Javier Guzman seksueel misbruikt.

quote:

Cabaretier Javier Guzman is als tiener seksueel misbruikt door zijn oom. Voor het eerst vertelt hij dat dat de reden is van zijn vroegere alcoholverslaving. ”Ik heb me sinds mijn zevende onveilig gevoeld. Eerst ope ens wakker worden in een ander land, dan uit angst voor ontvoering niet verder mogen dan het tuinhekje en dan seksueel misbruikt worden.”





Xavier beschrijft het buitengewoon openhartig in het Volkskrant magazine: "Dan ben je 7, je wordt uit je bed geplukt en wordt wakker in een ander land: onveilig. Dan word je samen met je moeder en broertje ondergebracht in Ouderkerk aan den IJssel, waar je de tuin niet uit mag want je vader heeft gedreigd je te ontvoeren: onveilig... Dan wordt de broer van je moeder, oom Hans, een nieuw soort vader. En als je 12 bent, vergrijpt oom Hans zich seksueel aan je: onveilig. Op je 16de ben je zo onhandelbaar geworden dat je door je moeder het huis uit wordt geflikkerd en je terechtkomt in een opvangcentrum vol totaal ontspoorde jongeren, waar je ook niet thuishoórt.”

”Door mijn hele leven heen loopt dus een’ groot gevoel van onveiligheid. De drank heeft dat gevoel verzacht.” Javier is twintig maanden geleden afgekickt in The Priory in Londen. In 28 dagen in een regime van kalmerende medicijnen, therapie en groepsgespreken ging hij de alcohol –intussen twee flessen wodka - te lijf. ”Ik wist al een tijd dat ik niet veel langer op deze manier mijn leven kon leiden. Het allerergst waren die black-outs, dat ik echt niet meer wist wat ik had uitgespookt.”

Javier was na die maand van de drank af, maar desondanks kwam vorig jaar de terugval. "Ik ben toen naar een kliniek in Madrid gegaan en daar pakken ze het medisch aan: je krijgt daar een spuit die ervoor zorgt dat de ergste hang naar alcohol wordt getemperd."

Nu gaat het goed, maar Guzman is zich bewust van zijn moeilijke strijd tegen de alcohol. "Alcoholist blijf je voor de rest van je leven, maar ik ben nu dus een herstellende alcoholist. Het probleem met mij en de drank is dat ik pas kan stoppen als ik bewusteloos ben. Jij kunt misschien één glas wijn dnnken, of twee, of vijf. Ik drink meteen vijftig biertjes. Jij kunt stoppen wanneer je wilt, ik niet. Jij bent machtiger dan de drank. Ik niet; de drank is machtiger dan ik. Het probleem is niet het vijftigste biertje, nee, het probleem is dat eerste biertje.”