quote:
Nadat de Poolse hoofdstad in 1939 relatief snel was veroverd door de Duitsers, vielen enkele maanden later ook Olso, Kopenhagen, Parijs en Brussel snel in Duitse handen. Kopenhagen viel zonder slag of stoot, bij andere steden probeerde men fanatiek tegenstand te bieden.
De Duitse legermacht (b)leek echter niet te stoppen. Hoe kon het ook anders. In Polen gingen caveleristen te paard (met lansen !) de tanks te lijf. Ze wisten dat ze kansloos waren, maar toch trokken ze ten strijde. De verliezen aan Poolse zijde waren -vanzelfsprekend- enorm. Er bestaan hier nog plaatjes van. Toen ik die als middelbare scholier zag heb ik nog wel een traan gelaten. De Duitsers maaiden 'man en paard' bij bosjes neer.
Wie de film "The Last Samurai" gezien heeft weet hoe dat geweest moet zijn en snapt de Polen misschien ook, maar het was natuurlijk verschrikkelijk.
Overal in Europa wonnen de Duitsers terrein, overal in Europa boekten ze succes.
In Den Haag liep het echter anders. Den Haag is de enige Europese stad waar de Duitsers in de meidagen van 1940 werden teruggeslagen. Het Nederlandse leger won de slag om Den Haag.. en dat zonder steun van de Engelsen en de Fransen.
Na de laffe bombardementen op Rotterdam en -drie weken later- Middelburg is Nederland vervolgens toch vijf lange jaren bezet geweest. Wellicht zijn we daarom de heldendaden vergeten van de slecht bewapende, maar zeer fanatieke Nederlandse troepen die de Duitsers een gevoelige slag toedienden op de 10e mei. De Duitsers vonden -nu al meer dan 60 jaar geleden- de verovering van Nederland zeer belangrijk. Hitler zette daarom geharde elite troepen in bij de aanval op ons land. Het waren zwaar bewapende, goed getrainde soldaten die al ervaring hadden opgedaan bij eerdere veldslagen.
De Nederlandse geweren en karabijnen die in de tweede wereldoorlog gebruikt
werden waren van het type m95. Dit van origine Oostenrijkse
Steyr/Mannlicher ontwerp, dat later bij de Hembrugfabriek in licentie
gebouwd werd, stamt zoals de aanduiding m95 al doet vermoeden uit 1895.
De Duitsers gebruikten de k98 karabijn, waarbij de aanduiding K98 slaat op het ontwerpjaar 1898, drie jaar later dus dan het ontwerp van het Nederlandse wapen.
Voor bijna alle Europese landen uit het begin van de tweede wereldoorlog geldt dat ze een geweertype gebruikten dat voor wat betreft het ontwerp stamde uit een tijd voor de eerste wereldoorlog. (met dank aan de heer E. van Wijk)
Het leger beschiktte over een paar pantserwagens, enkele kanonnen en niet meer dan 100 oude vliegtuigen. Soldaten verplaatsten zich -net als in Polen- op paarden en, typisch Nederlands, op de fiets of per boot.
De modernste luchtafweerwapens in de buurt van Den Haag waren eigendom van de Calvé fabrieken. Calvé (Delft) had deze kanonnen zelf aangeschaft om de fabrieken te beschermen. Deze kanonnen zouden een belangrijke rol spelen bij de slag om Den Haag.
De Nederlandse legerleiding lukte het pas na de Duitse overrompeling van Noorwegen (maart 1940) om de regering er van te overtuigen dat er modernere wapens moesten worden gekocht. De regering besloot begin april tot aanschaf van nieuwe kanonnen, vliegtuigen e.d, maar toen was het te laat. Op 10 mei 1940 kwam de vijand de grenzen over.
De opdracht van de Duitse luchtlandingstroepen was Den Haag in te nemen en de Koningin, de leden van de regering en de generale staf gevangen te nemen. Dat leek heel eenvoudig, want waar de Nederlanders jaren lang passief waren geweest had Duitsland zich goed voorbereid op een oorlog. Nederland leek een makkelijke prooi, maar de Duitsers hadden zich vergist.
In Valkenburg kwamen de Duitse troepen vast te zitten in drassige weilanden en op vliegveld Ockenburg liepen ze in een hinderlaag.
Alle vliegtuigen die op dat vliegveld landden werden vernietigd. De Duitse soldaten die in die vliegtuigen zaten stierven vrijwel allemaal.
In paniek landden er Duitse vliegtuigen op het strand van Kijkduin. Ook deze werden stuk voor stuk vernietigd door de kanonnen die stonden opgesteld in Kijkduin en Loosduinen. Nederlandse militairen die in de watertoren verschanst zaten gaven via de radio instructies. Geen vliegtuig bleef gespaard.
Er waren slechts een paar Duitse soldaten die van het vliegtuig konden wegkomen. Zij kwamen echter niet ver en sneuvelden vrijwel allemaal in de Liszstraat en de Oude Haagweg, alwaar zich ook Nederlandse militairen hadden verschanst.
Bekend is dat de brandweer gewoon uitrukte na een brand alarm. Er was een huis aan de Laan van Meerdervoort in brand geschoten. De Duitsers raakten in paniek van het geloei van de sirenes en dachten allereerst aan een geheim wapen. De brandweer verwachtten ze hoogst waarschijnlijk niet.
Het lukte enkele Duitse parachutisten nog wel om in de buurt van de Hoefkade te landen. Ook zij kwamen de Singelgracht niet over, maar werden door Nederlandse soldaten uitgeschakeld.
quote:
De Duitse luchtlanding was strategisch gepland: op vliegveld Ockenburg (1.000 man) ten zuiden van Den Haag, op vliegveld Ypenburg (6.000 man) ten oosten van Den Haag, en op vliegveld Valkenburg (3313 man) ten noorden van de residentie, tussen Wassenaar en Katwijk aan Zee. Deze aanvalsmacht bestond uit de 22e luchtlandingsdivisie, onder leiding van generaal Graf von Sponeck. Von Sponeck zelf landde bij Ockenburg, terwijl hij op Ypenburg had moeten landen.
De Haagse verdediging was opgebouwd uit een allegaartje: een regiment infanterie in de kazernes op de Haags-Wassenaarse grens, een eenheid ter bescherming van het Koninklijk Huis en enkele bataljons ter verdediging van de vliegvelden. Veel soldaten waren minder dan drie maanden in dienst. De vliegvelden waren wel door ervaren troepen verdedigd, en bij Ypenburg was ook luchtafweergeschut en een zestal moderne pantserwagens aanwezig.
De Duitse landing bij Ockenburg was beperkt van omvang. Deze nog in aanbouw zijnde vliegstrook werd bewaakt door een compagnie van het 3e bataljon van het Regiment Grenadiers. Door strijd rond het vliegveld weken de Duitse landingsvliegtuigen gedeeltelijk uit naar het vlakke strand bij Kijkduin. Zij wisten op te rukken tot binnen de bebouwde kom van Loosduinen. Vanuit Den Haag werd het 1e Bataljon Grenadiers ingezet. Vanuit Monster werd het 1e Bataljon Jagers opgeroepen. Er ontbrandde een fel gevecht rond de "Wijndaalderswoning". Een brandweerwagen werd door de Duitsers voor een 'geheim wapen' aangezien en in brand geschoten. Deze beperkte troepenmacht werd, ondanks de verwarring die de Duitse luchtlanding bij de Haagse verdedigers veroorzaakte, relatief snel buiten gevecht gesteld. De Duitse troepen trokken zich terug in de bossen en het landgoed Belvedère. Generaal von Sponeck zelf wist met 360 man op 12 mei aan omsingeling te ontkomen en trok zich terug richting Overschie bij Rotterdam.
De paralanding bij Valkenburg was redelijk succesvol. Toen rond 5 uur in de ochtend parachutisten landden, werden deze door de bezetting onder vuur genomen. Om 05.20 uur landden de eerste Duitse toestellen, waarvan velen zware schade opliepen. Spoedig waren er ondanks hevig mitrailleurvuur 400 à 500 man Duitse troepen geland, wat later nog zou oplopen tot circa 1.500 man in totaal. De verdediging van het vliegveld gaf zich na een aantal uren over. De gehele derde divisie van het eerste legerkorps kreeg opdracht tegen deze luchtlanding op te treden. In de avond was het vliegveld heroverd en waren de Duitsers geconcentreerd in het dorp Valkenburg zelf. Hevig werd er gevochten onder andere rond de Rijnbrug in Katwijk aan den Rijn. Tijdens de dagenlange gevechten werd het dorp Valkenburg in een ruïne herschapen. Deze luchtlandingszone bleek te ver van Den Haag af te liggen om de Haagse verdediging effectief te bedreigen. Valkenburg bleef een haard van gevechten tot aan de capitulatie.
De grootste Duitse troepenmacht werd ingezet rond vliegveld Ypenburg. Ook hier vond een voorafgaand bombardement plaats, gevolgd door het droppen van parachutisten. Alert luchtafweergeschut haalde Duitse landingstoestellen van de eerste landingsgolf neer. De toestellen die toch wisten te landen, werden door Landsverk pantserwagens uitgeschakeld. Een deel van de Duitse troepen wist echter uit de toestellen te komen en bond de strijd aan met de zwakke verdediging van het vliegveld.
De tweede aanvalsgolf was sterker, maar vond de landingsbaan versperd door Duitse wrakken uit de eerste landingsgolf. De derde landingsgolf kampte ook met dit probleem. Gedeeltelijk werd getracht toch op het vliegveld te landen, gedeeltelijk werd uitgeweken naar de rijksweg Den Haag – Rotterdam. Toen ook de rijksweg bezaaid lag met wrakken, weken de Duitse toestellen uit naar de weilanden rond Rijswijk, Delft en Wateringen. Vanuit Delft werden ze beschoten door stukken luchtdoelgeschut die de gistfabriek zelf aangeschaft had ter verdediging van de fabriek. Deze stukken luchtdoelgeschut waren afkomstig uit Zwitserland en hebben gedurende de gehele slag hun dienst gedaan.
In de middag wisten de Nederlandse troepen de Duitse eenheden geleidelijk aan te verslaan en het vliegveld te heroveren. Vele honderden Duitsers werden gevangenen genomen, en ruim 150 waren gesneuveld. De Nederlanders zelf verloren bij het vliegveld zelf ruim 100 man.
De dagen erna werd continu strijd gevoerd met restanten Duitse luchtlandingstroepen tussen Delft en Rotterdam. Een bekende strijd is die van de luitenant G. Maduro, op 12 mei werd hij opgeroepen om huize Dorrepaal aan de rand van vliegveld Ypenburg te bestormen. Omdat vanuit daar geweervuur op de Nederlandse troepen plaats vond. Hij besloot een bliksemaanval met 8 man op gebouw Dorrepaal uit te voeren vanuit 2 kanten. Eerst liet hij een kanon 5 schoten afvuren op het gebouw waarna hij over de brug zou stormen en het gebouw zou veroveren. Bij deze aanval vielen aan Nederlandse kant geen doden, aan Duitse kant vielen enkele doden en werden 15 parachutisten krijgsgevangen gemaakt.
Toen generaal Winkelman van de opeenvolgende luchtlandingen hoorde, stelde hij het eerste legerkorps ter beschikking van de territoriaal bevelhebber. Hiermee was de strategische reserve van het Nederlandse leger niet meer beschikbaar voor inzet bij de Grebbeberg of voor verdediging van de oostgrens van de waterlinie (Vesting Holland). Het merendeel van de Duitse troepen moest in man-tegen-mangevechten worden overwonnen. Hoewel de uitslag van de strijd rond de residentie aan het eind van de eerste dag vaststond, duurde de strijd vrijwel alle meidagen van de oorlog voort; sommige groepjes Duitse soldaten boden hardnekkig weerstand.
De verliezen rond Den Haag bestonden uit 515 Nederlandse soldaten gedood en gewond; 2735 goed bewapende Duitse militairen werden uitgeschakeld. 1600 krijgsgevangenen, van wie er 1350 op tijd naar Engeland konden worden getransporteerd. Naar schatting rond de 200 toestellen die door de Luftwaffe boven en rond Den Haag werden ingezet gingen verloren.
Hitler was woedend. Een groot deel van de luchtlanding rond Den Haag was door hem persoonlijk gepland. De verantwoordelijke commandant, generaal Graf von Sponeck, viel in ongenade bij Hitler.
De Duitsers waren zeer goed voorbereid op een oorlog. De Nederlanders niet, omdat ze meenden dat ze net als in WO1 neutraal zouden blijven.
Toch werden zelfs ook de SS'ers uit Den Haag weggejaagd, vanwege de enorme verliezen aan de Duitse kant
Waarom lukte het juist wel in Den Haag, en niet bij andere Europese steden?