Vond op de NRC-site een interview met Martha uit februari. Altijd leuk om na te lezen:
Pappa's goedkeuring
HESTER CARVALHO
Martha Wainwright over haar zingende familie
Met haar eerste cd treedt Martha Wainwright in de voetsporen van haar muzikale familie: broer Rufus, vader Loudon en moeder Kate. ,,Met mijn liedjes wil ik de aandacht van mijn vader trekken.''
Al bij het tweede nummer, op het podium in Paradiso, begint Martha over haar vader. ,,Het volgende liedje heet Bloody Mother Fucking Asshole'', zegt ze. ,,Het gaat over mijn vader.'' De zaal begint te lachen, iedereen weet dat Martha's vader de zanger Loudon Wainwright III is. Dan zegt ze: ,,Maar eigenlijk denk ik dat het over ieders vader gaat.'' Het lachen stopt.
En Martha Wainwright, 28, begint haar tussen woede en lijdzaamheid heen en weer slingerende tirade tegen de vervloekte vader die altijd doet waar hij zin in heeft, die denkt dat de wereld van hem is en zijn dochter niet ziet voor wat ze is. Het liedje eindigt met de mantra `You bloody mother fucking asshole/ You bloody mother fucking asshole'. Dan maakt furie plaats voor verdriet. Martha kermt de woorden. Ze klinkt als de vrouw die haar minnaar de deur uitgooit en hem vervolgens smeekt om bij haar terug te komen.
Een paar uur eerder, in een restaurant in de stad, vertelde Martha Wainwright over haar muzikale opvoeding. Ook bij dat gesprek was vader Loudon nooit ver weg. De meeste kinderen van semi-beroemde ouders beginnen met hun ogen te rollen zodra het bewuste familielid ter sprake komt. Wainwright niet. Bijna al haar opmerkingen draaien om Martha en haar vader, Martha en haar broer, Martha en haar moeder.
Ze is dan ook de laatste telg uit een muzikale dynastie. Loudon Wainwright III zingt al zo'n dertig jaar zijn liedjes vol zelfspot; moeder Kate is de helft van het folkduo Kate , Anna McGarrigle, en haar oudere broer Rufus maakt sinds 1998 platen vol extravagante melodieën en bijbehorende instrumentaties. En toen was daar ineens Martha. Of eigenlijk niet `ineens'. Al jaren speelde ze in het voorprogramma bij haar vaders optredens, of deed ze achtergrondzang bij die van haar broer. Nu ligt er een EP in de winkel, Bloody Mother Fucking Asshole, en in april zal haar titelloze debuut-cd verschijnen (met daarop ook een paar liedjes van de BMFA-EP). Op dit moment is ze te zien in de film The Aviator van Martin Scorsese. Samen met Rufus en Loudon is ze de ster van een nachtclubscène.
Martha Wainwright werd geboren in Montreal. Loudon en Kate scheidden toen ze klein was. Van jongs af aan gingen Rufus en zij mee op tournee en zongen ze op het podium met hun moeder en tante. Rond haar twintigste vertrok Martha naar New York, dromend van een loopbaan in de muziek. Ze schreef haar eigen liedjes, zong en trad op. Maar toen het op carrière maken aankwam, ging Rufus voor. Bij het verschijnen van zijn eerste cd vroeg hij Martha om haar ambities opzij te zetten, en met hem op tournee te gaan. ,,Want het is eenzaam, zo in je eentje de wereld rond. Dan is het fijn om een vertrouwd iemand bij je te hebben.'' Ze lacht: ,,Iemand om een beetje tegen aan te schoppen en te misbruiken. Dat was ik voor Rufus.''
