De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) was de eerste oorlog waar landen uit de gehele wereld actief of passief bij betrokken waren, vandaar de naam wereldoorlog. Nederland bleef neutraal, België werd bezet. De Eerste Wereldoorlog werd uitgevochten op de volgende fronten:
1. De Balkan: Oostenrijk tegen Servië;
2. Italië, Isonzo, Brennerpas: Duitsland en Oostenrijk tegenover Italiaanse, Britse en Franse eenheden;
3. Palestina Midden-Oosten, Ghaza, Syrië, Jeruzalem, Egypte, Suezkanaal: Turken tegen Britse troepen;
4. Mesopotamië en de woestijnen van Irak en Arabië: hier vochten Turkse eenheden tegenover Britse en Indische troepen onder leiding van o.a. de legendarische Lawrence of Arabia;
5. Het Oostfront: vanaf de Baltische Zee (Estland, Letland, Polen) tot de Zwarte Zee (Turkije) Duitsland-Oostenrijk-Pruisen-Hongarije tegenover Rusland. Rusland sluit vrede na de oktoberrevolutie;
6. Turkije, Dardanellen, schiereiland Gallipoli: Turken tegenover Australiërs en Nieuw-Zeelanders samen met Britse en een beperkt aantal Franse troepen;
7. De Duitse kolonies in Afrika (Tanzania, Rwanda en Burundi) waren niet in staat om veel weerstand te bieden aan Franse, Britse en Zuid-Afrikaanse troepen;
8. De Duitse gebieden in China en de grote Oceaan werden binnengevallen door de Japanse, Britse en Australische legers;
9. Op zee: al spoedig bleek dat de Duitse vloot niet opgewassen was tegen de geallieerde vloten. Deze kon gemakkelijk Duitse havens blokkeren. Alleen de Duitse duikboten speelden een rol van betekenis. Belangrijke details: Groot-Brittannië kreeg tijdens de oorlog veel economische en humanitaire hulp vanuit het neutrale USA. Na afkondiging van een 'totale' duikbootoorlog door Duitsland tegenover de vijand en de neutralen, en de ondergang van enkele Amerikaanse passagiersschepen, werd ook de USA in het conflict betrokken op 6 april 1917. De grote kanonnen uit de Duitse oorlogsschepen, werden overgebracht naar het westfront en de Belgische kust (zie domein Raversijde), waar ze bediend werden door Duitse marinesoldaten, die op zee nutteloos waren geworden;
10. Het Westfront: van Nieuwpoort in België tot Bazel in Zwitserland: Groot-Brittannië, met troepen uit het gehele Gemenebest zoals Ierland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Pakistan, Indië, Nepal, China, Zuid-Afrika, enz. Frankrijk aangevuld met troepen uit Franse koloniën uit Noord- en Midden-Afrika en zelf uit Azië en België met een aanvulling van Kongolese soldaten, tegenover Duitsland-Oostenrijk-Pruisen.
Het bekendste en belangrijkste front strekt zich dus uit van de Belgische duinen in Nieuwpoort en De Panne tot aan de Frans-Zwitserse grens in Bazel. De kuststrook wordt verdedigd aan Belgische zijde, van Nieuwpoort verder zuidwaarts langs De Panne tot de Franse kusten. Aan Duitse zijde, van Nieuwpoort naar het noorden tot aan Zeeland en de Nederlandse grens. De Nederlandse grens was verder volledig afgezet met onder stroom gezet prikkeldraad tot in de buurt van Venlo. Nederland is en blijft neutraal en onbezet tijdens de oorlog.
Hoewel later de veel grotere Tweede Wereldoorlog uitbrak wordt de Eerste Wereldoorlog nog steeds ook wel de Grote Oorlog genoemd, al werd de naam Eerste Wereldoorlog al in 1920 door luitenant-kolonel Repington gebruikt in zijn boek The First World War 1914-18; hij voorzag al dat de Eerste Wereldoorlog een tweede uit zou lokken.
Belangrijke kenmerken van deze oorlog waren:
* de loopgravenoorlog, waarbij stellingen slechts ten koste van grote verliezen aan mensenlevens en materieel werden veroverd.
* de invoering van wapens die de oorlogvoering een nieuw gezicht zouden geven, zoals chemische wapens, tanks, zware houwitsers, en duikboten.
* het gebruik van vliegtuigen.
Daarnaast voedde onvrede onder de Duitsers over de afloop van de oorlog (gedwongen herstelbetalingen, de Wiedergutmachung, en ernstige beperking van de legermacht) de aspiraties van Adolf Hitler en zijn nazipartij, wat uiteindelijk mede de aanleiding tot de Tweede Wereldoorlog vormde.
De directe aanleiding voor de oorlog was de moord op Frans Ferdinand, troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, en zijn vrouw Sophie Chotek met een Belgisch gemaakt Fabrique Nationale M 1910 pistool in Sarajevo door een pro-Servische nationalist (de Bosnisch-Servische student Gavrilo Princip). De werkelijke oorzaken lagen echter dieper.
