Focus76 | zaterdag 16 september 2006 @ 17:40 |
(Novum/AP) - Paus Benedictus VXI betreurt het ten zeerste dat moslims zich beledigd voelen door een deel van zijn uitspraken over de islam. Dat heeft het Vaticaan zaterdag gezegd. De paus respecteert gelovige moslims 'die de ene God eren', aldus het Vaticaan.
ALs hij nu eerst eens na gaat denken die mafkees. Deze conservative paus gaat nog een groot probleem vormen voor het vaticaan met dit soort uitspraken |
Bron | zaterdag 16 september 2006 @ 17:41 |
Laat hem toch lekker zeggen wat hij wil. Moslims trekken zich alles gelijk persoonlijk aan. |
teamlead | zaterdag 16 september 2006 @ 18:26 |
het citaat waar men nu zo pissig over is, is volslagen uit zijn context getrokken. Als de boze moslims nu eens de moeite zouden nemen om de hele speech te lezen, zou zijne Heiligheid zich nu niet in allerlei bochten hoeven te wringen |
wonko | zaterdag 16 september 2006 @ 18:31 |
quote:Op zaterdag 16 september 2006 17:40 schreef Focus76 het volgende:(Novum/AP) - Paus Benedictus VXI betreurt het ten zeerste dat moslims zich beledigd voelen door een deel van zijn uitspraken over de islam. Dat heeft het Vaticaan zaterdag gezegd. De paus respecteert gelovige moslims 'die de ene God eren', aldus het Vaticaan. ALs hij nu eerst eens na gaat denken die mafkees. Deze conservative paus gaat nog een groot probleem vormen voor het vaticaan met dit soort uitspraken Het was een citaat. En wat dacht je van de moslims die het oplezen van een citaat zien als reden om gelijk maar op te roepen tot moord...dat is geen probleem? |
Pracissor | zaterdag 16 september 2006 @ 18:32 |
Ik als Protestant vind het onzin dat hij wordt aangevallen op hetgeen wat hij zei. Hij citeerde alleen wat personen uit het verleden in de context van de relaties tussen het christendom en andere religies. Dat die moslims nu opeens overal opduiken om te gaan rellen doet het beeld van de islam geen goed. |
Pracissor | zaterdag 16 september 2006 @ 18:37 |
quote:Op de Westelijke Jordaanoever gooiden onbekenden brandbommen naar twee kerken uit woede op de paus die in zijn speech een relatie legde tussen de islam en geweld. Er vielen geen gewonden. 'Verklaring van paus onvoldoende' |
Diederik_Duck | zaterdag 16 september 2006 @ 18:48 |
quote:Op zaterdag 16 september 2006 18:26 schreef teamlead het volgende:het citaat waar men nu zo pissig over is, is volslagen uit zijn context getrokken. Als de boze moslims nu eens de moeite zouden nemen om de hele speech te lezen, zou zijne Heiligheid zich nu niet in allerlei bochten hoeven te wringen |
Dr_Jack | zaterdag 16 september 2006 @ 18:48 |
Het is ook zo reëel om je als radicale moslim op te winden over een middeleeuws, uit de contextgerukt citaat dat een link legt tussen de Islam en geweld en daarop met geweld reageren. En dan ook nog orthodoxe kerken bestoken, terwijl de paus de leider van de Katholieken is. Ach ja, weten zij beter...
Gelukkig verlaagt het Westen zich niet tot dit barbaarse niveau van een gemiddeld primaat door moskeeën in de fik te steken als fundi's de holocaust ontkennen.
[ Bericht 1% gewijzigd door Dr_Jack op 16-09-2006 23:33:05 ] |
Megumi | zaterdag 16 september 2006 @ 18:56 |
quote:Op zaterdag 16 september 2006 18:26 schreef teamlead het volgende:het citaat waar men nu zo pissig over is, is volslagen uit zijn context getrokken. Als de boze moslims nu eens de moeite zouden nemen om de hele speech te lezen, zou zijne Heiligheid zich nu niet in allerlei bochten hoeven te wringen |
Megumi | zaterdag 16 september 2006 @ 18:57 |
Er is trouwens vrijheid van meningsuiting. Wordt het niet eens tijd dat mensen dat respecteren. |
Snoesje_Rules | zaterdag 16 september 2006 @ 19:00 |
Ik word een beetje moe van die moslims, als een niet moslim ook maar wat uit wat op kritiek lijkt betreffende Islam geloof staan die jurken op hun achterpoten moord en doodslag te schreeuwen. Andersom mogen hun zeggen wat ze willen, dus wat nou Islam is vrede? Zover ik weet overal waar haar het Islam geloof heerst is wel stront aan de knikker. |
VonHinten | zaterdag 16 september 2006 @ 21:53 |
quote:Op zaterdag 16 september 2006 18:26 schreef teamlead het volgende:het citaat waar men nu zo pissig over is, is volslagen uit zijn context getrokken. Als de boze moslims nu eens de moeite zouden nemen om de hele speech te lezen, zou zijne Heiligheid zich nu niet in allerlei bochten hoeven te wringen Wat hij zegt. Volslagen onnodig dit. Stonden vandaag weer een paar mooie foto's van protesterende moslims in de Trouw.
Nog even en we krijgen weer vlag+benzine taferelen. |
problematiQue | zaterdag 16 september 2006 @ 22:24 |
is het niet prachtig dat ze dan op zo'n (overigens uit de context getrokken) uitspraak op deze manier reageren.  |
Balthar | zondag 17 september 2006 @ 09:06 |
De Paus gebruikt een citaat waarin hij de link legt tussen de Islam en geweld.
Vervolgens wordt er vanuit de Islamitische wereld gereageerd met bedreigingen en zelfs een oproep om de paus te doden.
