quote:
RSC Anderlecht uit Brussel is een topvoetbalclub in België. De club werd opgericht op 29 mei 1908. Anderlecht won drie Europese bekers: twee keer de Europacup 2 en een keer de UEFA Cup. De club is gevestigd in de Brusselse voorstad Anderlecht.
De huidige voorzitter is Roger Vanden Stock. Erevoorzitter is Constant Vanden Stock. Anderlechts stadion, het Constant Vanden Stockstadion (26.361 plaatsen), is tevens naar hem vernoemd. De manager is Herman Van Holsbeeck. Hoofdsponsor is Fortis Bank.
Anderlecht speelt sinds 1935 onafgebroken in de Eerste Klasse en won sindsdien al 28 keer de titel. De club is bij de Voetbalbond aangesloten met stamnummer 35 en heeft paars-wit als clubkleuren.
![]()
quote:
Geschiedenis
De club ontstond in 1908. Op 27 mei kwamen op initiatief van Charles Roos enkele sportliefhebbers samen om een club op te richten voor atletische sporten en voetbal in het bijzonder in de gemeente Anderlecht. Na het succes in enkele vriendschappelijke wedstrijden, sloot de club SC Anderlechtois aan bij de UBSSA. De club ging van start in de derde regionale afdeling en speelde er meteen goed mee. Men speelde op een veld naast een nauw paadje dat naar Scheut leidde, waar later de "Eedstraat" kwam.
In 1912/13 speelde de club in de Tweede Afdeling, dit was toen het derde niveau, of het hoogste provinciale niveau. Anderlechtois won zijn provinciale reeks, White Star AC won de andere. Samen met de tweedes uit elke reeks, Union Halloise en de tweede ploeg van Uccle Sport, streed men in de provinciale eindronde voor een plaatsje in de nationale eindronde. Zowel White Star als Anderlecht gingen door. In die nationale eindronde streden 10 clubs in twee poules voor de eindrondefinale. SC Anderlechtois won ook daar zijn reeks en mocht zo samen met drie andere clubs in de finalepoule spelen om een van de twee promotieplaatsen naar het nationale voetbal. SC Anderlechtois werd daar tweede, na twee zeges en één nederlaag, na winnaar TSV Lyra maar voor AEC Mons en Berchem Sport. Voor het eerst in zijn geschiedenis mocht Anderlecht promoveren naar een nationale reeks, de Eerste Afdeling of huidige Tweede Klasse. Anderlechtois eindigde daar in 1913/14 meteen als vierde. De seizoenen erop kwamen er echter geen officiële competities omwille van de Eerste Wereldoorlog. De ploeg werd alsmaar populairder. Omdat de infrastructuur te klein werd verhuisde men eerst naar de Verheydenstraat (later de Demosthenesstraat) en tenslotte op 1 april 1917 naar het Meirpark, dat later Astridpark ging heten. Het nieuwe stadion werd Emile Versé Stadion genoemd, als eerbetoon aan een gulle mecenas uit de beginjaren van de club.
De competities werden hervat in 1919. Anderlecht ging door op zijn elan van voor de oorlog en eindigde derde in 1920. Na dit seizoen 1920/21 werd het aantal clubs in de hoogste afdeling echter uitgebreid van 12 naar 14. In plaats van enkel de reekswinnaar mochten zo de eerste drie ploegen promoveren uit die Tweede Klasse. Anderlechtois eindigde op een gedeelde derde plaats met RFC Liégeois. In een testwedstrijd moest worden beslist wie derde eindigde en mee kon promoveren. Een eerst duel eindigde op 1-1, een replay werd door Anderlechtois met 1-0 gewonnen. De club kon zo als derde voor het eerst promoveren naar de allerhoogste nationale afdeling, toen de Ere Afdeling genoemd.
Voor het eerst in de clubgeschiedenis stelde men een trainer aan, Cyrille Bunyan. De club kon zich echter maar moeilijk handhaven in de hoogste klasse gedurende de jaren 20. In 1923 degradeerde men immers opnieuw een reeks, maar na slechts één jaar kon men meteen weer terug promoveren naar de Ere Afdeling. Ook in 1926 en 1928 zakte men voor één seizoen om daarna meteen terug te keren. In 1931 zakte men opnieuw en ditmaal bleef men wat langer in de Tweede Klasse hangen. De ploeg hield er de bijnaam "liftploeg" of "club-ascenseur" aan over. Toch schopten gedurende deze periode reeds enkele spelers het tot Rode Duivel, zoals doelman Jean Caudron, middenvelder Charles Demunter en aanvaller Fernand Adams.
In 1933 kreeg de club bij het 25-jarige bestaan de koninklijke titel en heette voortaan Royal SC Anderlechtois (RSC Anderlechtois of RSCA). De ploeg bleef in Tweede Klasse spelen tot men in 1935 zijn reeks kon winnen onder leiding van coach Charles Gillis. Anderlechtois promoveerde opnieuw naar de Ere Afdeling, maar zou er nu voorgoed blijven spelen. In de eerste nieuwe wedstrijd op het hoogste trad toen Constant Vanden Stock aan, een man die na zijn spelerscarrière nog enorm veel voor de club zou gaan betekenen.
In die periode waren de oude Union Saint-Gilloise en Daring Club de Bruxelles nog de twee grote clubs uit de hoofdstad, maar geleidelijk aan kwam Anderlecht steeds meer op de voorgrond treden. Tijdens de jaren 40 werd topspits Jef Mermans voor 125.000 frank gekocht van Tubantia Borgerhout, een record uit die tijd. Men Mermans in de spits haalde Anderlecht dan in 1946/47 zijn allereerste landstitel. In 1948 moest men de titel laten aan RFC Malinois, maar daarna was het op drie seizoenen op rij opnieuw raak. Bij de laatste van deze drie, in 1951, was Anderlecht met evenveel punten geëindigd als Berchem Sport. Als volgende criterium keek men toen naar het aantal verliesmatchen. Anderlecht had er slechts 5 verloren tegenover 9 verlieswedstrijden van Berchem; Anderlecht werd zo kampioen. Anderlecht nam nu definitief de rol als Brusselse en nationale topclub over, oude glorierijke clubs als Racing Club de Bruxelles, Daring Club en Union konden niet meer mee in de evoluerende voetbalwereld en zakten stilaan weg.
Anderlecht bleef in de jaren 50 een topclub, en pakte in 1954, 1955 en 1956 weer driemaal naeen de titel. Op het eind van de jaren 50 kwam de Luikse club Standard Club Liégeois naar voren en werd een geduchte concurrent voor Anderlechtois. De jaren 60 bleef men echter uiterst succesvol. In 1962 werd een titel gepakt, maar de sterkste periode kwam er van 1963 tot 1968: Anderlecht pakte vijf maal naeen de landstitel. In 1965 pakte men ook zijn eerste Beker van België; het jaar nadien werd de finale verloren. Ondertussen werden ook meer en meer Europese competities opgericht, waar Anderlecht dankzij zijn titels regelmatig kon aan deelnemen. In de jaren 50 strandde de ploeg nog in de eerste rondes, maar in de jaren 60 haalde men twee maal de kwartfinales in de Europese Beker voor Landskampioenen. In 1962/63 schakelde men eerst het grote Real Madrid uit en vervolgens CSKA Sofia alvorens uitgeschakeld te worden tegen Dundee FC. In 1965/66 won men van Fenerbahçe SK en Derry City FC; maar ditmaal was Real Madrid in de kwartfinale te sterk. Op het eind van de jaren 60 pakte Anderlecht naast de titel en moest het daarom stellen met een plaats in de Beker der Jaarbeurssteden. In 1970 stootte men daar door naar de finale. Op 22 april won Anderlecht thuis met 3-1 van Arsenal FC; op 28 april verloor men echter met 3-0 in Londen en zo greep Anderlecht net naast zijn eerste Europese trofee.
Met Club Brugge kreeg RSC Anderlechtois er in de jaren 70 een nieuwe concurrent bij in de titelstrijd. Enkel in 1972 en 1974 kon RSCA de landstitel binnenhalen. In de Beker van België was men iets succesvoller: RSCA haalde vijf finales waarvan er vier werden gewonnen. Vooral op Europees vlak was Anderlecht in die periode echter een topclub geworden. In 1975 strandde men nog in de kwartfinale van de Europese Beker voor Landskampioenen, het jaar erop zou men wel succesvol zijn. Anderlecht haalde de finale van de Europese Beker voor Bekerwinnaars. De ploeg versloeg er West Ham United FC met 4-2 en pakte zo zijn allereerste Europese prijs. Ook de Europese Supercup werd gewonnen van Bayern München. Het volgende jaar, 1977, stootte men opnieuw door naar de finale van de Beker voor Bekerwinnaars. Ditmaal was Hamburger SV echter te sterk en kon Anderlecht zijn titel niet verlengen. In 1978 speelde men opnieuw in de Beker voor Bekerwinnaars, en voor het derde jaar op rij haalde men er de finale. Ditmaal werd deze opnieuw gewonnen, met een 4-0 zege tegen Austria Wien. Ook de Europese Supercup werd opnieuw binnengehaald, ditmaal tegen Liverpool FC. In 1977/78 speelde Anderlecht voor de vierde maal op rij in deze Europese competitie, maar werd er meteen door FC Barcelona uitgeschakeld na penalty's. Ook de volgende campagnes in de UEFA Cup waren erg tegenvallend en eindigden telkens na één ronde.