[bewerk]
Het machtsevenwicht
Franse soldaat op de uitkijk, 1917
Groter
Franse soldaat op de uitkijk, 1917
In het begin van de 20e eeuw bestond in Europa een wankel machtsevenwicht dat door een aantal gebeurtenissen werd ondermijnd:
* De Britse regering besloot zich bij een Frans-Russisch bondgenootschap aan te sluiten. Dit besluit werd gevoed door de angst dat Duitsland de Britse militaire overmacht ter zee naar de kroon zou steken;
* Daarop volgden Duitse en Oostenrijk-Hongaarse uitdagingen aan de Engels-Frans-Russische 'Triple Entente';
* De Duitsers maakten zich op hun beurt zorgen over het snelle Russische herstel na de nederlaag tegen Japan in 1905 en de daarop volgende revolutionaire onrust;
* Tegelijkertijd bloeiden in de Balkanstaten krachtige nationalistische ambities op waarbij men diplomatieke steun zocht in enerzijds Berlijn en Wenen en anderzijds Sint-Petersburg. De Pan-Slavisten wilden Russische steun voor de Slavische volken onder Oostenrijkse heerschappij. In gebieden als Slovenië, Silezië en Bohemen ontstond een sterk Slavisch-nationalistisch bewustzijn, wat op zijn beurt angst en vijandschap bij de Duitsers wekte. De eerste pan-Germaanse en antisemitische bewegingen staken de kop op (de zaden van het nationaal-socialisme werden dus al in de 19e eeuw gezaaid);
* Er ontstond een tegenreactie op de Verlichting van de 19e eeuw. Oorlog werd door nationalisten, sociaal Darwinisten, militairen en andere groeperingen gezien als "zuivering". Door oorlog zou de sterkste cultuur (de eigen) overwinnen, en zouden "ziektes" als feminisme, homoseksualiteit en vrijmetselarij worden uitgebannen. Oorlog werd door sommigen dus als een remedie tegen maatschappelijke kwalen gezien;
* In tegenstelling tot Frankrijk en Groot-Brittannië bezat Duitsland amper koloniën, wat leidde tot een gevoelig prestigeverlies. De koloniën leverden nauwelijks wat op, maar de Duitsers zelf zagen het als een "achterstand". Duitsland was de laatkomer, aan wie geen "plaats onder de zon" werd gegund;
* Frankrijk zocht een kans op revanche om het in 1870 verloren Elzas-Lotharingen op Duitsland terug te veroveren;
* De verschillende bondgenootschappen waren niet sterk, zelfs zeer zwak te noemen. Zowel Duitsland als Rusland, de sterkere partijen, lieten zich leiden door hun respectievelijke zwakkere bondgenoten Oostenrijk en Servië uit angst hen te verliezen;
* Mobilisaties waren nauwelijks terug te draaien. Door de slechte communicatie was de militaire planning zeer rigide, en "iedere dag wachten betekende 15 kilometer gebiedsverlies". Hierdoor ging het initiatief van de politici naar de militairen over;
* Hiermee hing een sterke militaire voorkeur voor de aanval samen. De eerste klap was immers een daalder waard;
* Oostenrijk-Hongarije was ernstig verzwakt. De Dubbelmonarchie was door Italië en Pruisen vernederd, was door de Ausgleich van 1868 bijna in tweeën gesplitst, en zocht compensatie via de Balkan. De annexatie van Bosnië-Herzegovina in 1908 was hier een voorbeeld van. Een makkelijke overwinning op Servië zou bewijzen dat Oostenrijk-Hongarije nog steeds een grote mogendheid was;
* Bulgarije en Turkije voelden zich na de Balkanoorlogen ernstig vernederd en tekort gedaan. Iedere kans om met Servië, Roemenië, Griekenland en (voor Turkije) eventueel Rusland af te rekenen was van harte welkom. Ook was het een kwestie van, zoals Italië en Roemenië, met de meestbiedende zijde mee te gaan. Dit droeg bij tot een uitbreiding van de oorlog.
[bewerk]
"Es ist nichts"
"Es ist nichts, es ist nichts". Frans Ferdinand, kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, had wel eens vergissingen gemaakt, maar had zelden de plank erger misgeslagen toen hij deze laatste woorden bloedend en stervend in zijn auto uitsprak.
De publieke opinie in Europa schaarde zich aan de kant van Wenen. Zelfs de Russen trokken hun handen walgend van de Serviërs af, die na de gruwelijke koningsmoord op de Servische koning Alexander en koningin Draga in 1903 al een slechte naam hadden. De aanslag leek in eerste instantie met een sisser af te lopen: Oostenrijk leek niet te reageren. De zaak werd afgedaan als een incident veroorzaakt door een stel jonge heethoofden.
In Wenen werd echter gegniffeld: levend was de prins voor het hof een lastpak geweest, maar zijn dood zou een ideaal excuus zijn om Servië aan te pakken. Na zich van Duitse steun te hebben verzekerd (de blanco cheque) stelde Oostenrijk op 23 juli 1914 (bijna een maand na de moord) een ultimatum (het Juli-Ultimatum) aan Servië. Dit ultimatum eiste kortweg dat de zaak tot de bodem werd uitgezocht, maar eiste dat Servië zich daarvoor wel een diepgaande inbreuk op de soevereiniteit moest laten welgevallen, onder meer door het toelaten van Oostenrijkse politiebeambten. Servië stemde met alle eisen in, op één na, waarna Oostenrijk de zaak op scherp zette en met oorlog dreigde.
[bewerk]
Het Von Schlieffenplan
Australische gewonden, 1917
Groter
Australische gewonden, 1917
De Duitse Generale Staf ging uit van het Von Schlieffenplan. Dit plan onderkende het gevaar van een tweefrontenoorlog tegen Frankrijk en Rusland, waar Duitsland niet sterk genoeg voor was. Het plan behelsde daarom de omtrekking van het Franse leger door het Duitse via België (aanvankelijk ook Nederland). Door om Parijs heen te trekken (het plan was niet om de Franse hoofdstad in te nemen) zou het in de Elzas geconcentreerde Franse leger klem komen te zitten en zich overgeven. De Duitse troepen zouden dan op de trein naar Rusland worden gezet om het net gemobiliseerde Russische leger daar te verslaan. Voor het verslaan van de Fransen was een periode van slechts 42 dagen gepland. Het plan kende een aantal zwakheden:
* Door de neutraliteit van België te schenden zou Groot-Brittannië wellicht Duitsland de oorlog verklaren krachtens het Verdrag van Londen van 1839. Ook zou Duitsland hier veel diplomatiek krediet mee verliezen en de boeman van de wereld worden (Von Schlieffen, een echte Pruisische militair, achtte dit niet relevant);
* Een zeer strak tijdschema van 42 dagen werd aangehouden. Iedere afwijking zou het plan in de war schoppen (Von Schlieffen raadde aan om na iedere vertraging direct te gaan onderhandelen met de vijand. "We kunnen dan immers toch niet meer winnen".);
* Het Duitse leger was te groot voor de capaciteiten van het Belgische en Noord-Franse (spoor-)wegennet. Bovendien ging de operatie de krachten van het Duitse leger waarschijnlijk te boven (Von Schlieffen ontkende dit);
* Er was niet gerekend op wat er zou gebeuren als het Franse leger zich niet zou willen overgeven en het op een confrontatie zou laten aankomen;
* Ook was niet gerekend op eerdere Russische mobilisatie of aanval (door het gebrek aan industrialisatie in dit land);
* Het plan was niet berekend op politieke situaties. In de julicrisis van 1914 speelde Frankrijk geen rol van betekenis. Het plan voorzag echter in Franse deelname. Toen Duitsland mobiliseerde voerden de militairen het plan uit terwijl de diplomaten en politici zich passief opstelden. Frankrijk werd hierdoor aan de haren bij het conflict gesleept.
