Gemeenten bang voor woonwagenbewonersvan onze redactie binnenland KAATSHEUVEL - In 72 gemeenten in Nederland zijn woonwagencentra nog steeds ‘vrijplaatsen’ waar sprake is van ernstige geweldsdreiging. Twintig procent van deze gemeenten oefenen geen enkele controle in de centra uit, meestal omdat bestuurders daarvoor te bang zijn.
Dat blijkt uit een onderzoek van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Eric Beerens van VROM presenteerde deze cijfers gisteren tijdens een congres over woonwagenbeleid in Kaatsheuvel.
Een woonwagen wordt een ‘vrijplaats’ als het een broeiplaats is van criminele activiteiten.
VROM ondervroeg 471 gemeenten over de hun relatie met woonwagenbewoners en het beleid dat zij ontwikkelen. In de helft van de 72 gemeenten die aangaven nog vrijplaatsen te hebben, is geweldsdreiging een serieus probleem maar probeert de gemeente wel aan rechtshandhaving te doen. Slechts twintig procent van de 72 gemeenten probeert de vrijplaatsen structureel aan te pakken door samen met sociale diensten en politie een integraal beleid te ontwikkelen. ,,Erg weinig’’, vindt Beerens dat, vooral omdat uit het onderzoek blijkt dat het vaak angst is die bestuurders tegenhoudt om criminaliteit tegen te gaan en te controleren of bijvoorbeeld kinderen uit de kampen wonen wel voldoen aan de leerplicht.
Volgens Beerens is er sprake van slap bestuur als handhaving in woonwagenkampen uit angst achterwege blijft. ,,Handhavers en beleidsmakers moeten hun werk kunnen en durven doen. Zoniet, dan ontbreekt het bestuurders aan competenties.’’
Bovendien snakken veel woonwagenbewoners volgens hem naar een ‘gewone’ omgang met de gemeente. ,,Die angstige houding creëert een beeld van deze mensen waar ze helemaal niet blij mee zijn. Ze willen vaak niets liever dan gewoon contact.’’
Oud-staatssecretaris van VROM, Dick Tommel, zei desgevraagd ook het schrikbarend te vinden dat twintig procent van de gemeenten geen controle op vrijplaatsen uitoefent. ,,Zo verworden die woonwagenkampen niet alleen tot criminele broeinesten maar worden kinderen en zwakkeren onvoldoende zorg geboden. Terwijl dat tot de kern van de gemeentelijke verantwoordelijkheid hoort.’’
Dat bestuurders bang zijn, komt volgens Beerens niet uit de lucht vallen. ,,Er zijn ook geweldsincidenten.’’ Gisteren berichtte deze krant al dat de gemeente Den Haag van haar 300 standplaatsen nog 100.000 euro aan huurschuld heeft openstaan. Door de harde aanpak van de gemeente is dat al 350.000 euro minder dan twee jaar geleden. ,,Maar als we mensen op de centra afsturen om die huren te innen, is dat meestal met een cordon ME’ers’’, vulde Henk Jagersma van woningbouwvereniging Staedion in Den Haag gisteren aan.
Sjaak Khonraad van de Universiteit Utrecht hield de gemeenteambtenaren gisteren ook een kritisch geluid voor. Volgens Khonraad problematiseren gemeenten de situatie in de centra zonder dat ze precies weten waarover ze spreken. ,,U begint beleid te ontwikkelen zonder dat u ooit een boek over deze mensen hebt gelezen. Dat heeft een averechts effect.’’ Wat Khonraad betreft moet de gemeente op een gewone manier met woonwagenbewoners leren omgaan. ,,Adequaat beleid is wat mij betreft gebaseerd op vertrouwen en respect voor woonwagenbewoners. U moet hen inschakelen bij beleidsontwikkeling.’’