abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 11 april 2009 @ 10:47:01 #1
42184 crew  DaMart
pi_67919054


In dit topic kun je je inzendingen posten voor de schrijfwedstrijd ‘Misdaad in de lente’.

Deze wedstrijd wordt georganiseerd in de geest van de vroegere TTK-wedstrijden. Je kunt meedoen in de volgende categorieën:
  • Verhalen
  • Gedichten
  • Kunst
  • Theater

    Je kunt tot en met zondag 3 mei 20:00 uur je inzending(en) posten in dit topic. Je mag per categorie met 1 inzending meedoen.

    Geef je inzending een duidelijke titel mee, en vermeld in welke categorie je meedoet met die inzending.

    Dit topic is uitsluitend bedoeld voor inzendingen. Voor reacties op inzendingen en wedstrijddiscussie kun je in een van de discussietopics terecht:
    [Wedstrijd (TTK/MIS)] Misdaad in de lente
    (MIS).

    [ Bericht 0% gewijzigd door DaMart op 23-04-2009 10:29:09 ]
  • Winterwonderland (een kerstverhaal) | Gevangen in sepia (kort verhaal)
    Forumsmileys | Het is patat!
      † In Memoriam † zaterdag 11 april 2009 @ 15:41:52 #2
    128220 Peter6000
    pi_67925110
    Inzending voor de categorie Kunst



    De cognitieve dissonanties van oud-inspecteur Veenstra
    pi_67936844
    Inzending voor de categorie Verhalen
    Onder voorbehoud van Met toestemming van Peter6000 betreffende het gebruik van de titel.
    Het onderstaande verhaal is mijn interpretatie van zijn inzending.


    De cognitieve dissonanties van oud-inspecteur Veenstra

    Sinds oud-inspecteur Veenstra - in zijn ogen geheel onterecht - uit zijn voormalige functie was ontheven, niet wegens verminderde kwaliteiten van zijn werkzaamheden, doch slechts vanwege het feit dat de tijd ook niet geheel relatief zijn uitwerking heeft gehad op de inmiddels zeer verveelde en uitgebluste oudgediende van het korps politie Noord-Holland Noord, bezag hij het leven ineens vanuit een andere hoek, wat hem gespannen, depressief en zeer zwartgallig maakte.

    Dit tot groot ongenoegen van mevrouw Veenstra, die geen idee had wat zij met deze omslag van haar gepensioneerde man aan moest. Nadat zij dit een aantal weken had aangezien had zij aangedrongen op een vorm van begeleiding om haar man door deze fase heen te helpen en haar te ontlasten, zodat zij niet teveel uren van haar tennis-, scrapboek-, schrijf- en vlechten-met-wilgentenen-groepjes zou missen.

    "Tja," verzuchtte de psychotherapeut tijdens de tweewekelijkse sessie, bekostigd onder het mom van liefdadigheid (maar eigenlijk om van het beklag van mevrouw Veenstra af te zijn) vanuit het eerder genoemde korps. Veenstra wist dat hij in dit uur gebruik moest maken van het klankbord in de vorm van een veel te opgewekte jonge veertiger met nog maar slechts hier en daar een enigszins grijze haar. Zijn kijk op het leven was te naïef volgens de inspecteur. En hij kon het weten, het inschatten van motieven was immers zijn levenswerk.

    Afijn, er waren ondertussen al zeventien minuten voorbij van dit uur, wat eigenlijk altijd op een of andere manier in werkelijkheid tussen de vijftig en vijfenvijftig minuten duurde, zo had Veenstra geconstateerd en hij was hierover zeer verwonderd, gezien bij hem een uur voorheen altijd zestig minuten in beslag had genomen (maar tegenwoordig wel honderdzestig minuten leek te bevatten), echter hij weet dit aan het feit dat deze verloren tijd opgeslokt werd in het vacuüm van de wachtruimte in de psychopraktijk.

    "Tja?" vroeg de oud-inspecteur toen er bijna een volle minuut stilte had geheerst. Er waren nu immers al bijna achttien minuten voorbij. Hij werd er onrustig van. "Ik vertel u mijn bevindingen van een voorval van vorige week wat mij zeer bezig heeft gehouden, en al u kunt repliceren is 'tja'?"

