Berry Powel schakelt moeiteloos over van Duits naar EngelsMaandag 6 februari 2006 - Londen - Berry Powel kon van FC Den Bosch naar Greuther Fürth. Hij vertrok naar Millwall om ook daar te scoren. Anoniem in Londen? Vergeet het maar…
Berry Powel (links) probeert de bal te controleren in zijn eerste thuiswedstrijd voor Millwall tegen Sheffield Wednesday. Foto Ady KerryBerry Powel, bij FC Den Bosch dit seizoen goed voor 19 competitiedoelpunten, beleefde afgelopen dinsdag een droomstart bij zijn nieuwe club Millwall FC. Binnen twee minuten nadat hij was ingevallen in het uitduel bij Cardiff, scoorde hij de 1-1. Dat puntje was heel hard nodig in de strijd tegen degradatie. ’Pow’s that for a start!’ en ’Berry good start!’ woordgrapten de Britse kranten.
Zaterdag moest er - met Berry in de basis - een thuisoverwinning op Sheffield Wednesday op volgen. Het ging in een bizar duel anders. En dan te bedenken dat Powel een paar weken geleden thuis in Amersfoort nog hele dagen Duits aan het praten was met zijn moeder, omdat hij hoogstwaarschijnlijk naar de Duitse eerstedivionist Greuther Fürth zou verkassen. Niet dat hij nou zo’n zin had om in Zuid-Duitsland te gaan wonen en zijn vriendin Kirsten (24) al helemaal niet. Maar het zou een aardige stap vooruit zijn, zowel sportief - Fürth maakt goede kans naar de eerste Bundesliga te promoveren - als financieel.
Toen meldde Millwall zich echter plots. Londen! Kirsten én Berry hoefden niet lang na te denken. Zeker toen bleek dat het contract van 2,5 jaar nóg betere voorwaarden had dan dat bij Fürth. Ook de transfersom die FC Den Bosch voor de spits toucheerde, was hoger: 125.000 pond, zo’n 190.000 euro.
De deal was zo snel afgerond, dat Kirsten in allerijl haar vriend achterna moest reizen met een koffer vol kleding. Powel: „Ik had bijna niks bij me. Kirsten had een koffer volgepropt en die bleek op Schiphol 19,8 kilo te wegen. Mocht net!“
Eigen pakOok op wedstrijddagen moet hij een eigen pak aan. Van een clubkostuum hebben ze bij Millwall nog nooit gehoord. De voetbalwetten blijken in Engeland toch behoorlijk af te kunnen wijken van die in Nederland, weet Powel nu al. Tijdens de thuiswedstrijd van Millwall tegen mede-degradatiekandidaat Sheffield Wednesday moet de doelman van de bezoekers vlak voor rust geblesseerd worden afgevoerd. Vervelend, maar er is altijd de reservekeeper nog. Toch? Niet bij ’Wednesday’. Trainer Paul Sturrock heeft er namelijk voor gekozen alle vijf beschikbare plaatsen op de reservebank te laten bezetten door veldspelers. Een gokje dat verstrekkende gevolgen had kunnen hebben. Wednesday stond tot zaterdag namelijk maar drie punten boven nummer voorlaatst Millwall. En aan het eind van de rit - nog veertien speelronden te gaan - vliegen er toch echt drie clubs uit.
Het pakt echter wonderwel goed uit voor Sturrock. Middenvelder Lee Bullen trekt het keepersshirt aan en en houdt in zijn eerste vijftig minuten ooit onder de lat ’de nul’. Dat is mede te danken aan de onbeholpen wijze waarop Millwall het vijandelijke doel probeert te bestoken. Het ’kick and rush’ bestaat nog steeds! Uitsluitend lange, hoge ballen van achteruit komen er op de twee spitsen, Powel en Williams af. Dat is niet echt lekker voetballen, erkent Powel na afloop. Hoewel zijn doelpunt van dinsdag in Cardiff wel zo ontstond.
Millwall scoort tegen Wednesday ook, maar verliest toch met 0-1. Over de absurde 62ste minuut zal nog heel lang worden nagepraat. Eerst denkt Millwall op voorsprong te zijn gekomen. De scheidsrechter wijst naar het midden en zeven Millwall-spelers, onder wie Powel, vieren een feestje bij de cornervlag als de leidsman zich plots bedenkt. Hij kent Wednesday een vrije trap toe. Die wordt snel genomen, zodat de zeven feestvierders te laat terug zijn om het doelpunt van de gasten te voorkomen! 1-0 of 0-1, dat maakt nogal verschil in een zespuntenwedstrijd.
’Cheat, cheat, cheat’ (oplichter), schreeuwen de bijna twaalfduizend Millwall-fans dan ook de rest van het duel richting de scheidsrechter. De 1581 (!) meegereisde Wednesday-supporters vieren feest. Lang na afloop zijn de gemoederen nog niet bedaard.
Verder valt het overigens wel mee met de aanhang van Millwall de laatste jaren. Niet dat het nou zulke lieverdjes zijn, maar het wijdverbreide hooligan-imago is vooral iets van het verleden. In die tijd van veldslagen met politie en bezoekende supporters bedachten de fans ook de slogan ’No one likes us, we don’t care’, die nog altijd op t-shirts prijkt die voor de wedstrijd in kraampjes worden verkocht.
DopingcontroleVer na afloop van de wedstrijd komt Powel uit de kleedkamer. „Sorry, dopingcontrole. Ik kon niet plassen dat had ik tijdens de rust gedaan en vervolgens al het resterende vocht er uit gezweet. Ik heb net drie liter water gedronken, dus de rest van de avond zal ik wel naar het toilet blijven lopen.“ Dat klopt, blijkt tijdens het etentje waarbij ook z’n moeder en vriendin aanwezig zijn. Kirsten is bijna klaar met haar studie psychologie en werkt twee dagen per week in een tbs-kliniek.
Voorlopig blijft ze dat ook doen de overige vijf dagen gaat ze naar Berry. Gezellig samen in een volledig gemeubileerd huurhuis in de wijk Beckingham, waar ze binnenkort hun intrek nemen. Nu is het nog behelpen in een hotel. Berry’s moeder is van plan voor elke thuiswedstrijd van Millwall naar Londen te komen. Terug van het toilet vertelt Berry dat hij het fijn vindt dat Londen een grote stad is. „In Fürth zou bijna iedereen je herkennen als voetballer. Hier kun je lekker ongestoord rondlopen.“ Een half uur later wordt het tegendeel bewezen. Vlak voor het afscheid komt er op het trein- en metrostation Waterloo in het centrum van Londen een wildvreemde jongeman op Powel af
en schudt hem spontaan de hand. „Ik was in het stadion vandaag. Je speelde goed, man. Ga zo door en zorg dat we er in blijven.“
DE FEITENOpgericht in: 1885
Bijnaam: The Lions
Stadion: The New Den
(capaciteit: 20.146 toesch.)
Clubkleuren: Blauw en wit
Beste prestatie: Bereiken finale FA Cup in 2004 (3-0 verloren van Manchester United)
Stand op ranglijst: 23ste
Trainer: David Tuttle
Bekende oud-spelers: Teddy Sheringham, Dennis Wise, Tony Cascarino, John Fashanu, Ray Wilkins, Mick McCarthy.