* Eindelijk. Eindelijk heb ik weer genoeg energie. Niet bij de pakken neer blijven zitten gewoon kop omhoog en doorgaan!
Weken geleden was ze op het eiland aangekomen. Gevlucht uit het verleden en in een menselijke gedaante was Phoenixx naar het Eiland gekomen. De mensen waren vriendelijk tegen haar geweest. Ze voelde zich thuis.
Verlegen als ze was, en onwennig in haar nieuwe lichaam, had ze zich op de vlakte gehouden. In het restaurant van Faat was Phoenixx "blijven hangen". Weggedoken in een hoekje kijkend en luisterend naar de mensen die het "Smulaapje" bezochten. Zo stilletjes dat niemand haar nog opmerkte, niemand die nog wist dat ze er was.
En toen die noodlottige avond. Phoenixx was al lang in slaap gevallen en had geen flauw benul wie in het restaurant aanwezig waren, wie er in en uit liepen. Diep in dromenland had ze niet door dat de vlam in de pan met sudderlapjes was geslagen. Ze merkte niet dat het alsmaar warmer werd toen de vlammen aan het plafond likten en het restaurant in een waar inferno veranderde. Het vuur verzwolg het restaurant en het lichaam dat Phoenixx zich had aangemeten. Alles tot as vergaan.
* Phoenixx moet verder gaan. Het is te makkelijk om nu afscheid te nemen van het leven op het Eiland. Wie heeft dit drama op zijn of haar geweten? Wie was ervoor verantwoordelijk? Wat is er aan de hand op het Eiland? Er hangt een bepaalde spanning in de lucht. Het wordt tijd om in actie te komen.
Op het Eiland klinkt een prachtig gezang.
De Phoenixx verrijst uit haar as.
Edit: effe wat schoonheidsfoutjes weggewerkt...
[Dit bericht is gewijzigd door Phoenixx op 13-11-2001 22:25]
* Ik ben terug!
Phoenixx doet een paar wankele stappen om uit de puinhopen van het restaurant te komen. Voorzichtig, want ze wil natuurlijk niet een volgende brand veroorzaken met haar vurige voorkomen Als ze helemaal zeker van is dat haar vleugels genoeg kracht hebben stijgt ze op. Inmiddels is het toch wel duidelijk voor iedereen wie (of eigenlijk, wat) ze is, en in vogelvlucht kan ze nu eenmaal sneller het wel en wee op het eiland gade slaan. En een plaats zoeken waar ze kan wonen. Want in een hoekje van een of andere gelegenheid min of meer in de achtergrond opgaan Nee, dat is geen optie dit keer!
* Er is veel veranderd op het eiland. Waar eerst het Mountain Forest Station stond, is nu een grote ravage. Het lijkt wel of hier een oorlog is uitgevochten! En ook in het bos schijnt iets gebeurd te zijn. Midden in het bos is een enorme krater geslagen Heel ongewoon allemaal Nu nog een plaats waar ik even tot mezelf kan komen
Midden op het eiland heeft Phoenixx een berg gezien. De vuurvogel vliegt terug om die eens in detail te gaan bekijken. In de noordelijke helling van de berg ziet ze een grot. Voor een vogel is die makkelijk te bereiken, maar voor een mens? Rustig vliegt ze naar binnen.
* Hmmm... niet eens onaardig! En als ik me niet vergis kan ik hier zonder vleugels ook wel weer uitkomen...
Phoenixx neemt weer een menselijke gedaante aan
* Wat een fantastisch uitzicht!! En dit is zeker een bruikbare ruimte!
Ze ruimt de "rommel" op die Moeder Natuur in haar grot heeft doen belanden. Van een lading droge takken en bladeren weet ze een soort van bed te maken. Een klein waterstroompje leidt ze handig naar een soort van kom die ze van stenen heeft gebouwd. In haar nieuwe "badkamer" frist ze zich wat op.
* Zo! Nu dit al een klein beetje bewoonbaar is geworden kan ik eens een weg naar de "bewoonde wereld" gaan zoeken!
En Phoenixx gaat op pad...
* Nu toch maar eens een beetje opletten waar ik loop Anders zit ik dadelijk wéér met een dikke enkel!
Phoenixx kijkt goed rond zich heen.
* Maar ... is het hier nu zo veranderd of laat mijn geheugen mij zo in de steek?
Kan het weer hier zo snel omslaan?
Gisteren was het nog zonnig, en nu dichte mist?
Wat is dit toch?
Ietwat verdwaasd loopt Phoenixx verder het mistige bos in
Vele bomen hebben hun prachtige herfst outfit aangetrokken. In vlammend rood en warm geel staan ze er zo mooi bij Maar op heel veel plaatsen zijn er gewoon gaten gevallen in het bladerdak. Is dat mogelijk in zo korte tijd? Terugdenkend aan de verhalen die ze heeft aangehoord in het Smulaapje nee, het werd nooit zo koud op het Eiland dat de bomen hun bladeren zouden verliezen!
Moeder Natuur is helemaal van slag. Maar wat kan Phoenixx daaraan doen? Ze kan moeilijk gewoon even opbellen naar Moeder Natuur: Zeg Moppie waar ben je nou helemaal mee bezig? Maar wat dan? Zomaar het bos in lopen en maar zien wat je tegenkomt is ook niet echt een optie. De mensen in het VTC schenen nog niets gemerkt te hebben, of het interesseert hen niet.
Phoenixx heeft echt geen flauw idee wat ze moet doen. Starend over de boomtoppen blijft ze zitten
quote:Ben je weg geweest dan ?
Op dinsdag 13 november 2001 22:10 schreef Phoenixx het volgende:Op het Eiland klinkt een prachtig gezang.
De Phoenixx verrijst uit haar as.
Opeens klinkt een luide knal en springt er een ding tussen wat stenen vandaan.
* Sodekriebel wat is dàt???
Hevig geschrokken gaat Phoenixx dat ding van wat dichterbij bekijken. Het is een schilderij. En ziet ze dat nu goed? Jawel het is een schilderij van háár!!! Wat prachtig!!! Onder in de hoek ziet ze dat het schilderij is gesigneerd door rebel_girl. Wat een grandioze verrassing!!!
Snel geeft Phoenixx het schilderij een mooi plekje in haar grot.
* Vage dingen gebeuren er. Iedereen is een een soort Sinterklaas-roes. Wie of wat dat dan ook zijn mag Maar de natuur takelt steeds verder af. Kan ik daar nu werkelijk niets aan doen?
Terugdenkend aan haar verleden, schiet het haar opeens te binnen dat ze nog wel wat contacten heeft onder de Griekse Goden. Ze zakt weg in een soort trance om Demeter wat vragen te kunnen stellen.
* Demeter, oh godin van de seizoenswisselingen, wat is er aan de hand op het Fok!Eiland? Wat is er met de seizoenen gebeurd? Waarom is dit Eiland aan uw aandacht ontsnapt?
Maar Phoenixx, meisje, je zou toch beter moeten weten. Je bent naar het Fok!Eiland gevlucht om weg te komen van de krachten van de Olympische Goden. Het Fok!Eiland valt niet onder mijn jurisdictie! Ik kan je hier niet bij helpen Als ik het mij goed herinner regeert de godin Danu over dat deel van de wereld. Misschien moet je bij haar te rade gaan. Succes!, antwoordt Demeter.
Verdraaid daar schiet Phoenixx natuurlijk niet veel op. Wat nu?
Pff jeetje . had ze niet wat lager kunnen gaan wonen , ik ben bekaf Nu ja .. hopen maar dat ze thuis is .. damn het is nog warm hier ook.
