Op woensdag 26 april 2017 20:00 schreef sacha het volgende:Pannenkoeken beslag. De basis (en geheimen)
Auteur: Hanneke Dekker
Lekker Tafelen
Pannenkoeken beslag. De basis (en geheimen) – Pannenkoeken zijn mijn favoriet. Vooral met dit herfstige weer waarbij de wind om het huis giert en de blaadjes door de lucht dwarrelen. Pannenkoeken hebben iets warms, gezelligs en voor mij is het echt een familiegerecht. Vaak wordt het met kinderen geassocieerd maar veel volwassenen zijn er even gek op. Pannenkoeken zijn er verschillende maten en soorten. Gewoon naturel met stroop of lekker met spek, appel, ananas, ham of chocolade.
Maar voordat je gaat beginnen met allerlei variaties is het belangrijk om de basis te kennen. Een pannenkoek is niks anders dan een koek die in een pan gebakken wordt. Klinkt logisch. Het begint met een beslag. Het meest makkelijke beslag bestaat uit 4 ingrediënten: Bloem, melk, ei en zout.
Voor het bakken van pannenkoeken heb je een koekenpan nodig. Het makkelijkste is een pan met anti-aanbak laag zonder beschadigingen. Het mooiste is om voor je pannenkoeken en aparte pan te houden. Het hoeft geen dure pan te wezen, een huishoudwinkel eigen-merk is al voldoende. Doe de pannenkoekenpan nooit, maar dan ook nooit, in de afwasmachine. Door het bakken bouw je een vetlaagje op in de pan die juist in het voordeel werkt van het bakken. Maak hem liever schoon met warm water en evt. een heel klein beetje afwasmiddel.
Nu we dit weten kunnen we aan de slag. Eerst het basisrecept:
Pannenkoeken beslag
voor ongeveer 2 á 3 personen.
Ingrediënten:
250 gr. Bloem
500 ml. Melk
2 middelgrote eieren
1 mespunt zout.
Vloeibaar boter of zonnebloemolie voor het bakken
Bereidingswijze:
Doe de bloem samen met het zout in een kom. Voeg hier de eieren aan toe met ongeveer 1/3 van de melk. Mix dit alles samen met een elektrische mixer. Als alles goed gemengd is, voeg dan weer 1/3 van de melk toe. Als het beslag weer goed gemengd is, voeg dan steeds meer melk toe tot het beslag een dikte heeft wat tussen yoghurt en drinkyoghurt inzit.
Het bepalen hoeveel melk er precies in moet is altijd lastig. Eieren zijn de ene keer grote dan de andere keer, en ook bloem kan verschillend werken. Als er nog een paar kleine klontjes inzitten is dit niet erg. Tijdens het bakken verdwijnen deze vaak.
Je beslag is nu klaar om te bakken. Zet je koekenpan op het vuur en laat de pan lekker warm worden. Doe een klein beetje boter in de pan en laat dit uitbruisen. Dit wil zeggen laat dat je de boter laat uit bubbelen. Als er geen bubbels meer ontstaan kun je het beslag in de pan doen. Doe zoveel beslag in de pan dat hij mooi de bodem bedekt. Maak een rollende beweging met de pan zodat het beslag mooi even verdeeld is over de gehele pan. Laat het nu rustig bakken. Als je naar de pannenkoek kijkt zul je zien dat de bovenkant droger wordt. Als de hele bovenkant droog is, kun je de pannenkoek omdraaien met een spatel. Gebruik een mooie brede spatel. Gaat de onderkant wat hard? Zet dan je vuur lager.
De eerste pannenkoek vertelt je heel veel. Draait hij makkelijk om en is hij stevig, dan is je beslag goed. Breekt hij? Dan is je beslag te dun. Maar het beslag niet weggooien hoor. Als je er wat bloem bij doet kun je hem weer dikker maken. Probeer het dan nog een keer.
Je kunt nu de rest bakken! Voor het warm houden zijn verschillende methoden. Al eerder genoemd is het warmhouden in de oven. Maar een andere manier is een pan water opzetten. En hier bovenop een bord plaatsen die afsluit. Je pannenkoeken blijven mooi warm op dit bord.
Veel plezier met het bakken van pannenkoeken.