel gevestigd. Het was maar moeilijk te bevatten dat we na betaling gewoon naar binnen mochten lopen, maar dat zal te maken hebben gehad met het groter aantal bezoekers (tegelijk met ons waren er nog zeker 8 andere aanwezigen). De eerste prenten die ons voorgeschoteld werden, waren die van werkzaamheden bij de ingestorte Twin Towers in New York. Het scheen vergelijkingsmateriaal te zijn. Na een rondje op de benedenverdieping langs apparatuur als een geigermullerteller, betraden we de trap naar de bovenverdieping. Deze werd geflankeerd door plaatsnaamborden van Oekraïnse dorpjes, vermoedelijk gelegen in de directe omgeving van Tsjernobyl. Boven aangekomen doorliepen we een tentoonstelling gewijd aan Pripyat; een stadje van bijna 50.000 inwoners dat in 1970 speciaal voor de werknemers van Tsjernobyl gebouwd was. 36 uur na de ramp werd de volledige bevolking geëvacueerd.
Verderop was een maquette van de centrale tentoongesteld, bedienbaar door het inschakelen van een schakelaar. Een maquette van de omgeving, onnoemelijk veel foto’s en ander documentatiemateriaal, een metalen poort die opgelopen straling mat en een maquette van het stadje Slavutich, ná de ramp volgens oud Oekraïnse traditie gebouwd voor de nabestaanden van de reddingswerkers, enkele tientallen kilometers ten oosten van de centrale in Tsjernobyl.
In een afzonderlijke zaal aan de wand een soort chronogische weergave van de gebeurtenissen in Tsjernobyl in woord en beeld, terwijl in het midden op de vloer een wellicht op ware grootte nagemaakt patroon van splijtstaven is gesitueerd, zoals dit zichtbaar is in een kerncentrale zelf.
Na ondertekening van het gastenboek dalen we de trap af naar de uitgang; de opgehangen plaatsnaamborden zijn nu voorzien van een diagonale rode streep. Aan de kassa informeren we naar mogelijke andere bureau’s die excursies naar Tsjernobyl zelf organiseren. Het Engelse woord voor excursie klinkt de niet-Engels sprekende niet bekend in de oren; wél belt ze voor ons een Engels sprekende, die ons vervolgens te woord staat; ‘Het Tsjernobylmuseum is morgen geopend van….’. Ook zij schijnt er niet veel van begrepen te hebben. Excursies moeten we! Uiteindelijk gaat er een lampje branden aan de andere kant van de lijn. De caissière noteert vervolgens 3 telefoonnummers voor ons. Met die informatie vertrekken we naar de hosteleigenaar, waar we onze bevindingen van die dag uit de doeken doen. Hij belde de telefoonnummers één voor één af. De eerste bleek van het Tsjernobylmuseum zelf te zijn. Bij het 2e nummer had ‘ie meer succes; enkele minuten later kon hij ons melden dat we met 2 anderen per auto de excursie konden gaan maken. Die 2 anderen waren 2 Franse journalisten, vertelde hij; precies wat ons de dag ervoor door iemand van het SAM-kantoor was voorgesteld. Nu kon het ineens weer wél! Of we vóór 18.30 uur bij een ander SAM-kantoor konden zijn; direct vertrokken we ernaartoe. (Hoewel het metrostation bij het hostel slechts enkele minuten lopen was en we inclusief 1 overstap slechts 4 stations moesten reizen, deden we over de reis hostel-SAMkantoor bijna 40 minuten, wat aangeeft dat reizen per metro niet altijd de snelste manier van vervoer is.)
Aangekomen in het SAM-kantoor moesten we ons melden bij ene Ilona. Terwijl zij alles regelde (scannen paspoorten e.d.), hadden wij maar te wachten in de wachtruimte. Slechts het betalen van de excursie geschiedde elders in het gebouw.
Dinsdag de 16e zouden we om 9.00 uur bij dit kantoor worden opgehaald. We moesten niet vergeten ons paspoort mee te nemen. Bij de goed uitziende receptioniste informeerden we nog naar geschikte uitgaansgelegenheden voor toeristen. Ze kruiste een hele waslijst voor ons aan in ons Kiev Guidebook.