* Hij heeft mazzel en treft Phoenixx aan.
Hallo Phoenixx ff op adem komen hoor.
* Hij begint dan een heel verhaal af te steken over het Bos , draken, vreemde wezens. dat het eiland in gevaar is en dat alles komt door Slough_Feg, een of andere gehoornde god die hier niet had moeten zijn, de moord op Herne en over het feit dat Phoenixx misschien wel eens nuttig kan zijn. Ook bazelt hij een heel stuk over hoe mooi het hier was, en dat hij ook al langs Atrimar is geweest om zijn hulp in te roepen. Dat gandalf de Draak van Equilan erg pienter is en nog op wacht staat bij de tempel en dat Equilan zelf er ook eerdaags wel zal aan komen, en dat hij haast heeft. Na het hele verhaal gaat hij er ff bij zitten en neemt een teug uit z'n veldfles met verkwikkend water, en hij eet ff een kleine versnapering die hij uit z'n rugzak haalt. Daarna vraagt hij aan Phoenixx of ze mee gaat naar Het duistere bos van Herne_the_Hunter - deel II .
Lord Dreamer knikt heftig op al die vragen, maar geeft verder geen uitleg. Toch heeft het onsamenhangende verhaal van de man aangegeven dat er een duidelijke oorzaak is voor alle ellende.
Phoenixx pakt haar zwaard en volgt Lord Dreamer naar het bos van Herne.
Toen ze terug kwam van het Vrije Tijds Centrum kom ze maar niet in slaap komen. Bovendien kon ze de gedachte aan Slough_Feg haar niet loslaten. Ze wist niets van dat sujet, en hoe moest ze aan informatie komen?? Ze was alleen in haar grot en had geen naslagwerken ter beschikking. De enige mogelijkheid die ze had was het geestelijk contact met de Griekse goden. Omdat ze geen andere mogelijkheden had, heeft ze toch hun hulp weer ingeroepen. Ze had zich uitgestrekt op haar bed van takken en bladeren en in een trance geraakt...
Ze was zo ver van de wereld geraakt dat ze niet meer terug kon komen. Maar een vreemde rook prikkelt haar neus. Beelden van de elfengodin spelen door haar hoofd. Op de achtergrond een beeld van de sterke smid en de zwijgzame kasteelheer.
* Phoenixx, Phoenixx... we hebben je nodig!
Langzaam ontwaakt Phoenixx uit haar zeer diepe slaap. Verward komt ze overeind, de vage geur van de elfenrook nog in haar neus. Zwak van dagen niet eten of drinken wankelt ze door de grot. Ze zou zo graag in aktie komen, maar lijkt er niet toe in staat te zijn.
Mentaal probeert ze contact te leggen met de elfengodin:
* Equilan, als je me kunt horen... in gedachten ben ik bij jullie, maar ik ben niet in staat naar de Tempel te komen. Doe voorzichtig, Equilan!
IRL helaas te druk op mijn werk om overdag mee te kunnen schrijven
Door haar hoofd spoken allerlei losse woorden.
* Falias, Gorias, Finias, Murias.. Steen, zwaard, speer, ketel.
Ze schudt haar hoofd. Vage kreten zijn het. De trance waarin ze heeft gezeten is te diep geweest.
Ze is nog even naar het Vrijetijdscentrum geweest, maar daar was niemand. Ze had zo graag gevraagd of iemand iets van dat illustere gezelschap had vernomen. En of iemand ze iets kon vertellen over die rare woorden die door haar hoofd spoken. Vannacht had ze weer zo'n droom.
Sleá Bua, de speer van de overwinning, uit Finias
"Overwinning" klinkt goed... en kennelijk ligt dat ding in Finias. Maar waar is dat dan??
Phoenixx gaat rusteloos op bed liggen. Ze moet aan meer informatie zien te komen...
Goibhnu, de smid van de goden, de maker van de wapens die tot de overwinning hebben geleid.
Iedere nacht een woord, een zin, een aanwijzing. Gèk wordt ze ervan. Dit gaat niet snel genoeg. Ze moet op een andere manier de puzzelstukjes zien te verzamelen en aan elkaar passen. Alleen zal haar dat niet lukken. Ze moet anderen vragen of die haar misschien aan wat aanwijzingen kunnen helpen.
Ze staat op en gaat op pad.
Als ze haar botten warmt aan het vuur kijkt ze rond zich heen. Keurig netjes op een rotsblok bij de deur ziet ze een kaart liggen, netjes met een klein keitje erop zodat die niet kan wegwaaien.
* Oh! Wat een mooi kaartje! Een huwelijk, wat fantastisch!
Aan het kunstzinnige kaartje was eigenlijk al af te leiden dat het van de kunstenares zou zijn. Een huwelijk tussen Rebel_Girl en Dagobert... Wat mooi!
Wat zou het leuk zijn als ze erbij had kunnen zijn! Maar helaas... Zondagavond zou ze het Eiland verlaten. Elders zou ze misschien wel de informatie kunnen vinden die ze nodig heeft om de natuur op het Eiland te kunnen herstellen.
Ze ruimt de grot waar ze woont zo veel mogelijk op en legt een briefje neer bij de ingang:
------------------------------------------------------------
Ik ben een weekje naar het vaste land.
Groeten, Phoenixx
------------------------------------------------------------
Tevreden kijkt ze rond zich heen. Alles is geregeld.
Dan pakt ze haar tas op en gaat ervandoor...
Vermoeid van de reis strompelt Phoenixx de grot binnen. Ze smijt haar tas in een hoek en trekt haar drijfnatte kleren uit. Gelukkig had ze nog voldoende droog brandhout en dito bladeren achterin de grot bewaard.
Mopperend op het weer en rillend van de koude maakt ze een stevig vuur waarvoor ze haar kleding te drogen hangt. Als ze zich omdraait blijkt dat ze niet alleen is! Snel grist ze een droge cape vanuit de hoek en slaat die om.
* Ook goeieavond... stamelt ze met het schaamrood op haar kaken, * Sorry, ik, eh, had geen bezoek verwacht! Maar wees welkom, schuif aan bij het vuur!
Met een vragende blik kijkt ze de postbode aan.
"Heb jij ze toevallig gezien, ehhmmm, hoe heet je eigenlijk?"
Giechelend pakt ze de foto's aan, maar zonder er echt naar te kijken legt ze ze alweer neer. Ze staat op en begint wat rond te rommelen met een keteltje en twee mokken.
* Kijk eens aan. Hier een beker warme thee. 't Is niet echt bijzonder, maar je wordt er wel snel warm van. En trek wat van die natte kleding uit, joh! Je wordt doodziek zo!
Phoenixx wordt altijd heel druk als ze zenuwachtig is, en zenuwachtig is ze zeker geworden door het onverwachte bezoek van de postbode... Eindelijk weet ze zichzelf ertoe te dwingen te gaan zitten en de foto's te bekijken.
* Ehm ... zijn dìt nou Craziest en zijn dochter?
Phoenixx heeft het gevoel dat ze het allemaal niet meer zo goed begrijpt.
Ja, dit is zijn dochter geloof ik. Maar kan ook een jongetje zijn. Ik heb het niet zo goed gevolgd. Tenslotte bood ik Lurky mijn hulp uit mijn eigen aan.
* Anthraxx pakt de kop thee aan een glimlacht naar Phoenixx.
Ik ben Anthraxx, postbode van beroep, al lijkt het tegenwoordig meer held/avonturier van beroep.
