We hebben een invaller voor scheikunde die ik jullie niet wil onthouden. Ik zit met twee vrienden achter in de klas, we kunnen scheikunde makkelijk aan dus doen niet zo veel. Ik zit achterover geleund, met benen in de krantleesstand (rechterbeen met voet op linkerknie, rechterknie laten hangen), en ik heb een propje papier in mijn hand. Hij komt naar ons toe, en steekt de volgende tirade af:
"Doe dat been goed! (Grijpt rechterbeen en zet het op de grond) Doe dat propje weg! (Ik ben verbaasd, en houd het propje nog in m'n hand) DAT PROPJE! WEG! DOE DAT PROPJE WEG! (Loopt rood aan) JONGENS, GA EENS OPLETTEN! ZO KUNNEN WE ONS LAND TOCH NOOIT BESCHERMEN TEGEN DE BELGEN! WE HOUDEN ZE NU ALLEEN ZOET MET BIER, MAAR EENS ZAL HET FOUT GAAN! OPLETTEN DUS!"
Later, tegen een meisje dat op het puntje van haar stoel zat: "meisje, ga eens goed zitten, misschien moet je nog eens een kindje krijgen!"
Topvent. Scheikunde is in één keer zo veel leuke geworden