Opgekrabbeld met behulp van God Door Willem Jongeneelen
Vrijdag 9 december 2005 - BREDA – Niet elke dag is er een wereldster te gast in Breda. Gisteren was er die wel: Solomon Burke, grondlegger van de soul, goed voor de verkoop van ruim zeventien miljoen platen. Zijn in samenwerking met Mezz georganiseerde optreden in Chassé was het laatste van zijn Europese tournee en het enige in Nederland.
![]()
Solomon Burke zingt, vertelt, charmeert, preekt en deelt rozen uit.
Foto Kees van DongenThe king of rock ‘n soul. Zo pleegt de in 1940 in Philadelphia geboren zanger zich te noemen. Hij werd in 1964 zo gekroond door een Amerikaanse diskjockey en heeft die koosnaam tot op de dag van vandaag behouden.
Na James Brown is hij wellicht de grootste soulzanger aller tijden. Inmiddels zeker ook de zwaarste.
Burke laat ook in Breda horen vooral een begiftigd gospelzanger en nog altijd geweldig bij stem te zijn.
Vanaf zijn zevende is hij actief in de kerk. Als zanger maar later ook als ouderling/predikant. In 1961 mocht hij zich als kerkleider geen rhythm & blueszanger noemen van de bisschop. Hij verzon een nieuwe term, waar ze géén aanstoot aan konden nemen: hij noemde zich voortaan een soulzanger. Een nieuwe naam voor een eigenlijk al bestaand genre is dan geboren.
De show in Chassé heeft iets van een groots opgezette, blazersrijke soulrevue. De 11-koppige Souls Alive Band met daarin ook zijn jongste dochter Candy schotelt een dwarsdoorsnede van ruim veertig jaar soulgeschiedenis voor, maar legt in een aantal medley’s toch vooral accent op het werk uit de jaren zestig; werk dat bekend geworden is door Burke zelf, of door collega’s als Otis Redding, Ben E. King en Little Richard.
Zijn opkomst gebeurt met de gordijnen dicht zodat het publiek het waggelen van de zeer corpulente Burke bespaard blijft.
De koningsmantel is indrukwekkend, maar binnen de minuut werpt hij die af en neemt de zwarte panter plaats in zijn zetel. Hij zingt, vertelt, charmeert, preekt en deelt rozen uit. De glitters in zijn pak schitteren even veel als het zweet op zijn ronde hoofd. Een oudere zwarte lakei komt na elke song dat hoofd afzemen. Vreemd gezicht.
Solomon Burke mag dan wederom een wereldster zijn nu, vooral in de jaren ’80 en ’90 raakte hij wat in de vergetelheid.
Tot hij in 2002 dankzij producer Joe Henry en de cd ‘Don’t Give Up On Me’, nota bene uitgebracht door een punklabel, een glorieuze comeback maakte. Van die cd laat Burke in Chassé een aantal moderne soultracks horen, geschreven door onder meer Van Morisson, Tom Waits en Dan Penn. Ze vormen het hoogtepunt van de avond, omdat ze stukken spannender klinken dan die toch wat routineus overkomende verplichte oudere nummers. Al blijft het door Burke zelf geschreven ‘Everybody Needs Somebody To Love’ (tevens legendarisch in de versie van The Blues Brothers) een perfecte publiekslieveling als afsluiter.
Solomon Burke heeft nog nooit een nr. 1 hit gescoord. Dat prikt. Maar hij is er nog steeds, daar waar veel eendagsvliegen definitief afgeserveerd zijn. Zijn comeback heeft Burke een Grammy opgeleverd en hem helemaal terug op de popkaart geplaatst. Als hij zich met een swingende versie van ‘Proud Mary’ aan de ‘rock ’n roll’ van Creedence Clearwater Revival waagt, stroomt het podium vol dansende fans
en mag Martine uit Tilburg, ook afkomstig uit het publiek, haar vocale kunsten vertonen. Burke is terecht onder de indruk.De 65-jarige Solomon Burke bewijst met fraaie gevoelige ballads maar ook gladde edelkitsch helemaal terug te zijn. Opgekrabbeld met behulp van God. Die heeft dat zo gewild. Hij is uitverkoren. In 2002 herrezen. Thuis in Philadelphia is hij nog altijd actief voor een andere dochter (een van zijn 21 kinderen) die een uitvaartcentrum runt. Wellicht dat hij daarom altijd leeft alsof het zijn laatste dag is. Met zoveel overgewicht weet je het ook maar nooit? Amen.