* Dan neem Anthraxx een slok van zijn thee en geniet van dit moment. Opeens vraagt hij:
Ken jij Lurky goed?
Glimlachend zegt ze: * Nee, eigenlijk ken ik Lurky helemaal niet. Wel eens wat over gehoord, maar daar luister ik altijd maar half naar. Ik bedoel: ik trek me niet veel aan van de mening van de ene persoon over de andere...
De sfeer is al een stuk minder gespannen en Phoenixx begint vrolijk te babbelen over wat ze heeft meegemaakt in de bossen tijdens de belegering van de tempel.
* En dus ben ik net terug van mijn reisje naar het vaste land om meer informatie in te winnen over Sleá Bua, de speer der overwinning, besluit ze haar verhaal.
Speer der overwinning? Kan je me er meer over vertellen? Is die uberhaupt wel op dit eiland te vinden? * Begint Anthraxx te vragen. Hij neemt nog een laatste slok thee en dan is zijn beker leeg.
* Sleá Bua is een magische speer die in lang vervlogen tijden is gesmeed om koningen mee te doden., vertelt ze Antraxx. Inmiddels heeft ze het papier gevonden wat ze zocht en geeft het aan de postbode.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In het rijk van Finias, van het Zuiden en Vuren en Licht, staat een grote,
magische ketel met daarin gedoopt de punt van de speer van Lugh. Zijn
macht over de zon en zijn kracht voeden de gloeiende punt van de speer
die nooit haar doel zal missen.
Dit is de kracht van Finias en de twee bomen die in vuur en vlam staan
om de ingang te bewaken voor de Speer van het Licht en de Schitterende
Ploeg der Aarde met een hels vuur.
Zuiden en Vuren
Speer en Aarde Poort
Rood en Goudrood
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
* Zie je hoe belangrijk deze speer zou kunnen zijn?
Het water kookt inmiddels en ze schenkt dit over de theeblaadjes.
"Ik weet niet wat ik hiervan moet denken. Deze speer is toch niet te vinden op het eiland? Nee, dat zou idd logisch zijn, want het is veel te klein hier. Alhoewel het donkere bos aardig groot is"* mompelt Anthraxx tegenzichzelf.
"Ehhmm... heb jij er al naar gezocht? "* vraagt Anthraxx en vervolgd "Wil je er naar zoeken (?) is een betere vraag denk ik..."
* Anthraxx blijft in gedachtes verzonken. Zo af en toe mompelt hij wat en dan is het weer stil. Dan kijkt hij opeens Phoenixx aan. "Heb jij hier plek voor mij om te slapen?" vraagt hij "Het is nu al te laat om terug te gaan en ik was toch al verdwaald..."
* Nou Anthraxx... zover ik heb kunnen nagaan is Finias een plaats in de Anderwereld. En ik denk dat we de Anderwereld kunnen bereiken vanaf het Eiland. Ik moet er nog iets over hebben liggen... Maar het begint nu inderdaad behoorlijk laat te worden.
Phoenixx staat op en begint haar bed van bladeren en takken wat ruimer op te schudden.
* Natuurlijk kun je hier blijven slapen. 't Is geen luxe hier, maar je kan wel hier in bed kruipen hoor.
Phoenixx slaat het bed open en nodigt Antraxx uit erbij te kruipen. Antraxx kijkt haar wat vertwijfeld aan.
* Kom op zeg! Ik bedoel er verder niks mee hoor. Maar het is iets comfortabeler hier dan op de grond, en om twee aparte bedden te maken... sorry, daar heb ik niet echt de energie meer voor!
Het vuur begint langzaam te doven en Anthraxx besluit om inderdaad maar naast Phoenixx in bed te kruipen...
[Dit bericht is gewijzigd door Anthraxx op 29-12-2001 12:11]
* Goedemorgen, Anthraxx!
Ze staat op, kleedt zich aan en begint thee en een soort van ontbijt klaar te maken. Terugdenkend aan het gesprek dat ze met Anthraxx had, wordt ze weer helemaal vrolijk. Hoewel... ze zou toch niet dingen verkeerd begrepen hebben door haar eigen enthousiasme? Zou hij echt geïnteresseerd zijn in haar queste naar de Speer der Overwinning? Hulp daarbij zou natuurlijk fantastisch zijn, maar kan Anthraxx haar daarbij helpen? Hij heeft natuurlijk zijn verplichtingen in het postkantoor...
De onzekerheid over dit onderwerp maakt dat ze het niet zelf ter sprake durft te brengen. Inmiddels is de thee klaar en schenkt ze bekers in voor Anthraxx en haarzelf. Ook overhandigt ze hem een schaaltje met fruit.
* Heb je een beetje lekker kunnen slapen, postbode?
Goedemorgen, Phoenixx! Ja, ik heb heerlijk geslapen. * zegt Anthraxx en pakt de thee aan. Dan neemt hij een slok en neemt een stuk fruit.
Ik heb helaas niet zoveel tijd, ik moet nog verder die foto's verspreiden. * zegt Anthraxx en kijkt Phoenixx aan.
Als je me nodig hebt, dan kan je altijd langskomen, je weet me te vinden. * zegt Anthraxx weer en staat dan op. Hij pakt zijn spullen op, en hangt zijn rugzak weer op zijn rug. Dan draait hij zich nogmaals om en buigt naar Phoenixx "Dank je voor de gastvrijheid..." zegt Anthraxx voor de laatste keer en klauterd dan weer naar beneden waar zijn paard op hem staat te wachten.
Foto's verspreiden? Ach ja, natuurlijk... Die plaatjes van Craziest en zijn kind.
Op het rotsblok naast haar tas ziet ze de foto's nog liggen en bestudeert ze aandachtig. Typische figuren... Die vind je nooit meer, als ze niet gevonden willen worden. Aan de andere kant, als iedereen zijn steentje bijdraagt...
Eigenlijk is haar zoektocht veel moeilijker. Wie zal haar willen helpen? Hé - positief blijven denken, meid! Er zal hulp komen... als je maar goed voorbereid bent!
En met die gedachte duikt Phoenixx weer in haar tas waar ze tal van blaadjes met aantekeningen heeft verzameld.
Wie zou haar daarmee kunnen helpen?
Dan hoort ze een vreemd geluid. Ze schrikt op uit haar gedachten en probeert te achterhalen wat het geluid is, waar het vandaan komt. De wind lijkt uit een andere richting te komen dan normaal... Ze draait zich rond, probeert zich te oriënteren... Maar natuurlijk! Behalve nog wat vage klanken - een soort van muziek misschien? - is er het ritmische gekletter van metaal op metaal. De smederij is weer tot leven gekomen! De smid is weer terug!
Phoenixx is dolgelukkig dat hij weer op het Eiland is. Onbewust heeft ze zich vreselijk zorgen om hem lopen maken. Ze zou meteen naar hem toe willen en hem in haar armen willen sluiten... Maar, nee... Daar zou de sterke smid waarschijnlijk niet van gediend zijn. En trouwens, ze probeert zoveel mogelijk als een dappere strijdster over te komen, dus dan kan je dat soort gedrag beter achterwege laten. Nee, dat zou geen goed idee zijn.
Maar... ze kan natuurlijk wel even "langskomen" om te vragen of hij misschien meer weet over die vage teksten die ze heeft opgedoken. Hij brabbelt immers ook wel eens van die onbegrijpelijke teksten!
Phoenixx is inmiddels weer bij haar grot aangekomen en fatsoeneert haar haar een beetje. Met een vreemd gevoel in haar onderbuik gaat ze op weg naar de Atrimar's Smederij.
Eindelijk hebben ze de grot bereikt. Als ze naar buiten kijkt en het Duistere Bos uitgestrekt onder zich ziet, is ze al snel de zware wandeling vergeten. Vlug steekt Phoenixx een warm vuur aan en nodigt Atrimar uit om verder te komen. * Kom binnen, Atrimar. Wil je wat thee misschien? Ondertussen loopt Phoenixx wat rommel aan kant te werken en heeft ze twee grote handdoeken gevonden.
"Thee ... ja lijkt me heerlijk."
Atrimar draait zich om en kijkt over het uitgestrekte bos uit. De aanwezigheid van wolven voelt hij wel, maar heel ver weg zo lijkt het. Als hij de omgeving van de grot bekijkt ziet hij de spartaanse setting hier en hij vraagt zich af hoe een vrouw hier kan wonen.
[Dit bericht is gewijzigd door Atrimar op 15-01-2002 20:25]
Eindelijk heeft ze de juiste kruiden gevonden om een heerlijke pot rustgevende thee van te maken. Ze giet een paar slokken in haar keel en al snel voelt ze zich wat meer ontspannen. Eigenlijk is het wel komisch. Hij zit per slot van rekening in mìjn bad... Steeds zekerder van zichzelf begint Phoenixx zich uit te kleden. Ze steekt haar lange lokken op en slaat bijna zedig een handdoek om zich heen. In haar ene hand neemt ze de twee bekers thee die ze net heeft ingeschonken, in de andere hand heeft ze een vlijmscherpe dolk.
Buiten gekomen ziet ze Atrimar met gesloten ogen liggen genieten van het warme water. Zachtjes sluipt ze achter hem, en als ze haar hand door zijn haar haalt, schrikt hij op. * Kijk eens aan - eindelijk de beloofde thee. Atrimar had haar niet aan horen komen, en hij voelt zich een beetje ongemakkelijk. Snel gaat hij wat meer rechtop zitten en probeert te vergeten dat hij naakt voor haar zit.
Dan plotseling laat Phoenixx zien wat ze in haar andere hand had. Ze houdt een vlijmscherpe dolk met gegraveerd blad vlak voor zijn gezicht.
Phoenixx ziet Atrimar schrikken. Hij wil een afwerende beweging maken, maar Phoenixx opent haar hand al en laat de dolk met het heft naar Atrimar gekeerd op de palm van haar hand liggen. * Sorry , ik wilde je niet laten schrikken. Maar je zei dat je je wilde scheren, en bij gebrek aan scheermes...
Haar zachte glimlach doet Atrimar zich nog ongemakklijker voelen, en daarom probeert hij zo goed en zo kwaad als het gaat zich te scheren met het scherpe mes.
Nadat hij zich tot twee keer toe heeft gesneden heeft hij genoeg van het minzame gegrinnik van Phoenixx.
Met een vlugge beweging probeert hij haar in de poel te trekken, maar onhandig als hij soms kan zijn is het enige resultaat dat de handdoek in het water beland.
Als Atrimar zich dat realiseerd kijkt hij met open mond naar het silhouet van de mooie, jonge vrouw. Door de zon die achter haar schijnt kan hij haar gezicht niet goed zien, maar haar figuur bedwelmt zijn geest nog meer.
"Ik euhh ... ik wilde niet ... ik bedoel" mompelt Atrimar geschrokken.
Phoenixx laat zich naast Atrimar in het water glijden en plukt wat blaadjes uit het gras. Ze wrijft de kruiden tussen haar vingers tot pulp en smeert het goedje over de wondjes in Atrimar's gezicht. * Daar zie je morgen niets meer van hoor! Tsss... en ik dacht nog wel dat je met een mes overweg zou kunnen! Plagerig knijpt ze Atrimar in zijn wang.
Tot nu toe heeft ze steeds de blik van de smid weten te ontwijken, maar nu kijkt ze hem recht in de ogen. * Ik - ehm - ik weet het niet meer... Sorry... Ze verdrinkt in de gele poelen van zijn ogen en kan alleen maar toegeven aan de gevoelens die zij al zo lang had. Ze buigt naar voren en geeft Atrimar een hartstochtelijke kus op zijn lippen...
De eerste kus toen ze in het warme water zaten, de liefdevolle omarming van Atrimar... Alles ging als in een stroomversnelling, maar tegelijkertijd leek het oneindig lang te duren. Steeds meer waren ze in elkaar opgegaan. Atrimar had haar in zijn sterke armen genomen en naar binnen gedragen... Terugdenkend aan wat er toen allemaal had plaatsgevonden wordt ze weer helemaal rood. Pas sinds kort heeft deze vuurvogel een menselijke gedaante en de lichamelijke liefde was haar dan ook totaal onbekend. Maar ze had een geweldige leraar gevonden in Atrimar.
Ze kijkt nog eens naar de grote smid en kan alleen maar hopen dat hij haar nog langer les wil geven!
"goedemorgen", glimlacht hij.
Eindelijk komt Atrimar weer binnenlopen. Breed grijnzend gooit hij zijn kleding in de hoek waar Phoenixx gisteren haar kleding ook al had neergegooid. * De wind had mn shirt te pakken gekregen en Geschrokken stopt hij zijn zin. Voor hem staat een nog steeds naakte jonge vrouw met een groot zwaard opgeheven in haar handen. * Ik zou het niet doen als ik jou was. Als jij me op wilt eten, zul je vroeger op moeten staan!
* "Sorry maar ik begrijp het allemaal niet zo goed. Je beet me in mijn nek en toen zei je dat je je maaltijd al had liggen.", er valt een lange stilte. * "Lieve Atrimar, ik ben bang dat je me nog veel zult moeten leren", fluistert ze tegen hem.
Ze zou hem zoveel willen vragen, maar toch ook weer niet. De afgelopen nacht hadden ze geen woord gewisseld, de lichaamstaal had het gesproken woord volstrekt overbodig gemaakt. Puur instinctief had ze gereageerd op Atrimars bewegingen, had haar lichaam gereageerd op zijn handen. Ook nu weer zonder erbij na te denken kruipt ze dicht tegen zijn lichaam aan, haar hoofd tegen zijn borst, haar armen om hem heen geslagen, haar vingers strelend over zijn rug. Daar voelt ze de krassen in zijn huid, verse wonden nog.
Geschrokken duwt ze hem van zich af en kijkt naar de striemen die over zijn rug lopen. Met haar vingers volgt ze de krassen en plots merkt ze hoe natuurlijk die beweging is. En ja onder haar nagels zit wat opgedroogd bloed.
* "Atrimar , je rug! Ik heb je gekrabbeld! Sorry ik wilde je geen pijn doen!", roept Phoenixx geschrokken uit. Ze brengt haar lippen naar de striemen en kust de plaatsen waar haar nagels de huid hadden beschadigd.
Zachtjes trekt Atrimar Phoenixx van zich af en kust hij haar. Zijn vingertoppen volgen de lijnen van haar schouders naar haar heupen.
"Kom eens met me mee, ik heb buiten niet alleen naar mijn kleren gezocht. Hou je ogen dicht."
Atrimar neemt Phoenixx' hand in de zijne en leidt haar voorzichtig naar buiten, terug naar de bron. Phoenixx kan het geluid van het water horen, en op haar naakte huid voelt ze de warmte van vuur. Atrimar voelt dat ze zijn hand steviger vasthoudt, ze ruikt zelfs een beetje wantrouwend. "Kalm maar chairin."