Eindelijk was, na 2,5e dag, onze excursie geregeld. We vierden dit in pizzeria Uno, gelegen in de ‘catacomben’ onder het Onafhankelijkheidsplein. Hier was zelf een pizza samen te stellen aan de hand van de op de menukaart omschreven ingrediënten. Ook verkocht men pannenkoeken. Nadat we onze bestelling door hadden gegeven, kwam één der serveersters aanzetten met een lap papier en een doosje krijtjes. Op die manier konden we onze eigen placemats gaan fabriceren… Ik sloeg het aanbod af, maar mijn reisgenoot begon driftig vlaggetjes te tekenen. Om 20 uur exact stond ons nóg een onverwachts iets te wachten; de verlichting werd volledig uitgeschakeld, om enkele ogenblikken later te worden vervangen door het geflikker van discolampen, voorzien van de nodige dancemuziek. Uit het feit dat alle apparatuur hiervoor al aan het plafond was bevestigd, kon worden opgemaakt dat het hier om een alledaags ritueel ging. De dancemuziek klonk uitermate goed, maar tijdens het eten geeft men toch doorgaans de voorkeur aan een ander soort.
Het eten smaakte dan wel weer aardig, evenals de cocktail van het huis. De manier waarop wij de rekening ontvingen, was echter weer merkwaardig te noemen. Na de pizza stak ik mijn arm op richting serveerster; deze wendde haar blik vervolgens af. Vervolgens kwam een andere serveerster even later de rekening op tafel leggen, zonder te hebben geïnformeerd naar onze wensen met betrekking tot een nagerecht…
Terug in de buitenlucht liepen we richting de rivier de Dnjepr, waar op een heuvel een bouwwerk is gesitueerd dat de vriendschap tussen Rusland en Oekraïne symboliseert.
Het betreft een kolossale regenboogachtige metalen boog met een diameter van 30 meter, met daaronder een brozen beeld van Russische en Oekraïnse werkers die de vriendschap tussen landen uitstralen en een granieten voorstelling van deelnemers van de ‘Pereyaslav Raad’ in 1654. Dit alles geflankeerd door enige kermisattracties die het nodige lawaai produceren. Verderop een cirkelvormig uitkijkplatform; zicht op de wijk Podil (waar ons hostel gevestigd is), de Dnjepr, het eiland daar middenin, de look-a-like van de Golden Gate brug in San Francisco die de westoever met dit eiland verbindt en een kerkje midden op een volledig beboste heuvel.
’s Avonds laat lieten we het briefje van de metromuseumman vertalen door de hosteleigenaar; we mochten het museum alleen betreden indien er een brief was gestuurd met motivatie van bezoek en deze brief schriftelijk was beantwoord door het museum zelf. ONGELOFELIJK. Zagen wij eruit als spionnen? Hadden wij explosieven op onze buik gebonden? Ik geloof van niet. Maar na deze brief kreeg ik wel soortgelijke neigingen.
’s Avonds wilden we wat andere uitgaanstenten uitproberen. In een buitenwijk zochten we de Tropical Club op. Toen deze na enkele tientallen minuten onvindbaar bleek, informeerden we bij een nog openzijnd restaurantje naar de exacte locatie. Nog voor ik één woord uit kon brengen, werd ons in het Russisch te verstaan gegeven toch vooral niet hier langs te komen, daar men wilde gaan sluiten. Verdere communicatie met deze vent leek onnodig; we hebben er al spijt van je pad te hebben belopen, hond.
De eerste uitgaansgelegenheid die we daarna wél tegenkwamen, was de ‘Arena’, gevestigd in een hotel. Op de verdieping die we zochten, brandden verdacht veel rode lampjes. Op naar de volgende tent, gevestigd op nr. 1 van het Bessarabs’kaplein. Deze bleek andermaal onvindbaar. Dan maar richting de rivierkust, waar een ander café was gevestigd, op een boot. Hier aangekomen bleek dit doordeweeks gesloten. Wél was het casino nog open. Omdat we al meer dan 2 uur zonder glas drinken zaten, besloten we hier maar een glas naar binnen te werken. Ondertussen werd Sporting Lissabon-Udinese uitgezonden op groot scherm. Achter ons waren hooguit 3 mensen hun geld aan het verbrassen aan 2 tafels BlackJack. Na een half uurtje voldeden we de flink gekruide rekening en verlieten de boot, boos na een dag van niets dan grieven.
[ Bericht 88% gewijzigd door jeoren op 22-08-2005 16:07:20 ]