Ergo: de Paus heeft gelijk. |
-Wolf- | zondag 17 september 2006 @ 09:08 |
Ik ben Moslims zat. |
Forno | zondag 17 september 2006 @ 10:23 |
Het is gewoon een provocatie, hoe waar of onwaar de uitspraak van Sinterklaas ook is.
Het gepiep over de reactie van 'de' moslims is niet geheel terecht. Het zijn niet meer dan een aantal moslims die protesteren. Slechts een klein deel van de mensen in het Midden-Oosten is fanatiek en een enkeling extreem. De meeste moslims zal het een worst wezen wat de paus verkondigd, net zoals veel Europeanen de paus niet serieus meer nemen.
Het is een item waar de media van smult. Nieuws dat nieuws genereert zonder excessief de stok te moeten roeren in het vuur. Maar is het werkelijk nieuws? Volgens mij gebeurt dit al eeuwen, soms wat heftiger met wat oorlogjes erbij. |
Bron | zondag 17 september 2006 @ 11:21 |
He Focus heb je zelf ook nog een mening, of wilde je alleen maar zeggen dat de mensen weer stout zijn tegen de moslims. |
onemangang | zondag 17 september 2006 @ 11:23 |
Ik vraag me af in hoeverre westerse media dergelijk nieuws ook niet zelf 'maakt'. Ik kan me voorstellen dat allerlei journalisten werkelijk op zoek gingen naar 'boze moslims'. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat de gemiddelde moslim niet wakker ligt van deze uitspraak. Immers, zij weten ook wel dat er eeuwen spanningen zijn geweest en nog steeds zijn tussen moslims en christenen. |
Strolie75 | zondag 17 september 2006 @ 11:25 |
De paus heeft gelijk. |
Bron | zondag 17 september 2006 @ 11:27 |
quote:Op zondag 17 september 2006 11:23 schreef onemangang het volgende:Ik vraag me af in hoeverre westerse media dergelijk nieuws ook niet zelf 'maakt'. Ik kan me voorstellen dat allerlei journalisten werkelijk op zoek gingen naar 'boze moslims'. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat de gemiddelde moslim niet wakker ligt van deze uitspraak. Immers, zij weten ook wel dat er eeuwen spanningen zijn geweest en nog steeds zijn tussen moslims en christenen. Daar zit zeker wat in. Misschien ligt daar weer aan ten grondslag dat het westen er best op kickt als er weer wat wordt geschreven over boze moslims. |
latexpiepbeestje | zondag 17 september 2006 @ 18:01 |
Nou kan ik me voorstellen dat christenen ook kwaad zouden worden als een islamitisch hoofd zich negatief zou uitlaten over het christdom. Verschil is alleen dat de christenen het met praten oplossen en niet met geweld. De paus probeerde dat ook te zeggen, maar bracht het alleen een beetje ongelukkig. |
-Wolf- | zondag 17 september 2006 @ 18:11 |
het zal wel door het warme weer komen dat ze daar altijd zo oververhit reageren. |
Pedroso | zondag 17 september 2006 @ 18:16 |
Niet dat ik de paus serieus neem (mannen in jurken neem ik nooit serieus) maar er wordt maar weer is aangetoond dat de Islam gewoon een achterlijk geloof is (achterlijk in de zin van eeuwen achter lopen). Een paar baardmannen die zichzelf Allah voelen (Imams heet zoiets geloof ik) hitsen de boel weer flink op en het klootjesvlok loopt er weer blindelings achteraan en schreeuwen weer moord en brand. Het wordt tijd dat de gematigde moslims (die de meerderheid vormen, zeker in het westen) eens een duidelijk standpunt innemen en zich uitspreken tegen dat soort idioten. |
#ANONIEM | dinsdag 19 september 2006 @ 00:52 |
quote:Op zondag 17 september 2006 18:16 schreef Pedroso het volgende:Niet dat ik de paus serieus neem (mannen in jurken neem ik nooit serieus) maar er wordt maar weer is aangetoond dat de Islam gewoon een achterlijk geloof is (achterlijk in de zin van eeuwen achter lopen). Een paar baardmannen die zichzelf Allah voelen (Imams heet zoiets geloof ik) hitsen de boel weer flink op en het klootjesvlok loopt er weer blindelings achteraan en schreeuwen weer moord en brand. Het wordt tijd dat de gematigde moslims (die de meerderheid vormen, zeker in het westen) eens een duidelijk standpunt innemen en zich uitspreken tegen dat soort idioten. Ik neem de paus wel serieus, of hij nu een jurk, spijkerbroek, sari, of badpak aan heeft, al dan niet met staf en/of mijter. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik het met al z'n uitspraken eens ben. Integendeel, maar dat wordt teveel om op te noemen in 1 topic. Ook wil ik de Islam niet per definitie een achterlijk geloof noemen, want dat zou wel een erg kromme redenatie zijn, want Allah is toch ook God
Wat mij wel bang maakt is inderdaad de groep radicale Moslims, die alle media in de gaten houden om maar zoveel mogelijk te kunnen rellen en doodsbedreigingen uiten in naam van diezelfde Allah (speuren naar mogelijkheden om maar te kunnen bakkelijen in naam van God). Dat vind ik oprecht eng!
Kortom... De citaat van Benedictus verdiende geen schoonheidsprijs, maar hij heeft zijn excuses aangeboden. Waarom aanvaarden ze dat nu niet en (nog veel erger) wordt er zelfs gesproken over een aanslag op de Paus |
teamlead | dinsdag 19 september 2006 @ 08:27 |
De hele toespraak:quote:Het is voor mij een bewegend moment om nog eens aan de katheder van de universiteit te staan en nog eens een voorlezing te kunnen houden. Mijn gedachten gaan daarbij terug naar de tijd, dat ik, na een mooie periode aan de hogeschool van Freising, academisch leraar werd aan de universiteit van Bonn. Dat was in 1959, in de tijd van de oude ordinarium-universiteit. Voor de schaarse leerstoelen stonden geen assistenten of schrijfkrachten ter beschikking, maar er was wel een zeer nauw contact met de studenten en met de professoren onder elkaar. Men trof elkaar in de docentenruimtes voor en na de lezingen. De contacten tussen de historici, de filosofen, de filologen en natuurlijk ook de theologen uit de twee fakulteiten waren zeer levendig. Elk semester was er een Dies academicus, een dag waarop de professoren van alle fakulteiten zich aan de studenten voorstelden, waarbij een werkelijk beleven van Universitas mogelijk werd: namelijk, dat wij in al onze specialisaties, die ons vaak sprakeloos maakten voor elkaar, een geheel opbouwden, en dat wij werkten aan het geheel van kennis in al zijn dimensies, en dat we op die wijze een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hadden voor het juist hanteren van kennis. Dat werd voelbaar. Die universiteit was trots op haar twee theologische fakulteiten. Het was duidelijk dat ook zij hun bijdrage leverden tot het werk dat tot het geheel van de Universitas scientarium behoort, door zich vragen te stellen rond de rede van het geloof. Zij zetten zich in om bij te dragen tot deze gezamelijke kennis, ook al deelden niet allen het geloof. Dit samenhangend geheel in de kosmos van de kennis werd ook niet verstoord, als al eens duidelijk werd, dat een collega stelde, dat aan onze universiteit iets merkwaardigs voorkwam: twee fakulteiten die zich met iets bezig hielden, dat helemaal niet bestaat, met god. In het geheel van de universiteit was het onomstreden, dat in tegenstelling tot zulke radicale scepsis het nodig en verstandig was, om met rede god te bevragen en dit in het geheel van de overlevering van het christelijk geloof. Dit alles kwam weer in me op, als ik een deel van de dialoog tussen de geleerde Byzantijnse keizer Manuel II Palaelogos en een geleerde inwoner van Perzië in 1391 in een winterkamp bij Ankara las. Deze dialoog werd rond christendom, Islam en hun beide waarheden gevoerd. Professor Theodore Khoury (Münster) heeft deze dialoog heruitgegeven. De keizer had de dialoog neergeschreven tijdens de belegering van Constantinopel tussen 1394 en 1402. Daaruit kan men dan ook verstaat dat zijn woorden ruimer genoteerd zijn dan de antwoorden van de man uit Perzië. De dialoog omslaat het geheel van de bijbel en de koran en draait vooral rond het godsbeeld en het mensenbeeld, maar ook steeds opnieuw noodzakelijkerwijze rond de verhouding der "drie wetten": Oud Testament, Nieuw Testament en Koran. In deze lezing wil ik slechts één punt - in de opbouw van de dialoog eerder marginaal - behandelen, dat mij in de samenhang van geloof en kennis fascineerde en dat een uitgangspunt betekent voor mijn uiteenzettingen rond dat thema. In de door professor Khoury heruitgegeven zevende gespreksronde komt de keizer op het thema van de Djihad (heilige oorlog). De keizer wist zeker dat in het koranvers 2, 256 staat: geen geweld inzake geloofsvragen. Het gaat om één van de vroege koranverzen uit de tijd, dat Mohammed nog machteloos en bedreigd was. Maar de keizer kende ook de later in de koran neergeschrevenen bepalingen van een heilige oorlog. Zonder zich in te laten met alle details zoals de verschillende behandeling van "schriftbezitters" en "ongelovingen", wendt hij zich op verbazend scherpe wijze tot zijn gesprekspartner met de centrale vraag naar de relatie tussen religie en geweld. Hij zegt: "Toon me toch wat Mohammed nieuw gebracht heeft; je zal enkel maar slechte en inhumane dingen vinden zoals zijn voorschrift om het geloof, dat hij predikte, met het zwaard te verspreiden." De keizer fundeert dan zijn mening grondig, waarom geloofsverspreiding met geweld zinloos is. Dat staat in tegenstelling tot het wezen van god en het wezen van de ziel. "God heeft geen behagen aan bloed, en onredelijk handelen gaat in tegen het wezen van god. Het geloof is de vrucht van de ziel, niet van het lichaam. Wie iemand tot het geloof wil brengen, heeft de bekwaamheid tot goed reden en goed denken nodig, maar geen geweld of bedreiging... Om een verstandige ziel te overtuigen, heeft men geen arm, geen werktuig noch enig ander middel nodig, waarmee men iemand met de dood bedreigt." De beslissende stelling in deze argumentatie tegen bekering met geweld luidt: onredelijk handelen is tegengesteld aan het wezen van God. De uitgever Theodore Khoury commentarieert daartoe: voor de Byzantijnse keizer, die in de Griekse filosofie opgegroeid is, is deze stelling evident. Voor de moslimleer is god echter absoluut transcendent. Zijn wil is niet gebonden aan onze categorieën. Ook al gaat het om redelijkheid. Khoury citeert daartoe een werk van de Franse islamoloog R. Arnaldez, die daarop wijst dat Ibn Hazn zo ver gaat te verklaren, dat god zich ook niet aan zijn eigen woord hoeft te houden en dat niets hem dwingt ons de waarheid te openbaren. Indien hij erop staat, moet de mens ook idolatrie [= afgoderij] bedrijven. Hier doet zich een