Als Atrimar stopt draait hij Phoenixx om en laat hij haar de ogen openen. Phoenixx draait zich om, na eerst wantrouwend naar hem gekeken te hebben, en ziet dan een knetterend vuurtje branden op een steen midden in de poel. De maan verlicht de rest van de bron in een ijle, bijna serene gloed.
Atrimar pakt Phoenixx bij haar hand en teder kust hij haar fijngevormde vingers. Dan leidt hij haar met hem mee het water in. Van de kant plukt hij een eenzame pioenroos en deze steekt hij in haar vurige, lange haren.
Zachtjes fluistert hij: "Misschien moet je wel aan van alles en nog wat wennen, maar ik hoop dat je mij daarbij wil toelaten. Ik kan me geen ander iets bedenken wat ik liever zou doen dan mijn tijd met jou besteden Phoenixx."
Als ze haar ogen opent is ze sprakeloos van wat ze voor zich ziet. De prachtige bloem die Atrimar in haar haar steekt. De mooie woorden die hij spreekt.
* Oh , Atrimar! Wat mooi! Ik..., en bij gebrek aan de juiste woorden geeft ze Atrimar een dikke zoen op zijn wang. * Het lijkt me geweldig als jij me wilt helpen...
Ze kijkt Atrimar diep in zijn ogen aan. Ik heb geen flauw idee hoe ik het je moet zeggen. Als je me aankijkt, weet je toch wat ik bedoel? Je weet toch dat ik dolgraag bij je ben, dat ik je dolgraag bij me heb. Moet ik uitspreken wat ik voel of... Staat het antwoord op haar vragen in zijn ogen geschreven?
Phoenixx weet het niet. Voorzichtig speelt ze met zijn lange haren.
"Wat is er? Heb ik iets ..."
Al mompelend struikelt Atrimar naar achteren, het water uit. Als hij zich om wil draaien ziet Atrimar, bovenop de staan die over de bron hangt, een eenzame wolf. Hij kent de wolf al jaren, de oudste in de buurt, en altijd eenzaam geweest. Zo zal ik ook worden. Alleen ... verbitterd ... verraden.
"Het spijt me Phoenixx, ik had niet het recht om te veronderstellen ... te denken dat jij ..."
Hij loopt snel de grot in en grijpt zijn kleren, snel schiet hij zijn broek en laarzen aan en loopt naar de uitgang.
One step forward, two steps down - hoe hard kan het leven zijn? Hij is alles in een man die ik me kan wensen, en meer. En wat doe ik? Ik laat hem gewoon door mijn vingers glippen, alleen maar omdat ik die woorden niet uit mijn strot kreeg. Ik wilde ze wel zeggen, maar ik kon het niet. Ik was bang. Bang dat de betekenis van die woorden dieper zou liggen dan ik aankon, meer verplichtingen zou scheppen dan ik kan waarmaken. Ik moet hem tegenhouden!
Op handen en voeten kruipt Phoenixx de bron uit. Haar voeten en schenen zitten onder het bloed. Beetje verkeerd terecht gekomen toen ze uitgleed kennelijk. Zo snel als ze kan rent ze achter de smid aan.
* "Atrimar , Atrimaaaaaaaaaaaaaaaaaaaar!!!!", schreeuwt ze hem na. * "Atrimar , ga niet bij me weg, ik hou van je, Atrimar..."
Ze zakt op haar knieën. Haar blik is troebel van de tranen. Ze had Atrimar het pad af zien lopen. Hij heeft een heel scherp gehoor, hij moet gehoord hebben wat ze hem nariep. De oude wolf? Waar is de oude wolf? Phoenixx ziet niet waar de oude wolf gebleven is... Zou Atrimar achter het eenzame beest zijn aangegaan? Ze barst uit in een onbedaarlijk snikken. Ze kan zich wel voor haar kop slaan...
* ik hou van je, Atrimar...
Met een ruk komt Atrimar tot stilstand. Haar woorden, geschreeuwd uit haar hart, echoeën in zijn geest. Vertwijfelt draait hij zich om. Hij kan net niet zien wat er zich boven afspeelt, maar zijn hart smeekt en schreeuwt naar hem om terug te gaan, terug naar de vrouw van wie hij houdt.
Dovye'andi se tovya sagain
Haastig begint Atrimar aan de weg terug naar boven. Naarmate hij dichter bij de top komt hoort hij Phoenixx. Hetgeen hij hoort doet een ijslijke rilling door zijn hart gaat. Ze huilt. Vervuld door pijn en schuldgevoel rent hij verder. Op het moment dat hij boven aankomt ziet hij Phoenixx zitten. Geknield, met haar handen voor haar gezicht. Voorzichtig legt hij zijn hand op haar hoofd en zachtjes streelt hij haar natte haren.
Zachtjes, als een zuchtje wind klinkt zijn stem.
"Ik hou ook van jou Phoenixx. Alles aan je doet me sterk voelen, trots, levend. Het spijt me, het ..."
Het snikken van Phoenixx stopt en ze kijkt omhoog. Weer gaat er een steek van pijn door Atrimar's hart heen als hij de tranen in haar ogen ziet. Dan pas ziet hij de geschaafde knieen en schenen van Phoenixx. Verschrikt kijkt hij haar aan. Als ze wat wil zeggen legt hij zijn wijsvinger op haar mond. Begrijpend dat er geen woorden nodig zijn zwijgt ze.
Atrimar tilt haar op en draagt haar naar binnen. gelijk aan de vorige avond, maar dit keer anders, voorzichtiger. Hij legt haar op het bed en pakt een handdoek om deze in de bron nat te maken.
Als hij weer binnenkomt knielt hij aan de zijkant van het bed en begint hij teder en zacht haar knieen een benen schoon te deppen.
Als al het vuil en bloed verdwenen zijn kust hij zijn geliefde. Als hij naast haar gaat liggen legt Phoenixx haar hoofd op zijn borst, en terwijl de smid haar lange haren streelt valt ze in slaap. Niet veel later volgt Atrimar haar voorbeeld en dommelt weg in een diepe droomloze slaap.
Dan glijdt hij voorzichtig het bed uit en trekt hij zijn broek en laarzen weer aan, en loopt hij naar buiten. Nadat hij zich gewassen heeft met het water uit de bron pakt hij zijn mes en loopt een stukje het bos in. Bij een grote, oude eik aangekomen zoket hij naar een rechte, dikke tak. Deze snijdt hij af en ontdoet deze van haar takken en bladeren zodat er een rechte, polsdikke stok overblijft die ongeveer manshoog is.
Dan loopt hij weer terug naar de bron en begint daar aan de oever zijn oefeningen.
KLAK
KLAK
KLAK
Klinkt het als de staf tegen een oude, bijna versteende boomstronk aanslaat. Steeds snellere bewegingen worden gevolgd door ingewikkelde lichaamshoudingen en beweginspatronen. Dikke druppels zweet druipen van zijn voorhoofd en kin. De spieren in zijn armen en schouders beginnen te protesteren tegen de steeds weer terugkerende slagen op de stronk. na verloop van tijd begint de vermoeidheid plaats te maken voor een automatisme in de bewegingen.
KLAKKLAK
KLAKLAK
KLAKKLAK
Hijgend stopt Atrimar zijn oefeningen en hij zet de staf tegen de stronk aan. De oefeningen hebben zijn geest leeggemaakt, en in de omtrek hoort hij haarscherp de geluiden van het bos. Een kreet van een zwijn dat gegrepen wordt door twee wolven. gevolgd door het verontwaardigde gekwetter van wat spreeuwen die in hun rust verstoord worden. Nog nagenietend van zijn verscherpte zintuigen gaat Atrimar op de overhangende rots zitten en gaat achterover liggen. Zijn voeten bungelen in het water, en hij sluit zijn ogen.
