quote:‘Er was eens…’ Ach, zo beginnen al zoveel verhalen, vaak eindigend met ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’. Nee, het verhaal dat ik wil vertellen is anders, ook niet bepaald sprookjesachtig te noemen.
Een paar dagen voor kerst word ik gebeld op m’n mobiel, onbekend nummer. Ik neem op en hoor helemaal niets aan de andere kant. Op het moment dat ik op wil hangen krijg ik 3 woorden te horen, 10 letters: Erik is dood. Zo weinig woorden, zo veelzeggend…
Erik was een jongen van 16 jaar, in februari was er kanker bij hem geconstateerd. Kwaadaardig, uitgezaaid, ze gaven hem nog een paar weken. Pasen zou waarschijnlijk te ver weg zijn. Maar Pasen bleek niet te ver weg te zijn, en de maanden verstreken. Met Sinterklaas was hij er ook bij, we hebben heel erg gelachen, maar ook goede gesprekken gehad over z’n ziekte en de toch wel naderende dood.
Zo komen er ineens een heleboel vlagen van gedachten boven en momenten die ik met hem gedeeld hebt. Nog steeds diep verzonken in gedachten komt ineens m’n jongste zusje binnengerend. Of ik mee ga om nog wat extra kerstversiering te kopen. Ik ben direct weer hard op aarde geland. Ondanks dat ik er geen zin in hebt, ga ik toch maar mee. Overal in de stad zie ik vrolijke lichtjes en in kerstsfeer versierde etalages. Ik vraagt me bij mezelf af waarom de wereld zo hard is.
Een paar dagen later is het kerst. Ondanks dat alle ingrediënten aanwezig zijn voor een echt kerstgevoel, is het op dat moment bij mij totaal niet aanwezig. Ik zit met m’n gedachten bij Erik en nog steeds met een gevoel van onrechtvaardigheid. Ook een soort van boosheid voel ik, waarom weet ik niet precies. Niet echt een ‘Vrede op aarde’ gevoel dus.
En dan ineens denk ik aan het kerstdiner met vrienden het jaar ervoor. Het is een gewoonte om allemaal even het woord te nemen. Zo ook Erik. Hij was op dat moment al ziek, maar de diagnose was nog niet gesteld. Het was een ‘toespraak’ over ziek zijn, gevoel van machteloosheid, maar daarentegen ook over hoop en leven. Weer die tegenstrijdigheid waar ik al een paar dagen tegen aan het vechten ben. En ineens begrijp ik het. De dood en kerst komen niet met elkaar in conflict, maar vullen elkaar juist aan. Zonder tegenslag geen hoop, zonder dood geen leven.
Ik besluit om een blokje om te gaan, gelukkig is het nu droog. Warm aangekleed stap ik naar buiten. Slenterend loop ik langs allemaal vrolijk versierde huizen, de kerstbomen binnenin de huizen zijn rijkelijk versierd. Ik denk aan het kerstdiner van morgen. Dat moet doorgaan van Erik. “Ik zal erbij zijn, al weet ik nog niet in welke gedaante”. Er loopt zo nu een dan een traan over m’n gezicht die ik snel wegveeg voordat hij op de grond valt. Maar toch heb ik er nu vrede mee op de één of andere manier. ‘Het had zo moeten zijn’ lijkt het wel. Inmiddels ben ik weer bijna thuis, ik stap binnen in een verwarmd huis waar de sfeer je direct tegemoet komt. Voor het eerst sinds een paar dagen kan ik weer genieten van de kerstboom en alle lichtjes en is het ook voor mij een Vrolijk Kerstfeest.
quote:De magische kerstkrant.
Er zijn wonderen en er zijn wonderen. Dat moest Peter ook gedacht hebben op 25 december 2005. Peter was een eenzaam mens en had veel moeten verduren maar stiekem geloofde hij nog in het wonder dat alles weer zoals vanouds werd. Terugdenkend aan vroeger, toen de mensen waar hij om gaf nog in leven waren.
Zijn ouders en 2 broers waren verongelukt tijdens een vliegtuigramp op 1e kerstdag 1990, het was zo onwerkelijk, nog steeds, zelfs na 15 jaar. Een natuurlijke dood was veel makkelijker te verwerken. Maar een storing in een vliegtuigmotor? Wie verzint zoiets!!?
Peter liep die ochtend op 1e kerstdag naar de brievenbus en zag tot zijn verbazing een krant erin liggen. Een kerstkrant nog wel, het was de eerste keer dat hij zo’n krant in de bus kreeg. De krant was gemaakt van ogenschijnlijk duur papier. Het lettertype was tevens onbekend. En er stond zelfs het adres op van Peter, het leek wel een krant gericht aan 1 persoon.
Het eerste nieuwsbericht eiste Peters aandacht al op. “ Fel blauwe lichten aan de hemel”. Het bericht schreef dat duizenden mensen lichten hebben gezien, en die mensen voelden een of andere kracht in zich toen ze in het felle licht staarden. Een grijze man met witte baard vertelde als ooggetuige dat het leek alsof engelen naar beneden kwamen, de man was een krantenbezorger, en had een bijzondere uitstraling, alsof hij niet van deze tijd was. De man leek tevens niet verbaast te zijn over het fenomeen, alsof het normaal was.
Toevallig stond in de kerstkrant ook een bericht over een vliegtuigcrash. Precies hetzelfde type vliegtuig waar zijn familie door was omgekomen. Peter vond het toevallig dat juist in een kerstkrant van 2005 gesproken werd over een ramp van 1990, en dan ook nog eens dezelfde ramp die zijn leven overhoop heeft gegooid.
Peter ging uit nieuwsgierigheid snel naar de laatste pagina van de krant en zag een advertentie staan.
“ Uw diepste wens is geen droom meer, deze krant is een geschenk van God, lees deze krant en trek uw conclusie, de puzzel tot verwezenlijking van uw droomwens zit verscholen op pagina 0”
Pagina 0, bevatte deze puzzel, genaamd: “puzzel:1990-25-12”. Een puzzel met als cijfercombinatie de datum van de ramp, dat kan geen toeval zijn of mensen nemen me in de maling dacht Peter. De puzzel bestond uit nummers en letters en woorden en had de vorm van een 3 dimensionale driehoek, tevens was de pagina van de puzzel geen papier maar van een bijzonder materiaal gemaakt. Boven aan de puzzel stond dat je alleen de puzzel kon oplossen door ernaar te kijken met een schoon geweten, de oplossing kwam vanzelf aan het daglicht.
Peter begon te staren in de 3D puzzel en ineens leek de puzzel te leven, de omgeving te veranderen, alles ging draaien en werd verlicht. De kamer begon van identiteit te veranderen en Peter voelde zich tussen 2 werelden in leven. Hij voelde zich alsof hij een reis aan het maken was door verschillende tijdsdimensies.
Toen Peter wakker werd lag hij in bed in zijn ouderlijk huis. Hij stond op en ging naar beneden. Daar zaten zijn ouders en 2 broers aan de ontbijttafel. En voor de 2e keer vierde Peter kerstmis in 1990, dit maal niet in zijn eentje.
quote:ZERE KELEN
Vorig jaar met kerst was mijn vriendin dronken en wilde ze een kind van me. Het werd een konijn. Dat had alles te maken met onze grote hekel aan kerst en de traditie van het familiediner. Niet dat we iets hebben tegen onze ouders, broers, zussen en aanhang, maar zolang die deelnemen aan het uitgebreide familiediner zien ze ons niet met kerst. Met een baby ontkom je daar niet aan.
We lachen er samen op de bank om. Die walgelijke schijnvertoning van saamhorigheid. We grinniken om tante Mildred en oom Rob, die al jaren gescheiden slapen en nu een diner organiseren. We lachen om oom Bert, die een verhouding heeft en een strippenkaart voor het bordeel, als hij de liefde verklaart aan tante Maureen. Iedereen stopt wanhopig de ruzies, het grote ongeluk en de ware gevoelens weg onder het mom van een gezellig avondje. Ze vinden elkaar zo aardig en zullen zeker bellen, maar ondertussen zit neef Sjonnie in het winkelcentrum onder de spaarzame kerstverlichting trillend te wachten op zijn dealer. Niemand die hem uitnodigt of het over hem heeft. Alleen goed nieuws telt.
Nee, laat ons maar samen drinken. We zijn altijd al anders geweest, zeggen ze dan. Hoe anders is anders? Ik schrijf gedichten en liederen over mensen en dieren, die ik graag zing terwijl ik piano speel. Mijn vriendin schildert de hele dag. We hebben niet veel, maar wel genoeg. We passen niet in de wereld zoals onze familie die beleeft. We zijn een beetje bang en wachten op de redder. Die komt voorlopig niet, dus zijn we vooral samen.
Hoe later het wordt, hoe verliefder we worden. Dat is altijd zo, als we drinken en zingen en schilderen. Met kerst is het nog erger. We hebben elkaar gevonden in onze problemen met leven. We zingen steeds harder, mijn liederen over de dieren en de mensen, maar ook liedjes van onze favoriete artiesten. Uiteindelijk zijn we schor en kunnen we amper meer. Zolang wij echter blijven beseffen dat degenen met de zeerste kelen ook het meest gezongen hebben in het leven, is het goed. Goed genoeg.
Laat al die mensen aan hun overvloedige tafels stikken in hun gepeperde kalkoenen en denk eens even aan die arme zielen die niets hebben. Die sukkelaars die denken dat schnitzels een voorportaal voor het paradijs zijn en die de waarheid niet onder ogen zien. Die niet bang worden van meisjes van dertien die zich kleden als hoeren, van jongens van vijftien met wapens en van groepsverkrachtingen als middel tegen verveling. Maar ze zijn wel bang voor aanslagen. Vreemd, het ware terrorisme zit immers in het bewust blind zijn. Onze jihad is nodig, boycot die kerst en eet een boterham. Drink samen en zing een lied, tot je stem is verdwenen. Echt verzet gebeurt in stilte.
In de diepe duisternis til ik mijn vriendin vervolgens naar boven en kus haar in haar nek. Ze vraagt me weer om een kind. Het moest er maar eens van komen. Kerst brengt nu eenmaal diepe gevoelens van liefde met zich mee en we moeten ons toch een beetje aanpassen. Zachtjes streel ik haar ravenzwarte haren en we zoeken ons geluk. Een poosje later kijkt ze me aan en glimlacht. Ik denk dat het gelukt is. Morgen slachten we het konijn en onze dochter heet Noëlle.
quote:“Mama, mama, ik weet het! Mama!!”
De moeder had geen tijd om te reageren. Het biologische vlees moest nog gesneden worden, de aardappeltjes moesten nog geschild worden, de Harman Kardon hi-fi set voor John moest nog ingepakt worden, voordat ze de taxi zou bestellen om hem op te halen van het vliegveld, en dan niet te spreken over de kerstboom die door de tweeling omver geduwd was, en de opstekende tragedie dat ze niet alle ingredienten had voor haar tiramisu. “Waarom moesten alle hulpjes juist vandaag vrij nemen?” dacht ze bij zichzelf.
“Mama, luister je wel? Maaaamaaaaa!!!”
“Wat is er Pieter? Zie je niet dat mama het druk heeft?”
Pieter wurmde zich tussen het door Jan de Bouvrie ontworpen aanrecht en zijn moeder, en begon met zijn handen te zwaaien.
“Maar mama, ik weet het, ik weet het, eindelijk.” Zijn zwaaiende handjes reikten net tot zijn moeders Boss shirt, en de kleine maakte daar optimaal gebruik van door aan het shirt te trekken zijn letterlijke roep naar aandacht te ondersteunen.
Met een slakende zucht gaf ze het op. Ze maakte haar handen schoon en boog vanwege haar strakke Diesel jeans zo langzaam mogelijk. De kleine Pieter was net uit bed, gekleed in een stoere Winnie de Poeh pijama die een perfecte combinatie vormde met zijn tijgerpootjes. Hij staarde haar aan met zijn kleine oogjes, die door het gapen en het proberen om tegelijktijdig te praten, vol zaten met traantjes. Ze veegde zijn traantjes weg, en vroeg wat er was.
“Mama, ik heb net besloten dat de Kerstman echt veel stoerder is dan de Sinterklaas.”
“Hoe dat zo?” vroeg zijn moeder, kijkend naar de tijd op zijn Mickey Mouse horloge.
“Kijk mama, het is heel simpel. Bij de Kerstman krijg ik altijd wat ik wil, terwijl Sinterklaas me altijd iets stoms geeft! zei de kleine met een knikkend hoofd. Ze zuchtte, ze wist het, ze wist dat dit een keer zou gebeuren. John’s ouders waren zo arm dat ze maar één cadeau gaven aan hun kleinkind en dat met Sinterklaas.“Wie viert er nou Sinterklaas?” dacht ze bij zichzelf, in Hollywood was Kerstmis ook helemaal in, dus vierden zij thuis Kerstmis.
Maar néé hoor, die ouderwetse schoonouders bleven krampachtig vasthouden aan dat verouderde feest. Dat was niet meer hip, het kon ècht niet!
Ze had ze er ook op aangesproken, tegen John’s zin in, want hij beschermde zijn ouders - de schijnheil - maar die schoonouders barstten toen in janken uit, voor haar gezicht nog wel. En daar kwamen die sentimentele verhalen weer over liefde, vriendschap, eenheid, warmte. Over hoe Sinterklaas niet om de cadeau’s ging, maar om de liefde en aandacht.
Vreselijk vond ze het, die ouderwetse mensen. Wat zij beweerden kon al jaren niet meer. Stel je voor dat je op de Society club begon dat de feestdagen een symbool van liefde waren. Dan werd je uitgelachen, het ging daar hard tegen hard. Wie het grootste cadeau had, die telde mee!
Ze aaide Pieter over zijn kroezelige haar, en zei: “Heel goed lieverd, je hebt helemaal gelijk!” “ga maar nu weer lekker met je Playstation spelen, dan gaan van de week weer naar die grote speelgoedzaak, dan mag je iets uitzoeken”
“Mag ik twee dingen uitzoeken mama?” vroeg Pieter met glinsterende ogen.
“Natuurlijk lieverd” en ze stond op, en draaide zich om.
quote:verborgen lach
Door: Kelly Denis
Het is weer zover, het is bijna kerst, iedereen doet vrolijk maar zijn ze het ook echt?
Ze moesten eens weten, achter die glimlach gaat vaak heel wat schuil.
Ik loop in de supermarkt en kom Marieke tegen, Marieke is een oude vriendin van me.
Ze ziet er goed uit en vraagt me hoe het gaat, Goed zeg ik, ik wil trots vertellen over onze dochter die geboren is maar ik hou me in.
Weinig mensen weten wat er achter haar mooie glimlach afspeelt en dat haar gruwelijke verhaal de reden is dat we niet meer afspreken en onze vriendschap is verwaterd.
Het is nu 5 jaar geleden, 5 jaar alweer, wat gaat dat snel zeg.
5 jaar geleden stond ze op het punt om afscheid te nemen van deze wereld.
Ik zie haar nog staan, in de kou bij de treinrails, ze ziet er niet uit alsof de kou haar iets doet.
Ze lijkt in een soort trance en de wind die tegen mijn gezicht snijd die deert haar niet.
10 min. daarvoor heb ik haar sms-je gekregen, ik voelde gelijk dat dit een laatste sms was.
Er stond een noodkreet in, verborgen weliswaar maar het was een noodkreet.
De angst die ik voelde was niet te beschrijven en ik wist waar ze was.
Ze was op de plek waar haar lieve Jasper de dood heeft gevonden waar hij zo naar verlangde.
Niet nadenkend dat hij daarmee Marieke achter zou laten met zijn nageslacht in haar buik.
Ze had nog niet eens de kans gehad het hem te vertellen.
Ik keek naar haar, verstijfde even maar riep toch haar naam, ze hoorde me niet en ik riep harder, ze draaide zich om maar leek me eerst niet te zien.
Toen zag ze me en ze zakte ineen, ik liep naar haar toe en ik hield haar vast, we zeiden niets tegen elkaar en lieten onze tranen gaan.
Waarom riep ze, waarom liet hij me alleen, waarom was hij zo egoïstisch om me alleen te laten.
Ik weet het niet, zei ik, ik weet het niet meid, maar je moet vechten, voor je kindje, voor je eigen, voor mij...
Ze koos voor het leven en ik nam haar mee, mee naar huis, we hebben de nacht door gepraat, gehuild en zelf gelachen.
En nu staat ze hier, voor mijn neus, met een lach, zal haar lach oprecht zijn?
Dan zie ik een klein ventje aan komen lopen, hij roep om mama, ik kijk even rond en kom dan tot het besef dat Marieke de mama is waar hij zo om roept.
Ik vraag haar hoe het gaat, ze zegt goed, het gaat echt goed met me, net of ze mijn gedachten kan lezen.
Ik kijk om me heen en ik vraag me af, is jouw lach wel oprecht?
ik ben niet zo goed in vrolijke verhalenquote:25 december, 1989,
Eduard hoorde de voetstappen op de trap. Bang als hij was probeerde hij zich nog te verstoppen. Ookal stond er in die kamer niks anders dan één kast, hij gokte het erop.
Een deur hoorde hij open gaan. Voetstappen hoorde hij ook. Niet zacht en hol, zoals 10 seconden eerder, deze keer waren ze scherp en doordringend. Bij elke stap die hij hoorde, zakten zijn gedachten dieper weg. Daar was hij veilig, daar konden de voetstappen niet komen. Tenzij de voetstappen een beitel bij zich hadden deze keer. Maar daar ging hij niet van uit, dat was nooit zo.
Toen begon het te praten. Met een fijne toon in zijn stem. Eduard wist echter dat dat slechts schijn was. "waar ben je? Je hebt je toch niet weer verstopt he, dondersteen?"
De kastdeur werd hard opengetrokken. Als de kast echter kon denken, had deze medelijden gehad met de kracht waarmee eduard uit hem werd getrokken.
"HOEVAAK HEB IK JE GODVERDOMME WEL NIET VERTELD JE NIET TE VERSTOPPEN VOOR ME, ONDANKBAAR SNOTJONG"
Eduard hoorde het al niet meer.
Toen hij weer bijkwam had hij overal pijn.
Nog steeds zat hij op zijn kamer. In de hoek lag een plak brood, met kaas deze keer. Er lag een papiertje bij. "vrolijk kerstfeest"
Dat komt omdat je puber bent ja. Er wordt geen enkele seksuele handeling in beschreven.quote:Op zaterdag 3 december 2005 21:00 schreef PatjeDoN het volgende:
is het omdat ik een puber ben, of heeft dat verhaal een hoog porno gehalte?![]()
ander einde:quote:Het was de kerstman
Op een kruk in het midden van de kamer lijkt een hoopje mens gedrapeerd te zijn op een stoel. Pas van dichtbij zie je pas dat het een meisje is, van een jaar of zestien. Haar lange haren hangen voor haar gezicht, en haar dunne lijfje zit ineengekrompen op de zitting van de kruk. Haar voeten verdwijnen tussen de poten, haar handen zijn weggepropt in de mouwen, trui en tussen haar benen. Als ze opkijkt wie er binnenkomt, zie je haar gezicht. Haar donkere ogen staren naar de deur. Zwarte strepen van mascara en eyeliner lopen over haar wangen, en nog steeds druppen tranen op haar broek.
Dat meisje ben ik. Mijn naam is Nathalie, maar dat doet er niet toe. Het voelt alsof ik op dit moment in een hele andere wereld zit. Ik kijk naar mezelf, alsof het een spannend verhaal is, en tegelijkertijd besef ik dat ik er niet omheen kan, dat ik er mee zal moeten leven, dat mijn leven voorbij is, dat ik door moet gaan met leven, mijn leven lang.
De man die binnenkomt stelt zich voor, Mark Vermeulen. Hij is van de politie, maar dat zegt hij niet. Je kunt het zo aan hem zien. Hij kijkt heel serieus, en ik word een beetje bang.
Ik liep met Monique, mijn vriendin, door de stad. Het was heel gezellig met de lichtjes en de kerstbomen overal. We hadden ontzettend veel lol, we roddelden over de jongens. Bij de V&D zat een kerstman op een grote stoel. Hij gaf cadeautjes aan de kinderen die bij hem op schoot kwamen zitten. Hij keek naar me, veel te lang. Monique duwde me in zijn richting, ik moest ook bij hem op schoot. Dat heb ik toen uiteindelijk maar gedaan, en Monique maakte een foto met haar telefoon. Ik voelde zijn lul, en stond erg snel weer op.
We gingen verder kerstinkopen doen, een trui voor haar broertje en een kaarsenstandaard voor oma. Om zes uur gingen de winkels dicht, en we liepen terug naar onze fietsen. Onderweg kwamen we nog een keer langs de V&D, en ik zag dat de kerstman aan het opruimen was, geholpen door twee mannen in blauwe overhemden en gilet. Hij keek me na.
Monique en ik fietsten aan. Na een paar straten ging zij een andere kant op, en fietste ik alleen verder over het fietspad met aan de linkerkant de bosjes. Even later belde er iemand om me in te halen, en ik ging naar de rechterkant. Er kwam niemand, en ik keek om. Het was de kerstman, op de fiets. Hij ging links naast me rijden, en trok opeens aan het stuur van mijn fiets. Hij sleurde me mee de bosjes in, en duwde me van mijn fiets. De takken prikten in mijn rug, en ik probeerde op te staan. Hij zette zijn knie in mijn maag, duwde me tegen de grond. Ondertussen trok hij zijn kerstmanjasje uit, en zijn kerstmanbroek omlaag. Hij verplaatste zijn knieën, zette ze op mijn bovenbenen, en ritste mijn gulp open. Ik sloeg hem waar ik hem maar raken kon, maar hij greep mijn handen, en hield ze tegen zijn lul aan. Ik spuugde in zijn gezicht, maar hij was veel te sterk, hij hield me vast.
Ik weet niet wie het was. De kerstman.
quote:Monique en ik fietsten aan. Na een paar straten ging zij een andere kant op, en fietste ik alleen verder over het fietspad met aan de linkerkant de bosjes. Even later belde er iemand om me in te halen, en ik ging naar de rechterkant. Er kwam niemand, en ik keek om. Het was de kerstman, op de fiets. Hij ging links naast me rijden, en trok opeens aan het stuur van mijn fiets. Hij sleurde me mee de bosjes in, en duwde me van mijn fiets. De takken prikten in mijn rug, en ik probeerde op te staan. Hij zette zijn knie in mijn maag, duwde me tegen de grond.
Hij was veel te dicht bij, pakte mijn handen en hielde ze tegen zijn kerstmanbroek. Hij trok zijn kerstmanjasje uit. Zijn adem stonk, hij hijgde in mijn nek en lag boven op me. Hij ritste mijn gulp open en en... Het deed zo ongelooflijk veel pijn. Zo veel pijn. Hij beukte op me in. En ik kon alleen maar wachten tot het voorbij was.
Het was de kerstman.
quote:Het moet hetzelfde blijven
10 December 2005, het liep tegen de kerstdagen aan, het was nog niet zover maar als je naar buiten keek zag je de oliebollenkraampjes weer staan. Het was evenals het jaar er voor weer guur en koud en het waaide nog flink. Het was weer een jaar zoals alle andere jaren, ouders die weer ruzie maken over het feit ‘wat doen we dit jaar weer met oma’ en ‘met de buurvrouw van 3 verhuizingen geleden hebben we geen contact meer dus die krijgt geen kaartje meer’.
Hoe origineel… dat was het eerste wat in me op kwam toen ik ’s ochtends in alle vroegte naar beneden kwam.
“Wat vind je er van John?”
De kerstboom, ook al zo’n leuk punt, hij moet ieder jaar weer dezelfde kleur hebben. ‘Dat past beter bij het interieur!’ Op welk vlak komen alle kleuren in volle harmonie bij mekaar als we een oerlelijke groene hoekbank hebben die alles zo afsteekt. De muren crème kleurig, de kerstballen chocolade bruin en het laminaat ook lekker donker. Ik houd van die donkere gezellige warme kleuren, maar die bank!
“Hij is mooi hoor” Uit eerdere ervaringen wist ik dat ik dat maar moest zeggen.
“Oma komt langs 1e kerstdag”
Ik verslikte me haast in mijn lekkere warme chocolade met slagroom.
“Hoezo dat dan? Ben je van je standvastige NEE afgestapt?”
“Ja, en we gaan uiteten bij de chinees”
Ik keek vol ongeloof mijn moeder aan.
“We gaan het dit jaar eens anders doen”
Alsof er een bom ontplofte, ik voelde me opeens raar, ik snapte het niet meer.
Ik keek terug naar de kerstdagen die we gehad hadden. We gingen altijd gourmetten, hadden cadeautjes onder de boom, en wanneer het weer het toeliet gingen we altijd schaatsen. Het was altijd zo mooi. Met de kerstdagen een vervelende stomme film er in, home alone is altijd een hele goede optie geweest. Om het hele feest dan compleet te maken nog een potje risk, omdat kerst niet ‘wereldveroverend’ genoeg is.
Ik wil het helemaal niet meer anders! Ik wil kerst zoals het was! De perfecte kerst! Altijd maar hetzelfde is zo voorspelbaar. Zo voorspelbaar dat het ook onmisbaar is, je moet niet iets wat altijd goed is willen veranderen.
Kerst moet altijd hetzelfde blijven, het moet leuk en gezellig zijn, en zolang dat het is, is het voor mij altijd perfect.
quote:Duistere Verlangens
Ik geniet van de winter. De kou giert je om het lijf, sneeuw ligt maagdelijk wit op de grond. Maanlicht weerkaatst op de pas gevallen sneeuw en zorgt er voor dat er een onaards licht in de lucht hangt.
Vanavond had ik weer zo'n moment. Ik liep al de hele dag rond met één beeld in gedachten: een donker woud, bladeren allang vergeten en verwaaid. Een pad voert me naar het midden van dat bos, waar verschrikkingen me opwachten die elke omschrijving tarten. Ik stond nog slechts aan de ingang, een groepje kolossale eiken, naakt, besneeuwd, duister afstekend tegen het melkwitte maanlicht. "Kom maar, loop naar binnen. Kom. We houden van je". Deze gedachten maalden de hele tijd door mijn hoofd, ik kende de bron ervan niet, maar dat maakte me niets uit. Ik verlangde naar de koude, eeuwige omhelzing van de dood die me elk moment kon bespringen. Een stap, nog een stap, dichter naar het hongerige, begerige woud. Iets houdt me tegen, een laatste sprankje menselijkheid? Ik dacht dat ik dat al lang achter me had gelaten, eeuwen geleden. Ik berg die laffe emotie op in de restanten van mijn geest en doe nog een stap. Een doffe eenzaamheid maakt zich van mij meester.
Ik snuif de heerlijk koude lucht op, en geniet van de aroma's die mijn neusgaten binnendringen. Zo koel, zo púúr. Ik wil huilen, maar er zijn geen tranen meer te vergieten. Zo veel schoonheid, en het wil mij. Met een ruk kijk ik op en merk dat ik al enkele tientallen meters het woud in ben gelopen. Aarzelende stappen begeven zich mijn richting op, ik spits mijn oren en hoor een vreemdsoortig schurend geluid, als van iemand die een lang stuk gerend heeft en even op adem moet komen. "Zoon! Ben je daar eindelijk?". Ik kan de bron van deze roep niet lokaliseren, maar hoor er een klaagzang in, een smachten naar een persoon dat al decennia lijkt te duren. Is dit mijn thuis? Was dat mijn moeder die mij riep? Het moet zo zijn. "Moeder!", roep ik, "hier ben ik!" Een matwitte gestalte maakt zich los uit de schaduw van een boom, en zweeft langzaam naar mij toe.
Tanden in mijn nek, een vrieskoude omhelzing. Ik ben gelukkig. Toen werd alles zwart om mij heen en zonk ik in het niets. Ik was thuis.
Leuk geschreven!quote:Op zondag 4 december 2005 20:44 schreef Drizzt_DoUrden het volgende:
En hier een totaal ander verhaal
[..]
quote:Sneeuw
Kijkend naar de inconsistente vlokken sneeuw die uit de kalme hemel neerdwarrelen besef ik me hoe goed wij het hebben. Nu vind ik kerst bij uitstek een periode om andere mensen te helpen. De euro’s gaan bij mij dan ook sneller naar de eerste dakloze, milieuorganisatie, vluchtelingorganisatie, of wat dan ook, dan ik het kan bijhouden. Ik besefte laatst dat schenken in de maand december puur ging om het goedpraten van mijn eigen exortbitante uitgaven. Maar de sneeuw voor het raam, die in alle rust, hedonistisch zijn, of haar pad door de lucht bewandelde en toch altijd goed neerkwam; die sneeuw raakte me echt. Het ging me deze keer niet om die hongerige kinderen in Pakistan die je op televisie ziet, terwijl je bezig bent je in rode port gewelde pruimenvulling rustig uit te smeren over de eendenborst, en ook niet om de daklozen die om een euro vragen om binnen te kunnen slapen, terwijl je net gewinkeld heb in de Peter Coneliusz Hooftstraat. Nee, het ging me om die sneeuw. Hoe kan iets zo simpels, toch zoveel te betekenen hebben? Een kind geeft toch alles op om even in de sneeuw te spelen, om met blote handen zoveel sneeuwballen te maken dat ze beginnen te tintelen, om die sneeuwpop te maken die groter is dan die van je overbuurjongen, en, om uiteindelijk binnen met die tintelende handjes de warme mok chocolademelk vast te houden. Geef toe, er is toch niks op deze wereld dat dat gevoel kan overtreffen?
Ik heb dit jaar daarom ook besloten om iets anders te doen. Die dakloze gaat maar buiten slapen, er worden dan tien bomen meer gekapt, en er zullen minder mensen uit Kazachstan weg kunnen komen. Ik heb besloten dit jaar, met kerst uiteraard, tien kinderen uit de armste landen (het zijn allemaal landen waar geen sneeuw valt, dat kan geen toeval zijn), met hun familie over te laten vliegen naar mijn chalet in Zwitserland. Dagen lang zullen deze kinderen, (en hun ouders, zij hebben immers ook nog nooit sneeuw gezien, ergo, zij zijn nog steeds kinderen in dit opzicht) genieten van dit witte goud.
Toen ik dit plan voorstelde aan sommige van mijn vrienden, al dan wel de zogenaamde boomknuffelaars, al dan de misschien nog bekendere salon-socialisten, werd ik voor gek verklaard. Nu moet ik toegeven dat ik de enige in mijn kring ben, met zo een bedrag op mijn rekening dat ik elk jaar een kaart krijg voor mijn verjaardag van de bank, maar toch had ik verwacht dat zij juist degene zouden zijn die het zouden begrijpen. Maar nee, de mensen op wie ik dacht te kunnen steunen, verdwenen als sneeuw voor de zon. De keiharde waarheid moest mij wakker schudden. De herinnering aan mijn vorige kerstprojecten werd weer opgegraven. Kerstbomen aan eskimo’s uitdelen, en kerstliedjes vertalen naar het Swahili. Ik geef toe, beiden een flop. Maar dit project, dit project was zo puur, was zo teder, was zo idealistisch. Het kon toch niet verkeerd gaan? Ze poneerden mijn emotionele argumenten, en noemden legio organisaties die het geld beter konden gebruiken. Kinderen die zonder aids geboren worden, mensen die niks te eten hebben, of geen dak boven hun hoofd. Veel belangrijker!
Het klopt, het is belangrijker, maar het kan nooit mooier zijn. En daarom, kinderen, welkom!
dankjequote:
quote:Een vermoeid gelaat slentert in het trappenhuis naar de tweede verdieping. Met een diepe zucht steekt hij zijn sleutel in de deur. Normalider was dit een dagelijks ritueel rond een uur of 7 ’s avonds, maar deze lat verschuift ieder jaar weer. Eenmaal binnen kijkt het kristal je glazig aan en zelfs de plasmatelevisie kan bedreigend overkomen. Uitgebrandt neemt hij plaats in zijn fauteuil. Verzucht kijkt hij in de verfrommelde tv-gids om te kijken of er nog wat op televisie is, maar binnen de kortste keren gooit hij het weer weg. Hij besluit om even zijn ogen te sluiten en zijn problemen te vergeten.
Iedereen kent haar, maar toch wou ze een keer iets voor haarzelf opbouwen. Iedere dag in onzekerheid leven of je de dag goed doorkomt en dat je ’s avonds een veilige slaapplek vindt. Toch kan ze niet klagen, want de gemeenschap is zeer hecht en heb je een avond niets verdiend, dan kun je altijd toch wel wat van je collega’s krijgen, die wel succesvol geld hebben gekregen van welgevende toeristen. Aangezien ze vannacht laat klaar was, zaten alle opvanghuizen al vol. Ze besluit op een bankje te gaan overnachten. Er zit een donkere man op het bankje, maar ze is wel duistere types tegengekomen.
”Goedenavond, zou u misschien iets kunnen opschuiven.”
De man zucht. “Ja hoor... Alles goed?”
”Goed is anders. Ik moet vanavond hier slapen,” vertelt de vrouw.
“Hier? Het kan hier aardig tochten in december.”
”Ja, ik weet het, maar wat moet ik anders?”
”Heb je geen huis? Geen plek om op terug te vallen?”
”Nee...”
Een stilte valt en de man kijkt even naar de vrouw en krijgt medelijden met haar. Waar maakt hij zich druk om. Hij heeft een prachtig huis en hoeft zich niet dagelijks af te vragen waar hij moet gaan slapen.
”En u? Met u ook alles goed?” vraagt de vrouw.
”Nou ja, ik werk bijna hele dagen en het is soms een eenzaam bestaan. Vooral tijdens de kerstperiode,” zucht de man.
”Echt? Werkt u hele dagen?”
”Ja... Ik wou dat ik het anders had aangepakt in mijn leven. Dan had ik nu misschien minder geld, maar wel meer vrienden en een gezin.”
”Dus je hebt geen gezin?” vraagt de vrouw.
”Nee...”
De tweede stilte valt. De vrouw merkt dat de man ook problemen heeft. Zo’n rijk bestaan is niet voor haar weggelegd. Stel je voor dat je hele dagen moet werken en dat je weinig geluk hebt, behalve materieel geluk.
Twee weken verstrijken en een vrouw loopt in spanning de trap naar de tweede verdieping. Ze drukt op de bel en een man doet open. De vrouw komt zonder cadeau naar binnen, maar het lijkt de man niets uit te maken. De man heeft zijn appartement mooi aangekleed met een gezellig haardvuur en een sjiek kerstdiner. Nadat de vrouw zit, doet de man met een gelukkig gezicht de deur dicht. Eindelijk vind hij dan een beetje geluk. Ook de vrouw ziet er sprankelend uit. Eindelijk krijgt ze een keer een goede maaltijd en een veilige plek om de nacht over te brengen. Dan kijken ze elkaar aan en weten ze dat er maar een ware kerstgedachte is.
quote:Daar zit je dan, op een oude houten veilingkist, te genieten van een lekker bakje koffie. Als je om je heen kijkt zie je één grote puinzooi. Maar jah, wat wil je? Pas een nieuw huis gekocht en nog druk bezig met de verbouwing.
Het is een al oud en simpel appartement. Woonkamer, slaapkamer, douche en keuken. Meer heb je toch niet nodig? Balkonnetje voor met uitzicht op de Rijn en de Eusebius kerk.
Arnhem, wie had ooit gedacht dat je daar zou neerstrijken. Opgegroeid in een klein dorp zo’n 15 km verderop. Je zei nog tegen jezelf: “De stad, daar zou ik nooit kunnen leven”. “De stad, daar kan het toch nooit gezellig zijn?” Stad, grauw, vies en onpersoonlijk. Zo kijk je er tegenaan als dorpsjongen.
Ik zie dat je hem al ingestuurd hebtquote:Op zaterdag 3 december 2005 19:42 schreef methodmich het volgende:
Ah, hier is mijne. Wellicht maak ik er nog meer.
[..]
Ik heb de mijne ook ingestuurdquote:Op maandag 5 december 2005 21:17 schreef Seborik het volgende:
Vergeet je verhaal niet te posten op http://www.hetkerstverhaal.nl, dat kan vanaf morgen.
quote:Pas verhuisd
Arnhem, wie had ooit gedacht dat je daar zou neerstrijken. Opgegroeid in een klein dorp zo’n 15 km verderop. Je zei nog tegen jezelf: “De stad, daar zou ik nooit kunnen leven”. “De stad, daar kan het toch nooit gezellig zijn?” Stad: grauw, vies en onpersoonlijk. Zo kijk je er tegenaan als dorpsjongen.
Daar zit je dan, op een oude houten veilingkist, te genieten van een lekker bakje koffie. Als je om je heen kijkt zie je één grote puinzooi. Maar jah, wat wil je? Pas een nieuw huis gekocht en nog druk bezig met de verbouwing.
Het is inmiddels eind december, kerstavond. Het is koud, vies en druilerig weer. Je hebt geen CV in huis en de gaskachel is nog niet aangesloten. De damp komt van de koffie, god wat is die lekker warm. Een graad of 8 zal het binnen wezen, koud….bah. Kou, daar moest je vroeger om lachen. Met de fiets naar school, weer of geen weer, je moest en zou fietsen. Op school lachten ze je uit: “Je hebt toch een OV? Gebruik die dan ook, pak de bus!”. Je wist wel beter. De bus, dat betekende staan in een klamme stinkende omgeving. Nee, als dorpsjongen wist je wel beter. Eigenlijk wist je alles beter dan die stadse.
Het is een al oud en simpel appartement. Woonkamer, slaapkamer, douche en keuken. Meer heb je toch niet nodig? Balkonnetje voor met uitzicht op de Rijn en de Eusebius kerk. Een weide blik en frisse lucht is er niet bij in de stad.
En toch woon je nu in de stad. In je vriendenkring hoor je ze al zeggen: “Hé stadse, heb je de kroeg kunnen vinden?”. Waarop je dan standaard antwoord: “Ik stond al voor de kerk, maar daar hadden ze alleen maar wijn!” De vrijdagavond, een pilsje vatten met je vrienden, dat zal er straks niet veel meer bij zijn. Nee, zoiets kan toch niet in de stad.
Je neemt nog maar een slok van je koffie. Nou ja, koffie mag je het eigenlijk niet noemen. Het is van dat oplosspul. Een bak pleur of bocht zouden ze thuis zeggen. Thuis….met z’n allen ’s avonds een kop koffie drinken, wat zul je dat missen. Samen GTST kijken, omdat je zusje het zo leuk vond. Zelf vond je er geen klap aan. Daar zei je verder niks over. Dat hoorde er gewoon bij, iets over hebben voor anderen. Daar hadden ze in de stad nog nooit van gehoord..
Kerst staat voor warmte en gezelligheid, maar zover is het binnen nog lang niet. Als je om je heen kijkt zie je puin, blikken verf en gereedschap. Nee, warm en gezellig is het hier nog lang niet. Het is kil en troosteloos, het beeld dat je altijd al had van de stad.
Er geklopt op de deur. Kerstavond half negen, wie moet dat nou weer zijn? Je doet open. Voor je staat de buurman. “Kom je nog? We zitten al een half uur op je te wachten”. Dat is waar ook, je bent uitgenodigd om gezellig te komen borrelen. Je slaat het stof van je af en loopt mee.
Stad: grauw, vies en onpersoonlijk ? Ach nee, zo slecht is de stad nou ook weer niet.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |