quote:Het moet anders
Het Nederlands elftal werd door Portugal het WK-toernooi uitgeknikkerd. Verder dan de kwartfinale kwamen de mannen van Van Basten niet en gezien de samenstelling van de selectie en de kwaliteiten van de spelers hadden we misschien niet op meer mogen rekenen. Het vertoonde spel was immers bepaald niet om over naar huis te schrijven, nietwaar? Maar dat was het spel van veel andere WK-deelnemers ook niet. Oranje had met het miserabele veldspel ook verder kunnen komen. Daarom is Nederland dus niet uitgeschakeld. Het ging mis om een andere reden. Als iets duidelijk is geworden, is het wel dat het Nederlands elftal onder Marco van Basten mentale hardheid en slimheid mist. Portugal bezat die eigenschappen wel en vooral daarom werd Oranje roemloos uitgeschakeld op het WK.
Hoe moet het nu verder? Over een dikke twee maanden, om precies te zijn op 2 september, begint het Nederlands voetbalelftal met een uitwedstrijd tegen Luxemburg aan het kwalificatietoernooi voor de Europese kampioenschappen in 2008. Er resteert dus niet veel tijd om het over een andere boeg te gaan gooien.
Phillip Cocu heeft een punt achter zijn interlandcarrière gezet en het is nog maar de vraag of Ruud van Nistelrooij en Marc van Bommel nog door Van Basten worden opgeroepen. Drie geroutineerde voetballers minder; het scheelt een slok op een borrel. Wat resteert is een piepjong elftal, dat bij wijze van spreken nog met luiers om voetbalt. Naar het schijnt staat Pampers al te springen om het Nederlands elftal te gaan sponsoren, weliswaar een leuke financiële meevaller, maar daarmee hebben we het lek nog niet boven. De aanpak van de spelersgroep zal drastisch anders moeten, want anders gaat het straks weer mis.
Voetballen kunnen Sneijder, Van der Vaart, Robben, Van Persie en al die andere jonkies wel, dat weten we allemaal. Maar wat ze missen is de doortraptheid waarmee voetballers uit Portugal, Italië, Brazilië, Argentinië en meer van dat soort landen te werk gaan. Is het gek om te verwachten dat die eigenschappen ook de Hollandse internationals gaan bezitten? Nee!
Van Basten denkt er ook zo over. Die bezat die hardheid als voetballer namelijk wel. In Portugal sloeg hij na een wedstrijd in de catacomben ooit Veloso een tand uit de mond, tijdens het EK van 1988 plantte hij zijn ijzeren noppen op de wreef van mandekker Kohler en in 1990 deelde hij aan Pascal Plovie een elleboogstoot uit, waar de Club Bruggespeler nu nog last van heeft. Rode kaarten leverden deze wandaden niet op. ‘Hoe kan ik dergelijk gedrag mijn jonge spelers aanleren’, zo zal Marco zich afvragen.
Eind augustus meldt de vernieuwde selectie van het Nederlands elftal zich in Noordwijk. Na een kopje koffie wordt meteen de eerste training belegd, want veel voorbereidingstijd is er voor de interland tegen Luxemburg niet. Persvoorlichter Kees Jansma, nog immer in functie en zo mogelijk nog meer dienstbaar aan Van Basten dan in Duitsland, heeft grote gordijnen opgehangen, zodat we nooit kunnen zien wat er op het trainingsveld plaatsvindt.
Maar als na afloop hevig bebloede spelers het veld af strompelen, de verbanden en mitella’s niet aan te slepen zijn en drie koelwagens met ijs niet genoeg zijn om de zwellingen te doen afnemen, is ons duidelijk dat er een ware veldslag heeft plaatsgevonden. Van Basten ziet de aftocht van zijn strompelende spelersgroep grijnzend aan. ’s Avonds op een persconferentie stelt hij zijn nieuwe trainersstaf voor. Witschge, Menzo en Van ’t Schip hebben plaatsgemaakt voor Regilio Tuur, Dennis van der Geest en Willem Holleeder, die na persoonlijke interventie van minister van justitie Donner zijn levenslessen mag bijbrengen aan de jeugdige internationals van Marco van Basten. ‘Als we nog eens plaatboeven als de Portugezen op het veld tegenkomen, kunnen we ze tenminste met gelijke munt terugbetalen’, zegt Van Basten, die zijn spelers allemaal een videoband van overtredingen van Vinnie Jones, Materazzi en Jan Wouters heeft meegegeven om in hun slaapkamer te gaan bekijken. ‘Morgen komt Frans Derks de spelers vertellen hoe je overtredingen kunt verbloemen voor scheidsrechters en hun assistenten’, vervolgt Marco. ‘Want het moet natuurlijk niet de bedoeling zijn dat we na een half uurtje nog maar met zeven man in het veld staan.’
Arme Luxemburgers. Ze weten niet wat hen te wachten staat.
quote:WK KRONIEK (7): TE GAST BIJ VRIENDEN
De wereld is nog slechts een week te gast bij vrienden en dan weten we wie zich de komende vier jaar wereldkampioen voetbal mag noemen. Het wordt een Europese aangelegenheid, nu topfavoriet op basis van het spel Argentinië en titelhouder Brazilië in de kwartfinales gewipt zijn. Wie van de vier overgeblevenen moet nu winnen?
Voor Portugal heb ik, zeker ook om andere redenen, best wel sympathie. Die ploeg verrast zelfs, want het doel van de selectie was het EK in eigen land. Dat won men twee jaar geleden niet, waar het er toch wel recht op had. De Portugezen spelen altijd met drie aanvallers en kunnen bijzonder mooi spelen. Helaas is dat op dit toernooi nog niet echt te zien geweest. Slechts af en toe waren er die aanvalsopzetten vol beweging en variatie. Het meest nog tegen Mexico, de enige wedstrijd die volledig zonder druk kon worden gespeeld. Omdat het voetballend niet lukt trekken de Portugezen dan de uitgekookte geintjes maar uit de kast. Op dit toernooi hebben die slimmigheidjes de overhand en dat gaat neutrale kijkers tegenstaan. Dan vergeet men zelfs de twee prima treffers van Maniche op dit toernooi, na sterke aanvallen, en de reddingen van penaltykiller Ricardo Pereira in de serie tegen Engeland.
Net als Portugal kan ook Italië niet echt op de steun van de neutrale kijker rekenen. Ik heb altijd wel bewondering voor de manier waarop de Italianen een organisatie neer kunnen zetten en vol kunnen profiteren van kleine foutjes bij de tegenstander. Dit toernooi zou het echter anders gaan. De race tegen de klok van Francesco Totti om fit te geraken was er toch vooral op gericht om de aanvallende driehoek optimaal te kunnen benutten. Totti moest dan in de rug van twee spitsen spelen. Tegen Ghana liep dat nog leuk en viel Italië aan, maar gaandeweg is de tweede spits naast Luca Toni al ingeruild voor een extra middenvelder en speelt Italië verre van sprankelend. Dat in de kwartfinale tegen Oekraïne de uitblinkers Gennaro Gattuso, een klasserijke werkbij, en Fabio Cannavaro, fenomenaal voorstopper, heetten, zegt al genoeg.
Dan de Fransen. Zij begonnen dramatisch aan het toernooi en leken volledig uitgeblust. Wat een afscheid moest worden van een generatie en van Zinedine Zidane in het bijzonder, leek uit te monden in een deceptie. Met hangen en wurgen kwamen de Fransen bij de laatste zestien en prompt hervonden ze zichzelf. Tegen de Spaanse Armada werd Frankrijk veertig minuten weggetikt, totdat het ineens de gelijkmaker maakte en na rust de wedstrijd naar zich toetrok. In de kwartfinale waren gisteren zelfs weer vleugjes van het oude Frankrijk zichtbaar, met een onvermoeibare Patrick Vieira als stuwende kracht op het middenveld, enkele geniale momenten van Zidane en een scherpe Thierry Henry. Het was genoeg om wereldkampioen Brazilië te kloppen en kan wel eens een opstapje richting een onverwacht succes worden. Zou een prachtig afscheid zijn voor Zidane natuurlijk.
Maar ja, het gastland is er ook nog. Vrijwel niemand gaf vooraf een cent voor de Duitse kansen. Twee goede keepers, waarvan er maar één mocht spelen en ruzie onontkoombaar leek, twee goede talenten, een redelijke spits en een topper in de persoon van Ballack, dat was wat de Duitsers hadden. Verder moest Klinsmann kiezen uit middelmaat. Heel Duitsland beefde uit angst voor een mogelijk drama. Franz Beckenbauer orakelde over de matige selectie, door te stellen dat Arne Friedrich wel moest spelen omdat er nu eenmaal niets beters was. En zie daar, de toernooiploeg bij uitstek wist in het toernooi te groeien. Geholpen door een matige poule, maar ook opgezweept door het publiek en op een wijze die verre van Duits is. Natuurlijk is de eensgezindheid en werklust er nog wel, maar Duitsland kiest tegenwoordig de aanval. Wie had dat gedacht? In deze setting tonen de Duitsers spelvreugde en stijgen boven zichzelf uit. Neem Philipp Lahm, de rechtsbenige linksback. Kende een rotseizoen bij Bayern door allerlei blessures, heeft nog last van zijn elleboog, maar dendert langs de flank. Alleskunner Torsten Frings, die het middenveld regeert, zodat zijn creatieve maatjes Michael Ballack en Bastian Schweinsteiger lekker kunnen ballen. Lukas Podolski en Miroslav Klose die makkelijk het net vinden, het lijkt niet op te kunnen. Zelfs Oliver Kahn kon het opbrengen om zijn concurrent Jens Lehmann te steunen voor de penaltyserie met de Argentijnen.
Als het voetbal op dit toernooi moet overwinnen, dan dienen de Fransen en Duitsers de finale te spelen. Wellicht moet Duitsland dan zelfs wel winnen, eerlijk is eerlijk. Zelfs op ons eigen WK forum is de laatste dagen een kentering zichtbaar en lijken steeds meer mensen te beseffen dat de Duitsers dit toernooi de smaakmakers zijn. De wereld is te gast bij vrienden en wees niet verbaasd als straks de beker bij diezelfde vrienden in de kast staat. En dan hebben ze het toch maar weer mooi geflikt.
winnenquote:Op zondag 2 juli 2006 19:08 schreef methodmich het volgende:
Duitsland doet wat Oranje nagelaten heeft!
Zoals Hushovd gisteren?quote:Op maandag 3 juli 2006 19:32 schreef methodmich het volgende:
Aanvallend voetballen op basis van eigen kracht Bjoro. Variatie in de ploeg. Opkomende backs.
Jouw reeks met Sandman is helaas een beetje doodgebloed??
quote:Naaien, vallen, zuigen
Schreeuwen moord en brand
Gras nat van krokodillentraan
In de dug-out de grootste proleet
Tactisch plan van de tegenstander in duigen
Grote grijns: weer beet
Coach van Portugal, wereldbaan
quote:LIJNTJES
In zijn column in De Telegraaf deelde Johan Cruijff een kat uit aan Rita Verdonk, minister van integratie. Volgens hem was de uitschakeling van Oranje op het WK mede te wijten aan haar weigering Salomon Kalou een Nederlands paspoort te verstrekken. “Nederland had te maken met een situatie dat als Arjen Robben en Robin van Persie niet in de wedstrijd zaten, er geen alternatief was. En die hadden we met Salomon Kalou wel kunnen hebben”, schreef Cruijff en kwam daarna tot de volgende eindconclusie: “Ik wil er vooral mee zeggen dat een minister er is om het landsbelang te dienen en dat heeft ze duidelijk niet gedaan."
Dat is een boude bewering, maar omdat het Cruijff is, wordt er nog betekenis aan gehecht ook. Hoe is het anders te verklaren dat Johan Derksen in VI schreef dat Cruijff groot gelijk had en menig ander eveneens instemmend knikte bij het lezen van Cruijffs column? Zijn het de lijntjes, die onzichtbaar doorheen het voetbal lopen?
Omdat Cruijff een grote voetballer is geweest en een dito trainer, worden zijn uitspraken klakkeloos geaccepteerd. Of het over voetbal gaat of niet, doet niet ter zake. Johan bemoeit zich werkelijk overal mee. De Spaanse chirurg die verantwoordelijk was voor de hartoperatie die Cruijff moest ondergaan, werd verteld hoe hij de ingreep moest doen. Piloten, die hem met zijn voetbalploegen naar verre oorden vervoerden, werden dol van de vlieglessen die hij in de cockpit afstak, maar niemand die Cruijff ooit terugverwees naar zijn stoel.
Het was de charme van de man uit Betondorp, zei men altijd vertederend en toen hij later als analist zijn opwachting maakte bij de NOS, hing iedereen aan zijn lippen, verslaggever Tom Egbers voorop. Slechts voetballer Tsjeu la Ling, ooit een zeer verdienstelijke buitenspeler bij Ajax toen Cruijff daar als speler terugkeerde en in het spelershome van Ajax de beste biljarter, werd schijtziek van Cruijffs bemoeizucht en zei dat ook in ondubbelzinnige bewoordingen. Toen Cruijff hem na een fraaie carambole vertelde dat Ling de keu verkeerd vasthield, kreeg hij als antwoord dat hij zijn bek moest houden, anders zou hij de keu wel even in zijn reet rammen.
Hadden maar meer mensen Cruijff op een dergelijke wijze tegengesproken.
De man heeft voor het voetbal ontegenzeggelijk verdiensten gehad, maar met zijn beweringen slaat hij tegenwoordig een beetje door. Niemand die er aanstoot aan neemt. Journalisten, trainers, voetballer, talloze clubs; bijna alles en iedereen is in de vaderlandse voetbalwereld met elkaar verbonden met voor de leek onontwarbare lijntjes. Cruijff schijnt op de achtergrond adviseur te zijn van Barcelona, Ajax en het Nederlands elftal en niemand die er moeilijk over doet. Zelf is hij niet meer actief als trainer. Daar heeft hij, naar eigen zeggen, geen zin meer in. Maar net als Beckenbauer in Duitsland schroomt hij niet ongevraagd zijn mening te uiten over alles wat maar enigszins met voetbal te maken heeft. En we gaan er nog serieus op in, hoe krom zijn redenatie vaak ook is.
Als anderen dergelijke uitspraken doen, Louis van Gaal bijvoorbeeld, steekt er een storm van verontwaardiging op. Het zijn dezelfde lijntjes, die dan plots zichtbaar worden. Toen Louis ooit weer eens van leer trok tegen, in zijn ogen, misstanden in het voetbal, kreeg hij de weinig vleiende bijnaam Orakel van Avenhorn. In diezelfde traditie kunnen we Johan Cruijf de Zwetser van Betondorp noemen.
quote:WK KRONIEK (8): BOEVENTRONIE
Terwijl het wereldkampioenschap voetbal richting het einde loopt, kunnen we constateren dat er nog weinig echt memorabel voetbal is geweest. Natuurlijk ziet onze grote vriend Sepp Blatter dat anders. Zowel het toernooi zelf als de arbitrage is wat hem betreft het beste ooit. Ach ja, Blatter… Geheel in de lijn van Marco van Basten zal hij zijn eigen aandeel ook vast met een ruim voldoende becijferen. Zeventje, minimaal.
Juist omdat het tot nu toe zo tegenvalt, was het fijn dat de eerste halve finale in ieder geval wel een mooie pot werd. Duitsland zocht zoals het hele toernooi steeds al vroeg de aanval, Italië besloot om de draad van de eerste match tegen Ghana qua intenties weer op te pakken. Dit betekende dat ook Italië probeerde aan te vallen waar het kon en dat is ook wel eens leuk. Natuurlijk is het fijn aanvallen in de wetenschap dat je Fabio Cannavaro achterin hebt, misschien wel de beste speler op dit toernooi.
De verlenging was natuurlijk helemaal genieten geblazen. Zowel Duitsland als Italië heeft namelijk de reputatie dat het erg laat een goal kan maken. Of beter gezegd: een goal maakt. Natuurlijk viel de winnende treffer dan ook na 119 minuten voetballen en was de 0-2 daarna slechts voor de statistieken van belang. Dat er niet eerder werd gescoord lag vooral aan de keepers. Zowel Jens Lehmann als Gianluigi Buffon keept een prima toernooi. Wellicht dat alleen de ravissante deelneemster Gaby Baby van het WK Lingerie nog opvallendere kwaliteiten toonde, maar dat had weer minder met keepen te maken.
Wie ook altijd opvalt is Gennaro Gattuso. Deze middenvelder van de Italianen is het prototype van de voetballer die je liever in je team hebt dan bij de tegenstander. Gattuso is de poetry slammer onder de verfijnde dichters op het middenveld. Niet de man van de ragfijne passing, zoals Andrea Pirlo. Zeker niet de man van de intelligente hoogstandjes, waar Francesco Totti voor ingehuurd is. Nee, Gattuso is de man die de tegenpartij stoort, die ballen verovert, die altijd onderweg is en de momenten lijkt te kunnen lezen waarop hij ergens een interceptie moet verrichten. Hij geniet in de schaduw van de publieksspelers en schakelt grote namen uit.
Dat is hij ook wel gewend, zei hij onlangs in een interview nog. Gattuso staat altijd tegen de beste middenvelder van de opponent en weet die duels doorgaans te winnen. Overigens is hij zelf, juist door zijn nimmer aflatende werklust en zijn fanatisme, ook een heuse publieksspeler. Prachtig om te zien natuurlijk. Hij heeft, met de Argentijnse captain Juan Pablo Sorín, de mooiste boeventronie van dit toernooi. Pikzwart haar, een stevige baard en een gemene uitstraling. In lang vervlogen tijden had je boekjes over de kabouters Wipneus en Pim, die diverse avonturen beleefden. In één ervan streden ze tegen rovers. De rovers op de voorkant leken, met uitzondering van hun hoeden, allemaal op Gattuso. Dankbare kop voor fotografen dus.
Nu staat hij in de finale en stuit hij zondag op Zinedine Zidane en Frankrijk. De oude maestro herrees als Phoenix uit zijn as en overvleugelde op weg naar de finale Spanje, Brazilië en Portugal. Wie had dat kunnen denken, toen Frankrijk na twee pouleduels op sterven na dood was? De zonnekoning en zijn lakeien stralen echter weer. De oude mannen gaan op voor een laatste kunstje. Had Van Basten misschien moeten doen met Davids. Want het is wel schrijnend. Edgar stuurt een open brief, de Fransen schrijven misschien geschiedenis.
Aardige bijkomstigheid trouwens, dat dit een herhaling is van de finale van het EK 2000. Toen meenden de Italianen de titel al in de tas te hebben. Frankrijk sloeg vervolgens op zijn Italiaans toe met een late gelijkmaker en winst via een golden goal. Aan Franse zijde zijn er nog aardig wat spelers over die destijds mochten juichen, waar Italië wel aardig vernieuwd heeft. Zondagavond weten we wat wijzer is geweest.
Eerst mogen de Duitsers nog even proberen de bronzen medaille op te halen. Eerzuchtig als het thuisland is, moet dit lukken. Het zou een passende beloning zijn voor een prima organisatie van dit toernooi en voor het gewaagde aanvalsspel dat de Duitsers speelden. Overigens, wat karakteristieke koppen betreft, misschien gunt Klinsmann zijn reservekeeper Oliver Kahn nog wat speeltijd, desnoods als invaller. Dat zou nog eens een mooi eerbetoon zijn. Liefst dan een Olli met Duitse vlaggetjes op de wangen!
quote:Pikzwart haar, een stevige baard en een gemene uitstraling. In lang vervlogen tijden had je boekjes over de kabouters Wipneus en Pim, die diverse avonturen beleefden. In één ervan streden ze tegen rovers. De rovers op de voorkant leken, met uitzondering van hun hoeden, allemaal op Gattuso.
quote:WK KRONIEK (9): SNEL VERGETEN?
Toen de Italiaan Fabio Grosso gisteravond de laatste strafschop de bovenhoek in roste, was het wereldkampioenschap voetbal voorbij. Een maand lang was Duitsland een perfecte gastheer, die alles tot in de puntjes had georganiseerd. Helaas bleef het vertoonde spel ver achter bij dit alles. Sterker nog, het WK van 2006 was helaas niet het spektakel waar miljoenen mensen op hadden gehoopt.
Welke landen hebben nu echt voor mooi voetbal gezorgd? Portugal is door de FIFA uitgeroepen als leukste ploeg, maar dat land is toch echt niet toegekomen aan het leuke voetbal dat men op het EK in eigen land speelde. Ivoorkust en Ghana lieten leuke dingen zien, maar bleven zonder beloning, terwijl de finalisten Italië en Frankrijk net als veel andere favorieten goede momenten afwisselden met dramatische duels. Duitsland, dat tegen de eigen traditie in aanvallend speelde, was wellicht nog het leukst om te zien.
Volgens Michel Platini hebben de bondscoaches het toernooi verpest, met hun tactieken die op tegenhouden gebaseerd waren. Zit wat in. Neem Carlos Alberto Parreira, die met zijn Brazilianen vorig jaar nog hallucinerend voetbal speelde op de Confederations Cup. Iedereen was het er over eens dat de Europese afvaardiging kansloos zou zijn, maar waar waren die tovenaars van toen? De oude generatie speelde weer en droop roemloos af. Of neem Eriksson, die het presteerde om Engeland met één spits te laten spelen! Lippi, die het verwerpelijk lijkt te vinden om Del Piero én Totti op te stellen. Pekerman, die Messi langs de kant hield toen de wedstrijd schreeuwde om zijn happy feet. Domenech, die ook maar één spits liet spelen omdat Trezeguet en Henry elkaar niet zouden aanvullen. Zeker vergeten hoe die ooit bij Monaco een droomvoorhoede vormden?
Er zijn ook al geen nieuwe sterren opgestaan. Fabio Cannavaro, Gennaro Gattuso en Andrea Pirlo speelden prima, maar hun kwaliteiten zijn toch al jaren bekend bij het publiek? Wellicht kan linksback Fabio Grosso, die een strafschop versierde, Duitsland naar huis schoot en dus de beslissende strafschop benutte in de finale, een revelatie genoemd worden. De Franse dribbelaar Franck Ribéry misschien eveneens, maar ook deze twee heren waren bij de voetbalvolgers al een tijdje bekend. Dat Miroslav Klose met een voor een WK karig aantal van vijf goals topscorer wordt, zegt eigenlijk alles. Aanvallend is er zelden iets gebeurd.
En dus zit ik me suf te peinzen. Wat zijn nu de momenten geweest waardoor we ons het WK 2006 over tien jaar nog herinneren? Ik kan nog geen vijf echt beklijvende wedstrijden bedenken. Vaak was het meer spannend dan leuk. De Portugese goalie Ricardo Pereira stopte drie strafschoppen, een wereldrecord, maar dat is tegenhouden. En dat willen we nu juist niet! Mooie doelpunten waren er gelukkig nog wel. De poeier van Maxi Rodríguez, de volley van Joe Cole. De curieuze Panenka van Zinedine Zidane in de finale. En natuurlijk de twee dagen durende combinatie van de Argentijnen tegen Servië, waarbij de volledige selectie en technische staf de bal beroerde, alvorens Esteban Cambiasso afrondde. Zonder gekheid, dat is een wereldgoal, maar zulk voetbal hebben we te weinig gezien.
Het zullen toch de incidenten zijn die het langst meegaan. De vele schwalbes en dan vooral de beslissende van Grosso. Hoewel, werd in 1974 de finale niet mede beslist door een schwalbe? Toneel is ook niet nieuw, zie Rivaldo en diens cornervlagact in 2002. De arbitrale dwalingen dan? Tja, dat Graham Poll drie keer geel trok voor één speler zijn we vermoedelijk rond oud en nieuw al vergeten. De kaartenregen van Valentin Ivanov bij Portugal – Nederland zal vooral hier en in Portugal een herinnering blijven. Bovendien is het sinds 1966 al niet nieuw meer dat leidsmannen uit de voormalige Sovjetunie een stempel op een wedstrijd drukken.
Zodat ik vrees dat we ons het wereldkampioenschap voetbal van 2006 vooral gaan herinneren door de kopstoot waarmee Zinedine Zidane zijn grootse loopbaan met een knal uitluidde. Een moment van kortsluiting in het briljante brein van de man die zichzelf hervonden leek te hebben. Het tragische shot van zijn aftocht langs de naar hem lonkende wereldbeker wint het straks van zijn magistrale spel tegen Brazilië in de kwartfinale.
Snel vergeten dus, deze editie. Op naar het nieuwe seizoen in het clubvoetbal, waarin ongetwijfeld veel meer te genieten valt. Dankzij Marco van Basten is cijfers geven weer in de mode. Dit toernooi krijgt van mij krap aan een vijfje. Precies het kleinood waar de heren voetballers de afgelopen maand veel te weinig fraaie dingen mee hebben gedaan. Al hebben ze daar in Italië de komende vier jaar, volledig terecht, maling aan.
quote:BALZACCHI
Regelmatig ga ik op bezoek bij Jan en Agnes, hier verderop in de straat. Twee aardige mensen met een zoontje van elf, Jesper. Niets bijzonders, ware het niet dat Jesper blind is. Hij is dit al sinds zijn geboorte, maar Jan en Agnes hebben dit snel geaccepteerd en doen dus ook niet zielig met Jesper. Jesper zelf trouwens ook niet. Hij weet niet beter. Net als zoveel jongens van elf is ook Jesper dol op voetbal en dan vooral op Feyenoord. Hier komt de invloed van Jan om de hoek kijken, want dat is een Feyenoorder in hart en nieren. Binnen het profvoetbal ligt mijn sympathie meer bij Ajax, dus is het altijd wel leuk om bij Jan, Agnes en Jesper langs te gaan. Lekker een beetje over en weer kleine steekjes uitdelen, waar we zelf het hardst om lachen. Dat het voor Jesper maar goed is dat hij nooit ziet hoe slecht Feyenoord in werkelijkheid soms speelt bijvoorbeeld.
Ook tijdens het afgelopen WK heb ik enkele keren voetbal gekeken bij deze familie. Altijd heel gezellig en het is opmerkelijk hoe Jesper wedstrijden beleeft. Hij gaat af op wat hij hoort en neemt daarin alles mee voor zijn beoordeling. Het stadiongeluid is dan wellicht nog het belangrijkst. Wij zijn soms wel eens blij als het commentaar en het geluid wegvalt, tenenkrommend als het soms is. Voor Jesper is dit een probleem. Op Jan vertrouwen lukt ook niet altijd, want die wil Feyenoord nog wel eens iets beter voor de dag laten komen dan het daadwerkelijk doet. Vaak zegt hij dan dat het anders zo zielig is voor Jesper, maar die weet vaak wel beter. Want hoewel Jan en Agnes ooit toch afgesproken schijnen te hebben om niet te vloeken waar Jesper bij is, vliegen de verwensingen toch regelmatig door de kamer. Als Jan weer eens omgekeerd aan het bidden is, weet Jesper ondanks de haast op Radio Rijnmond-achtige wijze gegeven commentaren van zijn vader wel hoe laat het is.
Ik vind het altijd leuk om met Jesper een beetje over de spelers te praten. Het is opvallend hoe goed hij soms kan inschatten hoe een speler er uitziet. Al is ook hier de invloed van Jan nooit erg ver weg. Alle Ajacieden hebben een grote neus en wanneer Jesper Patrick Paauwe omschrijft als een “beetje verwijfd”, dan weet ik zeker dat Jan hem wel eens iets influistert. Mooi is vooral de oprechte verbazing van Jesper als een speler totaal anders oogt dan hij zich voor kan stellen. Vooral als de harde jongens van het voetbal soms opvallend normaal zijn.
In al die jaren heeft Jesper een favoriet. Niet Kuijt of Kalou, wat je zou kunnen verwachten, maar Ernesto Balzacchi. Wie? Juist, Balzacchi. Volgens Jesper een Italiaanse spits die al jaren aan de lopende band scoort. Agnes vertrouwde me ooit toe dat zij samen met Jan een hele avond op Google is gaan zoeken, want Jesper brengt de verhalen over Balzacchi zeer overtuigend. Toen ze tegen twaalven de PC uitdrukten, waren Jan en Agnes pas definitief zeker: Balzacchi bestaat niet. Desondanks duikt Balzacchi regelmatig op in de gesprekken. Volgens Jesper is het een knappe kerel. “Mijn moeder zou het een lekker ding vinden!” Waarop ik opmerkte dat dit nou niet zo heel veel zegt, als ik Jan zo eens bekeek. Die counterde met de scherpte van Dinamo Kiev in de jaren tachtig: “Nee, jij ziet er lekker uit met die grote neus!”
Volgens Jesper moet Feyenoord deze Balzacchi kopen. Het is volgens hem de oplossing voor de club, die “altijd de verkeerde spelers koopt.” Ik zie Jan instemmend mompelen en meen de naam Kolkka te horen. “Zal ik eens iets over Balzacchi schrijven?” vraag ik Jesper. Die glimlacht. “Dat werkt toch niet. Jullie zullen Balzacchi nooit echt begrijpen.” Hij zegt het berustend en ik begrijp plots wie Balzacchi is. Het is een droom van een jongen die nooit zelf zal kunnen voetballen. Balzacchi is de voetballer die Jesper had willen worden, maar nooit zal kunnen zijn. Maar meer nog is Balzacchi synoniem voor hoop. Hoop op het onmogelijke. Op betere tijden. Ineens besef ik dat Balzacchi wellicht meer bij Feyenoord past dan Jesper bij het verzinnen van hem ooit voor ogen had.
“In 2008 willen ze naar de Coolsingel toch, als ze honderd jaar bestaan?” Ik besef dat het een overbodige vraag is, ik weet immers zelf het antwoord al. Het blijft even stil. Dan antwoordt Jan en ik zie tranen in zijn ogen. “Dat roepen ze ja. Het zou zo mooi zijn, weet je? Dat ik hem mee kan nemen naar een volle Coolsingel. Dat moet een fantastische ervaring zijn. Pas dan is hij echt helemaal Feyenoorder. Ik heb het zelf ook meegemaakt. Een titel vieren met mijn vader, tussen al die vrienden met een Feijenoordhart. Let op hoor, dat spel je niet met een y!” Jan weet al dat ik graag stukjes schrijf, vandaar, waarna hij er nog een hartgrondige vloek als uitsmijter tegenaan gooit en verzucht dat de liefde voor zijn club meer is dan alleen maar winnen. Ik weet dat hij gelijk heeft en ik gun Jan en Jesper op dat moment een titel. Misschien komend seizoen al. Ik probeer me voor te stellen hoe een blinde jongen zich moet voelen op een volle Coolsingel, als Jan die voorstelling verstoort met de dodelijke woorden dat het dit jaar weer niets gaat worden.
