Bron;
WikipediaSneeuw
Sneeuw is meestal uit wolken vallende neerslag die bestaat uit ijskristallen.
Sneeuw komt in Nederland en Vlaanderen niet zo vaak voor. Er valt gemiddeld op ongeveer 30 dagen per jaar sneeuw, maar heel wat jaren gaan voorbij zonder sneeuw van betekenis. De hoeveelheden zijn bovendien klein vanwege het onbreken van stuwingsneerslag. Anders is dit bijvoorbeeld in een gebied als het Kleinwalsertal in Oostenrijk of Oregon in het Noord Westen van de Verenigde Staten waar sneeuwhoogtes van 5 meter geen uitzondering zijn.
Ontstaan
Wanneer de temperatuur plotseling onder het vriespunt daalt, veranderen de piepkleine waterdruppels van de wolken in hele fijne ijsnaaldjes. Op weg naar beneden blijven deze naaldjes kleven aan stofdeeltjes (zandkorrels, rook- of asdeeltjes) die in de lucht zweven. Hierdoor vormen zich kristallen, sneeuwsterren. Deze sterren kunnen allerlei vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig, zoals goed te zien is in de foto's die de amateurwetenschapper Wilson Bentley al in 1902 maakte.
Wanneer het waait, klitten de sneeuwsterren, op hun weg naar de aarde, samen en vormen een vlok. Zo'n vlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes. Zie het als een kussen vol veren met lucht ertussen. Vlokken zijn onregelmatig, klein of groot, maar wanneer het windstil is, dwarrelen ze één voor één naar beneden.
![]()
Overlast
Sneeuw kan voor overlast zorgen niet alleen door gladheid maar vooral bij natte sneeuw ook door vermindering van het zicht. Tijdens zware sneeuwval is het zicht minder dan 500 meter, vergelijkbaar met mist. Met name de eerste sneeuw van het seizoen of plotselinge sneeuwbuien leveren problemen op. Tijdens periodes met herhaaldelijk sneeuw en winterse buien is de weggebruiker eraan gewend en past het verkeer zich aan.
Sneeuw veroorzaakt de grootste problemen wanneer de neerslag valt bij vorst, vooral bij matige tot strenge vorst. Als het dan ook hard waait, gaat de sneeuw stuiven en ontstaan sneeuwduinen. Wanneer sneeuw wordt verwacht bij windkracht 6 of 7 geeft het KNMI een weeralarm uit voor sneeuwjacht. Bij windkracht 8 of meer en sneeuw geldt een weeralarm voor sneeuwstorm. Ook bij aanhoudend zware sneeuwval met op grote schaal meer dan 5 cm per uur en vers sneeuwdek van ten minste 5,5 cm wordt een weeralarm uitgegeven. Dat is gevaarlijk voor het verkeer en leidt tot grote overlast. Sneeuw zelf is niet glad, maar wordt door het verkeer tot glad ijs gereden. Sneeuw kan worden bestreden met behulp van sneeuwschuivers.
![]()
Dichtheid
De dichtheid van verse sneeuw bedraagt 12%. dit varieert sterker naarmate we verder gaan in het jaar. in de lente bijvoorbeeld kan de dichtheid oplopen tot 50%. ook wanneer de sneeuw platgetrapt wordt, wordt de dichtheid hoger. Een vuistregel is dat 1 eenheid regen gelijk is aan 8 eenheden sneeuw, d.w.z. dat er voor 1 centimeter sneeuw ongeveer 1,2 mm regen nodig is
Plaatjes uit de elektronenmicroscoop
De onderstaande plaatjes zijn gemaakt met een elektronenmicroscoop. Dit apparaat kan nog veel fijnere details laten zien dan een lichtmicroscoop.
![]()