Ingezonden brief in de Gelderlander vandaag:
De Nederlandse popmuziek verkleutertVrijdag, 29 december 2006 - In de Nederlandse popmuziek is nauwelijks meer aandacht voor goede liedjesschrijvers als Frank Boeijen. Alle aandacht gaat uit naar de makkelijk in het gehoor liggende deuntjes van Frans Bauer en Jan Smit. Onverteerbaar, meent Frits Spits.In de Nederlandstalige popmuziek neemt de verkleutering hand over hand toe. De populariteit van Jan Smit en Frans Bauer lijkt geen grenzen te kennen en de muziek die er werkelijk toe doet, lijdt een kwijnend bestaan.
Neem nu het jongste album van Frank Boeijen. De beste liedjesschrijver van ons land krijgt nauwelijks aandacht voor wat je zonder meer zijn magnum opus kunt noemen, zijn dubbelcd AS. Hier en daar een interviewtje, hier en daar een programmaatje, maar de kolommen en de media-aandacht gaan niet naar hem maar vooral naar commercieel aantrekkelijker heren, die met eigen soaps regeren op de Nederlandse beeldbuis.
En denk nou niet dat ik ook maar het minste bezwaar heb tegen de populariteit van Jan Smit en Frans Bauer. Natuurlijk niet. Het verbaast me wel. Hun muziek is op de beste momenten vrolijk stemmend, maar getuigt ook van een schrijnende tekstuele armoede. Frans Bauer zingt bijvoorbeeld op zijn nieuwe album (Voor altijd), Drink Griekse wijn: ‘Dans de sirtaki met mij op ’t strand / en blijf de hele nacht bij mij / drink Griekse wijn / twee harten smelten hier nu in het zand’.
Twee harten smelten hier nu in het zand?.. Ik kan me er helemaal niets bij voorstellen. Is het de Griekse hitte die de harten laat smelten, zijn de harten zelf rood aangelopen? De teksten van Frans Bauer gaan niet verder dan het vertellen van hele simpele liefdesverhalen. Ontroeren doen ze nooit, het zijn snel in elkaar geflanste zinnetjes die dankzij de vocale kwaliteiten van Bauer nog enigszins aanvaardbaar zijn. Maar ik daag de tekstdichters uit die Frans Bauer eens liedjes laten zingen die iets meer over hem zelf zeggen. De gemakzucht druipt van het album af en heel Nederland loopt er achter aan. Bauer moest huilen toen hij moest aankondigen dat zijn concerten niet doorgingen, hij zou moeten huilen om zoveel creatieve armoede op zijn album.
Hetzelfde verwijt kun je Jan Smit maken. Een goede zanger, met een lekkere stem. Hij schrijft in ieder geval zijn eigen teksten, dat wel. Maar zijn liedjes? Hoe is het mogelijk, al die rijmelarij, die bedachte avontuurtjes, die onechte emoties?.. Een voorbeeld? Vooruit.
Het lied Parijs begint veelbelovend: ‘Jij spreekt de taal van de liefde / je t’aime, tu est mon amour / er klinkt in ’t café, daar in oud Parijs / een lied van Charles Aznavour’. Ik krijg hoop, dit gaat wat worden?. Maar even verder: ‘overal vioolmuziek / in het hart der romantiek / ben totaal van de wijs / door die mooie stad Parijs’.
Vioolmuziek in het hart der romantiek?.. Gekunsteld, krom Nederlands, er mankeert van alles aan. En niemand die er wat van zegt. Niemand die roept: zeg jongens, veelbelovend die Jan Smit, maar die moet veel beter, die kan veel beter.
De popmuziek verkleutert. Als we maar mee kunnen klappen, als er maar een leuk moppie en een leuk koppie bij hoort dan zijn we tevreden. Dat moet iedereen natuurlijk zelf weten. Maar het gaat wel steken als je de werkelijke kunstenaars langs de kant ziet staan, als je de mannen en vrouwen die bereid zijn hun ziel binnenstebuiten te keren voor ons geen aandacht meer krijgen, als ze worden genegeerd, omdat ze wellicht in de diverse programma's niet zo scoren als het lekkere kontje van Jan Smit of de trouwe hondenogen van Frans Bauer.
Daarom probeer ik het hier nog éénmaal. De Jan Smitten en de Frans Bauers van deze wereld krijgen mijn zegen, maar ik zal er geen aandacht meer aan schenken.
Ik wil de ruimte die tot mijn beschikking staat vrijmaken voor kunstenaars als Frank Boeijen. Zijn nieuwe album, het negentiende, is zijn magnum opus, zijn belangrijkste cd tot nu toe. De poëet is tot volle wasdom gekomen, hij toont zich nog even bezorgd voor deze wereld als toen hij Zwart wit (1984) zong, maar hij zegt het mooier in Aan de bezitters van een ziel: ‘Het gevecht is begonnen / de strijd tegen de bitterheid / de oorlog tegen het cynisme / en de onverschilligheid’.
Samen met Stef Bos, ook zo iemand die weet hoe woorden en muziek kunnen samengaan, zingt hij over de heilige Bernadette. Een liefdevol religieus lied, een pracht van een melodie en door de twee mannen bijna éénstemmig gezongen.
Er is zoveel te genieten op dit dubbelalbum. Denk nog even aan de teksten van Bauer en Smit en lees dan deze regels van Boeijen in het lied Windstil: ‘Een man met een stem en een gitaar / die niets meer vinden kan / die hier niets te zoeken heeft / een man die allang / een man die allang verdwenen is’.
Kijk, die woorden maken nieuwsgierig. Allerlei vragen borrelen op. Zingt Boeijen over zichzelf? Is hij de man niet meer die hij was? Het lied vervolgt met de prachtige zinnen: ‘het doek dat gevallen is / de deken van mist / over mijn gedachten / om mijn schouders / en het is stil / en het is stil / en het is stil / stil’.
Van het enthousiasme voor Smit en Bauer begrijp ik niets, dat hoeft ook niet, maar de stilte die om Boeijen hangt is onverteerbaar.
Hij verdient aandacht met orkaankracht.
Frits Spits is DJ bij Radio2. Deze tekst verscheen eerder op. www.krantmeteenmening.nl