JULIAN CASABLANCAS KLAART KLUS ALLEEN Zo zien we Strokes-frontman Julian Casablancas het liefst: hangend aan zijn microfoonstandaard, het hoofd bijna op de schouder, ogen dicht. De Melkweg heeft vanavond het genoegen om de Nederlandse première van zijn eerste soloalbum Phrazes For The Young mee te maken en de zanger in zijn karakteristieke pose aan het werk te zien. En eerlijk is eerlijk: het is een avond om niet snel te vergeten.
Naar traditioneel New Yorks gebruik laat Casablancas lang op zich wachten. Nadat een roadie de gitaren voor de derde keer heeft gestemd, dooft het licht en betreden vijf mannen en één vrouw het overvolle podium van The Max. De Strokes-frontman – leren jasje, véél te korte broek, hoge, witte sneakers – completeert het zevental zodra het eerste nummer van de set, het lome Ludlow St., ingezet wordt. Meteen is duidelijk dat het entertainment van Casablancas moet komen; de erg strakke begeleidingsband is, op de percussioniste na, nogal statisch. Erg? Niet als de muzikanten zo bekwaam zijn als de drummende houthakker, de toetsenisten links en rechts en de twee kleurloze gitaristen die de Melkweg-bühne bevolken.
Het is nodig, zo’n brede en onderlegde begeleidingsband. Het materiaal op Phrazes For The Young zit een stuk ingewikkelder in elkaar dan de songs die hij tot nog toe met The Strokes maakte: meer percussie, meer toetsen en veel afwijkende ritmes. River Of Brakelights is wat dat betreft exemplarisch. Het nummer opent met een synthesizer en een drumcomputerbeat, waarna de ‘gewone’ drumpartij en een gitaarloopje erin komen. Pas als Casablancas begint te zingen, snap je waar het nummer naartoe gaat. Vanavond komt die gelaagdheid verrassend goed tot z’n recht, ook tijdens andere ingewikkelde songs zoals de eerste single 11th Dimension en albumopener Out Of The Blue.
Tijdens dat laatste nummer, als derde gespeeld, laat Casablancas even zien waarom hij de frontman van de beste garagerockband van het afgelopen decennium is: hij springt van het podium en bestijgt het rechterbalkon, dat door de geringe kaartverkoop leeg is. Hij klimt over de balustrade en loopt een stuk over de lampophanging, ondertussen het publiek toezingend. In lijn met de agressieve toon van de songtekst (‘Those who helped me along the way, I smacked them as I thanked them’), trapt hij naar één van de lampen, om zich vervolgens weer tussen het publiek te begeven.
Het is Julian Casablancas ten voeten uit. Enerzijds is hij de lome goedzak die tijdens de instrumentale delen van een nummer niet goed weet wat hij met zichzelf aanmoet, anderzijds is hij de rücksichtsloze rock & roller die alles wat hem in de weg zit vernietigt. Opgekropte woede lijkt een belangrijke artistieke drijfveer voor de New Yorker. ‘There is a quiet, crying rage burning inside’ zingt hij in 4 Chords Of The Apocalypse – samen met Out Of The Blue en Left & Right In The Dark het hoogtepunt van de avond – en die zin vat de aard van Casablancas’ woede mooi samen.
Het mooiste aspect van zijn ‘rage’ is de controle die de Amerikaan erover heeft. Vocaal vraagt hij veel van zichzelf, maar hij vliegt zelden uit de bocht. Voor de muziek geldt hetzelfde: er is veel poespas, maar het geheel is zó gestroomlijnd dat er van overdaad geen sprake is. Het is fantastisch dat er een nieuwe Strokes-plaat onderweg is en wat mij betreft maken ze er nog honderd, als Casablancas in godsnaam ook maar zulke goede soloplaten blijft maken.
Gezien: 4 december 2009, Melkweg, Amsterdam
http://www.oor.nl/deruit_concertverslagen_details.asp?id=1242