    Het klankbord keek hem aan met een volledig misplaatste glimlach. “Maar Henk,” (de zeker twintig jaar jongere gup had de vervelende gewoonte om inspecteur Veenstra bij zijn voornaam te noemen, terwijl hij hier dus absoluut nooit toestemming voor gegeven had en zich bij de eerste kennismaking dan ook duidelijk met inspecteur Veenstra had voorgesteld) “je vertelde me over lammetjes in de wei. Hoe ze aan het spelen en dartelen waren.”

    “Ja, ja! Ongekend, werkelijk. Mijn hele loopbaan heb ik immers het gedartel van dergelijk spul nooit op waarde weten te schatten. Mijn belang heeft altijd gelegen bij het oplossen van de misdaad, het oppakken van de dader, het voorkomen van leed bij de burger. U begrijpt, er was voor mij geen tijd om naar zulk onzinnig gedrag van die wollige wezens te kijken. Geen tijd, simpelweg nutteloos, zo vond ik.”

    “Juist,” moedigde de veertiger de enthousiast vertellende gepensioneerde aan, onderwijl zich concentrerend op het voltekenen van zijn kladblok met gelijkzijdige driehoekjes.
    “Nutteloos,” ging Veenstra verder; ‘volkomen zinloos. Tot ik dus vorige week daar in die weide de lammetjes zag dartelen. Springen op een blok hout en er weer af, elkaar achterna zitten, kleine blaatjes heen en weer, weet u, ze maakten plezier, hadden het simpelweg naar hun zin. Geen weet van de moord die twee jaar terug boer Hein van het leven beroofde. Geen idee van de verkrachtingen op de tweeling van kruidenier Klukluk. Geen benul van de brute roofoverval op slagerij Het Haasje. Volledig vrij kan ik u zeggen.”
    “Hmm.”
    “Eerlijk gezegd, tussen u en mij, de misdaad is mijn inziens slechts een façade voor het niet kunnen beleven van plezier.”
    “Uiteraard.” De psych probeerde de laatste twee driehoekjes bij te werken, ze waren niet precies even groot.
    “Stellig wil ik beweren dat het dartelen van lammetjes in de weide het belangrijkste is wat het leven kan weerspiegelen.”
    Het zag er rommelig uit met die dikke strepen tussen de laatste driehoekjes. Verstoord keek de tekenaar op.
    “Henk, wat wil je nu precies zeggen?”
    De oud-inspecteur zuchtte diep. “Ik heb mijn leven vergooid.”
    “Vergooid?”
    “Ja! Vergooid! Met het doen van onzinnige onderzoeken, het oplossen van misdadige moorden, het arresteren van gestoord geboefte! Vol-le-dig ver-gooid! Hoort u mij?”
    “Ja, ja, kalmeer maar Henk. Rustig aan. Wat bedoel je hier mee?”
    “Ik bedoel dat dartelende lammetjes belangrijk zijn! Nee, niet belangrijk, ze zijn de spil! Het centrum van het leven! Ik heb nooit gedarteld, meneer de psychodinges, nooit! Nooit! Nooit gespeeld, gedarteld... nooit geleefd…”
    De psychodinges legde zijn kladblok weg en pakte de doos met tissues waarvan hij er eentje uit trok en deze aan een snotterende Henk Veenstra overhandigde.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Biancavia op 12-04-2009 10:27:03 ]
    Ja, die met de ballen in de bek.
      zondag 12 april 2009 @ 00:19:25 #4
    246107 Zeroku
    An Air of Authority.
    pi_67939174
    Inzending voor de categorie verhalen .

    De ontdekking

    Langzaam deed ik mijn ogen open, ik hoorde voetstappen op de trap dus ik was meteen goed wakker. Ik keek langs me waar Sarah was. Ze was er niet! De deur vloog open, “Wekservice Sarah” klonk een opgewonden stem. Opgelucht keek ik haar aan, ze stond in de deuropening met een dienblad vol eten.

    Na het samen met Sarah opgegeten te hebben was het tijd om te douchen en naar beneden te gaan. Ik zette het nieuws op, eerst was er een dode in Kamp Holland gevonden en toen.. “Een 23 jarige vrouw uit Helmond is op brute wijze vermoord, haar stoffelijke overschot is nog steeds spoorloos”. Ik luisterde verder nog eens goed, de dader was blijkbaar gevlucht via de Heeklaan naar Mierlo-Hout. De angst sloeg toe; ik moest dadelijk in Mierlo-Hout nog twee verwarmingsketels op gaan hangen. Ik vertelde het hele verhaal tegen Sarah en die vond het in eerste instantie niet echt een goed plan om te gaan, nadat ik had verteld dat ik beloofd had aan mijn baas deze ketels vandaag nog af te maken stemde ze er toch mee in.

