Inmiddels was Sharon vanwege de brute liquidatie van Richy door Nancy des'Hearts in een shock verzonken. Ze was op gracieuze wijze in een bevallige amazonezit op het gras neergestreken en met een lege blik in haar ogen staarde ze naar de Sneker plassen voor zich, waar ze even daarvoor nog zulke heerlijke momenten had doorgebracht met haar zwoele Surinaamse rotilover. Enkele minuten voelde ze zich compleet verloren, verloren van God en Vaderland en alles wat dies meer zij en vooral onthutst over hoe ze nou thuis moest komen, want Richy had de autosleutels in zijn zwembroek gestopt om indruk te maken op zijn geliefde en die lagen nu dus samen met hem op de bodem van de plas. Wat een gedoe, dacht Sharon. Dat heb ik weer! Langzaam maar zeker transformeerde haar verlammende onthutsing echter in een veel krachtiger emotie: pure woede.
Hoe dúrfde die vuige Nancy des'Hearts haar strak gechoreografeerde zwemuitje in de war te schoppen? Hoe háálde ze het in haar curieus minuscuul aandoende en toch ook altijd wel aandoenlijk overkomende hoofd? Sharon had zich toch niet voor niets in een kokette, voluptueuze zwemoutfit gehezen en zich van top tot charmante kleine teen opgemaakt om er maar slechts vijf minuten van Sneker plasjolijt mee te kunnen pronken? Naarmate de tijd vorderde werd Sharon steeds woester en woester over haar verpeste waterpretochtend (en vergat daarbij de tragisch omgekomen liefde van haar leven compleet), tot ze plots een schimmige verschijning boven het water ontwaarde. Het leek wel een geestverschijning, zo in die mist. Maar nuchtere Sharon gelooft natuurlijk niet in geesten en gooide haar hoofd in haar nek om deze ridicule gedachte met een bulderende schaterlach naar het Rijk der Fabelen te verwijzen. Soms vond ze zichzelf toch zó'n dommie! Ze kirde en giechelde een beetje. Want dat was haar motto: als je niet kunt lachen om jezelf, wat heeft het leven dan nog voor zin? Sharon hield erg van motto's.
Toch leek het net op de schim dichterbij en dichterbij kwam. Normaal hield Sharon er wel van om benaderd te worden, op alle mogelijke manieren, maar dit vond ze toch ietsje te veel naderen van het goede. Net toen ze wilde opstaan en hysterisch maar bevallig gillend weg wilde flaneren, weg van de enge geest, weg van de scene of the crime, weg van al het traumatische dat ze die ochtend had doorleefd, versnelde de schimmige verschijning plots zijn dan wel haar pas, en nam met straffe tred bezit van de gedistingeerde diva. Deze vond het wel wat onbeleefd dat die geest niet even kon wachten met het overnemen van haar lichaam daar ze net haar lipstick aan het bijwerken was. Want als Sharon ergens hysterisch heen galoppeert dan hoeft dat nog niet te betekenen dat ze dat met uitgelopen make-up doet. Oogverblindende schoonheid first en rennen voor je leven second, dat was haar motto.
Maar toen de geest bezit had genomen van de sensationele zangerette, welke zich, nu ze possessed was door een anderwereldlijke schim uit het voorgeborchte van de hel en afgaande op haar hoge tonen in de liveshow, met recht het Spook van de Opera mocht noemen was er nog maar één ding dat letterlijk door haar treffend gekapte hoofd spookte: wraak. Eén ding was duidelijk: Nancy des'Hearts zou die avond de zonsondergang niet levend meer meemaken. Zelfverzekerd schakelde Sharon haar nieuwverworven (vanwege de geest) levitatiekracht in, steeg op richting stratosfeer en zette als een ware vliegende superheldin koers richting het huis van de serialkiller van Hearts.
Op dat moment was de ambulance reeds gearriveerd om zich te ontfermen over de ineengestorte Dorine die nog steeds over het trottoir uitgestrekt lag. Sonja des'Hearts was ondertussen maar aan het oefenen van haar toonladders geslagen want ze moest toch wat, en behalve een rochel hier ende daer kwamen de zoetgevooisde klanken met verve uit haar gouden keeltje geëjaculeerd. Haar halfbroer Mark was intussen lichtelijk hysterisch heen ende weer aan het ijsberen over het trottoir, omdat hij zich zo'n zorgen maakte over zijn net ontdekte biologische moeder die daar zo fragiel en toch blakend van klasse lag tentoongespreid. Dit kon toch niet waar zijn? Hij had zijn bio-mom net teruggevonden, hij zou haar toch niet nú alweer kwijtraken? "Jullie moeten haar redden! Het is m'n moeder" huilde hij tegen de ambulancemedewerkers, die een lichtelijk rollen met de ogen toch niet helemaal konden verdoezelen. "Rustig maar meneertje, we doen alles wat we kunnen" antwoorde de één, want de ander was te druk in de weer met een defribilator (3x woordwaarde) om te kunnen responderen.
Intussen vond Sonja dat ze wel weer genoeg had getoonladderd voor vandaag, hun zangcoach Marianne du VinAcheter had haar eigenlijk nog meer toonladders opgegeven als huiswerk maar daar had ze nu even geen zin in. Ze besloot een praatje aan te knopen met Mark, want voor een praatje was ze altijd wel in. "Hé Mark, weet je nog die ene keer dat we je biologische moeder gingen opsporen en dat ze net toen we haar gelokaliseerd hadden ineenstortte van hysterie en boulimia? Wat een avontuur was dat hè? Ik herinner het me alsof het pas gisteren was." "HET WAS VIJF MINUTEN GELEDEN, ONDERONTWIKKELD SCHAAP!!!" brulde Mark uit. Ambulancebroeder 1 zat intussen niet helemaal op te letten en zag Mark aan voor een doorgedraaide serialkiller die Sonja wilde vermoorden (zo zag het er ook wel een beetje uit daar op het trottoir, Mark had een behoorlijk maniakale blik in zijn ogen die normaal zo diep zijn als de Zeven Zeeën, vooral de Egaeïsche) en reikte in zijn vakkundig gestikte binnenzak, naar zijn pepperspray.
Serialkillen doe je maar lekker thuis meneertje, dacht de vastberaden ambulancebroeder. Maar net toen hij Mark een fikse lading in zijn gelaat wilde sprayen werd hij plots zélf neergetasered. Tweehondertwintig energieke volts suisden minutenlang door zijn strak afgetrainde lichaam, dat weliswaar altijd veel kon hebben, maar dit was toch ietwat veel taseren van het goede. Net voordat hij het bewustzijn verloor keek hij nog éénmaal op naar zijn belager voor hij de ogen sloot. Hij herkende haar meteen.
Het was zijn idool Genelva, die net daarvoor de deur van het huis van haar lover Henk-Jan met een woedende knal achter zich had dichtgeslagen en op weg was naar de paaldansclub waar over enkele minuten haar morning shift begon. Elegant nam ze een Charlie's Angels-pose aan met de taser in haar lening gepeesde hand. Vedette Dorine, die het geheel een beetje lag aan te horen daar op het trottoir omdat ze eigenlijk maar net alsof deed en haar hele teraardestorting had gefaked omdat ze wel houdt van een beetje dramatiek, dacht dat het nu toch niet veel gekker moest worden.
Maar net toen ze er op uiterst autoritaire wijze iets van wilde zeggen gebeurde het onmogelijke. Genelva, die inmiddels ruim negen maanden zwanger was en behoorlijk op knappen stond, slaakte een goed gerepeteerde dramatisch aandoende kreet en met een klinkende klots brak haar water. Het vocht des levens verspreidde zich met ongekende snelheid all over the sidewalk en baande zich een weg richting het lichaam van Dorine. Deze verstarde van schrik en met een blik van doodsangst zag ze de enorme vloedgolf (de tsunami was er niks bij) onheilspellend op haar afkomen...