tweesprong voor in het verstaan van god en zo in de concrete verwerkelijking van religie, wat ons tegenwoordig zeer duidelijk uitdaagt. Is het enkel een Grieks denken, dat onredelijk handelen tegen het wezen van god ingaat, of telt dit altijd? Ik denk dat hier de diepe overeenstemming zichtbaar wordt tussen wat op zijn best Grieks is en het op de bijbel gefundeerde geloof in god. Zich refererend op het eerste vers van de Genesis heeft Johannes de proloog van zijn evangelie geopend met: in het begin was de logos. Dit is precies het woord dat de keizer gebruikt: god handelt met logos. Logos is kennis en woord tegelijk, een kennis die scheppend werkt en zich kan openbaren, maar enkel als rede. Johannes heeft ons daarmee het afsluitende woord van het bijbelse godsbegrip gegeven, waarmee alle vaak moeilijke en kronkelende wegen van het bijbelse geloof hun doel bereiken en hun synthese vinden. In het begin was er de logos en de logos is god, zo zegt ons de evangelist. Dit samengaan van de bijbelse boodschap en het Griekse denken was geen toeval. Het visioen van de heilige Paulus, voor wie de wegen in Azië niet toegestaan werden en die vervolgens in het gezicht van een Macedoniër keek en hem zag spreken: Steek over en kom ons te hulp (Handelingen 16, 6-10). Dit visioen kan als een verdichting van het innige en noodzakelijke naar-elkaar-toe-bewegen beschouwd worden tussen het bijbelse geloof en de Grieks vraagstelling. Maar dit tot-elkaar-komen was reeds lang bezig. Zo is de geheimnisvolle godsnaam uit de brandende doornstruik. naam die deze god uit de zovele goden met vele namen profileert en over hem eenvoudigweg het zijn aangeeft, de bestrijding van de mythe, die in analogie staat met het Socratische verzoek de mythe te overwinnen en te overstijgen. Het aan de doornstruik begonnen proces komt in het innere van het Oude Testament tot een nieuwe rijpheid gedurende de verbanning, waar de nu landloos en eredienstloos geworden god van Israel zich als de god van hemel en aarde verkondigt en zich met een eenvoudige, het doornstruik-woord verderleidende formule voorstelt: "Ik ben het". Met dit nieuwe erkennen van god gaat een soort verlichting hand in hand, die zich in de spot over de goden drastisch uitdrukt, goden die slechts het resultaat zijn van het handwerk van mensen (vgl. Psalm 115). Zo komt het bijbelse geloof in de Hellenistische tijd het beste van het Griekse denken van binnen uit tegemoet, in schril contrast met de tegenstelling van de Hellenistische heersers, die de aanpassing aan de Griekse levenswijze en hun godenverering wilden afdwingen. Dit tegemoetkomen brengt een wederzijdse contactname met zich, die zich dan bijzonder in de latere wijsheidsliteratuur voltrokken heeft. Heden weten we dat de in Alexandrië ontstane Griekse vertaling van het Oude Testament - de Septuaginta - meer dan een eenvoudige (wellicht weinig positief te beoordelen) vertaling van Hebreeuwse teksten is, namelijk een zelfstandig tekstgetuigenis en een eigen belangrijke stap van de openbaringsgeschiedenis, waarbij deze ontmoeting zich op een wijze gerealiseerd heeft, die voor het ontstaan van het christendom en de verspreiding ervan zeer betekenisvol was. Allerbelangrijkst gaat het om de ontmoeting van geloof en kennis, van terechte verlichting en religie. Manuel II had werkelijk vanuit het innere wezen van het geloof en tegelijk vanuit het wezen van het Hellenistische kunnen zeggen. "Niet met logos handelen is in strijd met god." Hier moet eerlijkheidshalve aan toegevoegd worden, dat zich in de late Middeleeuwen tendensen van de theologie ontwikkelden, die deze synthese van het christelijke en het Griekse opblazen. Tegengesteld aan het zogenaamde Augustijnse em Thomistische intellectualisme begint bij Duns Scotus een stelling van voluntarisme, die uiteindelijk daarheen voerde, te zeggen dat wij van god alleen zijn Voluntas ordinata kennen. Aan de andere kant is er de vrijheid van god, krachtens dewelke hij ook het tegenvergestelde van wat hij gedaan heeft, had kunnen maken en doen. Hier tekenen zich stellingen af, die nauw tot deze van Ibn Hazn kunnen komen en die op het beeld van de willekeur van god zouden kunnen uitlopen, een god die niet aan de waarheid en het goede gebonden is. De transcendentie en de andersheid van god worden zozeer overstegen, dat ook ons verstand, onze zin voor het ware en het goede geen echte spiegel van god meer is, wiens onpijlbare mogelijkheden achter zijn daadwerkelijke beslissingen voor ons eeuwig ontoegankelijk en verborgen blijven. Daartegenover heeft het kerkelijk geloof steeds daaraan vastgehouden, dat er tussen god en ons, tussen zijn eeuwige scheppingsgeest en onze gerealiseerd kennis een werkelijke analogie bestaat, waarin weliswaar de ongelijkheid veel groter is dan de gelijkheden, maar waarbij deze analogie en haar taal niet opgeheven wordt (vgl. Lat IV). God wordt niet goddelijker door hem in een rein en ondoorzichtelijk voluntarime te verzetten, maar de waarachtige god is de god die zich als logos toont, en als logos liefdevol voor ons gehandeld heeft en handelt. Waarlijk, de liefde "overstijgt" de kennis en is in staat meer waar te nemen dan het eenvoudige denken (Ef 3,19). De liefde is en blijft de liefde van de godslogos, waardoor christelijke godsdienst... bestaat, godsdienst die in overeenstemming is met het eeuwige woord en met onze kennis (vgl. Rom 12,1). Het hier aangegeven innere naar-elkaar-bewegen, dat zich tussen het bijbelse geloof en de Giekse filosofische vraagstelling voltrokken heeft, is een niet alleen religieus-geschiedkundig, maar ook een wereldgeschiedkundig beslissend gebeuren, dat