KLAK
KLAK
KLAK
Snel schiet ze wat kleding aan en gluurt naar buiten waar dit vreemde geluid vandaan komt. Haar gezicht ontspant en haar ogen beginnen te stralen. In de schaduw van een grote struik gaat ze op de grond zitten en slaat de bewegingen van Atrimar gade. Ze probeert er een patroon in te ontdekken. Dan herkent ze een paar voetbewegingen, een zwaai met de staf. Natuurlijk hij is in gevechtstraining!
Phoenixx heeft zitten genieten van de zware training die haar geliefde heeft uitgevoerd. Als hij aan de rand van de bron gaat liggen uitrusten, staat ze op. Binnen zet ze een pot verkwikkende thee en schenkt een beker voor hem in.
* "Goedemiddag liefste, ben je al lang wakker?", ze knielt naast Atrimar neer en geeft hem een lichte kus op zijn voorhoofd. Atrimar komt overeind en pakt de beker van haar aan. Phoenixx zit nu schuin achter hem en legt haar handen op zijn brede schouders. * "Ontspan je maar, ik weet wat ik doe...", fluistert ze in zijn oor. De smid ontspant en ze begint zijn schouders te masseren.
"Ik begrijp nu waarom je helemaal hier je intrek hebt genomen, het is hier erg vredig en mooi. De perfecte plaats voor een perfecte vrouw chairin."
Een plagerig kneepje in zijn zij doet Atrimar ontwaken uit zijn doezelende staat. Als hij opkijkt kijkt hij recht in het breeduit lachende gezicht van Phoenixx. Als zijn blik iets lager dwaalt valt hem pas op dat ze eigenlijk niet al te veel aan kleding heeft aangeschoten. Bijna blozend denkt hij terug aan twee nachten hiervoor.
"Heb ik je al verteld hoe mooi ik je vind? Maar krijg je het zo niet koud?"
Atrimar draait zich om en gaat met gekruisde benen voor zijn mooie geliefde zitten. Hij trekt de gevlochten leren band uit zijn haar en haalt er een streng leer tussenuit. Als hij de overgebleven strengen weer om zijn hoofd heeft geknoopt draait hij een dikke zegelring van zijn vinger af en bindt deze aan het leren bandje. Deze primitieve ketting hangt hij om de slanke hals van Phoenixx.
"Als je wilt ... draag deze dan bij je."
* "Oh Atrimar wat mooi. Wat denk je dit doe ik nóóit meer af!"
Ze knijpt stevig in de ring, ten teken dat ze de emotionele waarde van het kleinood ten volste begrijpt. Dan stopt ze de hanger onder haar shirtje tussen haar borsten. * "Ik zou willen dat ik je iets kon geven, maar ik heb niets... Mijn onvoorwaardelijke liefde en trouw, als je daar ook genoegen mee zou willen nemen?", spreekt ze zacht. Ze trekt Atrimar tegen zich aan en zoent hem vurig op de lippen.
Tijdens dit mooie moment leek het alsof de natuur haar adem had ingehouden. Maar nu laat zij in al haar glorie merken tevreden te zijn met het resultaat. In de bomen achter het onwaarschijnlijke paar zetten een paar vogels een prachtig lied in, in de verte huilt een wolf. Een licht briesje brengt de heerlijkste geuren van een volmaakte bloemenpracht met zich mee. Het leven is mooi...
In verdere stilte knuffelt Atrimar zijn geliefde.
Atrimar en Phoenixx liggen volkomen gelukkig in elkaars armen te genieten van de natuur en elkaar. Ze hebben elkaar gevonden en het Eiland lijkt ineens een stuk mooier te zijn. Ze vullen elkaar aan. Ze voelen zich allebei een stuk sterker, waardevoller, béter dan voorheen.
Alles is volmaakt. Toch?
Atrimar laat afwezig zijn vingers door Phoenixx' haar spelen. Phoenixx wriemelt gedachteloos met de ring die om haar hals hangt. Dus dit is het nou. "En ze leefden nog lang en gelukkig". Blèèèèèèèèèèèèh. Ze spreken niet, kijken elkaar niet eens aan, en toch weten ze dat ze hetzelfde denken. Ze zijn geen types voor "playing house", ze zijn veel te avontuurlijk ingesteld. Zucht
Het wordt kouder en ze gaan naar binnen. In het bed bedrijven ze op tedere wijze de liefde. Het is een afscheid van hun vrijgezelle zoektocht naar elkaar. Maar ook een onuitgesproken belofte niet vast te roesten op één plaats. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan - en zij zullen het volgen.
"Zeg Atrimar, ik zag jou gisteren trainen met die staf. Zou je mij dat misschien ook kunnen leren? Ik wil graag mijn kennis van wapens een beetje uitbreiden.", vraagt ze de smid. Ze vertelt hem dat ze een beetje met een zwaard overweg kan, en laatst in het bos bij de tempel eigenlijk alleen met pure improvisatie de voetboog heeft weten te hanteren.
Atrimar kijkt haar waarderend aan - zijn vrouwtje is geïnteresseerd in vechten! Hij glimlacht bij de gedachte dat Phoenixx met haar tengere bouw met een wapenstok zou gaan zwaaien. Maar om haar ter wille te zijn, maakt hij een staf speciaal voor Phoenixx van een dun denneboompje. Dan begint hij haar de basis principes uit te leggen en al snel zijn ze druk bezig en parelen de zweetdruppels op hun voorhoofden.
Atrimar steekt zijn hand uit om Phoenixx omhoog te helpen van de grond. Nadat ze een lange houw met de staf maakte was het eenvoudig voor hem om haar benen onder haar lichaam weg te tikken, waardoor ze voor de zoveelste keer de vernederende gang naar het gras maakte.
* Moet je me steeds zo hard raken? Irritatie klinkt door in de stem van Phoenixx die ietwat onelegant haar achterwerk staat te wrijven.
"Luister dan eens naar wat ik zeg. Het belangrijkste is niet de kracht die je in een slag legt, maar de plaatsing en timing. Zo simpel als wat. Wees eens wat minder gehaast."
Als Phoenixx weer op haar benen staat vleit ze zich tegen Atrimar aan. * Je hebt gelijk liefste, opletten is wel het belangrijkste. Atrimar glimlacht en wil haar net een kus geven als hij onzacht in aanraking komt met de grond. Grijnzend staat Phoenixx boven hem te kijken. * Opletten zei je toch? Lekkere leraar ben je. Schalks staat ze met een arm op de staf te leunen terwijl Atrimar opkrabbelt.
"zijn vrouwtje"? ... niet een term die ik zou gebruiken overigens
"Oke nog één keer! En langzaam nu, alsjeblieft?" Als in een slow-motion probeert Phoenixx de bewegingen precies zo uit te voeren als Atrimar haar gezegd had te doen. De smid ziet het allemaal aan en geeft commentaar, aanwijzingen en soms zelfs een klein complimentje. Maar als ze weer op het punt zijn aangekomen dat Phoenixx de staf omhoog zwaait om mee te kunnen toeslaan, tikt Atrimar weer met zijn staf tegen haar benen. "Daar had je weer bijna onderuit gegaan hè?", roept hij haar lachend toe. Maar Phoenixx ziet er de humor niet van in. Ze staat gewoon te koken van woede, stampvoetend loopt ze weg. Atrimar staat haar totaal verbouwereerd na te staren.
