quote:
Op vrijdag 13 januari 2006 09:53 schreef nokwanda het volgende:Puur christelijk bijgeloof.
Was er niet een verhaal over de vervolging van een groep door de katholieke kerk die volbracht werd op vrijdag de 13de? Staat me vaag iets van bij. Iemand hier?
Een stukje uit de Da Vinci Code:
De Priorij van Sion is in 1099 in Jeruzalem opgericht door de Franse Hertog Godfried van Bouillon, onmiddellijk nadat hij de stad had veroverd en koning was geworden. Koning Godfried had naar men zei een belangrijk geheim, een geheim dat zijn familie al kende sinds de tijd van Jezus. Omdat hij bang was dat zijn geheim verlorewn zou gaan als hij zou sterven, richtte hij een geheime broederschap op -de Priorij van Sion- en gaf de leden opdracht zijn geheim te beschermen door het van generatie op generatie door te geven.
Gedurende de jaren in Jeruzalem kwam de Priorij ter ore dat er een stapel documenten verborgen lag onder de ruïne van de tempel van Herodus, die op de oudere ruïne van de tempel van Salomo was gebouwd. Ze geloofde dat deze documenten het belangrijke geheim van Godfried bevestigden en zo controversieel warne dat de Kerk nergens voor zou terugdeinzen om ze in handen te krijgen.
De Priorij besloot dat deze documenten uit het puin onder de tempel vandaan moesten worden gehaald, hoe lang het ook zou duren, en voor altijd beschermd zou moeten worden, zodat de waarheid nooit verloren zou gaan. Om de documnten uit de ruïne te halen riep de Priorij een militaire tak in het leven, een groep van negen ridders die de Orde van de Arme Ridders van de Tempel van Salomo heette. Beter bekend als de tempeliers
Voor academici is de geschiedenis van de Tempeliers een hachelijke zaak geworden, waarin feiten, overlevering en verkeerde informatie zo met elkaar verweven zijn geraakt dat het bijna onmogelijk is geworden te bepalen wat de zuivere waarheid is.
Zo is nooit duidelijk geworden wát de tempeliers gevonden hebben, maar over één ding is iedereen het eens: ze hebben in elk geval iets ontdekt in die ruïne. Iets waar ze rijker en machtiger door zijn geworden dan iemand zich in zijn stoutste dromen had kunnen voorstellen.
De tempeliers namen hun schat mee uit de tempel en reisden ermee naar Europa, waar hun invloed van de ene op de andere dag enorm was.
Niemand wist zeker of de tempeliers het Vaticaan afpersten of dat de Kerk eenvoudigweg probeerde de tempeliers af te kopen en zo het zwijgen op te leggen, maar paus Innocentius II vaardigde onmiddellijk een unieke pauselijke bul uit, waarmee hij de tempeliers onbegrensde macht verleende en hun toestemming gaf hun eigen wetten op te stellen. Daarmee werden ze een autonoom leger dat onafhankelijk was van koningen en kerkvorsten.
Met hun carte blanche van het Vaticaan groeiden de tempeliers in een ontstellend tempo, zowel in aantal als in politieke invloed, en ze vergaarde in ruim tien jaar grote lappen grond. Ze gingen over tot het verstrekken van kredieten aan koningshuizen die op zwart zaad zatenen vroegen daar rente voor, waarmee de grondslag voor het hedendaagse banksysteem werd gelegd en hun rijkdom en invloed toenamen.
Toen de veertiende eeuw aanbrak, hadden de tempeliers dankzij de steun van het Vaticaan zo veel macht verzameld dat paus Clemens V besloot dat er iets aan gedaan moest worden. Samen met de Franse koning Filips de Schone beraamde de paus een ingenieus plan om korte metten te maken met de tempeliers en de hand te leggen op hun schat, en zo het geheim te bemachtigen waarmee macht over het Vaticaan werd uitgeoefend. In een millitaire manoeuvre vaardigde paus Clemens geheime, verzegelde orders uit die door zijn soldaten in heel Europa tegelijk moesten worden geopend, op vrijdag 13 oktober 1307.
Op de dertiende werden bij zonsopgang de zegels van de documenten verbroken en hun verschrikkelijke inhoud werd onthuld.
Clemens beweerde in zijn brief dat God hem in een visioen had bezocht en hem had gewaarschuwd dat tempeliers ketters waren die zich schuldig maakten aan duivelsverering, homosexualiteit, ontheiliging van het kruis, sodomie en ander blasfemisch gedrag. God had paus Clemens gevraagd de aarde te louteren door alle tempeliers op te pakken en te martelen totdat ze hun misdaden tegen God hadden bekend. De operatie van Clemens verliep met uiterste nauwkeurigheid. Op die dag werden talloze tempeliers gevangengenomen, genadeloos gemarteld en uiteindelijk als ketters op de brandstapel ter dood gebracht. Sporen van die tragedie zijn nog terug te vinden in de hedendaagse beschaving: tot op de dag van vandaag staat vrijdag de dertiende te boek als een ongeluksdag.