quote:
Nederlands toptennis op keerpunt
Uitgegeven: 18 september 2006 09:26
LEIDEN - Het Nederlandse toptennis staat op degraderen uit de wereldgroep van de Daviscup. De beslissingswedstrijd tegen het véél sterkere Tsjechië moet weliswaar nog worden gespeeld, maar de kansen op lijfsbehoud zijn minimaal.
Alleen een wonder kan Nederland redden. Voltrekt zich dat niet, dan komt er in de Groenoordhal te Leiden een einde aan een glansrijk tijdperk van zestien jaar. Dat was een mooie tijd met ups en downs en steevast een belangrijke rol voor Paul Haarhuis. Hij is de Nederlandse recordhouder in de Daviscup. De 40-jarige Eindhovenaar droeg tussen 1990 en 2005 onafgebroken het Oranje in 27 interlands. Hij speelde 49 partijen waarvan hij er 31 won; vijftien in het enkel- en zestien in het dubbelspel.
Zijn debuut in 1990 bij Canada ging verloren, 2-3. In de volgende ontmoeting schreef hij met Mark Koevermans, Richard Krajicek en Jan Siemerink tennishistorie. Nederland triomfeerde in Mexico met 5-0 en promoveerde naar de wereldgroep van de Daviscup.
Haarhuis
"Die overwinning gaf ons enorm veel voldoening", herinnert Haarhuis zich. "We waren met een bepaalde instelling gegaan. We wilden graag naar de wereldgroep. Het moest mogelijk zijn met het team dat wij hadden. Mexico uit was de enige keer dat we als team twee weken tevoren al ter plaatse waren. Had ook te maken met de 2000 meter hoogte waarop we moesten spelen, naast het wennen aan het tijdsverschil. We trainden daar gigantisch hard. We wonnen met 5-0. De Mexicanen waren verbijsterd, het was nooit gebeurd dat zij thuis met 5-0 klop kregen. Zelfs niet tegen de Amerikanen."
De triomf in Mexico was de geboorte van de gouden generatie. Captain Stan Franker droeg bij aan het fanatisme en overtuigde de tennissers dat de Daviscup belangrijk was. De spelers die de promotie voor elkaar brachten, stelden zich de jaren nadien met uitzondering van Richard Krajicek onvoorwaardelijk beschikbaar.
Krajicek
De Hagenaar speelde af en toe, hij vond zijn fysieke heil en individuele loopbaan belangrijker. "Richard had er moeite mee", weet Haarhuis. "De Daviscup is een van de belangrijkste dingen in het tennis. Wij waren ervan doordrongen en de KNLTB pakte het serieus aan door een goed team om ons heen te bouwen. Stan Franker had ook zijn verdienste. Uiteindelijk waren het wel de spelers die het moesten doen."
Nederland beleefde een glorietijd in de Daviscup. De zege in Barcelona tegen Spanje in 1993 was sensationeel. Met de gouden generatie was het potentieel aanwezig om de landentrofee een keer te winnen. Zeker toen Jacco Eltingh er nog bij kwam. Dit gebeurde echter niet. Het bereiken van de halve finale in 2001 was het beste resultaat. Bekerhouder Spanje werd verslagen en daarna kreeg aartsrivaal Duitsland ervan langs.
Frankrijk won in Rotterdam de halve finale nadat een op handen zijnde winstpartij van Raemon Sluiter kantelde door een voetblessure. Haarhuis: "Na die domper verloor Sjeng Schalken de tweede partij in een marathon tegen Escudé. Dit was absoluut anders gelopen als het toen 1-0 voor ons had gestaan."
'Mister Daviscup' bestrijdt dat Nederland faalde door niet een keer de Daviscup te veroveren. "Wij hadden een goed team met de kwaliteiten om eventueel te winnen. Maar dan moest alles meezitten.
Sampras
Op de Muller Pier waren wij heel goed, maar kwamen de Amerikanen met de nummers een en drie van de wereld: Pete Sampras en Jim Courier. Toen wij tegen Duitsland moesten, traden Becker en Stich plotseling samen aan. Dat deden zij tegen andere landen nooit."
De Daviscup winnen gebeurt bijna altijd door landen die echte topspelers in huis hebben, weet Haarhuis. Mannen die in de buurt van de nummer één-positie verkeren. "Zulke spelers brengen zekere punten mee. Toen Krajicek heel goed was, kon hij toch nog van anderen verliezen. Richard was geen zekerheidje."
Wereldgroep
Haarhuis meent dat de kans erg klein is dat Nederland zich door het duel tegen Tsjechië kan handhaven in de wereldgroep. "Wij hebben in onze zestien jaar ook vaker de degradatiewedstrijd moeten spelen. Toen wonnen wij altijd, omdat wij altijd wel een speler van formaat erbij hadden. Sjeng Schalken stond lang in de top vijftig, de top twintig zelfs. Met alle respect voor de jongens die rond de honderd staan, maar dat is niet goed genoeg om bij de beste zestien landen te blijven behoren. Zelfs met twee man bij de top tachtig ben je niet zeker van twee zeges en die zijn er niet."
Zouden de huidige jonkies ons al terug kunnen brengen of komen er donkere jaren aan? Ik denk toch dat toppers in het herentennis al meer ATP-toernooien moeten spelen dan onze jongens nu doen. Murray komt ook uit '87, Monfils komt uit '86... Beide hebben al geruime tijd bekendheid en aansprekende resultaten op de tour. Sijsling en Haase komen uit 87 en de Bakker uit 88, echte resultaten hebben ze niet. Het is zeer onvoorspelbaar bij heren tennis en de Bakker heeft leuke resultaten bij de jeugd maar resultaten behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Bij de dames hebben we Krajicek nog, die wel op jonge leeftijd resultaten neerzet maar niet meer potentie dan een subtopper lijkt te hebben. Misschien zit het probleem wel bij de bond, waarom leiden we geen toptennissers meer op en kunnen onze buurlanden dat wel?
Die Scheiße bleibt gleich, nur die Fliegen ändern sich
| Kurt Cobain sagte mir, Ich soll kommen wie ich binen de kikker zei: "Je moet me nog kussen!" en ik stak de kikker terug in mijn binnenzak en zei: "Nee, ik heb veel liever een babbelende kikker!"