quote:
Vermaelen: ‘Ik was nooit zo kapot als tegen Vitesse’
INTERVIEW, Van onze verslaggever Willem Vissers
gepubliceerd op 18 februari 2009 02:45, bijgewerkt op 18 februari 2009 08:33
Amsterdam - Verdediger van Ajax is liever in Amsterdam dan in België.Hij voelt zich hier thuis. Bij Belgische clubs komt de voorzitter nog weleens de kleedkamer binnenvallen om een donderspeech te houden. Maar Ajax is ‘intern rustig’, zegt Thomas Vermaelen (23), die in de afgelopen maand weer een illusie over de landstitel zag vervliegen.
Spelers bij Ajax zijn ook wel iets gewend. Zelfs vorig jaar, toen het bliksemde in de Arena en de commissie Coronel een rapport uitbracht dat de club in bijna al haar geledingen veroordeelde, waren de spelers toch vooral benieuwd naar de naam van de nieuwe trainer. Zij denken niet zo in structuren. ‘Met dat bestuurlijke niveau hebben wij niet zoveel te maken.’
Vreemd is het wel een beetje. Zo’n rapport, vrij verkrijgbaar, doordringend tot diep onder de huid van de club, doch niet gelezen door de linksbenige verdediger uit Kapellen. Hij volgde het nieuws over zijn werkgever een jaar geleden vooral via de tv. ‘Wij hebben het rapport ook gekregen hoor. Of hebben wij dat nu niet gekregen?’ Hij weet het eigenlijk niet meer.
Ondanks fouten
Vermaelen speelde één duel in het laatste kampioensjaar van Ajax, 2004. Hij maakte een uitstapje naar RKC en verlengde zijn contract onlangs tot 2012. Hij is een begaafde verdediger, ondanks zijn fouten nu en dan. Hij opende de score tegen Feyenoord, zondag.
Hij is een echte Ajacied ook. Als een duel met Feyenoord nadert, zoals dat van afgelopen weekeinde, voelt hij de zindering, mede omdat hij in de stad woont, vlakbij het Olympisch Stadion. ‘Ik voel me thuis. Ik ga niet meer vaak naar België, omdat ik liever hier ben. Fijne stad, leuke mensen. Ik voel me verbonden aan deze club.’
Gemiste landstitel
Maar natuurlijk: de teleurstelling van weer een gemiste landstitel komt hard aan. De kans is verspeeld in een paar weken, zonder dat hij weet wat de oorzaken zijn. En de UEFA Cup winnen zal ‘een hele klus’ zijn, te beginnen met de uitwedstrijd donderdag tegen Fiorentina, in de derde ronde. Ajax mist een vloot spelers.
Hij zou kunnen filosoferen over de jonge, onervaren ploeg die Ajax is. Zelfs het eveneens jonge elftal van België beschikt over meer geroutineerde spelers. ‘Kompany is iemand die recht gaat staan en als leider kan fungeren. Simons ook, met zijn leeftijd en ervaring.’
Maar wie is de leider van Ajax, nu Huntelaar is verdwenen? Het is even stil: ‘Dat is best moeilijk. Ik zou hem niet zo een-twee-drie kunnen aanduiden.’ Vertonghen en hijzelf, Nederlands sprekende spelers met een clubverleden, zouden het voortouw moeten nemen.
Spontaan
‘Ik vind dat zo’n proces spontaan moet verlopen. Als je het gevoel hebt dat je je moet opwerpen als leider, doe je dat, maar ik houd er niet van om de leider te spelen. Ik was vereerd toen ik voor de winterstop een tijdje aanvoerder was, maar het moet spontaan gaan.’
Vertonghen en hij ruilden ook een tijdje van positie. Vertonghen nam zijn rol in het centrum van de defensie over en Vermaelen schoof naar linksachter. Vermaelen is liever centrumverdediger, maar hij maakt er geen zaak van. ‘Dan laat je je kennen. Ik kan hartstikke goed met hem opschieten. Dan zou ik hem opeens geen leuke gast meer vinden omdat hij op mijn favoriete plek speelt?’
Hij moet een beetje lachen om berichten als zou trainer Van Basten communicatief achterblijven bij de wensen van de spelers. ‘Hij zoekt veel contact. Dan komt hij even een praatje maken in de fysioruimte of zo. Maar het kan dat hij aan bepaalde spelers meer moet uitleggen. Van Basten traint heel gericht: balbezit, balbezit tegenpartij. Hij reikt veel aan en je zag verbetering, ook in de opbouw. Maar na de winter viel dat helemaal weg. We speelden niet meer als team. Dat moet je ook als team oplossen.’
Onmachtig gevoel
Van Basten noemde de nederlaag tegen Vitesse (4-1) een negatieve uitschieter, in een reeks met één punt uit vier duels. Tegen Feyenoord volgde herstel. Vermaelen, over het duel met Vitesse: ‘Het is ook niet altijd even makkelijk. De verdediging én de aanval speelden elk hun eigen wedstrijd. Ik was ook niet goed. Het was moeilijk spelen, met 3-4-3. Dat is op zich prima hoor, maar ik kwam tegen een overwicht te staan. Als verdediger was dat een heel moeilijke wedstrijd, ik was nooit zo kapot als toen. Het was niet te belopen en het gaf een onmachtig gevoel.’
Intern mocht het dan rustig blijven, buiten was het dat zeker niet. Zo betraden supporters het trainingsveld. ‘Ik heb al veel meegemaakt, ook met supporters. We schrikken niet meer zo vlug. We weten dat ze ons niets verkeerd doen, dat ze ons niet aanraken.
‘Zij waren teleurgesteld, wij waren teleurgesteld. Zij wilden dat laten blijken, door met een standpunt te komen. Ik snap dat wel. Sommigen stoppen bijna hun hele leven in Ajax, hun hele geld. Dan kan ik wel begrijpen dat er zo’n reactie komt.’