Na een paar jaar touren met Rufus en vele eigen composities later, werd het tijd voor Martha `to shit or get off the pot', zoals ze zelf zegt. Ze had haar eigen stijl gevonden: niet georchestreerd als Rufus, niet drijvend op slimme spot zoals Loudon, of op hemelse samenzang zoals Kate , Anna. Martha koos de meest uitgeklede vorm van musiceren. Op Bloody Mother Fucking Asshole begeleidt ze zichzelf op een gitaar, met nauwelijks verdere opsmuk. De melodieën zijn grillig en haar stem heeft vele uitdrukkingen: als een helleveeg, maar ook onschuldig als een plattelandsmeisje. Op de debuut-cd zijn de liedjes iets meer gesoigneerd. Behalve haar eigen gitaar zijn er harp, koorzang, en keyboards door Garth Hudson (van The Band). Er is iets meer geld en tijd aan besteed, ,,maar het is nog altijd geen Fleetwood Mac'', zegt ze.
Het is niet makkelijk om Wainwright te heten. ,,Ik kom uit een geslacht van bekende songschrijvers. Dus de lat ligt hoog. Als op mijn eerste cd niet genoeg goede liedjes staan, zullen de critici zich in hun handen wrijven, en zeggen: `Ha, daar is het kneusje van het stel'.''
Martha is de dag tevoren aangekomen uit Australië. Daar had ze opgetreden met `the family', zoals ze ze noemt: Rufus, Kate en Anna. Ze deden mee met een project van Hal Wilner, die liedjes van Leonard Cohen laat uitvoeren door andere stemmen. Nick Cave, Jarvis Cocker (van Pulp) en The Handsome Family waren er ook. Nu staat ze er weer alleen voor. Het is maar goed dat we samen eten, zegt ze, anders zat ze hier nu alleen. ,,Muzikaal lijk ik op mijn moeder, maar in mijn manier van leven ben ik als mijn vader. Altijd alleen op pad, in hotels, in vliegtuigen, op het podium.'' Ze lijkt ook uiterlijk op Loudon Wainwright III; dezelfde hoekige trekken en, zoals bij haar optreden blijkt, dezelfde gepijnigde mimiek.
Ballen van de man
's Avonds op het podium, tegenover een goedgevulde kleine zaal, lijkt het of ze op bezoek is bij vrienden met wie ze haar leven even doorneemt. Elk liedje beschrijft een onderdeel van haar bestaan. Ze introduceert de nummers met anekdotes waarin vaak iemand van `the family' voorkomt. Hoewel ze eerder beweerde geen echte popmelodieën te kunnen schrijven, is er een aantal kandidaten. Ball , Chain, bijvoorbeeld. ,,Dit nummer heet Ball , Chain. ,,Ball zijn de ballen van de man, en chain is, nou ja je weet wel. En het nummer heet Ball , Chain want voor sommige vrouwen is het geslacht van de man als een kogel aan haar voet.'' Tegen iemand in de zaal: ,,Verbaast dat je? Ken je de liedjes van mijn vader dan niet? Die gaan ook over seks. De Wainwrights zijn oversekst. Dat krijg je als je altijd maar in je eentje in die rare motels zit.''
Haar zo live te horen, verklaart meteen waarom ze haar liedjes op cd maar spaarzaam liet begeleiden. Zo'n rijke stem kan het zonder omlijsting stellen.
Ze zingt Year Of The Dragon, Laurel , Hardy en Bloody Mother Fucking Asshole. Die gaan achtereenvolgens over haar moeder, over Rufus en over Loudon en daarmee voegt Martha zich in een familietraditie. Bij de Wainwrights-McGarrigles is het volkomen geaccepteerd om liedjes te maken over elkaar, compleet met naam en toenaam (zie kader). Loudon zette ooit de toon. Hij schreef in 1975 over Rufus het jaloerse Rufus Is A Titty Man, en over Martha in 1978 Pretty Little Martha. Zelfkritische bekentenissen werden Loudons handelsmerk: hij kon geen blauwtje lopen of buitenechtelijk kind verwekken, of er verscheen een bijtend liedje over.
Zijn kinderen namen die gewoonte over. Tijdens het eten, tussen een sigaret en een paar happen vis door, zegt Wainwright: ,,Wij hebben bij onze geboorte carte blanche gekregen. Natuurlijk willen wij ook ons verhaal doen, met zo'n vader. Binnen ons gemankeerde gezin schrijven we over elkaar als we de ander iets duidelijk willen maken. Het is onze vorm van communicatie. De dingen die we elkaar in het dagelijks leven niet kunnen zeggen, daar schrijven we een liedje over. Dat krijg je misschien als je niet samen in een huis opgroeit. Ik heb mijn vader van jongs af aan gemist. En nog steeds kan ik hem moeilijk bereiken. Daarom wil ik zijn aandacht trekken.'' Ze lacht en zegt: ,,Daarom schrijf ik een nummer als Bloody Mother Fucking Asshole.''
Laurel , Hardy is een liefdesverklaring aan broer Rufus. ,,Sommige dingen vind ik moeilijk om uit te spreken. Maar ik kan ze wel zingen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mijn gevoelens voor Rufus. Tussen ons is competitie, dat heb je nu eenmaal tussen broer en zus. Aan het einde van Laurel , Hardy vertel ik het hem: ik hou van je, for ever and whatever.''
Is het ongemakkelijk als persoonlijke boodschappen op die manier openbaar worden? ,,Ik moest er aan wennen. Maar ze hébben het tenminste over me.
,,Als kind vond ik het oneerlijk dat mijn vader tegenover de hele wereld de zaak kon vergoelijken. Daar heeft hij toen een liedje over gemaakt, en mij gevraagd om het samen met hem te zingen. Het heet Father/Daughter Dialogue. Ik zing daarin `Dearest Daddy, with your songs/ Do you hope to right your wrongs?', dat is precies hoe ik me er vroeger bij voelde.''
In interviews vertelt haar broer Rufus over de verhouding met zijn vader; hoe hij als zanger altijd de behoefte heeft om Loudon te overtreffen. ,,Ik heb dat niet'', zegt Martha. ,,Ik voel nu eerder medelijden voor mijn vader. Hij verliest terrein, in ieder geval aan Rufus. Dat maakt me droevig. Ik zing niet om Loudon te overtreffen. Ik zing om zijn goedkeuring te krijgen.''
Opgroeien met een broer als Rufus was niet makkelijk. ,,Hij was degene die alle aandacht opeiste. Rufus was homoseksueel, hij was duidelijk anders dan anderen. Hij was zo'n kind dat op school in elkaar werd geslagen. Mijn moeder wilde hem beschermen, hem gelukkig maken met wie en hoe hij was. Ik leek dat minder nodig te hebben. Maar ik heb nu wel wat in te halen.
,,Daarom ga ik op een podium staan. Ik vind het moeilijk en kwetsbaar en eng, maar ik wil het. Ik benijd mannen die zich, als ze optreden, zo parmantig gedragen en zeker zijn van hun zaak. Ik heb dat maar soms. Maar als je het doet krijg je er liefde voor terug. En dat is waar het voor mij om draait. Ik doe het voor de aandacht. Ik doe het in ieder geval niet voor de roem of het geld. Dat zit er ook niet in, bij mijn soort muziek.''
Hoge verkoopcijfers
Van de Wainwright/McGarrigles is Rufus de enige die een grote platenmaatschappij (Universal Music) achter zich heeft. Hij heeft de beschikking over grote publiciteitsbudgetten, van hem worden hoge verkoopcijfers verwacht. ,,We hebben een goeddeels gelijksoortig publiek. Bij mij komen ook homo's, maar meer dan Rufus trek ik de hipsters, jonge, trendy mensen die succes verdacht vinden. Ze komen naar mij kijken omdat ze houden van de underdog.
,,Ik woon in een krakkemikkig appartement in Brooklyn, New York. Ik hang niet aan mooie spullen. Je hebt mensen die daar gevoelig voor zijn. Die uitsluitend gouden sieraden kunnen dragen, anders krijgen ze last van allergie.'' Ze wijst op haar oorbel. ,,Koper. En het doet geen pijn.'' Wainwright heeft genoeg rijkdom gezien om te weten wat het met je doet. ,,Ik kende vroeger kinderen van beroemde sterren uit de jaren zestig en zeventig. Die waren akelig rijk. De manier waarop zij met andere mensen omgingen, maakte me altijd ongemakkelijk. Hoe ze hun spullen lieten slingeren omdat er altijd een bediende was die ze opraapte.
,,Maar het begint langzaamaan tot me door te dringen dat ik voor mezelf moet kunnen zorgen. Straks wil ik kinderen en dan zal ik ze financiële veiligheid moeten bieden. Om die reden hoop ik op een beetje succes. Misschien komt het doordat ik zelf in een gebroken gezin ben opgegroeid. Ik heb van dichtbij meegemaakt dat één ouder verantwoordelijk was. Het was mijn moeder die voor ons moest zorgen. Dat deed ze door liedjes te schrijven. En ze hoefde niet eens op tournee om ze te zingen, dat deden Emmylou Harris of Linda Ronstadt. Daardoor konden wij naar een behoorlijke school.
,,Ik vind het spijtig dat ik nu over dat soort dingen moet gaan nadenken. Dat ik afscheid moet nemen van het twintig zijn - toen ik tweedehands kleren kon dragen, geen auto, geen computer had.'' Ze wijst naar buiten, waar het Vondelpark ligt. ,,Een paar jaar geleden was ik hier in Amsterdam. Mijn vriendin en ik sliepen in het park, we hadden geen cent. We hadden heerlijke dagen.
Wainwright over Wainwright
Rufus over Loudon: `Dinner At Eight'
Rufus bezingt de drang om zijn vader eronder te krijgen. Zoals hij in interviews vertelt: `Iedere zoon wil beter zijn dan zijn vader. Zelfs als hij Sean Lennon of Jacob Dylan heet.'
Dus zingt hij: `I'm gonna take you down/ With one little stone/ I'm gonna break you down/ And see what you're worth/ What you're really worth to me.'
Tegen het eind van het lied is Rufus de wreker die zijn vader eindelijk wil horen zeggen dat hij van hem houdt: `So put up your fists and I'll put up mine/ No running away from the scene of the crime (...)/ But 'til then no, Daddy, don't be surprised/ If I wanna see the
tears in your eyes/ Then I know it had to be long ago/ Actually in the drifting white snow/ You loved me'
Loudon over Rufus: `A Father And A Son'
Loudon vergelijkt de conflicten met zijn zoon met de ruzies die hij met zijn eigen vader had, en die zijn vader met diens vader had. `When I was your age I was just like you/ and just look at me now I'm sure you do/ your grandfather was just as bad/and you should have heard him trash his dad (...) Now you and me are me and you/ and its a different ball game although not brand new/ I don't know what all this fighting is for/ we're having us a teenage middle age war/ it never really ends though each race is run/ this thing between a father and a son'
Martha over Rufus: `Laurel , Hardy'
Je werd drie jaar voor mij geboren, zingt Martha, je bent parmantig en trots. `You are so very thin and I've always wanted to fit into your pants'. En dan vilein: `Photogenic at first glance but got something missing for romance'. Aan het eind volgt de verzoening: `Baby I know the reasons why we were unkind/ first born son, son of a gun/ I love you even more than when the song was begun'
Rufus over Martha: `Little Sister'
Rufus vergelijkt Martha en zichzelf met de negentiende-eeuwse Duitse wonderkinderen Felix en Fanny Mendelssohn-Bartholdy. Fanny speelde al virtuoos piano toen ze nog niet met haar voeten bij de pedalen kon. `Little sister come and sit beside me, beside me/ And we'll play a tune on this old piano, forte/ Just for a while, just for a while, just for a while/ 'Til your hair becomes a powdered wig/ And I become a total bastard/ Feet that hardly reach the pedal'
Martha over Loudon: `Father/Daughter Dialogue'
Martha bezingt de altijd afwezige vader die in liedjes sentimenteel doet over zijn vrouw en kinderen. `Je kunt wel gevoelig zingen over mijn moeder en mij, of over een vader en zijn zoon. Maar jij bent het die ons steeds weer in de steek laat. Denk je echt dat een liedje het weer goed maakt? Zég eerst eens dat je van ons houdt. `You like to think that things are okay/ By singing things that you should say/ Dearest daddy with your songs/ Do you hope to right your wrongs?'.