In 1981 pakte Anderlecht na zes jaar nog eens de landstitel. Na enkele slechte Europese jaren, zou men in de daaropvolgende campagne in de Europese Beker voor Landskampioenen nog eens doorstoten tot in de halve finales. Anderlecht stelde het nu drie seizoenen zonder landstitel, maar kende opnieuw Europese successen. In 1983 won men de finale van de UEFA Cup van SL Benfica, wat de derde Europese beker voor de club opleverde. Ook in 1984 haalde men daar de finale, maar ditmaal was het Tottenham Hotspur FC dat na penalty's met de beker ging lopen. De clubnaam werd in 1984 Royal SC Anderlecht. Halverwege de jaren 80 kende men opnieuw enkele successen in de Belgische competitie. In 1985, 1986 en 1987 haalde men weer drie maal op rij de landstitel binnen. In de aansluitende Europacup I-campagnes strandde men echter in de halve finale en tweemaal de kwartfinales. In 1988 en 1989 werden nog twee Belgische Bekers gewonnen.
In 1990 speelde Anderlecht nog eenmaal een Europese finale, namelijk de finale van de Beker voor Bekerwinnaars, die echter met 2-0 van Sampdoria UC werd verloren. Na nog ene kwartfinale het volgende seizoen, zou de Anderlecht nooit meer zo ver Europees kunnen doorstoten in de rest van de jaren 90, en net als alle andere Belgische clubs verdwijnen uit de Europese top. In de nationale competitie waren het vooral Anderlecht en Club Brugge die voortaan de meeste landstitels onder elkaar verdeelden voor de komende decennia. In de Beker van België was Anderlecht weinig succesvol; enkel in 1994 werd nog een Belgische Beker veroverd.
Bij het begin van de 21ste eeuw speelde Anderlecht regelmatig in de groepswedstrijden van UEFA Champions League, de grootste en ondertussen erg lucratieve en prestigieuze Europese competitie. In 2000/01 overleefde men de de groepsfase, een knap resultaat voor een Belgisch club. De volgende seizoenen werden Europees echter minder succesvol. In 2005 en 2006 leed men zelfs 12 nederlagen op rij in de groepswedstrijden van de Champions League. Op nationaal gebied bleef Anderlecht echter samen met Club Brugge de landstitels onder elkaar verdelen.
quote:
Erelijst
Belgisch landskampioen:
winnaar (28): 1946/47, 1948/49, 1949/50, 1950/51, 1953/54, 1954/55, 1955/56, 1958/59, 1961/62, 1963/64, 1964/65, 1965/66, 1966/67, 1967/68, 1971/72, 1973/74, 1980/81, 1984/85, 1985/86, 1986/87, 1990/91, 1992/93, 1993/94, 1994/95, 1999/00, 2000/01, 2003/04, 2005/06
tweede (18): 1943/44, 1947/48, 1952/53, 1956/57, 1959/60, 1975/76, 1976/77, 1977/78, 1978/79, 1981/82, 1982/83, 1983/84, 1988/89, 1989/90, 1991/92, 1995/96, 2002/03, 2004/05
Beker van België:
winnaar (8): 1965, 1972, 1973, 1975, 1976, 1988, 1989, 1994
finalist (3): 1966, 1977, 1997
Belgische Supercup:
winnaar (6): 1985, 1987, 1993, 1995, 2000, 2001
finalist (6): 1981, 1986, 1988, 1991, 1994, 2004
Europese Beker voor Bekerwinnaars:
winnaar (2): 1976, 1978
finalist (2): 1977, 1990
UEFA Cup:
winnaar (1): 1983
finalist (2): 1970, 1984
Europese Supercup:
winnaar (2): 1976, 1978
quote:
Selectie & technische staf 2006/07:
Doel:
1. Daniël Zitka
13. Silvio Proto
22. Davy Schollen
25. Jan Van Steenberghe
Verdediging:
3. Olivier Deschacht
5. Lucas Biglia
6. Jelle Van Damme
23. Roland Juhasz
24. Serhat Akin
26. Nicolás Pareja
31. Mark De Man
36. Jonathan Legear
37. Anthony Vanden Borre
39. Vadis Odjidja Ofoe
Middenveld:
4. Yves Vanderhaeghe
7. Mohammed Tchité
8. Cristian Leiva
10. Ahmed Hassan
11. Mbark Boussoufa
14. Bart Goor
38. Roland Lamah
41. Cheik Ismael Tiote
Aanval:
9. Mbo Mpenza
18. Sami Allagui
29. Nicolas Alejandro Frutos
42. Sébastien Siani
Technische staf:
Franky Vercauteren (Hoofdtrainer)
Glen De Boeck (Assistent-trainer)
Daniel Renders (Assistent-trainer)
Jacky Munaron (Keeperstrainer)
Eric Dehaeseleer (Conditietrainer)
Olivier Beuckelaers (Physiotherapeut)
[ Bericht 0% gewijzigd door M0NTANA op 17-08-2006 16:04:31 ]