Een diep verlangen om de wijde wereld in te trekken, moet de dichter XXX al vroeg in zich hebben gevoeld. Zijn diepste wens was: naar zee te gaan. Maar zijn vader stond erop dat hij medicijnen zou gaan studeren. Toen hij daarna in Amsterdam deze studie volgde, was zijn kamer verfraaid met een opiumpijp en het houten model van een boot, terwijl hijzelf in een scheepskooi sliep.
Vrienden trakteerde hij op 'schipbreukwijn', die van een gestrand schip afkomstig zou zijn.
Trouwens: hij vond een compromis tussen zijn toekomstverlangen en wat zijn ouders van hem verwachtten: hij werd scheepsarts.
Over dat zeemansbestaan zal hij dan heel veel, zowel romans, verhalen en gedichten (en zelfs een toneelstuk) schrijven.
Wie?
Nobody expects the Spanish Inquisition!