[bewerk]
Het verloop van de oorlog
1914 was een prachtig jaar. Vooral de julimaand mocht er wezen. Aan de stranden van West-Europa vierde de burgerij onbekommerd vakantie. De wijnboeren wreven zich vergenoegd in de handen, want het warme weer beloofde een prima oogst. De Bayreuther Festspiele brachten Der Fliegende Holländer van Richard Wagner. En de Belg Philippe Thys won de Ronde van Frankrijk. Maar aan de hoven, in de kanselarijen en de regeringsgebouwen en op de militaire hoofdkwartieren van de Europese grootmachten was van vakantiestemming geen sprake. Daar zag menigeen de catastrofe onafwendbaar naderen. Vooral sinds de moord - op 28 juni door de Serviër Gavrilo Princip - op de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand. De Donau-monarchie Oostenrijk-Hongarije wist zich gesteund door het machtige Duitse keizerrijk en zag eindelijk een aanleiding om Servië te annexeren. Duitsland zal zijn bondgenootschappelijke verplichtingen nakomen, meldde de Duitse pers. En: Rusland kan in het Oostenrijks-Servisch conflict niet werkeloos blijven toezien, luidde het in Sint-Petersburg. Ten slotte had Rusland Servië twee keer eerder laten zitten. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië, met de frivole oorlogszuchtigheid van seniele keizerrijken, zoals de Amerikaanse historica Barbara Tuchman het treffend uitdrukte. Een dag later bombardeerden de legers van de dubbelmonarchie Belgrado. Er trad een mechanisme in werking dat niet meer te stoppen was.
[bewerk]
Sneeuwbaleffect
Het 'sneeuwbaleffect' in kort bestek: Op 30 juli mobiliseerde Rusland, beschermer van Servië. Een dag later volgde op een Duits ultimatum om die mobilisatie in te trekken geen antwoord uit Sint-Petersburg, waarop Duitsland onmiddellijk de mobilisatie afkondigde en op 1 augustus Rusland de oorlog verklaarde. Toen kon Ruslands bondgenoot Frankrijk niet achterblijven en mobiliseerde ook. Duitsland verklaarde Frankrijk de oorlog en begon - het was inmiddels 3 augustus - meteen met een opmars door België. Dat was tenslotte weer aanleiding voor Engeland, dat borg stond voor de neutraliteit van België, om Duitsland de oorlog te verklaren. Binnen een week waren alle Europese grootmachten met elkaar in oorlog. De diverse generale staven hadden haast. Ze zaten vast aan onverbiddelijke tijdschema's. Een eenmaal in gang gezette mobilisatie - met alle troepenverplaatsingen en spoorwegregelingen van dien - was nauwelijks nog terug te draaien. Ook beschuldigde Duitsland Engeland van spionage, maar dit is nooit bewezen.
[bewerk]
Loopgravenstrijd
Loopgraaf
Groter
Loopgraaf
Terwijl de Duitse politiek ervan uitging dat Engeland neutraal zou blijven, had het Duitse opperbevel intussen wel een krijgsplan klaar dat die neutraliteit onmogelijk zou maken (het von Schlieffenplan). Immers, Londen stond in voor de Belgische neutraliteit. En toen die op 3 augustus werd geschonden en de Duitse Uhlanen brandschattend naar de forten rond Luik trokken, bleef Londen niets anders over dan Berlijn een ultimatum te stellen en de oorlog te verklaren.
De Duitse legers marcheerden door België en Noord-Frankrijk. Ze rukten op tot vlak bij Parijs, hoewel deze stad niet het doelwit was van de aanval. De Fransen voerden ondertussen in de Elzas een aanval uit volgens hun eigen Plan XVII en werden bloedig afgeslagen. Massa's infanterie rukten op tot de Duitse loopgraven, waar ze echter werden neergeschoten met mitrailleurs. Met hun felblauw-felrode uniformen vormden zij levende schietschijven.
De sikkelvormige opmars van de Duitsers door België en Noord-Frankrijk leek aanvankelijk redelijk volgens plan te verlopen. Luik en de cirkel van reusachtige forten eromheen werden binnen enkele dagen bezet, en in de Slag om de Grenzen werd de Britse BEF (British Expeditionary Forces) verslagen. De Duitsers rukten op tot aan de rivier de Marne, waar de Fransen hen trachtten tegen te houden. De Fransen claimen de overwinning maar volgens veel historici werd de Slag bij de Marne, als er al een winnaar was, eerder door de Duitsers dan door de Fransen gewonnen. De nerveuze Generale Staf, die al eerder kleine afwijkingen van het plan had geconstateerd, besloot echter het Duitse leger te laten terugtrekken op Chemin des Dames. Het front groeide door omtrekkende bewegingen van beide partijen (de Race naar de Zee) naar het westen aan tot aan de Noordzeekust.
Met uitzondering van Spanje en de Scandinavische landen, Zwitserland en Nederland, zouden uiteindelijk alle Europese landen bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raken. Algemeen werd verwacht dat het een korte oorlog zou worden. Weer thuis als de bladeren vallen, was de veelgehoorde slogan. Maar het werd een ongekend lange en wrede oorlog waarvan de fronten al na anderhalve maand vast lagen. Wat volgde was een zinloze loopgravenstrijd die miljoenen slachtoffers kostte. Op één slagveld vielen bij Verdun of aan de Somme meer doden en gewonden dan bij alle veldslagen van de eeuw daarvoor samen (bij de Somme 600.000 geallieerden en 750.000 Duitsers).
Slechts heel langzaam drong bij de militaire opperbevelen het inzicht door dat in deze oorlog, waarin zij de aanval nog als alleenzaligmakend beschouwden, verdedigers altijd in het voordeel waren. Aanvallers sneuvelden bij bosjes doordat snelvuur en granaatbombardementen de oude gevechts- en wapentechniek inmiddels hopeloos ouderwets hadden gemaakt.
De grote slagen aan het Westfront waren:
* De Duitse opmars van 1914, culminerend in de Slag bij de Marne
* Slag om Verdun
* Slag aan de Somme
* Slagen om Ieper
* Kaiserschlacht
[bewerk]
De loopgraven
Soldaten in een loopgraaf
Groter
Soldaten in een loopgraaf
Verdedigingslinies werden gevormd door:
* De eerste linie, gevormd door voorposten, mitrailleursnesten e.d. Zij waren door kleine loopgraafjes met de hoofdlinie verbonden;
* De hoofdlinie, die de eigenlijke loopgraaf vormde. Hier verbleven de soldaten, en konden ze zich verplaatsen;
* Het achterland. Dit was via kleine loopgraafjes en spoorwegen met de hoofdlinie verbonden.
Tussen de Duitse en geallieerde loopgraven lag een strook modder, omgeploegd door granaatexplosies en infanterie, en bezaaid met landmijnen en prikkeldraad. Dit was het niemandsland. Het enige wat groeide op het niemandsland en in de loopgraven was de klaproos (of papaver). Daarom staat deze rode bloem symbool voor de eerste wereldoorlog.
Het leven in de loopgraaf was een nachtmerrie. Loopgraven vormden, met name in het voorjaar, de winter en de herfst, modderige geulen waarin men tot de knieën in de drek zakte. Alles werd vochtig en smerig, en het water drong door kleren en laarzen heen. Dit leidde tot "loopgravenvoeten", het opzwellen, infecteren en afsterven van de voet door de vochtige en onhygiënische omstandigheden. Lijken lagen her en der en vormden een bron van infecties. Op etensresten kwamen ratten af, die zich in hoog tempo vermenigvuldigden. Slechts als het front langere tijd vastlag trad er enige verbetering in de leefomstandigheden op.
Soldaten in een loopgraaf
Groter
Soldaten in een loopgraaf
Bij offensieven was het nog erger. De verdedigers (meestal de Duitsers) werden aan artilleriebombardementen blootgesteld, soms dagenlang. Vervolgens trokken de aanvallers troepen samen en richtten de artillerie op de vijandelijke loopgraaf. Als (men dacht dat) alle vijandelijke artillerie en mitrailleursnesten uitgeschakeld waren viel de infanterie aan, onder dekking van granaatvuur. Soms was de coördinatie niet goed: dan verloren de soldaten hun dekking of werden door de eigen artillerie beschoten. Dit werd overigens ook opzettelijk gedaan als de infanterie niet snel genoeg opschoot. Zo maakten de soldaten de oversteek over het niemandsland naar de vijandelijke loopgraaf.
De verdedigers wisten echter meestal al door de dagenlange bombardementen wat er zou gaan gebeuren en trokken zich deels terug of groeven zich diep in. Hierdoor ontstond een saillant, waarin de aanvallende infanterie klem kwam te zitten. Mitrailleursnesten aan de flanken openden het vuur en verdedigende infanterie rukte op terwijl de eigen artillerie vaak te traag was omdat deze vast kwam te zitten in de modder in het niemandsland. Nu geheel zonder dekking werd de aanvallende infanterie vrijwel geheel afgeslacht, in veel gevallen tot en met de laatste man. In 1915 vonden dergelijke kleinere aanvallen regelmatig plaats.
[bewerk]
De kerstbestanden
Rond Kerstmis 1914 hadden de weersomstandigheden oorlogshandelingen onmogelijk gemaakt en lagen beide legers tegenover elkaar in de loopgraven. Een sfeer van "leven en laten leven" ontstond. Rond Kerstmis gingen soldaten zelfs bij de vijand Kerstmis vieren in de loopgraaf, rondom een kerstboom, en werden cadeaus uitgewisseld. De dag erna volgde een voetbalwedstrijd in het niemandsland, die de Duitsers overigens wonnen. De merkwaardige situatie aan deze fronten duurde tot Pasen 1915. Men waarschuwde elkaar zelfs als er een aanval zou komen. Als er in de loopgraven bezoek kwam van de legerleiding werd de tegenstander hiervan verwittigd en werd er duchtig heen en weer geschoten, over de hoofden heen. Het initiatief voor dit bestand werd aanvankelijk op Kerstavond door de Duitse troepen genomen. De dag nadien werden alle lijken die nog in het niemandsland lagen geruimd.
De eerste kerstbestanden ontstonden in Vlaanderen op initiatief van Duitse soldaten en dan nog vooral Saksische en Beierse troepen. De Pruisische troepen namen nooit deel aan deze bestanden. Langs de andere zijde waren het vooral Britse troepen die deelnamen aan deze verbroederingen. In mindere mate participeerden Belgen en Fransen
Een van de merkwaardigste voorvallen deed zich voor in Diksmuide waar op tweede Kerstdag de Duitse soldaten (een regiment uit Beieren) aan de Belgische soldaten aan de overkant vroegen of er een priester aanwezig was.
Even later kwam de Belgische commandant Lemaire ter plaatse met de regimentspriester, Sabin Vandermeiren. Zij werden aangesproken door een Beierse commandant met een Engelse naam: majoor John William Anderson. Deze laatste had in de kolenkelder van een veldhospitaal een gouden monstrans gevonden en wenste deze terug te geven aan de Belgen. De overdracht gebeurde op de dichtgevroren IJzer. De monstrans staat nu tentoongesteld in de IJzertoren te Diksmuide.
