quote:
VAN TENNISTOPPER TOT PISPAAL
Robin Haase is nog steeds de beste Nederlandse tennisser. Maar de jaren dat hij bij de beste dertig tennissers ter wereld hoorde, zijn voorbij. Een profiel over de strijd van een moeilijke jongen.
Vlak voordat hij gaat serveren draait Robin Haase (28) zijn hoofd naar de scheidsrechter. Hij wijst geërgerd naar de kant. Bezoekers van het toernooi in Melbourne proberen tussen de punten door een plekje te vinden op de tribune van baan 19. Het leidt af. ‘It doesn’t matter, doesn’t matter,’ zegt Haase moedeloos, als de scheidsrechter voor de derde keer probeert in te grijpen. Hij staat dan al een set en een break achter.
De beste Nederlandse tennisser van de laatste tien jaar gaat in de eerste ronde van de Australian Open in drie sets onderuit tegen een qualifier uit Bosnië, de nummer 138 van de wereld. Niet veel later vliegen ook De Bakker en Bertens uit het hoofdtoernooi. Wederom vroege uitschakelingen op een grand slam. Wederom hoon uit eigen land over de deplorabele staat van het Nederlandse tennis.
Een half uur na zijn wedstrijd zit Haase in een perszaaltje tegenover vijf journalisten. Er wordt gevraagd of hij parallellen ziet met de afgelopen jaren in Australië, waarin hij ook in de eerste ronde eruit ging. ‘Nou, ik weet niet wat de parallel is tussen verliezen van Murray, ziek zijn, kramp krijgen met 42 graden (de vorige jaren, red.) en deze wedstrijd. Volgens mij kun je dat niet zo zien.’
De lichaamstaal is vintage Haase. Tikkeltje defensief. Een vraag moet perfect zijn, anders wuift hij hem wrevelig weg. Ergernissen op de baan en schurende interviews, die een beetje Louis van Gaals aandoen. Het is een beeld dat in de loop der jaren aan de tennisser is gaan kleven. Maar hoe rechtvaardig is dat eigenlijk? En hoe ziet de tenniswereld Haase, die de aaibaarheidsfactor lijkt te missen?
GRAPPIG EN GEDULDIG
‘Ik ken veel mensen die zeggen: Haase, dat lijkt me zo’n arrogant, irritant mannetje,’ zegt zijn coach Mark de Jong in Australië, na een training. ‘Ik werk sinds december 2014 met hem en ik zie iets totaal anders. Ja, hij geeft graag zijn mening, maar hij is ook respectvol, grappig en geduldig. Ik had een bepaald beeld van hem, maar het is veel te makkelijk om iemand van een afstandje te beoordelen.’
Er zijn weinig sporten waar de ogen zo op het individu zijn gericht als in tennis. De toeschouwer kan vanaf de kant elke zucht van een speler horen. En in een tijd waarin camera’s en microfoons alle details oppikken, kun je je als tennisser op de baan helemaal weinig veroorloven. Zeker niet als de échte prestaties uitblijven, zoals bij Haase het geval is. Tennissers doen het snel verkeerd, tenzij je succesvol en een gentleman bent als Federer of Nadal, valt commentator en oud-prof Robbie Koenig bij. ‘Vorig jaar gingen bijvoorbeeld beelden de wereld over van Djokovic op Wimbledon, waarin hij boos werd na een verloren punt en schreeuwde tegen een ballenmeisje.
Iedereen vond het schandalig. Maar we moeten een speler ook niet te hard willen afrekenen. Emoties mogen eruit worden gegooid op de tennisbaan. Dat het dan verkeerd overkomt, is vervelend.’ Daar moet Haase zich in herkennen. Tot op de dag van vandaag wordt zijn beroemde schreeuw op Rosmalen (‘Zet die muziek uit!!!’) uit 2013 herhaald op Sky Radio en belachelijk gemaakt. Ook de beelden van een Davis Cup-wedstrijd in Tsjechië, waarin hij uit boosheid een aantal keer agressief op het net sloeg, weten tennisfans zich na twee jaar nog goed te herinneren. Vaak werd de Hagenaar gezien als de nationale pispaal. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de frustratie van het Nederlandse publiek over een kwakkelende generatie. Haase is de enige vaste waarde in de top 100, maar hij kwam nooit zover als bijvoorbeeld Richard Krajicek en Sjeng Schalken, spelers die precies de generatie voor hem vormden.
‘Een beetje meer respect voor Robin zou toch wel op zijn plek zijn,’ zegt Jan Siemerink, Davis Cup-coach en technisch directeur van de KNLTB. ‘Hij heeft twee ATP-titels gewonnen en op plek 33 van de wereld gestaan, hè. Hij is geen prutser. Noem jij eens tien Nederlandse tennissers die hoger hebben gestaan.’
TE BELEREND
Toch steekt Haase ook de hand in eigen boezem, als we hem een dag na zijn wedstrijd in Melbourne spreken over zijn imago. ‘Ik heb in het verleden genoeg fouten gemaakt, vooral in mijn houding naar de pers. Soms liet ik blijken dat iemand een domme vraag stelde. Onbewust, bijvoorbeeld door te zuchten. En op tv kom ik weleens te belerend over, terwijl ik het juist goed wil uitleggen. Gisteren op de persconferentie was ik zwaar teleurgesteld. Het was vlak na de wedstrijd, ik had het nog niet verwerkt en geëvalueerd met mijn coach, dus is het logisch dat woorden er soms gefrustreerd uit kunnen komen.’
Jammer dat dit onderwerp ter sprake komt, zegt Haase, hoewel hij het als uithangbord van het Nederlandse tennis begrijpt. ‘Ik heb sinds anderhalf jaar juist bewust dingen veranderd aan mijn houding. Mensen in mijn omgeving wezen me er bijvoorbeeld op dat ik te serieus was in
interviews, dus ik probeer meer te ontspannen. En ook op de baan zijn er weinig incidenten. Kijk mijn laatste wedstrijden terug en dan zul je zien dat ik vaak rustig blijf. Misschien zelfs wel te rustig.’
Haase is volwassener geworden. Daarnaast heeft hij als tennisser een ongelukkige periode van drie jaar kunnen afsluiten. Zijn zwakke rechterknie, die hem in het verleden zeventien maanden aan de kant hield, speelde tot voor kort zo ernstig op dat hij meerdere keren na een wedstrijd van de baan moest worden gedragen. Haase’s carrière liep tot zijn eigen frustratie gevaar. Met behulp van een osteopaat en vaste fysiotherapeut is zijn situatie verbeterd, hoewel hij bijna elke dag met pijn blijft spelen. ‘Het verschil is dat ik mijn problemen meer een plekje heb kunnen geven,’ zegt hij.
Het vrije, excentrieke element in zijn spel, waarmee Haase op 20-jarige leeftijd Murray klopte in Ahoy en Nadal bijna versloeg op Wimbledon, komt bovendien langzaam weer terug. Maar juist door de mensen in zijn omgeving, ook oudcoaches, werd hem vaak geadviseerd dat hij zich gedeisd moest houden op de baan. ‘Als ik dan eens een pijl-enboog-gebaar maakte tijdens of na een gewonnen wedstrijd, of energiek mijn overwinning vierde door over de baan te sprinten nadat ik een 2-0 in sets achterstand had omgebogen, zeiden mensen uit mijn omgeving: Moet je niet doen joh, hou je nou maar rustig. Dan gaan ze weer slecht over je schrijven. Ik heb daar wel een paar jaar last van gehad. Dat ik mezelf niet meer kon zijn als tennisser.’
BRAVOURE
Coach De Jong helpt Haase de bravoure weer terug te krijgen. ‘Ik vind juist dat Robin weer dat mannetje moet worden dat hij was,’ zegt hij. ‘Die extraverte kant van hem was een kracht. Kijk naar Nick Kyrgios, het allergrootste talent van dit moment. Die gozer is hartstikke gek, heeft een hanenkam en draagt oorbellen van een paar duizend euro. Vorig jaar zagen we hem in Portugal op een veldje met keiharde hiphop aan een potje basketballen. Het zag er zo raar uit. Maar hij haalde wel de finale van het toernooi. Geen probleem, zeg ik dan.’
Precies een jaar geleden, na een toernooi in Acapulco, is Haase op advies van De Jong gaan werken met een life-coach. De Jong: ‘Om hem op het mentale vlak te begeleiden. Die man wist niets van tennis, maar heeft Robin wel als persoon verder kunnen helpen. Dat was in eerste instantie niet de bedoeling, maar ik denk dat Robin zichzelf door die sessies beter heeft leren kennen.’
In zijn dubbelspelpartij met Verdasco, twee dagen na zijn verlies in het enkelspel, oogt Haase ontspannen. Hij maakt grappen met de Spanjaard over een aantal bijzonder verlopen punten. Na hun gewonnen wedstrijd stormen de fans naar Verdasco, de man die Nadal uit het toernooi heeft geslagen. Ook Haase deelt handtekeningen uit en gaat lachend met wat Nederlanders op de foto.
Hij wordt gewaardeerd door zijn collega’s op de ATP Tour. In dezelfde week in Melbourne traint Haase met Djokovic. De coach van de nummer één van de wereld, Boris Becker, geeft hem tips op de baan om constanter te worden, vooral met zijn backhand. De Jong: ‘Becker heeft wel een zwak voor Robin.’
Roger Federer nodigt Haase jaarlijks uit in Dubai voor een trainingsblok en collega’s als Jan-Lennard Struff, Jarkko Nieminen en Marcel Granollers, waarmee hij tijdens de competitie in Duitsland speelt, lopen met hem weg. Ze noemen Haase de grappenmaker van het team. ‘Als je met hem meeloopt op de Tour zie je pas hoezeer hij gewaardeerd wordt,’ zegt De Jong.
Haase hoeft zich dus niets aan te trekken van alle kritiek uit eigen land. Of voelt hij toch druk om er tijdens een toernooi weer vroeg uit te vliegen? ‘Nee, ik ben daar niet zo mee bezig. Ten eerste ken ik de meeste mensen die kritiek op me leveren niet. En ten tweede weet ik ook niet of ze tennis begrijpen. Ik vind het veel belangrijker wat mensen om me heen van me vinden.’
GOKKERS
Na verloren wedstrijden krijgt hij op social media veel positieve berichten, maar ook scheldpartijen. Overwegend van gokkers. Haase pakt zijn telefoon erbij en scrollt door zijn berichten. ‘Hier, even kijken: leuk. Positief. Gokker. Positief. Positief. Gokker. Gokker. Gokker. Heel positief.
Dit is gewoon een gek. Gokker. Gokker. Gokker.’ Een voorbeeld van zo’n gokker is ene Reinier: ‘Bedankt ouwe reus, ik verlies 2000 euro door jou. Ik dacht dat je goed in vorm was.’ Soms krijgt hij ook berichten als: ‘Motherfucker, ik hoop dat iemand je pik eraf snijdt.’ Een enkele doodsbedreiging daargelaten kan Haase om dit soort dingen lachen. ‘Soms stuur ik terug: Dank voor je support. Sommigen schelden je daarna helemáál verrot en dan lig ik echt in een deuk, want hoe kwaad ben je dan wel? Of ze zeggen sorry, en dat is dan ook wel weer grappig.’
Gevoeliger is hij voor geschreven media die hem niet respectvol behandelen. ‘Je wilt niet weten hoe vaak ik belachelijk ben gemaakt. Dus dan weet ik soms ook niet meer hoe ik moet antwoorden op vragen van journalisten.’
Zoals bijvoorbeeld in 2012, tijdens een Davis Cup-ontmoeting met het Zwitserland van Federer. Aan Haase wordt tijdens een persconferentie gevraagd wat zijn ultieme droom is. Zijn antwoord: ‘Nummer één van de wereld worden.’ Daarop een vraag van dezelfde journalist aan Federer: ‘Denk je dat Robin nummer één kan worden?’ Federer begint te lachen. Haase: ‘Daarover werd een heel artikel in NRC gewijd. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om te denken dat ik nummer één van de wereld kon worden. Totaal uit zijn verband gerukt. Dan denk ik weleens: wat heb ik fout gedaan?’ Haase vindt het jammer dat sommige mensen en media hem ‘anders neerzetten dan
hij werkelijk is’. ‘Ook voor vrienden en familie is het niet leuk als er vervelende dingen over me worden gezegd.’ Maar uiteindelijk weet hij ook dat vooral prestaties zijn imago kunnen veranderen, verzucht hij. ‘Nu is het nog steeds zo dat als er iets geks gebeurt, mensen zeggen: Zie je nou wel, heb je die clown weer. Resultaten tellen uiteindelijk. Als je minder presteert, zal het ook niet snel omdraaien.’