ons ook heden een verplichting oplegt. Wanneer men deze ontmoeting in ogen schouwt, is het niet verwonderlijk dat het christendom ondanks zijn oorsprong en belangrijke ontwikkeling in het Oosten uiteindelijk zijn geschiedkundige doorslaggevende vormgeving in Europa gevonden heeft. We kunnen het ook omgekeerd zeggen: deze ontmoeting, waarbij nog de erfenis uit de Romeinse tijd toekomt, heeft Europa geschapen en blijft het fundament van wat men terecht Europa kan noemen. Tegengesteld aan de thesis, dat de gereinigde Griekse erfenis wezenlijk tot het christelijk geloof behoort, is de vordering naar onthellenisering van het christendom, die sinds het begin van de Nieuwe Tijd toenemend het theologisch strijden beheerst. Wanneer men nader toeziet, kan men drie golven van het onthelleniseringsprogramma waarnemen, die weliswaar met elkaar verbonden zijn, maar toch duidelijk van elkaar gescheiden zijn in hun motiveringen en doelen. De onthellenisering vertoont een band met vooreerst het basisverlangen der reformatie uit de 16de eeuw. De reformatoren stelden zich, met het oog op de traditie van de theologische school, achter een volledig door de filosofie bestemde systematisering van het geloof, een - laten we zeggen - vreemde bestemming van het geloof door een niet uit haar komend denken. Het geloof leek daarbij niet meer een levendig geschiedkundig woord, maar werd ingemetseld in een filosofisch systeem. De Scola Scriptura zoek daar tegenover de reine oergestalte van het geloof, zoals het geloof in het bijbelse woord oorspronkelijk was. Metafysica doet zich voor als een bestemming van elders uit, van waaruit men het geloof moet bevrijden, zodat het weer volledig zichzelf kan zijn. Kant heeft vanuit een door de reformatoren niet voorziene radicaliteit vanuit dit programma[=onthellenisering] gehandeld, toen hij zei dat hij het denken terzijde moest leggen om plaats te maken voor het geloof. Hij heeft daarbij het geloof uitsluitend in het praktische verstand verankerd en het de toegang tot het geheel van de werkelijkheid ontzegd. De liberale theologie van de 19de en 20ste eeuw bracht een nieuwe golf in het programma van de onthellenisering met zich, waarvoor Adolf von Harnack als eminente representant geldt. In de tijd wanneer ik nog studeerde, alsook in de vroege jaren van mijn academisch werk was dit programma ook in de katholieke theologie krachtig bezig. Pascals onderscheid tussen de god van de filosofen en de god van Abraham, Isaak en Jacob diende daarvoor als uitgangspunt. In mijn aantredingslezing aan de universiteit van Bonn in 1959 heb ik me aan een discussie daarover gewaagd. Dit alles wil ik hier niet opnieuw aanhalen. Wel zou ik in het kort willen proberen het verschilmakend nieuwe van de tweede onthelleniseringsgolf tegenover de eerste te belichten. De kerngedachte bij Harnack was een terugkeer naar de eenvoudige mens Jesus en tot zijn eenvoudige boodschap, die alle theologiseringen en helleniseringen voorafgaat: deze eenvoudige boodschap zou de werkelijke hoogte van de religieuse ontwikkeling der mensheid voorstellen. Jesus zou de eredienst ten gunste van de moraal terzijde geschoven hebben. Hij wordt als de vader van een mensvriendelijke morele boodschap voorgesteld. Daarbij gaat het in de grond van de zaak daarom, het christendom weer in overeenstemming te brengen met de moderne kennis, jazelfs waarbij men het christendom van schijnbaar filosofische en theologische elementen zoals het geloof in de godheid Christus en in de Drievuldigheid zou bevrijden. Aldus ordent de historisch-kritische uitlegging van het Nieuwe Testament de theologie vernieuwd in de kosmos van de universiteit: theologie is voor Harnack wezenlijk historisch en zo streng wetenschappelijk. Wat zij op de weg der kritiek over Jesus vaststelt, is - laten we zeggen - de uiting van de praktische kennis en daardoor ook in het geheel van de universiteit verdedigbaar. In de achtergrond staat de zelfindijking van de kennis uit de Nieuwe Tijd, zoals ze in Kants kritische werken de klassieke uitweg gevonden heeft, intussen echter door het natuurwetenschappelijk denken verder geradikaliseerd is. Deze moderne opvatting van kennis baseert op een door technisch succes bevestigde synthese tussen platonisme (cartesianisme) en empirisme, om het in het kort te zeggen. Aan de ene zijde wordt de mathematische structuur van de materie, laten we zeggen haar innerlijke rationaliteit, vooropgesteld, die het mogelijk maakt haar in haar werkvorm te verstaan en te gebruiken. Dit grondprincipe is - laten we zeggen - het platonische element in het moderne verstaan van de natuur. Aan de andere zijde gaat het om de functioneerbaarheid van de natuur voor onze doelen, waarbij de mogelijkheid tot verifiëren en falsificeren in experimenten de beslissende zekerheid levert. Het gewicht tussen beide polen kan naar beide zijden balanceren. Een zo zeer streng positivistisch denker als J. Monod had zich als overtuigd platoniker, respectievelijk als cartesianer bestempeld. Dit brengt twee voor onze vraag beslissende grondorienteringen met zich. Enkel de in het samenspel van mathematiek en empirie ontstane vorm van zekerheid laat toe van wetenschappelijkheid te praten. Wat wetenschappelijk wil zijn, moet aan deze maatstaf voldoen. Zo proberen dan ook de wetenschappen die zich over menselijke dingen buigen zoals geschiedenis, psychologie, sociologie en filosofie het kanon van de wetenschappelijkheid te benaderen. Belangrijk voor onze overwegingen is ook dat die methode op zich de godsvraag uitsluit en ze als onwetenschappelijk of voorwetenschappelijk beschouwt. Daardoor staan we voor een verkorting van de radius van wetenschap en kennis, wat in vraag gesteld moet worden. Daarop zullen we terugkomen. Ondertussen blijft vast te stellen, dat bij een verzoek vanuit deze stelling om theologie "wetenschappelijk" te houden, van het christendom slechts een armzalig fragmentje overblijft. Maar we moeten meer zeggen: de mens zelf wordt daarbij ingedijkt. Want de eigenlijke menselijke vragen, die naar ons waarvandaan en waarheen, de vragen van religie en ethos kunnen niet in het raam van de gemeenschappelijke, de "wetenschappelijke" kennis geplaatst worden, en moeten naar het subjectieve verschoven worden. Het subject bepaalt met zijn ervaringen wat voor haar religieus draagbaar is, en dat subjectieve "geweten" wordt uiteindelijk de enige ethische instantie. Zo verliezen echter ethos en religie hun gemeenschapsvormende kracht en vervallen in willekeur. Deze toestand is gevaarlijk voor de mensheid: we zien dit aan de ons bedreigende pathologie van religie en kennis, die wel noodzakelijk moet uitbreken, daar waar de kennis zo verengd wordt, dat haar de vragen rond religie en ethos niet meer toebehoren. Wat aan etische verzoeken tot regels der evolutie of der psychologie en der sociologie overblijft, is volledig onvoldoende. Vooraleer ik tot besluiten kom, waarheen ik met dit alles heen wil, moet ik nog in het kort een derde onthelleniseringsgolf aanduiden, die tegenwoordig woedt. In het raam van de veelheid der culturen zegt men tegenwoordig graag, dat de synthese met het Griekse, die zich in de oude kerk voltrokken heeft, een eerste inculturatie was van het christelijke, waarop men andere culturen niet zomaar kan vestleggen. Ze eisen het recht op om achter deze inculturatie terug te kunnen gaan naar de oorspronkelijke boodschap van het Nieuwe Testament, om dit in hun ruimetelijkheid te kunnen reincultureren. Deze stelling is niet alleen vals, maar grof en niet nauwkeurig. Want het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven en draagt in zich de contactname met de Griekse geest, die in de voorafgaande ontwikkeling van het Oude Testament gerijpt is. Er zijn voorzeker stappen in het wordingsproces van de oude kerk, die niet in elke cultuur passen. Maar de grondbeslissingen, de egaliserende samenhang van het geloof met de menselijke zoektocht naar kennis, die behoren tot dit geloof zelf en zijn een aan het geloof passende ontplooiing. Daarmee kom ik tot het besluit. De zo even grof omschreven zelfkritiek van de moderne kennis wil helemaal niet betekenen dat men terug achter de tijd van de verlichting moet gaan en de inzichten van de moderne tijden moet verlaten. Het grootse van de moderne geestesontwikkeling wordt onverkort erkend: we zijn alle dankbaar voor de mogelijkheden die deze ontwikkeling aan de mens gegeven heeft en voor de vooruitgang die ze aan de mensheid geschonken heeft. De ethos van de wetenschappelijkheid is overigens gericht op de waarheid en alsdus de uitdrukking van de grondhouding die tot de basis van het christelijke behoort. Geen terugtrekking, geen negatieve kritiek is gemeend, maar het gaat om de uitbreiding van ons kennisbesef en gebruiksbesef. Want bij alle vreugde voor de nieuwe mogelijkheden van de mens zien we ook bedreigingen, die uit deze mogelijkheden opstijgen, en we moeten ons de vraag stellen hoe we deze meester kunnen worden. Dit kunnen we alleen wanneer kennis en geloof terug naar elkaar groeien, wanneer we de zelfingevoerde indijking van de kennis op het in het experiment falsifieerbare doen overwinnen en de kennis in haar volle wijdte weer openen. In deze zin past de theologie niet alleen als historische en humanwetenschappelijke discipline, maar als eigenlijke theologie, als vraag naar de rede van het geloof, in de universiteit en haar brede dialoog met de wetenschappen. Enkel op deze wijze komen we tot de ware dialoog der culturen en religies, wat we zo nodig hebben. In de westelijke wereld heerst nog steeds de mening dat alleen de positivistische kennis en de daartoe behorende vormen van filosofie universeel zijn. Maar de uitsluiting van het goddelijke uit de universaliteit van de kennis wordt door de diep religieuse culturen in de wereld als een vergrijp tegen hun diepe overtuigingen gezien. Een kennis die doof is voor het goddelijke en religie in subculturen verdringt, is niet in staat tot dialoog met de culturen. Daarbij draagt, zoals ik probeerde aan te tonen, de moderne wetenschappelijke kennis met haar ingebouwde platonische element een vraag in zich, die haar en haar methodische mogelijkheden overstijgt. Zijzelf moet de rationele structuur van de materie als de correspondentie tussen onze geest en de in de natuur heersende rationele structuren als gegevenheid beschouwen, waarop haar methodische weg berust. Maar de vraag waarom dit zo is, bestaat toch en moet door de natuurwetenschap verdergeleid worden naar andere niveaus en manieren van denken, aan de filosofie en de theologie. Voor de filosofie en op een andere wijze voor de theologie is het horen naar de grote ervaringen en inzichten van de religieuse tradities der mensheid, in het bijzonder van het christelijk geloof, een inzichtenbron, die bij het weigeren ervan tot verenging van ons horen en antwoorden leidt. Ik denk hierbij aan een woord van Socrates aan Phaidon. In voorafgaande gesprekken had men vele valse filosofische meningen aangeroerd en Socrates zegt: Ik versta het heel goed, wanneer iemand na zo vele valse redeneringen zijn hele leven lang alle redeneringen over het zijn haat en versmaadt. Maar op deze wijze zou hij de waarheid verliezen en daaraan schade leiden. Het westen is reeds lang door deze afwijzing van de fundamentele vragen rond de kennis bedreigd en zal daardoor enkel maar grote schade oplopen. Moed voor de wijdte van de kennis, geen afwijzing van haar grootte, dat is het programma waarmee een aan het bijbelse geloof verplichte theologie het dispuut tegenwoordig aangaat. "Niet met de rede (de logos) handelen is, is in strijd met het wezen van god," heeft Manuel II vanuit zijn christelijk beeld van god tot zijn persische gesprekspartner gezegd. In deze grote logos, in de wijdte van de kennis, nodigen we onze gesprekpartners uit tot dialoog over de culturen. De kennis steeds opnieuw vinden is de grote opgave van de universiteit bron |
UnleashMitch | dinsdag 19 september 2006 @ 08:30 |
tvp, wil de toespraak toch wel lezen maar moet nu echt weg 
Vind het sowieso wel vreemd dat iemand die de een link legt tussen de Islam en geweld, met de dood bedreigd wordt  |
Dr_Jack | dinsdag 19 september 2006 @ 15:44 |
quote:Op dinsdag 19 september 2006 08:30 schreef UnleashMitch het volgende:tvp, wil de toespraak toch wel lezen maar moet nu echt weg Vind het sowieso wel vreemd dat iemand die de een link legt tussen de Islam en geweld, met de dood bedreigd wordt  Bij de fundamentalistische moslims is het begrip contradictie nog niet ontdekt. |
Lexie | dinsdag 19 september 2006 @ 15:48 |
Het meest typerende beeld vond ik nog de Pauspop die in de fik werd gestoken, een betoger gooide er een Amerikaanse vlag bij . |
buachaille | dinsdag 19 september 2006 @ 16:04 |
quote:Op dinsdag 19 september 2006 08:30 schreef UnleashMitch het volgende:tvp, wil de toespraak toch wel lezen maar moet nu echt weg  Vind het sowieso wel vreemd dat iemand die de een link legt tussen de Islam en geweld, met de dood bedreigd wordt  Ik heb de toespraak even snel gescand Wat mij nog opvalt is het volgende: - Het Vaticaan zegt dat de paus gelovige moslims respecteert die de ene God eren. >Dit is een sluwe uitspraak, omdat het Vaticaan ook weet dat de God van het Christendom/Judaïsme een andere God is dan Allah (maangod). Ze zeggen dus met andere woorden alleen christelijke moslims te respecteren. - Hij heeft het over de geheimnisvolle godsnaam uit de brandende doornstruik. Dit is ook wel grappig. De Islam zegt dat het Christendom een polytheïstische godsdient is, vanwege God, Jezus en de Heilige Geest. Ze zien niet in dat God heeft gesproken via een brandende doornstruik (brandend vuur in Koran hoofdstuk 20:9-12) en via een mens en dat het hier één God betreft. Ondanks het niet compleet zijn van het verhaal van Mozes in de Koran denk ik dat de komst van Jezus ook in de Koran voorspeld wordt. Zie ook de symboliek met de staf van Mozes. |
schatjeeeh | dinsdag 19 september 2006 @ 16:06 |
ik ben sinds de laatste dagen een groot fan van de paus. En dat terwijl ik het daarvoor maar een stomme hypocriet vond |
mariatrepp | donderdag 21 september 2006 @ 07:56 |
De dissidente theoloog Hans Küng (78), jarenlang collega van Ratzinger, vandaag in de Volkskrant over de pausquote:'Zijn rede werd niet alleen getekend door een gemis aan zelfkritiek, maar ook door het ontbreken van fundamentele kennis van de islam. Daarvan getuigt onder an dere het feit dat hij de veroveringsoorlogen uit de begintijd van de islam als gelóófsoorlogen beschouwt. Hij had beter moeten weten. 'Afgezien van de geweldserupties in het radicaal-islamitische kamp, zijn de geschokte reacties op de uitspraken van de paus goed invoelbaar. Hij heeft de gevoeligheden in de Arabische wereld volledig miskend. En hij heeft de politieke context uit het oog verloren. Sinds de ongerechtvaardigde oorlog in Afghanistan, sinds de immorele inval in Irak, sinds de overval op Libanon heersen woede, toorn en vertwijfeling in dit deel van de wereld.
'Geen islamitisch land heeft ooit een westers land aangevallen. Dit weerhoudt de voormalige koloniale machten er echter niet van om de islamitische landen voortdurend de maat te nemen en de les te lezen. De paus had zich bewust moeten zijn van de ontzetting die dit in het Midden-Oosten bij de bevolking teweegbrengt. Er mogen best vragen aan de moslims worden gesteld, mits men zich daarbij bescheiden opstelt, en nooit uit het oog verliest dat het Westen een veel gewelddadiger verleden heeft dan de islamitische wereld. |
Iblis | donderdag 21 september 2006 @ 10:14 |
Achter deze uitspraken zit een ontzettende theologische fijnslijperij over de rol die de logos speelt binnen de Christelijke theologische traditie, namelijk dat de Christelijke God te allen tijde een redelijke God, een god van het woord, van de logos, en dat niet-redelijk handelen derhalve tegen Gods wil is (daar hebben natuurlijk genoeg christenen anders over gedacht, maar we zitten hier midden in een ontzettend cerebraal academisch praatje).
In de traditie van de Islam gaat God echter zelfs de beperkingen van rationaliteit voorbij, immers, God is almachtig en wordt aldus niet beperkt door iets, ook niet door rationaliteit. Dat is het belangrijkste punt.
Als voorbeeld wordt nu de uitspraak van Manuel II van Byzantium aangehaald, welke in het Duits nog duidelijker is afgebakend dan in het Nederlands:quote:wendet er sich in erstaunlich schroffer, uns überraschend schroffer Form Gesprächspartner.richt hij zich op een verrassend bruuske, een voor ons verbazend bruuske manier En dan wordt het punt van gedwongen bekering aangeroerd. Christenen en Moslims zijn er sterk in vol te houden dat dit voor hun respectievelijke religies nooit gegolden heeft, maar in beide gevallen zijn er sterke aanwijzingen, voor de Christenen in Zuid-Amerika, voor de Moslims in het Midden-Oosten, en bijvoorbeeld in Andalusie.