De Geallieerde en Duitse opperbevelhebbers raakten echter in paniek. Men zag dit als muiterij en hoogverraad. De vaderlandstrouw van de soldaten was echter sterker: de Kerstbestanden waren slechts een poging geweest er het beste van te maken, omdat er wegens de weersomstandigheden toch geen offensieven te verwachten waren. Toen het voorjaar eenmaal begonnen was, gingen dezelfde soldaten elkaar weer te lijf. Desalniettemin nodigden de Duitse soldaten de Geallieerde manschappen opnieuw uit voor een kerstbestand toen Kerstmis 1915 naderde. Ondanks dreigementen van officieren gingen de soldaten hierop in, en opnieuw vonden taferelen van verbroedering plaats.
De legerleiding was furieus: dit moest afgelopen zijn! In de herfst van 1916 dreigde de legerleiding de artillerie op de infanterie te richten als die zich op vriendschappelijke wijze met de vijand inliet. Lagere officieren en soldaten zouden standrechtelijk worden geëxecuteerd. Duitse of geallieerde soldaten die met Kerst 1916 het niemandsland betraden of contact zochten met de vijand vlogen de kogels nu om de oren. Er kwam geen Kerstbestand dit jaar, en in 1917 evenmin.
[bewerk]
Chemische en biologische oorlogvoering
In de eerste maand van de oorlog, augustus 1914, vuurden Franse soldaten traangas (xylyl bromide) naar de Duitsers en waren daarmee dus de eersten die gifgas gebruikten. Echter het Duitse leger was het eerste dat serieus studie deed naar gifgas, en was het eerste dat het in 1915 op grote schaal gebruikte.
Aan het Russische front werden voor het eerst chloorgascilinders ingezet. De verbaasde officieren zagen hun soldaten in groene wolken verdwijnen, en neervallen. Een aantal rende terug, schreeuwend dat de Duitsers hen met een "groene mist" vergiftigden.
Na dit experiment gebruikten de Duitsers het gas in de Tweede Slag om Ieper. Meer dan 5000 cilinders chloorgas werden opengezet. De Franse verdedigende regimenten raakten bevangen door het gas en een gat van 6 km ontstond. De Duitsers hadden echter ook deze aanval bedoeld als experiment, en hadden niet op zo'n succes gerekend. Er waren dan ook geen soldaten voorhanden om door te stoten. Na dit succes ontstonden diverse soorten chemische oorlogswapens. Er werden tests uitgevoerd met mosterdgas. Ook probeerden Duitse en later ook Franse wetenschappers ziektekiemen in diverse bommen te stoppen. Vooral de pest was populair onder dit gezelschap. De eerste stappen richting serieuze biologische oorlogvoering waren begonnen.
De wapens werden later ook door de Geallieerden gebruikt. De eerste gasmaskers deden hun intrede, gevolgd door meer geavanceerde gassen, en betere methoden om ze op het slagveld in te zetten. De eerste gasmaskers waren primitief en hielpen nauwelijks. Pas na uitgebreid onderzoek verbeterden de gasmaskers aanzienlijk wat de effectiviteit van de toch al zeer dure chemische wapens niet ten goede kwam.
[bewerk]
Muiterij
Naar aanleiding van de enorme verliezen, niet alleen tijdens de grote slagen, maar ook door de verliezen bij talloze kleinere slagen, brak bij de Franse soldaten het besef door dat domweg aanvallen gelijk stond aan zelfmoord. Toch wist de legerleiding geen betere tactiek te bedenken. Vele soldaten gingen in 1917 over tot muiterij, soms zelfs met hele regimenten tegelijk. In feite is muiterij een erg groot woord, de soldaten kwamen namelijk niet in opstand, maar staakten. Ze weigerden orders uit te voeren.
Dit bracht de geallieerden in grote paniek. Als de Duitsers hierachter kwamen en direct aan zouden vallen, zouden ze zo het hele front van Amiens tot aan Verdun kunnen oprollen om vervolgens naar Parijs te wandelen. Generaal Pétain, de nieuwe opperbevelhebber, besloot met de soldaten te praten. Dit deed hij door enerzijds loyale artillerie op muitende regimenten te richten, maar anderzijds een betere verlofregeling te verlenen en het Franse leger niet meer in te zetten voor offensieven. Duizenden muiters zijn vermoedelijk gedood of geëxecuteerd, maar de Duitsers zijn er niet achter gekomen. Pétain hield woord: er werden door het Franse leger geen grote offensieven meer uitgevoerd.
[bewerk]
Het Oostfront
Oostenrijkse en Hongaarse gevangenen van de oorlog in Rusland, 1915
Groter
Oostenrijkse en Hongaarse gevangenen van de oorlog in Rusland, 1915
Ondanks de mobilisatietijd van 42 dagen die het Von Schlieffenplan aan de Russen toerekende, vielen twee Russische legers alsnog in augustus 1914 Oost-Pruisen binnen. Na aanvankelijke paniek werden de legers door de nieuwe bevelhebber Paul von Hindenburg in de pan gehakt bij Tannenberg en de Mazurische Meren. De Duitse acties beperkten zich hoofdzakelijk tot verdedigen en voorzichtig aanvallen, al dan niet om de Oostenrijkse bondgenoot bij te staan. Aan het Oostfront kwamen ook loopgraven voor, maar deze lagen verder uit elkaar en hadden het karakter van een tijdelijke verdedigingslinie. De Duitsers gebruikten hier voor het eerst gifgas (chloor) tegen de Russen.
De Russen organiseerden later meer offensieven om hun westelijke bondgenoten lucht te geven. De Broesilov-offensieven tegen de Oostenrijkers in Galicië waren hiervan de bekendste en meest succesvolle. Roemenië koos hierop de zijde van de geallieerden, maar werd door Duitsland, Oostenrijk en Bulgarije binnengevallen en bezet. De Russische offensieven liepen uiteindelijk vast met grote verliezen aan mensenlevens.
In Rusland braken hierop de revoluties van 1917 uit, waarna de communisten met de Duitsers begonnen te onderhandelen. De Russische legers waren inmiddels uiteengevallen en de Duitsers bezetten zonder slag of stoot de Oekraïne. De communisten sloten tenslotte de vrede van Brest-Litovsk met de Duitsers, die hierdoor de beschikking kregen over een keten vazalstaten en de handen vrij kregen in het westen. Na de wapenstilstand moesten deze gebieden echter ontruimd worden, en bij het Verdrag van Versailles werd het Verdrag van Brest-Litovsk nietig verklaard. Tevens moest al het Russische en Roemeense in beslag genomen goud worden teruggegeven.
[bewerk]
De Balkan, Italië, Turkije en het Midden-Oosten
De vlucht van koning Peter I van Servië voor de Duitse invasietroepen
Groter
De vlucht van koning Peter I van Servië voor de Duitse invasietroepen
Oostenrijk-Hongarije, dat immers de oorlog tegen Servië begonnen was, trachtte dit land drie keer te bezetten. Drie keer werden de Habsburgers teruggedreven. In 1915, na de toetreding van Bulgarije en Turkije tot de Centralen werd Servië vanuit Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije onder Duitse supervisie bezet. Bulgarije gaf er overigens daarna de brui aan. Zoals een generaal zei: "We hebben wat we willen (Macedonië), wij doen niets meer." De laatste Servische en geallieerde troepen werden naar Korfoe en Thessaloniki verdreven. De laatste stad werd door de Bulgaren omsingeld. In de eindfase van de oorlog werden de Centralen door de Geallieerden teruggedreven naar hun beginpunt.
Italië was voor de beloften van de Geallieerden gezwicht. De Centralen zagen dit als verraad, aangezien Italië met Oostenrijk en Duitsland de Driebond had. Maar Italië was meer een last dan een steun, het economisch zwakke land moest door Groot-Brittannië van steenkool en krediet worden voorzien en de Italiaanse soldaten moesten steeds worden geholpen door Franse soldaten. Daarbij kwam ook nog dat ze alleen wensten te vechten voor de Oostenrijkse gebieden die ze op het oog hadden, puur op eigen gewin gericht dus.
In de Alpen liepen de Italianen zich met hun Franse bondgenoten drie jaar lang te pletter op de Oostenrijkse stellingen. De Centralen dreigden zelfs door te breken. Uiteindelijk werden de Oostenrijkers aan de Isonzo in 1918 verslagen.
De Turken traden toe tot de partij die hen
1. Serieus leek te nemen;
2. Hen geen gebieden had afgenomen;
3. Hen het meest beloofden;
4. De kans bood met oude vijand Rusland af te rekenen.
De Duitsers waren hier zeer blij mee. Het Turkse Rijk was de jaren ervoor wel zeer ernstig verzwakt, maar de Duitsers rekenden op het sterke Turkse leger. De Turken streden op twee fronten: het Midden-Oosten-front tegen Groot-Brittannië en het Kaukasische-front tegen Rusland. Zij riepen een jihad uit tegen de Geallieerden, om zo de steun van de Arabieren en andere moslims te proberen te vergaren. Dit had echter weinig succes. De Arabieren waren zeer ontevreden over de Turkse overheersing en gaven dus geen gehoor aan de oproep. Sterker nog, ze zouden later nog in opstand komen tegen de Turkse overheersing.
De Geallieerden probeerden troepen te laten landen in Turkije, maar werden verslagen tijdens de Slag om Gallipoli. De Turken streden met wisselend succes tegen Rusland. Vele Armeniërs kwamen in opstand tegen de nationalistische Jong-Turken die aan de macht waren gekomen. Andere Armeniërs vochten in het Russische leger. Dit leidde tot de zogenaamde Armeense genocide, die naar schatting 500.000 tot 1,5 miljoen slachtoffers maakte.
Na de Russische Revolutie bezette het Turkse leger de Kaukasus, maar het moest zich in 1918 toch overgeven.
Het lukte de Britten wél om in de persoon van T.E. Lawrence (beter bekend als Lawrence van Arabië) om Hoessein ibn Ali, de Sjarif van Mekka, over te halen om aan hun zijde mee te vechten. Na aanvankelijke Turkse successen, verdreven de Arabieren samen met de Geallieerden de Turken tijdens de zogenaamde Arabische opstand.
[bewerk]
De luchtoorlog
Amerikaanse assemblagelijn voor vliegtuigen (Curtiss H-16)
Groter
Amerikaanse assemblagelijn voor vliegtuigen (Curtiss H-16)
Aanvankelijk speelde de luchtoorlog een bescheiden rol. Vliegtuigen werden, zoals in de Balkanoorlogen, slechts ingezet voor verkenningsvluchten. Het eerste luchtgevecht vond plaats toen in augustus 1914 een Servisch verkenningsvliegtuig een Oostenrijks-Hongaars toestel tegenkwam. De piloot trok een revolver en schoot op het Servische toestel. Meteen werden alle piloten met revolvers uitgerust, later volgden boordmitrailleurs.
Verkenning was en bleef het voornaamste doel van de vliegtuigen. Bombardementen kwamen ook voor, maar hiervoor moest de piloot de bom tussen de benen houden en zelf het toestel uitwerken. Ook werden wel zeppelins ingezet. Deze kolossen konden meer bommen vervoeren, en werden door de Duitsers veelvuldig ingezet om Londen te bombarderen. Zij waren echter ook een makkelijk doelwit en zeer kwetsbaar, omdat ze zo groot waren en met waterstof waren gevuld. Naast verkenning en bombardementen, was intimidatie van de bevolking een doel van de inzet van vliegtuigen en zeppelins.
Bekend waren de vele "dogfights" tussen de Duitse en Geallieerde vliegers. Manfred von Richthofen, oftewel de Rode Baron, behaalde 80 overwinningen. De Fransman René Fonck bleef hier met 75 niet ver achter. Hermann Goering, de latere luchtmaarschalk en nazi-partijbons, was ook oorlogsvlieger.
[bewerk]
Andere gebieden
Duitslands (bescheiden) koloniale rijk werd relatief gemakkelijk ontmanteld. Overal waren de Duitsers numeriek ver in de minderheid en afgesneden van hun moederland. Duits Togoland, Kameroen en Duits Zuidwest-Afrika werden in 1914 en begin 1915 al door de Geallieerden bezet. Een leger van 60.000 Japanners omsingelde het kleine Duitse garnizoen van Kiautschou. Ook verscheidene Pacifische eilanden werden door de Japanners bezet, terwijl de Britten vanuit Australië Keizer Wilhelmsland en de Salomonseilanden bezetten. Slechts in Duits Oost-Afrika, het latere Tanzania, hielden de Duitsers onder leiding van Lettow-Vorbeck stand tot na de wapenstilstand van 1918. China verklaarde Duitsland de oorlog en stuurde duizenden arbeiders naar de loopgraven voor ondersteunend werk. Japan heeft na de bezetting van de Duitse koloniën en concessies geen man naar het front gestuurd, maar stelde wel een ultimatum aan China (de Geallieerden floten Japan overigens terug). Het toewijzen van de Duitse concessies in China aan aartsvijand Japan is Woodrow Wilson door de Chinezen, en ook door veel Amerikanen, bijzonder kwalijk genomen.
[bewerk]
Amerikaanse oorlogsdeelname
Soldaten van de Australische 4e Divisie op een loopbrug, Ieper, 1917
Groter
Soldaten van de Australische 4e Divisie op een loopbrug, Ieper, 1917
Duitsland beantwoordde de blokkade van de geallieerden met het duikbootwapen. Duitse duikboten schuimden de zeeën af en torpedeerden koopvaarders. Behalve geallieerde schepen, werden ook wel eens neutrale schepen getroffen, zoals de Lusitania. Dit werd de Duitsers door veel neutralen zeer kwalijk genomen.
In 1917 zaten de Duitsers met een probleem. De nood steeg steeds hoger maar er zat geen beweging in de fronten. Een poging om de Engelse vloot te vernietigen en zo de blokkade te breken was in 1916 met de zeeslag bij Jutland mislukt. De Duitsers vernietigden meer schepen dan de Britten, maar waagden zich niet meer op open zee. Een onbeperkte duikbootoorlog zou de kans geven om Engeland te isoleren en tot overgave te dwingen. Dit zou echter kunnen leiden tot een oorlog met de reeds geïrriteerde Verenigde Staten.
De Duitsers zetten het plan toch door, maar trachtten Japan en Mexico tot de Centralen te doen toetreden om zo de Amerikanen af te leiden. Een telegram met deze strekking (Zimmermanntelegram) werd echter onderschept. Naar aanleiding hiervan, en van de onbeperkte duikbootoorlog, verklaarden de Verenigde Staten Duitsland op 6 april 1917 de oorlog. De Mexicanen hadden echter net een burgeroorlog achter de rug en hadden geen behoefte aan een nieuwe oorlog, terwijl ook Japan bedankte voor de eer.
De Amerikaanse aanwezigheid had, vooral in het begin, een louter psychologische waarde. Zo kolossaal als de Amerikaanse marine was, zo klein was hun landleger. Er was mankracht genoeg, maar er was onvoldoende bewapening. Kanonnen moesten van de Britten worden geleend. De Duitsers zagen echter een nieuw leger tegenover zich dat steeds verder aangroeide. Hun duikboten waren onvoldoende om de oorlogskonvooien tegen te houden. De tijd werkte in hun nadeel: steeds meer troepen stroomden Europa binnen, en de ongeschonden Amerikaanse wapenfabrieken draaiden op volle toeren.
[bewerk]
Het einde
In de zomer van 1918 besloten Hindenburg en Ludendorff nog één keer alles op alles te zetten. De Duitsers vielen op drie punten aan:
1. Een offensief aan de Marne tegen de Fransen;
2. Een offensief aan de Somme om een wig te drijven tussen de Fransen en Britten;
3. Een offensief tegen de Britten en Belgen bij Ieper in Vlaanderen.
Op het eerste gezicht waren deze offensieven succesvol: de loopgraven werden verlaten en een flinke terreinwinst werd geboekt. De troepen waren echter aan het eind van hun Latijn (na een offensief gingen ze bijvoorbeeld eerst vijandelijke voedseldepots plunderen), en ook achter het front bevonden zich nog grote hoeveelheden vijandelijke troepen. De offensieven liepen alle drie vast in modder, bloed, en een muur van frisse Amerikanen. Over het hele front werden de Duitsers in de herfst van 1918 teruggedreven.
Hindenburg en Ludendorff wisten dat het afgelopen was. De legers hadden aan alles gebrek en er dreigde revolutie. Bij monde van generaal Wilhelm Groener lieten zij de keizer weten dat zij niet langer op de trouw van het Duitse leger konden rekenen. Een verstijving van de weerstand in Vlaanderen was maar schijn: er was aan alles gebrek, tot uniformen toe. Een rebellie van matrozen sloeg over naar het hele land. Bij de Centrale bondgenoten, die nu ook op alle slagvelden werden verslagen, was de situatie nog erger omdat Duitsland hen economisch uitzoog en als koloniën behandelde. Een Bulgaars regiment schaamde zich zo voor zijn kleding dat het zich in ondergoed voor zijn generaal presenteerde. De burgers leden nog meer gebrek en stierven bij bosjes van de honger. In de herfst van 1918 sloten Turkije en Bulgarije wapenstilstanden. Oostenrijk-Hongarije volgde op 3 november, zodat Duitsland nu aan de zuidkant onbeschermd was. De keizer vluchtte naar Nederland, en de republiek werd uitgeroepen. Onderhandelingen vonden plaats, en een wapenstilstand werd overeengekomen. De Oorlog werd op de 11e van de 11e 1918 (11 november 1918) om 11 over 11 uur in een treinwagon te Compiègne beëindigd. Tot de laatste minuut vielen de 'vernietigingsschoten' door de artillerie over en weer (vrede van Versailles; het volgende dispuut; aanleiding tot WO-II).
[bewerk]
Vergeefs
Frans monument ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog
Frans monument ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog
Het was een oorlog die begon met de militaire tactieken van de Frans-Duitse oorlog van 1870. Met charges van de cavalerie, massale inzet van de infanterie en al even massale als vergeefse bajonetaanvallen. Aan Franse kant was bijvoorbeeld deze tactiek uitentreuren beoefend. De naam voor deze tactiek (het Elan genaamd) van de aanval met grote groepen infanterie in een offensieve vorm heette: Offensive de Outrance (aanval tot het uiterste). Het was ook een oorlog die zou eindigen met de tactieken van de Tweede Wereldoorlog: in deze oorlog namen tanks en vliegtuigen voor het eerst deel aan de strijd. Maar het was bovenal de oorlog die een hele generatie Europeanen uit zou roeien. In totaal vielen er bijna negen miljoen doden; wel overwegend militairen. Burgerslachtoffers waren er in deze oorlog nauwelijks, hoewel de Duitsers zich tijdens hun inval in België bijzonder rigide gedroegen tegenover de Belgische burgerbevolking. Duizenden burgers werden vermoord.
De keizer Wilhelm II schreef na de oorlog in zijn ballingsoord Doorn in zijn Kriegserrinnerungen:
"Wanneer ik terugdenk aan die moeilijke vier oorlogsjaren met hun hopen en verslagen, met hun schitterende zegepralen en hun verliezen aan kostbaar bloed, dan ontgloeit in mij een gevoel van vurigen dank en van onvergankelijke bewondering voor de weergalooze daden van het Duitse volk in de wapenen..."
[bewerk]
Gevolgen
De Eerste Wereldoorlog heeft de kaarten van Europa en de wereld grondig door elkaar geschud. De oorlog had een groot aantal staatkundige, economische en maatschappelijke gevolgen.
* Uiteraard was daar de directe schade. Miljoenen jonge mannen (in de oorlogvoerende staten een groot gedeelte van de generatie 16 tot 30 jarigen) hadden het leven gelaten als dienstplichtig militair, miljoenen burgers waren vluchteling geworden. Ook de economische schade was enorm. Landen als Frankrijk, Duitsland, Italië en Groot-Brittannië kampten met een enorme schuldenlast, terwijl vooral in de vroegere gevechtszones veel fabrieken etc. in puin lagen ;
* Europa was hierdoor verzwakt geraakt. Later, na de Tweede Wereldoorlog, zouden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten de leiding van Europa overnemen;
* Het "onschuldige Verlichte Europa" van de 19e eeuw was verdwenen. Staten stelden zich hard tegen elkaar op. Douanetarieven werden ingevoerd of verhoogd, en in de jaren '30 devalueerden landen hun valuta zonder overleg met andere landen. Niet samenwerking, maar wantrouwen en antagonisme was het motto. Dit verergerde de Grote Crisis die van 1929 tot de jaren '30 duurde;
* Behalve op staatniveau had dit ook op het niveau van de "gewone man" zijn werking. Autoritaire leren zoals communisme en fascisme kwamen op. Deze werden mede gevoed door verbitterde veteranen, die door hun ervaringen psychisch ontwricht waren en niet meer in de maatschappij pasten. Zij vonden hun heil in diverse knokploegen die zich lieerden aan politieke bewegingen. Voorbeelden waren de SA, Fasci di Combattimento, Pijlkruisers, de IJzeren Garde, en de knokploegen van de KPD (Kommunischtische Partei Deutschlands). Gematigden zaten klem tussen deze twee gewelddadige vuren. In veel landen werd de democratie dan ook door een autoritair regime vervangen;
* De knokploegen, bestaande uit die verbitterde veteranen, gingen vechtpartijen aan. Met elkaar, met gematigden, of met iedereen wiens gezicht hen niet aanstond, dat maakte niet uit. Een aantal historici ziet hier een oorzaak voor de "brutalisering" van de samenleving ("zinloos geweld");
* Arbeiders en soldaten uit koloniën raakten "geïnfecteerd" met nationalisme en communisme. De "superieure blanken" gebruikten de hulpbronnen van de koloniën om elkaar de hersens in te slaan. De kiem voor de latere bevrijdingsbewegingen als Vietminh en PKI werd zo gelegd;
* De Geallieerden legden de Centralen harde vredesvoorwaarden op. Grenzen werden vrij willekeurig getrokken, waarbij politieke belangen zwaarder wogen dan die van de mensen die er toevallig woonden. Behalve vluchtelingenstromen leverden de verdragen ook een latente haat- en wraakgevoelens op. In de Tweede Wereldoorlog zouden deze hun uiting vinden. De Tweede Wereldoorlog wordt dan ook wel door veel historici beschouwd als voortzetting van de Eerste Wereldoorlog. Sommigen spreken zelfs over de Europese burgeroorlog van 1914 - 1945.
* Het concept van de "totale oorlog" werd geboren;
* Vakbonden werden beloond voor hun steun aan de oorlog met erkenning;
* Hetzelfde gold voor de strijders wat betreft het stemrecht: het algemeen enkelvoudig stemrecht (één man, één stem) en (later) vrouwenkiesrecht werden ingevoerd;
* In België legde de oorlog ook de taalwantoestanden bloot. Franstalige officieren (achter het front) gaven bevelen aan Vlaamse soldaten aan het front. Het gaf een impuls aan de taalstrijd.
* Vrouwen hadden de open plaatsen in fabrieken en werkplaatsen moeten invullen. Dit leverde hen een vrijheid op die ze vroeger nooit hadden gehad. Ze beseften dat ze veel mannenwerk best zelf konden doen, en kregen meer zelfvertrouwen. Vrouwen gaven na de oorlog hun positie niet op, waardoor het feminisme een enorme impuls kreeg.