    Nadat ik mijn werkoveral aan had getrokken was het tijd om te gaan, het zweet stond me in mijn nek maar ik was vastbesloten die ketels te gaan hangen. De heenweg verliep rustig, ik was overal alert op maar ik zag geen verdachte dingen. De mensen waar ik de eerste ketel moest gaan hangen waren erg aardig, boden koffie aan en hielpen me waar het nodig was, ze gaven me zelfs een tientje toen ik wegging omdat ik ze “zelfs in het weekend nog te hulp schoot”.

    Het tweede huis lag meer in een villapark. Ik moest met mijn busje bijna 5 minuten een oprit oprijden voor ik eindelijk in het huis was. Meteen toen ik aan de deur stond voelde ik dat er iets aparts aan het huis was maar wat wist ik niet. Ik drukte de bel in… nog geen tel later stond er een hond aan de deur te blaffen. Een wat oudere man deed de deur open. “U komt voor de ketel?” vroeg de man vriendelijk. Ik bevestigde dit en ging toen de spullen uit mijn bus halen om de ketel te halen. Eenmaal op de zolder aangekomen kon ik eerst een half uur spinnenwebben wegvegen. Daarna kon ik weer naar beneden om te vragen of “die grote kast verplaatst kon worden” aangezien ik anders geen plek had om de ketel op te hangen. De man mompelde dat de kast daar al jaren stond en niet verplaatst kon worden omdat hij dan uit elkaar zou vallen. Ik vertelde hem dat ik als die kast daar bleef staan dat de ketel niet gehangen kon worden. Hij wou even zijn kat onder vier ogen spreken, dus ik moest buiten wachten. Verbaasd liep ik naar buiten, waarom zijn kat?

    Enkele minuten later stond het samen met zijn kater aan de deur, hij vertelde dat ik binnen mocht komen en dat we de kast samen zouden verplaatsen. We gingen de trap op en op de eerste verdieping rook ik opeens een onbehaaglijke geur. Waar het vandaan kwam wist ik niet maar goed rook het zeker niet. Ik keek eens naar de oude man, met groot opengesperde ogen keek hij mij aan. Beduusd van zijn gezichtsuitdrukking keek ik snel weer naar beneden. Toen de man de tweede trap omhoog liep keek ik nog vluchtig een keer achter me. Twee lichtgevende puntjes schenen opeens uit een kamer die op een badkamer moest lijken. Wat was dit en hoe kon het terwijl het licht was zo fel licht afgeven? Ik volgde de man de trap op om te gaan helpen met de kast. Eenmaal boven begon de man opeens te stotteren en ongemakkelijk te bewegen, wat was er toch aan de hand? Was die kast zó belangrijk voor hem? Ik probeerde het van me af te zetten en toch maar mijn werk te voltooien. Ik probeerde kast samen met de man op te tillen, het deel wat ik vast had kwam van de grond maar de andere kant waar de man stond kwam niet omhoog, de man had daarbij ook nog eens een gezichtsexpressie die er niet om loog. Hij had duidelijk geen zin om die kast van zijn plaats af te halen. Ik raakte er gefrustreerd van en vertelde hem op een harde doch duidelijke manier dat hij kon meewerken dat hij anders kon fluiten naar zijn ketel. De man keek mij verschrokken aan,”ik doe er alles aan om die kast van zijn plaats te krijgen maar ik ben ook geen achttien meer”. Daar had hij gelijk in, hij was immers niet de jongste meer en ik kon wel begrijpen dat iemand van ruim in de 70 dit ook niet meer zo makkelijk op kon tillen. Ik vroeg hem of hij iemand in de straat wist die wel kon helpen.

    De arme man vertelde dat iedereen die in zijn straat woonde altijd weg was, ze waren of op vakantie, of werken, of ze hadden een belangrijke vergadering. Ik keek licht geïrriteerd de man aan, de ochtend was al zo slecht begonnen en nu zat ik ook al mijn tijd te verdoen in dit oude huis. Toen kwam er een idee in me op, “zit er nog iets in de kast wat we eruit kunnen halen, misschien dat de kast dan wel te tillen is?”. Meteen toen ik het zei wilde ik het weer inslikken aangezien de man meteen dieptreurig keek toen ik het hem vroeg. Zijn antwoord was dan ook duidelijk en volledig voorspelbaar. “Nee” zei hij kortaf. “Er zitten wel spullen in maar die dingen mogen absoluut niet eruit worden gehaald of worden bekeken”. Ik dacht na, het was immers niet zo raar dat de man dingen bewaarde die niet uit de kast mochten worden gehaald maar waarom zou niemand het mogen bekijken. De man liep na zijn laatste woorden meteen naar beneden onder het mom van “even plassen”. Het voelde alsof hij mij aan het testen was maar ik kon het niet laten, ik moest gewoon in die kast kijken.

    Ik voelde heel zachtjes aan de kastknop. Ik draaide eraan.. klik. De deur ging met een piepend geluid open, wat ik daar aantrof ging al mijn verwachtingen te boven. Een lugubere foto van een jongeman gemarteld door een apparaat en een gore pedofiel die verdacht veel op de oude man leek.De man op de foto miste een vinger zag ik. Alsof dat niet genoeg was lag er achter de foto een vinger doordrenkt met bloed. Dit kon geen toeval zijn, was dat echt zijn vinger? Ik stond stijf van angst, meteen flitste het nieuwsbericht van vanmorgen door mijn hoofd. Wat moet ik nu doen? Helemaal in paniek probeerde ik mijn mobiel te pakken. Als ik hem bijna uit mijn broekzak heb gepeuterd klinken er voetstappen op de trap. Zo snel mogelijk probeerde ik de kast zo stil mogelijk dicht te doen en zo normaal mogelijk te reageren. De man kwam hijgend van de hele rit voor hem boven. Hij keek naar de kast, naar mij, en weer terug naar de kast. Ik verwachtte dat hij het niet had gezien maar voordat ik die gedachte daadwerkelijk kon realiseren begon hij te schreeuwen. “JE HEBT IN MIJN SPULLEN ZITTEN KIJKEN, NU JE WEET WAT ER IN DIE KAST ZIT WEET JE DUS OOK WAT JOU STAAT TE WACHTEN” tierde de man. Nog voor ik iets kon doen stond hij al met een mes te zwaaien. Ik probeerde hem te overmeesteren maar toen bleek dat de man helemaal niet zo hulpeloos was als dat hij eerst deed denken. Hij pakte mijn hand vast en sloeg die tegen de muur aan, al de zenuwen in mijn hand voelde ik tintelen. Met zijn mes in de aanslag greep hij met de andere hand mijn keel, wat moest ik nu doen?


    [ Bericht 0% gewijzigd door Zeroku op 12-04-2009 10:16:29 ]
    Op zaterdag 28 april 2012 00:09 schreef Klinkerbotsing het volgende:
    Lieve jongeman ben jij. :@
    Op woensdag 8 juli 2020 18:58 schreef PoezeligDing het volgende:
    :* My one and only, master, king , whatever. THE ZER! O+
      zondag 12 april 2009 @ 20:32:26 #5
    66261 0033
    3.14159265456295141.3
    pi_67958705
    Inzending voor de categorie verhalen .


    Drie dagen doffe ellende

    Zondag 5 April 2009
    Jezus wat ben ik brak, en ik heb niet eens een leuke avond gehad. Van de 6 vrienden die ik gisteren gebeld heb om te gaan stappen gingen er drie met hun vriendin weg, één zei dat 'ie thuis bleef en de andere twee namen überhaupt niet op. Toen maar een filmpje huren, maar nee, god heeft het niet gewild want van de drie hier in de straat was juist die videotheek waar ik lid ben aan het verbouwen. Gelukkig was de avondwinkel wel open, bier had ik nog genoeg maar ik had bedacht om de eerste zomerse zonnestralen te vieren met een fles Beroemde Ruigpoothoender, ook wel bekend als Grouse, en twee pakjes Chesterfield. Nou ben ik van huis uit niet zo'n fan van sterke drank maar als ik eenmaal op gang ben kan het hard gaan. Na de gebruikelijke dosis van zes blikken Bavaria, ze hebben het tegenwoordig bij de Digros ook als 0.44 liter, en een half pakje peuken trok ik de fles Whisky open, schonk een beschaafd laagje in het enige schone glas dat ik tussen de afwas kon vinden en goot het naar binnen. Niet echt lekker. Nog maar een beetje.

    Tegen de tijd dat de fles leeg begon te raken leek het buiten licht te worden, de dagen worden alweer langer. Ondertussen had ik in al mijn eenzaamheid twee iets te lieve sms'jes richting één van mijn vrouwelijke collega's gestuurd in de hoop dat ik het met haar eindelijk eens over de zin van het leven kon hebben in plaats van over hoe vaak het koffiezetapparaat schoongemaakt moet worden per jaar. Ik zou met Aafke wel eens beschuitje willen eten maar zij alleen niet met mij denk ik, ze is een stuk meer geïnteresseerd in de andere heren collegae. Normaal had ik haar trouwens nooit zomaar een berichtje durven sturen, ze weet niet eens dat ik haar nummer heb opgezocht in haar contract. De whisky uit de kan, de wijsheid uit de man was het toch?

    Maandag 6 April 2009
    Joepie! Fijn werken vandaag. Not. Ik heb koppijn en verveel me kapot op werk, zelfs collega's vervelen gaat vervelen, zeker als zij wel quasi geïnteresseerd bezig zijn. Ik krijg natuurlijk op m'n lazer vanwege de sms'jes. Niet dat de bewuste dame zelf aanwezig is maar ze is wel zo vriendelijk geweest om de zeer kansloze teksten van mijn kant met een begeleidend schrijven naar de rest van het 'team' te versturen. Er heeft zelfs iemand tijd gevonden om ze over te typen en in de kantine op te hangen. Lieve Aafke... ... X-jes Max. Gelukkig kan mijn baas er wel om lachen, voor hetzelfde geld word je er door zo'n geintje nog uitgetrapt vanwege seksuele intimidatie.

    Eenmaal thuis besluit ik maar per sms mijn excuses aan te bieden. Omdat de fles Famous Grouse op is en mijn voornemen om minder te drinken dit jaar allang weer mislukt is sla ik opnieuw in bij de Dirck III. Budget Whisky en Hollandia dit keer. Het is jammer dat ik de avond weer eens alleen door moet brengen maar gelukkig is er nog internet. Ik zoek naar de Hyves van Aafke en beleef het hoogtepunt van mijn dag met haar foto's.

    Dinsdag 7 April 2009
    Dinsdags is ze er weer. Het lijkt alsof mijn excuses niet echt in goede aarde zijn gevallen. Misschien had ik er niet bij moeten zetten dat ik het komend weekend bij haar in bed wel goed zou maken. Ondertussen is de sfeer op werk aardig gespannen. Dankzij mijn geflierefluit gisteren is er niets gedaan aan de enorme stapel klachten die ergens tussen het stof op mijn bureau ligt. Blijkbaar had dit wel moeten gebeuren aangezien ik mijn baas over mij en de stapel hoor schelden. Tegen mij zegt hij zoals gewoonlijk niets, ik ben de enige die het aandurft om weerwoord te geven. Ik ben ook de enige die vorig jaar geen salarisverhoging kreeg. Met een dubbele espresso en een zak pepermunt ga ik aan mijn bureau zitten om alle boze brieven en emails op alfabetische volgorde in een map te doen. Zeker de helft van de klanten geeft het na gemiddeld vijf brieven en tien keer bellen op, de andere helft stapt naar de consumentenbond en dan neemt de bedrijfsleider het van mij over. Om het te doen lijken alsof ik zeer capabel ben heb ik naast de hierboven genoemde map ook een map met als label 'Afgehandelde klachten'. Deze map puilt uit en hiermee loop ik een paar keer per dag gespeeld trots door ons pand, niemand heeft ooit door dat ik aan het eind van de week de stapel oud papier perforeer en als opgeloste klacht aan de map toevoeg.

    Rond halftwee ben ik de lul. Ik weet het al als de telefoon gaat. Toestel 666, het kantoor van de directeur, of ik even naar boven kan komen. Tijdens de twee minuten durende wandeltocht naar de hel word ik aangestaard en bemoedigend toegefluisterd door collega's die zich in een haag hebben opgesteld. Het lijkt wel een optocht alleen ben ik de enige praalwagen. Nog voor ik het kantoor binnenga hoor ik haar gemaakt huilen. Op de immense vergadertafel waaraan Aafke en mijn directeur zitten ligt een A4tje met daarop drie uitgetypte sms'jes. Ik kan meteen mijn spullen pakken.

    ...
    pi_68190047
    Verhalen


    Bloeddruppels in het rulle zand . . .

    Enigzins wankelend, onzeker zijn wegzoekende, kwam de oude jager met de fiets aan de hand, uit het donkere bos. Lichtelijk aangeschoten trok hij aan de hondenriem om zijn jachthond weer in het gareel te krijgen. Hij vloekte binnensmonds en vroeg zich af waarom hem dit weer moest overkomen.

    De dag begon zo mooi, de klok was een uur vooruit gezet en het was stralend weer in Zimbabwe. Maar hier in het mooie Drenthe regende het pijpestelen. Zoals gewoonlijk was Johan ’s morgens vroeg met de hond gaan wandelen in het bos en inspecteerde hij terloops de wildstand. In zijn groene jagers outfit met bijbehorende petje en zijn jachtgeweer over de schouder, liep hij dagelijks de zelfde route door het bos. Zo ook deze ochtend. Scheldend op het slechte weer verweet hij moeder natuur, dat ze achterliep: “Het is allang lente.” Gromde hij: “En nog steeds is het klotenweer.”

    In Johans ogen beging moeder natuur hier een misdaad. Zonlicht en warmte, daar was hij aan toe. Van de winter werd hij zo depressief. Thuis gekomen deed hij de hond in z’n kennel en hing z’n natte jagersjas aan het haakje in de schuur. Z’n geweer legde hij voorzichtig op de werkbank om hem schoon en droog te maken. Een onderdeel van z’n dagelijkse ritueel. Het wapen was tijdens zijn boswandelingen altijd geladen want je weet maar nooit wat je tegenkomt op je route, was Johans redenatie.

    Johan pakte zijn onderhoudskoffertje en een busje wapenolie. Regenwater was funest voor z’n geweer en een gedegen onderhoud was dan ook noodzakelijk.`Gewapend met een oude poetslap ging hij voorzichtig zitten op z’n houten krukje en pakte zijn geweer om hem te ontladen.
    Plotseling brak het pootje van z’n kruk en viel Johan met z’n geweer in de aanslag, achterover tegen de wapenkluis. Een harde gil en een schot klonken daverend door de lege schuur en hoop kleine kogeltjes perforeerden het plafond. Johan lag buiten bewust zijn,op de koude betonnen vloer.

    ‘112 alarmcentrale, met Marieke’ en meteen drukte ze op het opname knopje om het gesprek op te nemen. ‘Ja, met Garritsen hier.’ Met bevende stem deed Garritsen zijn relaas aan Marieke. :’ Ik loop hier in het bos en er ligt bloed op het pad . . . Een heel spoor. En in de verte hoorde ik een schot en een snerpende gil’ ‘Oke’ zei Marieke: ’waar bent u?’ ‘In het bos’ Antwoordde Garritsen zenuwachtig. ‘Je leest de laatste tijd zulke rare dingen’ ‘Welk bos bent u meneer?’ vroeg Marieke met een lichte irritatie in haar stem.

    Met gillende sirenes kwamen drie politiewagens het Dwingelderbos in rijden en gewapend met grote speurhonden renden ze naar de afgesproken plek. De dappere herdershonden leken gedrevener als ooit. Ze hingen in hun halsband en trokken de riemen strak. Wild blaffend sleurden ze de agenten het bos in en volgden het pad richting meneer Garritsen. Op een open plek stond meneer Garritsen al te wijzen naar het bloedspoor en wilde de agenten zijn verhaal doen maar de honden stoven hem voorbij. Noodgedwongen volgden de agenten want de commando’s werden volledig genegeerd.
    Feilloos volgden de honden het spoor en renden in hoog tempo het bos uit in de richting van de jagerswoning.

    Mopperend en kreunend, wreef Johan over z’n achterhoofd en kwam weer langzaam bij. Hij stond op en liep naar de keuken om even een beste borrel in te schenken. Al nippend aan z’n graanjenevertje liep hij weer terug naar z’n werkplaats. Hey, wat was dat? Hij zag een schim van iets wat voor het matte glas van z’n voordeur bewoog. Wantrouwend als hij was, sprong hij naar de schuur en griste z’n geweer van de vloer. Gebukt liep hij naar het kleine raampje van de schuurdeur. Met de punt van z’n loop duwde hij het groezelige gordijntje een beetje opzij, net genoeg om te zien wie er zich onbevoegd op zijn terrein bevond. Achter het huis, ging zijn waakse jachthond, tekeer als een wilde. Het leek wel of er nog meer honden bij waren. Dat maakte Johan nog alerter. Wat gebeurde er allemaal?