De reacties van veel Moslims vind ik echter nog verbazingwekkender dan die van de Paus, met name b.v. in Somalië, waarin sjeik Abubukar Hasan Malin zegt:quote:We urge you Muslims wherever you are to hunt down the Pope for his barbaric statements as you have pursued Salman Rushdie, the enemy of Allah who offended our religion. Whoever offends our Prophet Mohammed should be killed on the spot by the nearest Muslim. We call on all Islamic Communities across the world to take revenge on the baseless critic called the pope. Toch wel een erg wrange manier om je gelijk te krijgen. |
mariatrepp | donderdag 21 september 2006 @ 12:25 |
Als we de vraag zo formuleren: wie is erger, de Paus of de militante moslim-gekken, dan is het antwoord vanzelfsprekend. Maar ik denk andersom: de Paus maakt impliciet en expliciet aanspraak op het feit dat het Christendom ( en/of de Westerse cultuur) superieur is. Of dit is niet waar, dan is het een lege provocatie, of er zit een stukje waarheid in, dan is een reden van de hoge ontwikkeling in het Westen het vermogen tot zelfreflectie. Bij de spelregels van onze beschaving, die iets waard zijn, hoort bijvoorbeeld dat je nooit de ander aanvalt, zonder ook je eigen zwakte toe te geven: In de bijbel staat toch iets over de balk in de oog van de ander, of zoiets… |
Meneer_de_Hond | donderdag 21 september 2006 @ 12:32 |
Ze moeten niet zo zeiken, de paus citeerde een stukje van wat een of andere flapdrol heeft gezegd zo'n duizend jaar geleden en zij vatten het op alsof het direct jegens hun gericht is. Zo doen ze hun vooroordelen wel eer aan. Zo heb ik ook vernomen dat uit een poll is gebleken dat een hele hoop van de mensen die kwaad de straat op ging om stropausen te verbranden niet eens wist wat de boodschap van de toespraak nu eigenlijk was. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de paus en de zijne zich zo makkelijk laten beetnemen door zo iets te zeggen.
Het is hetzelfde liedje als de cartoonrellen een tijdje terug, die mensen moeten dingen eens van de zonnige kant bekijken en niet zo bekrompen zijn in de denkwijze van anderen tegenover hun anders gaan ze alleen maar meer kritiek krijgen. |
Oud_student | donderdag 21 september 2006 @ 13:50 |
De Paus is wetenschappelijk geschoold, je mag verwachten dat hij heeft ingecalculeerd wat de gevolgen zijn van zijn uitspraken. Daarom zijn er voor mij t.a.v. de uitspraken maar 2 dingen mogelijk: 1 Hij heeft de uitwerking van het citaat onderschat en geen advies van specialisten op islam gebied ingeroepen. 2 Hij heeft de uitwerking van het citaat voorzien en heeft daar een doel mee, nl. laten zien dat het concurrerende en snelst groeiende geloof, inderdaad niets is veranderd en op geweld is gebaseerd.
Het argument dat de toespraak niet begrepen is door met name de islamieten, snijdt geen hout, ook als het argument feitelijk juist is. Hij had moeten weten hoe irrationeel er in die kringen gedacht wordt.
Voor beide opties geldt dat het letterlijk spelen met vuur is. Mijn advies aan de Heilige Vader is dan ook om voortaan achter gesloten deuren in gesprek te gaan met de geestelijke leiders van de islam, als de behoefte tot toenadering nog steeds aanwezig zou zijn. |
Harry123 | vrijdag 22 september 2006 @ 21:43 |
Kan iemand mij laten in zien in welke context hij de beruchte quote heeft gebruikt?
Volgens mij is de paus gewoon bang voor concurrentie.
De laatste decenia zijn de kerken in Europa massaal leeggelopen, terwijl de Islam in opkomst is. Dit moet de paus veel pijn doen.
Hij heeft zich ook uitgesproken tegen de toetreding van Turkije tot de EU vanwege de overwegend islamitische bevolking. |
teamlead | vrijdag 22 september 2006 @ 21:54 |
quote: scroll eens omhoog  |
Harry123 | vrijdag 22 september 2006 @ 22:16 |
quote: Dank, had het niet gezien. quote:Zonder zich in te laten met alle details zoals de verschillende behandeling van "schriftbezitters" en "ongelovingen", wendt hij zich op verbazend scherpe wijze tot zijn gesprekspartner met de centrale vraag naar de relatie tussen religie en geweld. Hij zegt: "Toon me toch wat Mohammed nieuw gebracht heeft; je zal enkel maar slechte en inhumane dingen vinden zoals zijn voorschrift om het geloof, dat hij predikte, met het zwaard te verspreiden." De keizer fundeert dan zijn mening grondig, waarom geloofsverspreiding met geweld zinloos is. Dat staat in tegenstelling tot het wezen van god en het wezen van de ziel. "God heeft geen behagen aan bloed, en onredelijk handelen gaat in tegen het wezen van god. Het geloof is de vrucht van de ziel, niet van het lichaam. Wie iemand tot het geloof wil brengen, heeft de bekwaamheid tot goed reden en goed denken nodig, maar geen geweld of bedreiging... Om een verstandige ziel te overtuigen, heeft men geen arm, geen werktuig noch enig ander middel nodig, waarmee men iemand met de dood bedreigt." Dit is gewoon een sluwe manier om een sneer uit te delen richting de Islam. Waarom Mohammed aanhalen terwijl hij op andere manieren duidelijk kon maken dat religie en geweld niet samen horen te gaan?
Erg doorzichting dit Herr Ratzinger. Terecht dat de islamistische gemeenschappen boos zijn. Dat hij verkeerd zou zijn begrepen is niets anders dan een kutsmoesje. 
Is niet erg hoor, dat de man die claimt de waarheid in pacht te hebben een hekel heeft aan anderen die hetzelfde beweren. |