quote:
Ex-CIA'er Fuller: 'De Gülen-beweging is geen sekte'
Gepubliceerd op 25 juli 2016 - 14:28
De afgelopen week waren we getuige van wat misschien wel de laatste actie is in de strijd tussen de twee grootste islamitische bewegingen in Turkije. De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan beschuldigde de in ballingschap levende [Gülen woont in zelfopgelegd ballingschap in de Amerikaanse stad Saylorsburg, in de staat Pennsylvania, red.] islamitische leider Fethullah Gülen ervan het brein te zijn achter de mislukte coup tegen de regering [15-16 juli, red.]. Direct na de couppoging ontketende Erdoğan een storm van stalinistische heksenjachten tegen iedereen die van banden met Gülen verdacht wordt. En tegen iedereen die niet pro-Erdoğan is.
Ter verduidelijking, wanneer we het hebben over islamistische leiders in Turkije, dan spreken we over een compleet andere setting dan in de rest van de moslimwereld. In Turkije gaat het in de kern om een strijd tussen gematigde stromingen binnen de islam. Erdoğan noch Gülen streven naar de oprichting een islamitische staat, shariawetgeving of een kalifaat. Beiden zijn gewend te opereren binnen de vooral seculiere staatsstructuur zoals die een eeuw geleden door 's lands moderne stichter Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) opgetuigd is. We hebben het daarom ook eigenlijk niet zozeer over de islam of theologie, maar eerder over macht en invloed. Politiek in Turkije was altijd al een ruw spel, zelfs binnen een democratische setting.
Er zijn echter belangrijke verschillen tussen de twee groepen. Terwijl Erdoğan aan het hoofd staat van een politieke partij, leidt Gülen een burgerlijke beweging die Hizmet [Turks voor dienstbaarheid, red.] genoemd wordt. Erdoğan is afkomstig uit een meer traditionele soennitisch-Turkse islamistische beweging, Gülen is afkomstig uit een apolitieke, mystieke en meer soefi-georiënteerde sociale traditie. Terwijl Gülen zich richt op langzame en diepe sociale verandering, waaronder seculier voortgezet onderwijs, focust Erdoğan, partijleider pur sang, bovenal op het behouden van de macht van zijn partij en probeert hij met populistische methoden het algemeen welzijn te verbeteren.
Waarom zou Gülen een coup plegen terwijl dat lijnrecht indruist tegen zijn eigen filosofie en op een moment waarop zijn beweging zeer zwak staat tegenover Erdoğan? Ik acht het hoogst onwaarschijnlijk dat Gülen het kwade genius is achter de mislukte coup. Natuurlijk kan ik dit niet met zekerheid zeggen, er is immers nog geen enkel hard bewijs en Gülens sociale beweging heeft meer dan een miljoen sympathisanten en volgelingen die niet centraal gecontroleerd worden. Met de tienduizenden arrestanten deze week, en het vermoeden dat hun ondervragers foltermethoden toepassen, is het afwachten welke 'bekentenissen' er gefabriceerd zullen worden. Erdoğan eist van de Verenigde Staten uitlevering van Gülen aan Turkije, maar in de regel levert Washington geen politieke figuren uit zolang het bewijs niet net zo overtuigend is als in een Amerikaanse rechtbank.
Belangrijker nog, Erdoğans sensationele aanklachten tegen Gülen lijken niet echt logisch. Bedenk het volgende: Erdoğan had Hizmet voor de coup al grotendeels verpletterd. In 2013 wekte Hizmet Erdoğans toorn doordat zijn aanhangers bewijsmateriaal publiceerden dat aantoonde hoe wijd verbreid de corruptie binnen Erdoğan eigen kringen is. Hij lanceerde een grootschalige en nog steeds gaande campagne van vervolging tegen Hizmet-leden, activisten, sympathisanten, functionarissen, financiële instituties, televisiestations, kranten, sociale en educatieve instanties en vooral binnen de rechtspraak en het politieapparaat. Hizmet-instituties werden verwoest en haar leden beseften hoezeer hun basis beschadigd was. En dat de beweging zich moest hergroeperen, door nauwer samen te werken met liberale en seculiere krachten, om de democratie te handhaven, om te voorkomen dat de militairen weer zouden terugkeren en als tegenwicht tegen Erdoğans toenemende machtsmisbruik.
