De werkingsprincipe van een bobine is vrij simpel;
Een bobine zet de accuspanning van 12V om in een hoge spanning van van ongeveer (afhankelijk van de motor) 20.000 tot 30.000 volt. Deze spanning is nodig om een krachtige vonk te krijgen bij de bougie. De bobine zit bij nieuwere motoren direct op de bougie gemonteerd. Elke cilinder heeft dan een eigen bobine. Bij oudere systemen zit er vaak 1 bobine, die door middel van bougiekabels verbonden is met de bougies, en anders zitten er 2 bobines die elk 2 cilinders aansturen (DIS-ontsteking). In een benzinemotor moet aan het einde van de compressieslag het brandstof- /luchtmengsel ontstoken worden. Dat gebeurd doordat de bougie een vonk geeft. Om de bougie te laten vonken is er een spanning tot wel 20.000 volt nodig. Een bobine zorgt dat deze spanning opgewekt wordt.
![L3aW3xq.png]()
Dit is een oud type ontsteking en wordt tegenwoordig niet meer toegepast. Moderne auto's hebben elektronische ontsteking.
Dit conventionele ontstekingssysteem maakt gebruik van contactpunten.
In normale toestand staan de contactpunten gesloten. Er loopt een stroom door de primaire spoel, via de contactpuntjes naar de massa.
Wanneer het nokje de hefboom optilt, wordt het contact tussen de contactpuntjes verbroken, en loopt er geen stroom meer door de primaire spoel.
Als het nokje verder draait, vloeit er wel weer een stroom door de primaire spoel.
In de bobine zitten er 2 spoelen van koperdraad om een ijzeren staaf (kern). De primaire spoel (aan de contactslot kant) heeft weinig windingen van dik draad. De secundaire spoel heeft heel veel wikkelingen van dun draad.
Op de primaire spoel staat een spanning van 12 volt. Er ontstaat rondom de spoel een magnetisch veld.
De secundaire spoel bevind zich in het magnetisch veld van de primaire spoel.
Wanneer de contactpuntjes openen, valt de primaire stroom weg. Wanneer de stroom wegvalt, zorgt de ontstekingscondensator ervoor dat ook het magnetische veld in de spoel wegvalt. Omdat het magnetisch veld in de spoel veranderd, wordt er in de spoel een spanning opgewekt, (een inductiespanning)
De hoogte van deze inductiespanning is afhankelijk van het aantal windingen en de grootte van de primaire stroom. De hoogte van de inductiespanning zal rond de 300 volt zijn.
Omdat de secundaire spoel zich in het magnetisch veld van de primaire spoel bevind, word daar bij het openen van de contactpuntjes ook daar een inductiespanning opgewekt. Alleen is deze inductiespanning vele malen hoger, omdat de secundaire spoel veel meer windingen heeft dan een primaire spoel.
Deze spanning kan oplopen tot 30.000 volt, en gaat dan via de verdeler naar de bougies.
Het doel hiervan is dus om het magnetisch veld te gebruiken tussen de 2 wikkelingen, de spanning van 12 volt naar 30.000 volt te verhogen.