Dinsdag 11 juli, om kwart voor elf ’s avonds ontvang ik een SMS-bericht van Jan. Verloren van Katwijk, 1-0. Moet jouw club toch tegen? Mijn club kan er niet van winnen. Weer geen Coolsingel. Ik proef de pijn, hoewel ook Jan beseft dat oefenpotjes niets zeggen. Ik besluit te schrijven over Balzacchi. Omdat het verlangen naar succes niet beter omschreven kan worden dan in de fantasie van een blinde jongen. Er is nog niets verloren.
quote:Saved
‘Football saved me’. Zo begint in het Engelse dagblad The Guardian een interview met Jerrel Hasselbaink, over de plas beter bekend als Jimmy Floyd. Het interview dateert van november vorig jaar en werd geplaatst naar aanleiding van ‘Jimmy’, het boek over de voetballer, dat rond die tijd het licht zag. Net als in het boek spreekt Jerrel in de krant openhartig over zijn jeugd in Zaandam, over het jatten van autoradio’s en horloges, over kaartjes voor een concert van Public Enemy, die hij zich met geweld toeëigende, zijn drie maanden detentie in jeugdinrichting ‘Het Poortje’ en over het voetballen dat er voor zorgde dat hij weer het rechte pad ging bewandelen. ‘Football saved me’ dus.
De wereld ging voor me open nadat ik het boek van Hasselbaink gelezen had. Eindelijk wist ik waarom de voetballer op het veld altijd zo strak uit zijn ogen keek. Nog geen lachje kon er af, ook niet als hij weer eens venijnig had uitgehaald en het net had doen trillen. Het zal wel met zijn duistere verleden te maken hebben gehad, al die donkere blikken. Toen Jerrel via Campomaiorense, Boavista, Leeds United en Atlético Madrid bij Chelsea verzeild raakte, was zijn kostje gekocht. Vergeten was alle ellende uit zijn jeugd. Het geld stroomde nu met bakken tegelijk binnen. Wat hij met dat geld deed; daar spreekt Hasselbaink in het interview en in het boek trouwens ook openhartig over: gokken. Meer specifiek: roulette spelen.
Als je nooit geld hebt gehad, heb je ook niet kunnen leren er mee om te gaan. ‘Er waren avonden bij dat ik 40.000 pond verloor’, zegt Jerrel. Het was niet daarom dat hij bij Chelsea weg moest. De reden voor zijn transfer naar Middlesbrough was de komst van José Mourinho, die in 2004 de nieuwe trainer van de Londenaren werd en geen oog had voor Jerrel, de vleesgeworden scoremachine. ‘Ik ontmoette hem op het trainingscomplex en hij zei niks tegen me’, zei Jerrel, ‘Mourinho’s mind was made up.’ Jimmy Floyd kon vertrekken.
Mourinho is niet de enige voetbalkenner die blind is voor de capaciteiten van Hasselbaink. Ook in Nederland is er altijd met enig dedain over hem gesproken. Akkoord, respect werd getoond voor het aantal door hem gescoorde doelpunten, Van Gaal riep hem daarom zelfs op voor het Nederlands elftal, maar als ‘voetballer’ was hij niet gezegend met erg veel klasse, vonden veel liefhebbers. Alsof dat van een man op zijn positie gevraagd wordt! Jerrel Hasselbaink is er voor de doelpunten. Niet meer en niet minder. Van hem hoeven we geen overstapjes als van Cristiano Ronaldo te verwachten of scharen à la Tsheu la-Ling, geen dribbels zoals die van Arjen Robben of passeerbewegingen van Robbie Rensenbrink. Als Hasselbaink aan de bal komt, haalt hij uit. De kracht uit zijn machtige dijen wordt via de wreef naar de bal getransporteerd, die vervolgens met een rechte streep in de kruising verdwijnt. Goal! Jerrel steekt een hand omhoog, priemt zijn vinger in de lucht en laat zich met een strak gezicht en ijskoude ogen bespringen door jubelende ploegmaten. Zo is het altijd gegaan en zo zal het voorlopig blijven gaan. Zo bewijst hij telkens opnieuw dat hij op het veld nog steeds de killer is, die hij in zijn jeugd buiten het veld dreigde te worden.
Bij Middlesbrough waren ze in het begin dolblij met hem. Als uit een repeteergeweer kwam het ene doelpunt na het andere in zijn eerste seizoen daar. Afgelopen jaar scoorde hij er nog tien, maar coach McClaren zette hem steeds vaker op de bank en aan het einde van de voetbaljaargang werd zijn contract niet verlengd. We kunnen wel raden welk gezicht Jerrel trok, toen hij deze onheilstijding vernam.
Jerrel Hasselbaink gaat komend seizoen voetballen voor Charlton Athletic, een andere Engelse subtopper. Lachen op het veld zal hij ook daar niet doen. Maar een doelpuntje meepikken, dat zal hem nog wel lukken. Zijn jeugdvrienden van weleer zullen het niet meekrijgen. Die zijn aan de drugs geraakt, of zitten in de cel, zo vertelt hij in zijn boek en in de krant. Hij ziet ze nog wel eens, als hij in Zaandam op bezoek is en stopt ze dan een paar honderd euro toe. Water naar de zee dragen is dat. Jerrel weet dat, maar het zal hem worst zijn. Zijn gabbertjes van vroeger kunnen die centjes goed gebruiken. Blij zal hij niet worden van wat hij voor verhalen meekrijgt van zijn oude makkers, van de misère waar zij nog steeds inzitten. Dezelfde misère waar Jerrel nu ook nog in had kunnen zitten als hij niet toevallig zo hard kon schieten. Daarmee lachen zou ongepast zijn en dat doet Jerrel dus ook niet.
Maar ‘football saved him’, dat is zonneklaar.
quote:VOETBALVROUW
Gedurende vakantiedagen, als de zon ons land zo in haar greep neemt als de afgelopen week, denk ik altijd terug aan een jaar of tien geleden. Destijds waren mijn vrienden en ik vijftien, zestien jaar en voetbalden we hele avonden op een veldje in het dorp. Een veld dat eigenlijk min of meer automatisch van ons was geworden, in die zin dat wij er altijd waren en anderen het meden. We deden daar de voetbalspellen die iedere liefhebber wel kent: tienen, afvallertje, penaltyrace en af en toe een partijtje. Waarbij we niet alleen maar voor ons plezier speelden, maar ook een beetje voor de meisjes die kwamen kijken.
Dat waren altijd dezelfde meisjes. We kenden ze goed, maar keken vooral naar Lucia. Lucia was zonder twijfel het mooiste meisje van het dorp en het is ondenkbaar dat er ooit een mooier meisje is geweest of zal komen. Het is dat de calvinistische inslag van ons dorp een missverkiezing uitsloot, anders had ze hoe dan ook gewonnen. En tweede en derde geworden, zo lagen de zaken. Lucia had naast schoonheid ook een mysterieuze uitstraling, mede door haar Spaanse wortels. Haar moeder was Spaans en soms zei Lucia iets in die taal, wat ons deed dansen over het veld. Je mooiste acties bewaarde je tot ze keek. Lucia hield namelijk van winnaars. Reden waarom wij altijd wilden winnen.
Wie die avond het best had gespeeld, wist namelijk zeker dat ze naast je zou komen zitten. Wellicht mocht je nog even je arm om haar heen slaan. Meer niet, maar dat hoefde niet. Lucia dacht altijd al groot en het was uitgesloten dat ze zich aan een dorpsjongen zou geven. Naast de andere meisjes zitten was ook wel leuk, maar toch anders. Dat waren de meisjes uit je eigen categorie, waar je op gegeven moment wel eens iets mee zou gaan beginnen. Dat kon wachten, het ging nu om Lucia. Sommige jongens werden na een overwinning zo overmoedig dat ze zelfs een biertje namen of een sigaretje rookten. Wellicht om stoer te ogen voor Lucia, maar hun conditie holde dan zo achteruit dat ze van winnaars verliezers werden. Niet dat het veel uitmaakte, want de kans dat één van ons ooit iets met Lucia zou krijgen was kleiner dan de kans dat iemand uit onze vriendengroep een maanlanding zou maken.
Lucia stippelde haar loopbaan intussen prima uit. Haar eerste echte vriendje was een Rotterdammer, die in het eerste elftal van onze club speelde. Onvermijdelijk zou hij haar weer kwijtraken en dat gebeurde ook. Bij ons bekend waren achtereenvolgens stormachtige relaties met een speler van Jong Sparta, het eerste van Excelsior en een reserve van Feyenoord. Af en toe zagen we Lucia dan nog eens of had één van onze vriendinnen haar gezien. Want ja, sommige dingen gaan zoals ze gaan en inmiddels hadden we inderdaad een relatie met één van de meisjes die altijd in de schaduw van Lucia hadden gezeten. Lucia reed dan in dure auto’s rond en droeg de nieuwste mode. Ze dacht nu eenmaal groot. Een jaar of drie geleden zijn alle sporen van Lucia vervaagd. Het scheen dat ze naar het buitenland was gegaan en haar weg richting de top daar doorzet. Waar het moet eindigen is onbekend, maar dat het groot gaat worden staat vast.
Wij zijn haar echter niet vergeten en hebben jaarlijks in dit soort periodes te kampen met bepaalde Lucia-buien. In welke mate, varieert per persoon. De één denkt eens weemoedig terug, de ander vervalt in een avond obsessief drinken. Steevast eindigt het ergens midden in de nacht met je vriendin die slaperig om de hoek van de kamer kijkt en vraagt of je wel goed bij je hoofd bent. In mijn geval gebeurde dat nadat ik de stereo had gevuld met de single Lavinia van The Veils. Ik vermoed dat Finn Andrews haar ook gekend heeft, zo gekweld als hij in plaats van Lavinia ineens een passage over Lucia zingt: Lucia my love, in the darkness shown / Lucia my love, and you're not mine / Lucia my love, in the silence so long / Lucia my love, no promise no more, / Lucia, Lucia, Lucia….
Het gevolg is dat wij een dag later samen afspreken op ons veldje. We nemen wat drankjes en een bal mee en voelen ons weer even vijftien. De laatste geruchten over Lucia zijn dat ze in Spanje is en daar momenteel de vriendin van Alberto Rivera van Betis Sevilla is. Of het waar is weten we niet. Zoals Rivera ongetwijfeld geen weet heeft van een veldje ergens in een Nederlands dorp, waar een groepje midtwintigers beseft dat hun jeugd voorbij is en dat ze misschien ergens een slag gemist hebben, maar desondanks gelukkig zijn. Met elkaar, onze levens en een bal. Wetende dat er duizenden mannen in Nederland zijn die deze nostalgie kennen. Voetbal in de zomer is het mooiste dat er is.
Dat was Julia.quote:Op vrijdag 21 juli 2006 07:46 schreef tong80 het volgende:
Volgens mij heeft ze ook iets met Henk Westbroek gehad.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |