Servaas "Faas" Wilkes(geboren 13 oktober 1923) één van de allerbeste spelers, die ons land ooit heeft gehad. Een speler met een ongeëvenaarde balbehandeling en met het vermogen om enige tegenstanders na elkaar met allerlei handige manoeuvres te passeren. Als deze oud-speler van Xerxes goed op dreef was, was er geen enkele tegenstander die hem hield en was het een genot hem met grote behendigheid en grote snelheid langs zijn belagers te zien glippen. Kort kappend passeerde Faas Wilkes de ene tegenstander na de andere. Na elke beweging kon hij weer meer versnellen. Hij kon schieten als de beste en zijn rushes over het halve veld werd vaak besloten met een doelpunt.
Faas Wilkes begon met voetballen bij HION, waarna hij al snel terecht kwam bij het Rotterdamse Xerxes. Op 14 april 1941 debuteerde hij bij deze club tegen CVV (6-0).
Faas Wilkes, opgegroeid in Nederlandse voetbalwereld zonder profs, besloot al snel dat hij voor geld wilde spelen. De Xerxes-speler en zijn broer Leen (doelman bij XerXes) verhuisden naar Maastricht voor twee Bedfords vrachtwagens -zijn familie had een transportonderneming- als beloning om voor MVV in Maastricht uit te komen. Dat was natuurlijk tegen alle regels van het amateurisme in die dagen en hij kreeg een speelverbod opgelegd van een jaar opgelegd. Daar hadden MVV en de broers Wilkes geen zin in. Faas betaalde voor de vrachtwagens ging weer spelen voor Xerxes.
Op 10 mei 1947 werd hij geselecteerd voor het Europees elftal, dat in Glasgow tegen een groot-Brits team speelde. Een succes werd het niet;: het werd 6-1 voor de Britten. In dat internationaal gezelschap hoorde hij wat de voetballers in landen als Italië, Frankrijk en Engeland verdienden. Zo reisde hij in 1948 naar Engeland om te kijken of hij daar zijn 'voetbalgeld' kon verdienen. In het amateuristische voetballandje Nederland raakten iedereen oververhit door deze stap van Faas Wilkes, zeker toen het persbureau Reuter meldde dat Faas een contract had getekend voor Charlton Athletic. Het Londense avontuur ging echter niet door.
In 1949 kwam het dan toch tot een transfer. Inter Milan en AC Milan boden tegen elkaar op; Inter bood uiteindelijk het meeste geld, namelijk een handgeld van 60.000 gulden per jaar, exlusief maandgeld.Zijn speelstijl en uiterlijk -lang en donker- spraken de mensen aan in Italië en Wilkes groeide bij Inter uit tot een razend populaire speler. Drie jaar speelde Wilkes bij Inter en daarna werd hij halverwege 1952 verkocht aan Torino. Torino deed hem na hem na een teleurstellend jaar (i.v.m. een knie-operatie) al weer van de hand en Wilkes vertrok naar het Spaanse Valencia.
De Spanjaarden waren gek op hem en soms zwaaide het hele stadion naar hem met witte zakdoeken. Faas Wilkes werd in Valencia ooit op de schouders van de supporters door de stad gedragen als eerbetoon voor weer een fraai optreden. In 1995 kreeg hij de erepenning van de stad Milaan uitgereikt. Mede door gezondheidsproblemen keerde Faas Wilkes in 1956 terug naar Nederland en ging bij VVV Venlo spelen. Hij koos voor VVV omdat deze club bereid was om een bedrag van 50.000 gulden op jaarbasis als salaris wilde uitkeren. De terugkeer naar het nog weinig professionele voetbalklimaat in Nederland beviel Faas niet en na twee seizoenen in Venlo kocht hij zichzelf vrij (voor 25.000 gulden) en ging als speler/trainer naar het Spaanse Levante in Valencia. De verbintenis met Levante duurde precies één seizoen omdat Levante op een haar na niet promoveerde naar de hoogste afdeling. Dit was een eis van de Spaanse voetbalbond omdat buitenlanders niet in de tweede divisie mochten uitkomen. Faas kreeg vanwege zijn verdiensten dispensatie op voorwaarde dat de club zou promoveren.
Teruggekeerd uit Valencia speelde Faas nog drie seizoenen voor Fortuna '54. Faas Wilkes was al 38 jaar toen hij Fortuna verliet voor zijn eerste liefde Xerxes. Daar heeft hij tot zijn 40ste jaar zijn loopbaan afgebouwd. Op 26 mei 1964 nam hij in de uitwedstrijd afscheid van Xerxes, dat juist was teruggekeerd in de tweede divisie van het betaald voetbal.
Faas Wilkes speelde
38 keer in het Nederlands Elftal. Daarin scoorde hij 35 doelpunten. Het hadden veel meer interlands en doelpunten kunnen zijn, maar omdat hij prof werd, mocht hij zes jaar (tussen 1949 en 1956) niet meer voor Oranje uitkomen. Pas toen in Nederland het betaald voetbal was ingevoerd was hij weer welkom. In Oranje vormde hij samen met Kees Rijvers en Abe Lenstra een schitterend aanvallend voetbaltrio, dat de geschiedenis in is gegaan als het Gouden Binnentrio. Faas Wilkes beste interlands waren die tegen Luxemburg (6-2) en tegen België (9-1). Hij scoorde toen zeven van de 15 doelpunten.
Van voor mijn tijd, dus niet opa spreekt. Maar als je dit leest kun je alleen maar eerbied hebben. Johan Cruijff wilde zo zijn als Faas Wilkes, want Wilkes was zijn held. Ook als ik mijn pa hoorde praten over zijn helden was het eigenlijk alleen Wilkes dat ik hoorde.
Jammer dat destijds de KNVB zo amateuristisch was. Dat een speler van zijn kaliber nooit op een WK heeft gespeeld.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !