Oke, en bedankt Rottdog!
Ipv nu lekker onder de douche te staan en mijn mand in te duiken zit ik nu dus hier, met een bak dampende koffie en een pak kokosmakronen.
Ik ben dus Ireth, geboren als Miranda. Begonnen op Fok! als Luckepuk, later verder gegaan onder deze nick. Ik ben 34 jaar geleden in Utrecht ter wereld gekomen en mijn eerste woonstek was een kraakpand. Na een half jaar kraken mochten mijn ouders blijven zitten van de gemeente en kwam er ook gas en licht bij. Het verlengssnoer over de schutting (er naast woonde een tante) kon dus weg.
Na een dramatische kleuterschooltijd (we woonden tegenover de school en ik wou alleen maar naar huis) kwam een nog ellendigere basischooltijd (pispaal) gevolgd door een nog ergere middenbare schooltijd (pispaal in het kwadraat). Na anderhalf jaar had ik het voor gezien. Braaf elke ochtend vertrok ik de deur uit op de fiets, tas achterop onder de snelbinder om vervolgens bij het plaatselijke zwembad de dag door te brengen. Schoolboeken lagen onder mijn bed, in mijn tas zaten mijn zwemspullen. Na anderhalve maand zo flink doorgeweekt te zijn van al dat chloor kwam ik op een dag 'braaf uit school' thuis aan om te ontdekken dat er visite was. Gezellig! "Goedemiddag, Jan 't Hart, Leerplicht!" Kut.
Ruim 3 maanden later mocht ik weer daglicht aanschouwen van mijn pa en kwam ik op een tijdelijke tussenschool terecht. En daar begon de ellende pas echt. Ik was 14.. en ontmoette mijn eerste vriendje. Eindelijk iemand die me wel zag staan! Wat was ik blij! Dat ie me liever zag liggen ontdekte ik later pas. Na de nodige blauwe plekken (nooit zichtbaar voor de buitenwereld) had ie mij zover dat ik als een bolletje klei in zijn handen was. Drie lange jaren van vernedering en mishandeling en misbruik volgde. Tot ik eindelijk uit de relatie durfde te stappen. Mede dankzij het feit dat ik verliefd was geworden op iemand anders. Het gevolg was dat de auto van mijn pa in de hens is gestoken, de ramen zijn ingegooid, zijn banden zijn lek gestoken er dreigbrieven in de brievenbus kwamen en ik zelfs beschoten ben. Na een bezoekje van de politie werd het stil.. goddelijk stil..
Hierna volgde wat normalere relaties tot ik in 1994 Willem leerde kennen. Het gevoel van thuiskomen was daar. Het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Het gevoel van er gewoon mogen 'zijn'. Omdat ik, ik was. In 1995 zijn we gaan samenwonen en hebben we de pil de deur uit gegooid. Met als gevolg dat dat samenwonen perfect ging.. en die pil weinig veranderde. Het eerste jaar ben je nog laconiek. Het lukt toch vaak nooit in het eerste jaar. Het tweede jaar vraag je je af hoe lang het gaat duren. Het derde jaar voel je je hoop beetje bij beetje afbrokkelen. Het vierde jaar komt er de woede. Waarom niet? Het vijfde jaar is er intens verdriet.. het mag schijnbaar niet. Het zesde jaar is er berusting, dan maar niet. Het zevende jaar is er rust, soort enge rust. Niet over praten, dan bestaat het niet. En het achtste jaar is er ongeloof. En een tweede streepje. Hoelang ik over tijd ben? Geen idee? We waren er niet mee bezig? Ik kan toch niet zwanger worden? Maar toch issie er.. een dikke vette streep.
Dat is in maart 2003. En dan rijst er ineens de angst. In december 2002 is er bij Willem COPD geconstateerd. Hoe zit dat met een kind van ons? Mijn moeder had ook longemfyseem. In hoeverre is het erfelijk? Wat voor toekomst heeft ons kind? Het antwoord was duidelijk. De kans dat een kind met dit genenpakket COPD kon krijgen is aanwezig, maar niet groter als bij elk ander kind wat in de puberteit zal beginnen met roken. We konden dus ongestoord gaan genieten van zwanger zijn. Nog steeds vol ongeloof. Dat verdween overigens wel op het moment dat ik 2 gekneusde ribben kreeg van het trappen.
Op 2 november belande Willem in het ziekenhuis. Hoogzwanger als ik was besloot ik mijn benen bij elkaar te houden. Onze D-Day was namelijk 15 november. Echter bleek het toen al een eigenwijs krengetje met een eigen wil te zijn, want in de nacht van 5 op 6 november kon ik bellen naar de longafdeling dat ze hem konden wakker maken. Zijn dochter was onderweg. Met manlief naast me aan de zuurstof is op 6 november 2003 Susanne geboren. Twee dagen later mochten we alledrie naar huis. WIllem in de rolstoel met zijn kersverse dochter op schoot en ik (als net bevallen vrouw) er achter de rolstoel duwend. We zijn nog lang onderwerp van gesprek geweest op de kraamafdeling.
Susanne groeit op, wij groeien mee. Willem is fulltime thuis en door de COPD ook fulltime ziek. De verzorging en opvoeding van Susanne is dus grotendeels mijn taak. Tel daarbij de zorg op voor een zieke echtgenoot en het hele huishouden incl. alle buitenhuiselijke activeiten en mijn agenda is vol. Mede daardoor met mijn hoofd besloten dat Susanne enig kind zal blijven. Mijn draaiboek is nu al te volgeboekt en ik kom nu al vaak niet eens aan mezelf toe. Tel daarbij op dat we over Susanne 8 jaar gedaan hebben, ik ben nu 34.. 1 + 1 = 3 in ons geval en daar blijft het bij. Maar mijn hart spreekt vaak nog anders.
Vanwege het ontbreken van een rijbewijs deed ik bijna alles alleen met Susanne op de fiets. Maar Willem kan dus niet meer fietsen en ook lopen valt hem erg zwaar. Om toch nog enigzins een gezinsleven te hebben met zijn 3en ben ik vorig jaar in januari begonnen met rijlessen. Een spoedcursus. In 8 weken zou ik mijn rijbewijs hebben... Op de dag van examen stond ik in het crematorium, mijn oma was overleden. Examen en overige lessen verzet. Op 7 maart mocht ik weer op. Op 2 maart overleed mijn moeder en op 7 maart stond ik dus wéér in het(zelfde) crematorium. Mijn spoedcursus roeide mijn familie uit. Weer opnieuw aangevraagd en van de zenuwen (blijven ze nou leven?) finaal gezakt. Uiteindelijk in september toch nog een keer geslaagd. Mijn spoedcursus werden 9 maanden. Bijna een bevalling. Sindsdien een Ford Ka voor de deur en ons gezinsleven speelt zich nu ook buitenshuis af.
De weinige vrije tijd die ik heb mag ik graag achter de computer doorbrengen. Ook hang ik erg graag bank met een goed boek. De Shopaholic-achtige boeken hebben mijn voorkeur al heb ik "Komt een vrouw bij de dokter" ook al helemaal stuk gelezen. Verder mag ik graag rommelen in de tuin (al heb ik een spinnenfobie!) en probeer ik mijn familie enigzins bijeen te houden. Sinds mijn moeder vorig jaar maart is overleden voel ik me soms het dunne lijmdraadje tussen mijn vader en mijn broertje. Zonder mij als tussenpersoon zouden zij elkaar makkelijk maanden niet kunnen spreken. Ook hangen Suus en ik graag rond op de kinderboerderijen rond en in Utrecht en genieten we met volle teugen van het heule grote park wat onze 'achtertuin' is.
De vraag van rottdog dan, Hoe komt Suus aan al die wijsheid. Dat is dus iets wat wij ons ook vaak genoeg afvragen. Ik krijg zelf akelig vaak te horen dat ik ook creatief met woorden kan zijn, maar vaak is dat na enig denkwerk op papier/monitor. Zij flapt het er zo uit. Soms ook minder leuke dingen. Vorige week zocht ze een toverstokje.. kon ze mij wegtoveren, want ze had genoeg van me. Ik hoop dat die wijsheid geen voorbode is van hoe ze in de puberteit zal zijn, dan mogen we waarschijnlijk wel enige seresta in voorraad in gaan slaan
Tot zover even wat er nu uit mijn hoofd vloeit, misschien vul ik later nog aan/bij. En ik ga de volgende even een pb sturen met de vraag of zij het wil overnemen.