quote:
Dat is heel andere koek, dan ik las in mijn Volkskrant verhaal!
De gidsen van reisbureau Synthravels laten op verzoek de zon schijnen. Ze kunnen vliegen, ze zijn bedreven zwaardvechters en ze doden wolven met de blote hand. Synthravels is dan ook geen gewoon reisbureau. Het in november geopende bedrijfje organiseert rondleidingen door virtuele spelletjeswerelden, waar vliegen en zwaardvechten schering en inslag is.
Rondleidingen zijn mogelijk in 27 online games, zoals RuneScape, The Sims Online of World of Warcraft. Handig voor verontruste ouders, die willen controleren wat hun kinderen urenlang op Rune-Scape uitspoken; voor ondernemers, die horen dat hun concurrenten druk in de weer zijn met The Sims Online, maar zelf de weg in de digitale games niet kunnen vinden. En handig voor nieuwsgierige digibeten, die willen weten waarom hun medemensen helemaal weg zijn van World of Warcraft.
Niet verwonderlijk voor een agentschap in online rondleidingen houdt Synthravels kantoor op internet. Op de website van Synthravels kunnen geïnteresseerden een afspraak maken met een van de dertig gidsen, allen ervaren spelletjesspelers.
Ik kies een rondleiding door Second Life, een virtuele wereld waar zeker twintigduizend Nederlanders uren in doorbrengen. Frank Koolhaas wordt mijn gids. In real life is Koolhaas de Italiaanse Mario Gerosa (43), architect, auteur en oprichter van Synthravels. Hij speelt al anderhalf jaar in Second Life.
Op een donderdagavond spreken we om zeven uur af bij het plein Parioli in Second Life. Iets voor zevenen zet ik de computer aan, glaasje wijn en schaaltje pinda’s naast het toetsenbord. Ik download het spel, kies een bijnaam (‘Lena Legion’) en log in.
Koolhaas is te laat. Onwennig kijk ik rond in mijn nieuwe omgeving. Alles ziet er zo anders uit – inclusief ikzelf. Ik hoor klaterend water, een geluid dat ik pas na vijf minuten onhandig schuifelen kan thuisbrengen: het is een fontein. Naast de fontein staan enkele jongeren te kletsen.
‘Nieuw hier?’, vraagt een blonde, hippe meid me in het Italiaans. Euh... ik spreek geen Italiaans, en trouwens, ik weet niet eens hoe ik hier moet spreken. Ik voel me opgelaten, en heb zin om Second Life meteen weg te drukken.
Eenzelfde gebrek aan basiskennis houdt ook ouders en andere nieuwsgierigen tegen om het gamewereldje op eigen houtje te verkennen. Wie niet gewend is zich met pijltjes voort te bewegen, onderwijl typend te praten en met leestekens te knipogen of te lachen, houdt het in de virtuele spelletjes snel voor bekeken.
Gelukkig komt gids Frank Koolhaas – letterlijk – uit de lucht gevallen. Met zijn zwarte pak en hoed en zijn gele, fonkelende schoenen ziet hij er patent uit. ‘Hallo’, verschijnt in kadertje onderaan het scherm. ‘Welkom in Second Life.’
Koolhaas troont me mee naar de volgens hem mooiste delen van Second Life. We beginnen in het Convention Center Coliseum, een aula vol rode stoeltjes met uitzicht op het Romeinse Colosseum. ‘Hier worden conferenties gehouden’, zegt Koolhaas. ‘Door echte professoren, maar iedereen kan komen luisteren.’
Ik ben nog niet van mijn verbazing bekomen, als we naar de volgende bestemming gaan: het virtuele hoofdkantoor van persbureau Reuters. ‘Reuters maakt in Second Life een krant met nieuws over Second Life’, legt Koolhaas uit.
In spoedtempo sleept hij me daarna mee naar het nagebouwde Amsterdam, naar een designwinkel en naar de sprookjesachtige tuin Svarga, waar we in een kabelbaantje boven palmbomen en paleizen zweven.
Onderweg vertelt Koolhaas me over de omgangsvormen en gebruiken in Second Life. Zo groet je iedereen die je tegenkomt. En ja, natuurlijk, ook in de virtuele wereld heeft niet iedereen even goede bedoelingen. Is dat het geval, dan worden zulke mensen tijdelijk of voorgoed uit een deel of uit heel Second Life verbannen.
Dat klinkt geruststellend. Maar even later stappen we een virtuele pub in virtueel Dublin binnen, waar een vijftal mensen staat te dansen. Ik wil ook wel dansen, maar dan moet ik eerst dansbewegingen kopen, zegt Koolhaas. ‘Klik op mijn achterwerk als je wilt dansen’, zegt een van de dansers jolig. En een ander: ‘Klik op mijn reet.’
Koolhaas leidt me snel naar de volgende plek: het Yahoo-eiland, waar een grote boom staat die volhangt met foto’s van Second Life-bewoners. ‘Kijk eens omhoog. Mooi hè’, zegt Koolhaas. De gids vergeet even dat ik nog helemaal niet omhoog kán kijken. ‘Eerst druk je op view en dan op camera controls’, zegt hij behulpzaam.
Die hulp is misschien wel nog belangrijker dan de rondleiding zelf. Dankzij Koolhaas leer ik in één uur allerlei basistechnieken, die ik in mijn eentje nooit zou ontdekken. Gaan we in Second Life van de ene naar de andere plek, dan legt Koolhaas uit hoe ik me moet teleporten. Wordt het donker, dan laat hij zien hoe je de zon kunt laten schijnen. En stijgt hij opeens op, dan ontdek ik dat je in Second Life kunt vliegen en buitel ik even later ook door de lucht.
Na de rondleiding ben ik klaar om de spelletjeswereld zelf verder te verkennen. Als het uur voorbij is en Koolhaas me alleen achterlaat in Second Life, besluit ik terug te gaan naar het Yahoo-eiland. Ik kom per ongeluk op een heel andere plek terecht: de Escort Yellow Pages. Op een dansvloer staan enkele dames in pikante lingerie bij een aantal palen. Waarschijnlijk zullen ze gaan dansen als ik enkele Linden dollars (de munteenheid in Second Life) betaal.
Nou, dit heeft Koolhaas mooi verborgen gehouden. Maar een gids in het echte Amsterdam of het echte Dublin doet het niet anders: hij laat de mooiste monumenten en paleizen zien en loopt met een boogje om de achterbuurten.
Copyright: de Volkskrant