Na de roddels over Balkenende's mogelijke vertrek wel een interessante discussie. Mag een MP zomaar gewisseld worden tijdens een regeerperiode?
quote:
Door Hns Goslinga
Mocht Jan Peter Balkenende voortijdig het ambt van minister-president verruilen voor een hoge post in de Europese Unie, dan ontstaat een ongekende politieke en staatsrechtelijke situatie. In de negentiende eeuw is het één keer voorgekomen dat een premier, de conservatief Mijer, kort na zijn aantreden opstapte om iets anders in de publieke dienst te gaan doen, maar toen had het ambt nog niet de aparte status en het gewicht dat het nu heeft. De politieke rel die het vertrek van Mijer opleverde, kan niettemin nog leerzaam zijn, zeker voor het CDA dat er iets te gemakkelijk van uitgaat dat een leiderswisseling in het Torentje een interne aangelegenheid is.
In de tijd van Mijer redeneerde het kabinet dat de benoeming en het ontslag van ministers een zaak van de koning was en van de koning alleen. De Kamer had zich daar niet mee te bemoeien, maar de eigenzinnige anti-revolutionair Keuchenius dacht daar anders over en kreeg een meerderheid achter een motie waarin hij het voortijdige vertrek van de premier kwalificeerde als ’een lokaas voor politieke immoraliteit’. Het punt was dat de Kamer Mijer ervan verdacht dat hij als formateur van het kabinet zijn benoeming in Indië zelf had bekokstoofd.
Met haar bemoeienis versterkte de Kamer haar positie ten koste van de koning en het kabinet, dat zich vanaf dat moment niet langer achter de troon kon verschuilen. Dat lijkt nu vanzelfsprekend, maar destijds riep dit wapenfeit grote weerstanden en heftige emoties op. Het conservatieve Kamerlid Wttewaall van Stoetwegen wond zich zelfs zo op over wat hij beschouwde als ’een aanranding van het prerogatief van de Kroon’ dat hij op het Binnenhof een hartaanval kreeg waaraan hij bezweek.
De Kamer veroverde niet alleen macht, maar markeerde met haar vernietigende oordeel over de vaandelvlucht van Mijer tegelijk als eis van zedelijkheid dat een ambtsdrager voor de volle termijn wordt benoemd. Balkenende zal daar, als het zo ver komt, rekening mee moeten houden, hoe eervol en verdedigbaar de benoeming in een hoge Europese functie ook zou zijn. Het CDA moet zich erop voorbereiden dat het parlement zich met een aflossing van de wacht in het Torentje stevig zal bemoeien.
Alhoewel, de Kamer is jammer genoeg op dit vlak niet meer zo streng in de leer. Zij liet althans begin vorig jaar het voortijdig vertrek van staatssecretaris van defensie Van der Knaap (CDA) naar de burgemeesterspost in Ede geruisloos passeren. In 2000 leverde een vergelijkbare overstap van staatssecretaris Job Cohen nog een stevig debat op, waarin premier Kok alles uit de kast moest halen om de benoeming van Cohen tot burgemeester van Amsterdam te verdedigen. De uitkomst van dat debat was dat van de regel alleen in uitzonderlijke gevallen mag worden afgeweken. Daartoe rekende Kok naast zware burgemeestersposten hoge internationale functies. Balkenende zou zich daarop kunnen beroepen.
Het CDA denkt eraan minister van buitenlandse zaken Maxime Verhagen als nieuwe premier naar voren te schuiven, maar de vraag is of dat zomaar kan. Staatsrechtelijk lijkt niets zich tegen zo’n korte rokade te verzetten en de ernstige financieel-economische situatie levert zelfs een stevig politiek argument om die rokade, mocht het zo ver komen, zo snel mogelijk uit te voeren. Uit een oogpunt van moraliteit rijzen er echter wel enige vragen. Het mag zo zijn dat de politiek het staatsrecht vormt, zeker als zich een unieke situatie voordoet, maar het is toch ook te hopen dat het staatsrecht, geschreven of ongeschreven, invloed heeft op het politieke handelen.
In dit geval moet de vraag onder ogen worden gezien of Balkenende het mandaat dat hij in 2006 van de kiezers heeft gekregen, zomaar aan een ander kan overdragen. In essentie zou dat niet minder betekenen dan dat het prerogatief van de koning, dat de Tweede Kamer zich in 1866 materieel toeëigende, ongemerkt in handen is gekomen van de politieke leiding van het CDA. Na bijna 150 jaar democratische ontwikkeling zijn we dus weer even ver van huis, misschien wel verder.
Het CDA kan tegenwerpen dat het mandaat overdraagbaar is, omdat het is verstrekt aan een vertegenwoordiger van de partij. Maar dat argument zou het sterke persoonlijke karakter miskennen dat de strijd om het Torentje de laatste decennia heeft gekregen. Het CDA was de eerste partij die dat zeer direct beklemtoonde, toen het in de verkiezingen van 1986 campagne voerde onder de slogan ’Laat Lubbers zijn karwei afmaken’. De korte rokade zou scherp de toegenomen macht van enkelingen in de Nederlandse politiek illustreren.
In het staatsrecht bestaat de ongeschreven regel dat na de val van een kabinet de kiezers worden geraadpleegd. Die regel is ontstaan na de periode 1963-1967, waarin op basis van één- en dezelfde verkiezingsuitslag drie kabinetten werden gevormd. Die praktijk werd in dat opstandige tijdsgewricht als het toppunt van het verfoeide regentendom gezien. De gedachte van de nieuwe regel was dat de kiezers de kans moeten krijgen te oordelen over de breuk die tot de crisis heeft geleid.
In dit geval, dat nog theoretisch is, zou er van een breuk geen sprake zijn. Maar met het aantreden van Verhagen als premier zou zich wel een majeure verandering in de leiding en het aanzien van het kabinet voltrekken, waaraan opnieuw geen kiezer te pas komt. Niet voor niets gaf D66-aanvoerder Pechtold, als bewaker van de geest van de jaren zestig, deze week aan dat een leiderswisseling in het Torentje niet zonder verkiezingen kan. Het is aannemelijk dat naar aanleiding daarvan onder zijn grafsteen Keuchenius even heeft geglimlacht.
Er zit natuurlijk wat in die mening. Maar ik vraag me af of je die altijd zodanig kan toepassen. Stel je voor dat de MP weg moet omdat hij arbeidsongeschikt is geworden of dat de MP komt te overlijden. Moeten er dan verkiezingen komen?
Verstandig is het iig niet voor het CDA gezien die rel uit het verleden en ook hoe het Gordon Brown vergaat. Maar eigenlijk zou ik er verder niet wakker van liggen als een andere persoon het kabinet tot de verkiezingen voorzit. Er is nog steeds hetzelfde regeerakkoord en de partijen zijn ook nog hetzelfde. Een poppetje kan gewisseld worden. In de VS komen er immers ook geen verkiezingen als Obama omvalt.