quote:
1 Job Cohen : 9274
2 Jan Marijnissen : 8354
3 Pieter van Vollenhoven : 5864
4 Hella Haasse : 4061
5 Jan Peter Balkenende : 3832
6 Matthijs van Nieuwkerk : 2736
7 Theo Maassen : 2313
8 Sonja Barend : 2290
9 Marianne Timmer : 1811
10 Bernard Haitink : 1662
quote:
En de winnaar is...
En de winnaar is Job Cohen: Nederlander van het Jaar 2006. Het kon ook bijna niet anders. De burgemeester van Amsterdam ging van meet af aan aan de leiding. Zijn koppositie is nooit bedreigd geweest.
Bijna tienduizend mensen namen de afgelopen twee weken de moeite hun keus te bepalen in het digitale stemhokje dat de Volkskrant op zijn website had ingericht. Dat is tweeënhalf keer zo weinig als vorig jaar, maar altijd nog vier keer zo veel als in 2003, toen de eerste verkiezing van de Nederlander van het Jaar (‘volgens lezers van de Volkskrant’, zou je daar nog achteraan kunnen zeggen) werd georganiseerd.
Hoe valt dat met elkaar te rijmen? Nou, vermoedelijk valt dat helemaal niet met elkaar te rijmen en is er geen enkele zinnige conclusie aan deze verhouding te verbinden, behalve dan dat een vooral op internet gehouden verkiezing net zo wisselvallig kan zijn als het weer op een Hollandse lentedag – en minstens zo onvoorspelbaar.
Die laatste kwalificatie geldt dit jaar althans een hoop aspecten van de race om de titel Nederlander van het Jaar, maar niet de uitslag: de uiteindelijke topdrie – na Cohen kwamen Jan Marijnissen en Pieter van Vollenhoven – bleek vanaf de allereerste dag onwrikbaar. Sterker nog: dirigent Bernard Haitink, voetbaltrainer Frank Rijkaard en aidsonderzoeker Joep Lange voerden dagenlang een rondedansje uit op de tiende, elfde en twaalfde plek, maar hoger in de rangorde bleef alles precies zoals het sinds de eerste dagen was.
Ook een afgelopen week verwerkte stapel per post binnengekomen stemverklaringen kon daaraan niets veranderen, hoewel juist die er aanvankelijk hoopvol uitzag voor schrijfster Hella Haasse, die zich kennelijk mag verheugen in een opvallende populariteit onder lezers die internet beschouwen als een overbodig medium. Achteraf bezien konden ze toch geen potten breken, de mensen die per brief of ansichtkaart getuigden van hun aanhankelijkheid jegens de schrijfster die dit jaar, ondanks haar gevorderde leeftijd, het ene hoogtepunt aan het andere reeg.
En hoewel ze buiten de topdrie bleef, moet Haasse toch ook baat hebben gehad bij het gebrek aan vrouwennamen op de kandidatenlijst. Dat uit pure lichtzinnigheid voortgekomen manco leidde er nogal eens toe dat vrouwen een voorkeurslijstje inleverden met de namen van de enige seksegenoten op de kieslijst; naast Haasse waren dat Sonja Barend en Marianne Timmer.
Gedrieën eindigden ze royaal in de toptien; als er ook nog eens op hen gestemd was door de vele vrouwen (en een enkele man) die uit misnoegen te kennen gaven niet te willen meedoen aan deze ‘seksistische wanvertoning’, had Job Cohen zijn borst nog nat kunnen maken.
De kiescommissie, die na een week een petitie ontving waarin de Volkskrant gemaand werd een volgende keer toch vooral de ‘genderbril’ op te zetten, heeft er weer veel van opgestoken – en dat terwijl we nog maar net waren bijgekomen van de verwerking van ons leermomentje van vorig jaar, toen Rachel Hazes lachend met de titel aan de haal ging. Daaruit leidden we al af dat je de samenstelling van zo’n lijst vooral niet lollig moet willen opvatten. De kritiek van de lezers (m/v) zullen we ook ditmaal ter harte nemen; wie weet, wordt het nog eens wat met ons.
Wat rest, zijn feiten en cijfers. Daaruit destilleren we onder meer de wetenschap dat de winst van Cohen nog overweldigender was geweest als mensen maar één naam hadden mogen aanvinken. Nijver werkend, zonder sterke staaltjes of grootse daden, is Job Cohen met een straatlengte voorsprong Nederlander van het Jaar geworden. Dat zegt iets over hem en dat zegt iets over zijn tegenstrevers, maar het zegt misschien nog het meest over 2006, een jaar dat kalmpjes naar zijn einde kabbelt.
Volgens mij waren er andere jaren waarin de keuze voor Job Cohen logischer was. Neemt niet weg dat de waardering voor deze man me verbaast en de criticasters die denken dat zij het voor zeggen hebben in Nederland, er op wijst dat er een grote groep mensen is, die het wel eens met zijn beleid en manier van doen. Misschien tekent deze uitslag wel een beetje de omslag die er gekomen is dit jaar. Mensen zijn de polarisatie zo langzamerhand zat en krijgen nu al jeuk van het cynische stukje dat GeenStijl over Job gaat schrijven en zien ook dat het gepolariseer gewoon domweg niet werkt.
Voor mij is Pieter van Vollenhoven de Nederlander van het jaar.