    Opeens werd met wild geraas, zijn voordeur aan splinters geramd en stormden vier, gewapende, agenten zijn huis binnen. Geschrokken sprong Johan op uit zijn gebukte houding en richtte terloops zijn loop op de agenten. Een druppel bloed zakte langzaam langs zijn slaap omlaag. Nu was het de beurt aan de agenten om te schrikken. Voor hen stond een forse, wilduitziende man met een bebloede kop en een dubbelloops jachtgeweer. ‘WAT MOET DAT HIER . . .?’ Brulde Johan maar in zijn hoofd vroeg hij zich af wie hem had verlinkt. Was het die smerige sneeuwklokkenluider van hiernaast?
    De geschrokken agenten zochten dekking in het kleine vertrek en hun honden zochten dekking in de kennel. ‘U leeft nog?’sprak een van de agenten bibberend. ‘Wij volgden een bloedspoor uit het bos en een getuige had een schot gehoord . .’ Johan lachte luid en zei:’ Dat schot klopt wel . .’ en hij vertelde wat er gebeurt was en dat hij daarom zo’n bebloede kop had. ‘Maar het bloedspoor dan?’ vroeg dezelfde agent een stuk geruster.

    ‘Ach, dat bloedspoor komt van mijn hond en die is net als mijn geweer dubbelloops. Zo loops dat die gecastreerde beesten van jullie er nog gek van worden. . .’ Opgelucht haalden de agenten adem en nadat ze de schade aan de voordeur hadden getaxeerd, verlieten ze het terrein en gingen met de honden terug naar hun dienstvoertuigen.

    Maar Johan zette het op een zuipen want dit was niet niks. Dit kon zo niet langer, hij kon de spanning niet langer aan. Na twee en een halve fles graanjenever, was het redelijk donker geworden, trok hij z’n jagersjas weer aan en ging naar de kennel. Achter de kennel lag een grote plasticzak welke hij met veel moeite achterop z’n fiets bond. Hij nam z’n hond aan de riem en duwde de zwaarbeladen fiets door het tuinhekje naar buiten. Fietsen zou niet gaan en hij zou het hele stuk weer moeten lopen, net als vanmorgen. Zijn hond trok aan de riem en had er zin in. Ha, dubbelloops, geniaal dacht Johan bij zichzelf. Een reu wordt nooit loops. Uit de plasticzak kwam een straaltje bloed en drupte in het rulle zand van het bospad . . .
    Ik probeerde de tijd te doden maar het was de tijd z'n tijd nog niet...
      Moderator woensdag 22 april 2009 @ 21:56:53 #7
    42184 crew  DaMart
    pi_68285219
    Categorie: gedichten

    Stroper

    Daar werd hij in de kraag gevat
    Het bloed nog aan zijn handen
    Hij had ook nog geen tijd gehad
    Om bewijzen te verbranden

    De boer keek hem doordringend aan
    Zijn ogen rood doorlopen
    Hij wilde hem niet laten gaan
    Die jongen die kwam stropen

    Achmed zag echter geen probleem
    Dat hij een lammenleven stal
    Van berouw toonde hij geen zweem
    Want hij slachtte het halal.
    Winterwonderland (een kerstverhaal) | Gevangen in sepia (kort verhaal)
    Forumsmileys | Het is patat!
    pi_68375137
    Versje

    Van te veel vrouwelijk schoon ontbloot
    wordt menig man baldadig.
    Maar lente in een lange broek,
    dat is gewoon misdadig.
      Moderator zondag 3 mei 2009 @ 20:52:28 #9
    42184 crew  DaMart
    pi_68633491
    De inzendtermijn is verstreken, de stemronde is gestart: [Wedstrijd (TTK/MIS)] Misdaad in de lente - stemtopic
    Winterwonderland (een kerstverhaal) | Gevangen in sepia (kort verhaal)
    Forumsmileys | Het is patat!
    abonnement Unibet Coolblue
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')