In zijn beste Ottomaanse traditie heeft Gülen zich altijd sterk gemaakt voor de staat als enig legitiem instituut. Hij steunde de staat tegen eerdere islamistische bewegingen die de staat aan het geloof onderhorig wilden maken. Hij voelde zich in 1980 zelfs gedwongen de militaire interventie te steunen om de staat te redden van een burgeroorlog. In de kern van de zaak echter verkiest hij democratie boven een militair regime. Democratie is voor hem de beste garantie dat Hizmet mag blijven voortbestaan en haar sociale missie mag volbrengen.
Daarom veroordeelde Gülen vorige week ook de staatsgreep. Of veinsde hij dat slechts? Dat lijkt onwaarschijnlijk, zijn veroordeling is immers in lijn met zijn afkeer van de militaire regeringen tijdens de afgelopen jaren. Bovendien houdt Gülen zich verre van terroristische activiteiten, dus steun voor politiek geweld is in dit geval extreem onwaarschijnlijk. Erdoğans beschuldiging dat Hizmet een 'terroristische organisatie' is, klinkt iedereen die ook maar iets van de beweging en haar sterke nadruk op vrede en dialoog weet, absurd in de oren.
Voor een serieuze staatsgreep beschikt Gülen trouwens nauwelijks over enige capaciteit binnen een leger dat de afgelopen jaren rigoureus gezuiverd is van Hizmet-volgelingen. Sinds jaar en dag zitten de Turkse inlichtingendiensten de beweging dicht op de huid en hebben stapels dossiers verzameld. Dus weer: waarom zou Gülen iets tegen Erdoğan ondernemen op een moment dat zijn beweging zwakker is dan ooit?
De coupplegers noemden zichzelf de Yurtta Sulh Konseyi [Vrede Thuis Raad, red.] daarmee verwijzend naar een passage uit een beroemde slogan van Atatürk [yurtta sulh, cihanda sulh: vrede thuis, vrede in de wereld, red.]. Het is een passage die niet geassocieerd wordt met Gülen. Dat tienduizenden vervolgde en gearresteerde militairen, politieagenten, journalisten, advocaten, bankiers, rechters en docenten stuk voor stuk staatsvijanden en terroristen zijn, gaat natuurlijk ieders voorstellingsvermogen te boven. Het is duidelijk dat Erdoğan de gelegenheid met beide handen aangrijpt om iedere oppositie tegen zijn plannen voor het super-presidentschap de kop in te drukken. Veel mensen – zelfs binnen Erdoğans eigen partij – zijn ontzet over Erdoğans zucht naar absolute macht, maar niemand durft zich uit te spreken. Zelfs het vroeger zo obectieve journaille let nu goed op haar woorden.
In het belang van de transparantie: het is publiekelijk bekend dat toen Gülen in 2006 zijn verblijfsvergunning voor de VS aanvroeg, ik als burger een brief schreef waarin ik stelde dat ik niet geloofde dat Gülen een bedreiging voor de VS vormde. Dit was kort na de publicatie van een van mijn boeken, De toekomst van de politieke islam, waarvoor ik veel heb moeten reizen en wereldwijd islamisten interviewde. Ik vond Hizmet toentertijd opmerkelijk bescheiden, tolerant, geweldloos, bereid tot dialoog, eerder sociaal dan politiek, en een gepassioneerd advocaat van scholing als instrument om moslims in een globaliserende toekomst te emanciperen.
Toen president George W. Bush zijn war on terrorism voerde, wilden veel neoconservatieven in Washington Gülen uitzetten – evenals zij dat met honderden andere moslimgeestelijken wilden doen. Dat omdat zij een veiligheidsrisico voor de VS zouden vormen. Toen al vond ik die beschuldigingen ongegrond, en ik geloof nog steeds dat de Hizmet-beweging één van de meest bemoedigende gezichten van de hedendaagse islam ter wereld vormt.
Ik heb altijd gewild dat de FBI op z'n minst op de hoogte was van mijn persoonlijke mening terwijl ze deze casus behandelde. Vanaf dat moment echter trokken vijanden van Gülen en veel Turkse complotdenkers hun conclusie: het feit dat ik voor de CIA werkte – ik ging er 18 jaar geleden met pensioen – en Gülen publiekelijk had verdedigd was het onomstotelijke 'bewijs' dat Gülen voor de CIA werkt.
Gülens beweging heeft haar tekortkomingen. Gülen is met zijn 75 jaar een man van het oude stempel, teruggetrokken en nauwelijks bezig met de dagelijkse gang van zaken binnen de organisatie. Hizmet is geen transparante organisatie – vandaar dat het gezien wordt als 'schimmig'. Maar de afgelopen decennia, toen lidmaatschap van Hizmet – of van welke andere islamitische beweging in Turkije ook – reden voor vervolging was, bleven haar leden uit de openbaarheid en verborgen hun sympathie.
Dat veranderde toen Erdoğans partij, de AKP, in 2002 aan de macht kwam. Veel leden van Hizmet kregen de mogelijkheid om, uiteraard bij gebleken kwalificatie, overheidsfuncties te bekleden. Ze zochten vooral emplooi binnen het politieapparaat en binnen de rechterlijke macht, grotendeels om ervoor te zorgen dat deze instituten zich niet, zoals vroeger, tegen hen en de AKP zouden keren. Maar het tij is nu gekeerd en de voltallige slagkracht van de door Erdoğan gecontroleerde politie wordt nu tegen de Hizmet-leden gebruikt. Tragisch genoeg is het politie-apparaat ook nu weer de speelbal van de Turkse politiek.
Maar dit gaat uiteindelijk verder dan politiek. We hebben het over een cruciale issue: wat voor soort bewegingen weerspiegelen de toekomst van de islam? IS? Al-qaeda? De Moslimbroederschap? Van alle islamitische bewegingen schaar ik Hizmet onder de rationele, gematigde, sociaal-constructieve en meest ruimdenkende organisaties. Het is zeker geen sekte: het moderniseert de islam, middenin de mainstream.
Erdoğans eigen AKP was ooit een opmerkelijke partij. Was Erdoğan in 2011 met pensioen gegaan, dan zou hij, met alle verworvenheden die hij en de AKP gerealiseerd hadden, de geschiedenis zijn ingegaan als de grootste premier in de geschiedenis van democratisch Turkije. Maar zoals bij veel leiders steekt, na jaren van macht, corruptie de kop op, verliest de leider het contact met de realiteit en ontwikkelt hij zich, geïsoleerd en vervuld van machtshonger. Erdoğan is nu bezig nagenoeg alles af te breken wat zijn partij in de eerste tien jaar heeft opgebouwd. Zijn niets ontziende heksenjacht en de lijkwade van angst en onzekerheid vernietigt Turkije.
Hoe eindigt dit? Erdoğan heeft Hizmet overtuigend verslagen. Maar hij zaait het zaad van zijn eigen ondergang. Alleen hoe en wanneer hij ten val komt, is onzeker. Internationaal verwordt Turkije in snel tempo tot een paria. Het land zelf is nu zijn hoofdslachtoffer.
Dit artikel verscheen eerder (22 juli 2016) in The Huffington Post.
Graham E. Fuller is schrijver. Hij is voormalig vice-voorzitter van de National Intelligence Council van de CIA.