Maar al snel komt ze weer terug. "Sorry hoor, ik moest even weg Ik kan er zo kwaad om worden als iets me niet lukt! Wat doe ik nou toch verkeerd?"
Grinnikend kijkt Atrimar naar het beteuterde gezicht van Phoenixx.
"nadoet" - het is een woord dat door haar hoofd blijft draaien en keren en maar niet op het juiste plekje in de puzzel wil neervallen.
"nadoen" - na-apen, repliceren... Veel te ver gezocht allemaal.
Ze staart in de verte. En vogeltje vliegt heel sierlijk van takje tot takje, heel precies op de dunne twijgjes landend en weer opstijgend. Een iets kleiner vogeltje vliegt achter het eerste vogeltje aan. De glijvlucht van het eerste naar het tweede takje gaat perfect, maar bij het volgende takje lijkt het beestje zich te vergissen. Of het diertje nu het takje volledig mist of er gewoon vanaf glijdt, kan Phoenixx niet zien, maar de misrekening leidt in ieder geval tot een hoop gefladder en geritsel en een takje of drie lager weet het arme vogeltje eindelijk voldoende evenwicht te vinden om te kunnen blijven zitten.
Maar dan schiet ze in de lach. Atrimar kijkt haar verbaasd aan. "Maar zie je dat dan niet, Atrimar? Dat kleine vogeltje, dat ben ìk! En jij bent die grote vogel! Ik probeer precies jouw bewegingen te immiteren, maar het zijn niet míjn bewegingen. De bewegingen moeten uit het hart komen, niet een vooraf ingeprogrammeerde serie stappen en draaien!, kraait ze opgetogen uit. Maar de blijdschap op haar gezicht maakt al snel plaats voor bittere ernst. "Weet je - ik ben bang dat dit nog héél lang oefenen wordt... Ik hoop dat je over veel geduld beschikt!"
Atrimar legt zijn staf weg en neemt die van Phoenixx af en legt deze bij de zijne. Dan neemt hij haar hand in de zijne en kust haar.
Kom chairin, genoeg gewerkt voor vandaag. Ik ben vermoeid, en mijn spieren doen zeer. En dan nog niets gezegd over mijn maag! Laten we gaan eten.
Een kwartiertje later komt ze weer tevoorschijn met een haas in haar handen. "Ik heb een paar strikken geplaatst in het bos hier achter", antwoordt ze eenvoudig als Atrimar haar vragend aankijkt. Ze ziet de schrik in zijn ogen, en verklaart snel: "Rustig maar! Het zijn maar kleine strikken... Normaal weet ik er alleen kleine konijntjes mee te vangen - de haas is echt een treffer hoor. Jouw wolven weten heus wel waar ze liggen en die hebben er geen last van..."
Onder het praten had Phoenixx snel de haas geslacht en met een zorgvuldig uitgekozen bouquet van kruiden in een stoofpot gestopt. Heerlijke geuren vullen de grot als Atrimar en Phoenixx babbelend zitten te wachten tot de stoofpot klaar is.
Buiten steekt Atrimar zijn hoofd in een keer onder water, en het verfrissende water trekt de laatste restjes slaap uit zijn systeem.
Zo, en nu Phoenixx
Grinnekend loopt Atrimar met een bak koud water terug de grot in en bij het bed aangekomen kiepert hij de bak over Phoenixx hoofd leeg.
"Wakker worden liefje"
[Dit bericht is gewijzigd door Atrimar op 21-01-2002 10:29]
Ze graait naast zich en weet daar een droge handdoek te vinden. Als ze zich een beetje heeft afgedroogd en is bekomen van de schrik, ziet ze er de humor toch wel van in. Ze trekt Atrimar dicht tegen zich aan en wrijft met haar nog natte en koude haren over zijn borst. "Dat zal je leren, engerd!", gniffelt ze.
"Wat nou vroege morgen? Je hebt een gat in de dag geslapen luilak."
Lachend spettert Atrimar plagerig nog wat water in haar gezicht.
Ze dollen nog wat rond, waarna Phoenixx zich ook maar even gaat opfrissen bij de bron.
*DUW*
*PLONS*
Phoenixx mept een hele schep water over Atrimar heen.
"Vervelia!", giechelt ze, "Help me hier eens even uit!"
Omdat Atrimar niet van plan lijkt een handje toe te steken, klautert ze zelf maar weer op de kant. Opgefrist en wel - iets tè fris eigenlijk - gaan ze weer naar binnen.
[Dit bericht is gewijzigd door Phoenixx op 21-01-2002 14:51]
Nog steeds in een plagerige bui kietelt Atrimar Phoenixx nog een keer.
"Hmmmm... rond blijven scharrelen in dit huisje-zonder-zorgen... Da's leuk voor even, maar dat gaat ongetwijfeld vervelen. We kunnen wel eens gaan rondkijken en eens zien hoe het met de rest van het Eiland gaat natuurlijk!"
Ze schudt het bed weer eens lekker op, vindt allerlei rondslingerende kledingstukken en veegt de blaadjes en het zand naar buiten. In de hoek, half tegen de muur ligt haar zwaard. Ze schaamt zich diep - dat is geen manier om een prachtig handgesmeed wapen te behandelen! Terwijl ze dit overdenkt, schiet haar ook het bestaan van de dolk te binnen. Ze rent naar buiten en doorzoekt het gras bij de bron, maar helaas. Als ze terug naar binnen loopt, ziet ze de dolk op een steen bij de ingang liggen. "Die heeft Atrimar natuurlijk al binnen gelegd - wat een schat!", denkt ze. Snel maakt ze de wapens schoon, slijpen komt later wel.
Druk als ze was, had ze al drie keer een stapel papieren verplaatst. Nu staat ze er voor de vierde keer mee in haar handen. Ze kan zich er niet van weerhouden alles even door te kijken. Het zijn de fotos van Craziest en Callista, en haar aantekeningen over de speer Sleá Bua. Steeds aandachtiger kijkt ze alles door en ze droomt weer helemaal weg.
"Wat lees je chairin?"
"Ik zat alle informatie door te snuffelen die ik had verzameld over de Speer der Overwinning, daar had ik je over verteld. Er zitten een paar tegenstrijdige dingen in, maar volgens mij is er wel een duidelijke lijn in te ontdekken.", beantwoord ze zijn vraag.
Nieuwsgierig als ze is begint ze in de tassen te snuffelen om te zien wat de smid allemaal heeft meegenomen.
"Ik weet het niet meer, Atrimar. De Speer is onoverwinnelijk. De Speer kan niet missen als ze wordt geworpen. Degene die de Speer in zijn of haar bezit heeft zal alle macht in handen hebben. Ik wil er niet aan denken wat er zou gebeuren als zij in verkeerde handen zou vallen. En zelfs als dat niet zou gebeuren - wie zou zoveel macht kunnen beheersen?"
Ze haalt haar schouders op. Dan geeft ze hem een vel papier aan.
"Kijk liefste, dit gedicht. Stel dat de Speer ook daadwerkelijk bestaat, dan denk ik niet dat het de bedoeling is dat zij gevonden wordt."
* - --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In de met fakkels verlichte stad Finias Arias de houder van het witte vuur Hoge koningen hebben het gezocht, grote Koninkrijken hebben gerommeld en koninginnen Geduld, O Arias, geduld
Finias
vlamt zij
in het uiterste Zuiden
De Speer die het hart verdeeldt
wordt gehouden
in een koperen mond
wiens
gelach wordt gehoord
Waar geen man ooit voet heeft gezet,
waar
geen god zich heeft geroerd
vorstinnen hebben
het gezocht, dichters hebben ervan gedroomd
En luider, alsmaar luider
klonk het
Witgevlamde gelach van Arias
hebben verlaten en
het diepe geloof stierf in de droogte
Dit zijn de gloeiende toortsen op
de muren van
Finias dat het Zuiden verlicht
heb geduld neem niet
de vreselijke speer ter hand
Ik heb maar van u gedroomd, Finias
Finias
nu ben ik getroffen... nu ben ik
Hier!
- ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
"Ashanadrei. Dat is het. Een Ashandrei. Maar dan een bijzonder speciale."
Atrimar merkt de vragende blik van Phoenixx op en geeft haar wat uitleg.
"Waar ik vandaan kom zijn er verschillende volken, waaronder de Aiel. Dit zijn een soort indianen die in een grote woestenij wonen. Een helse plaats, overdag bloedheet en droog, snachts ijskoud en guur. De Aiel zijn verdeeld in twaalf stammen. Dit zijn de Aethan Dor, de roodschilden, de Cor Darei, de nachtschilden, de Duadhe mahdi'in, de waterzoekers, de Far Aldazar din, de Broeders van de Adelaar, de Far Dareis mai, de speermaagden, de Hama n'dore, de bergdansers, de Rahien sorei, de ochtendrenners, de Seia Doon, de zwartogen, de Sha'mad conde, de donderlopers, de Shae'en m'taal, de steenhonden, de Sovin nai, de meshanden, en de Jenn Aiel, de ware Aiel.
Zoals je aan de namen al kan zien zijn dit stammen van krijgers. Ik zal je ooit nog wel eens uitleggen hoe en wat precies, maar de Far Dareis mai en de Sovin mai spreken beiden over een Ashandarei. Een speer die nooit bot wordt, en onbreekbaar is.
Nu vermoedt ik dat de Speer waar het gedicht over gaat een sterkere Ashandarei is, een speer met meer krachten dan deze heeft.
Maar ik hoop dat deze nooit gevonden zal worden."
Maar misschien was het ook de manier waaròp Atrimar de woorden had gesproken. Een enorm respect had eruit geklonken. Maar ook iets anders. Phoenixx kijkt de smid aan en ziet iets in de gele ogen dat zij nog niet eerder heeft gezien.
"Atrimar, jij weet hier meer over dan je me wilt vertellen, geloof ik. Het lijkt wel of je - bang bent? De kracht van de Speer zou te groot voor ons zijn, niet?"
Ze zucht. Maar ze weet dat dit het beste is dat ze kan doen. Ze pakt alle papieren bij elkaar, maakt er een stevige prop van en gooit die met een fraaie boog in het vuur.
"Zo - daar hoeven we ons ook niet meer druk om te maken!", roept ze gemaakt vrolijk. Nou ja - het ruimt wel lekker op zo...
Ofwel, einde werkdag
Enthousiast duikt ze nogmaals met haar hoofd in de tassen. Tevreden met wat ze daar allemaal vindt gaat ze aan de slag en al snel vult de grot zich met de heerlijke geuren van gestoofd vlees. Atrimar was even weggedommeld, maar het geluid van het gerommel met de potten en pannen doet hem toch weer de ogen openen.
"Hé - niet zo nieuwsgierig!", lacht Phoenixx, als ze Atrimar in de pan ziet gluren, "Wacht nou maar even tot het gaar is..." Met die woorden trekt ze hem op bed en daar liggen ze samen te keuvelen over van alles en nog wat.
"Phoenixx? Heb je zin in een boswandeling, of even uitwaaien op het strand? De omgeving hier begint me inmiddels ook wel de keel uit te hangen."
Atrimar ligt languit achterover tegen een boomstammetje aan met een grasspriet in zijn mondhoek. Zijn shirt hangt half open, en zijn amulet van de wolfskop glanst dof in het zonlicht. Phoenixx ligt loom met haar hoofd op zijn schoot, en de smid streelt zachtjes door haar zachte haren.
"sstt ... er is iemand in de buurt." fluistert Atrimar.
Atrimar zit met halfgesloten ogen te luisteren naar het kleinste geluidje dat niet op zijn plaats is in deze omgeving. Phoenixx vertrouwt liever op haar ogen dan op haar gehoor en speurt de omgeving af. Op vrijwel hetzelfde moment stoten ze elkaar aan.
"Kijk - dáár!", fluisteren ze tegen elkaar, wijzend naar de top van de heuvel. Daar zien ze een vorm die daar niet thuis hoort.
Is het een mens? Heeft die persoon hen gezien? Wat wil dat figuur? Atrimar en Phoenixx kijken elkaar vragend aan. Dan besluiten ze het aan de nieuwkomer over te laten. Zittend in het gras, met hun ruggen tegen een rotsblok aan blijven ze de figuur op de heuvel in de gaten houden.
Temidden van dit serene plaatje ligt Atrimar op zijn rug naar de wolkenloze hemel te staren. Uit zijn mondhoek steekt een grassprietje dat loom beweegt in de wind. Zijn vale shirt hangt half open om zijn torso heen, en hier en daar begint de tand des tijds toch wat hapjes uit het materiaal te nemen. Zijn laarzen, grauw en versleten, staan vlakbij, samen met zijn zwaard en wapenstok. De smid lijkt in gedachten verzonken en een diepe frons ontsiert zijn voorhoofd.
Ik moet het weten, waar heb ik in godsnaam al die herinneringen vandaan? Ik weet dat het niet de mijne kunnen zijn, zo oud ben ik niet, en zoveel oorlogen kan een mens in zijn leven niet hebben meegemaakt. En mijn zintuigen en ogen? Het zou toch niet moeten kunnen dat ik kan rúiken hoe Phoenixx zich voelt?
Bij de gedachte aan Phoenixx klaart Atrimars humeur al een heel stuk op. Zijn mooie vriendin maakte de afgelopen weken tot een voortdurende ontdekking van plezier, en verbazing. Ook nu hoort hij in de verte dat ze ergens mee bezig is, zoals het lijkt dat ze nooit lang stil kan zitten. Als een kind dat voor de eerste keer het leven ontdekt, zo lijkt Phoenixx ook alles nieuw te vinden.
Atrimar draait zich op zijn zij en speelt gedachteloos wat met het wolfsamulet dat om zijn nek hangt.
Die wolven, op een of andere manier ligt de link naar de antwoorden bij hen. Misschien moest ik daar maar eens achteraan gaan.
Het zonnestraaltje wordt door het zwaardblad gereflecteerd op een klein plantje aan Phoenixx' voeten. Getroffen door de schoonheid van de kleine bloemblaadjes zakt ze door haar knieën. Voorzichtig plukt ze een klein bloempje. Het ruikt heerlijk en ze steekt het in haar haar. Alles is zo mooi hier op de berg waar ze is neergestreken, er is zo vreselijk veel te ontdekken. Maar is dit nu echt alles?
Bij de bron ziet ze haar geliefde in het gras liggen. Als ze haar ogen tot spleetjes knijpt kan ze met haar scherpe blik net de uitdrukking op zijn gezicht zien, zijn vingers spelend met zijn amulet. Hij ligt daar zo heerlijk loom te zijn, en toch kan Phoenixx de onrust zien die hij met zich meedraagt. Ze voelt haar borst samenknijpen als ze zich bedenkt dat Atrimar waarschijnlijk niet lang hier zal blijven. Die onrust... Waarheen zal het hem gaan drijven? Zal hij er alleen op uit trekken? De eenzame jager, de eenling? Of zal hij haar meenemen? Kan zij hem sterker maken, hem aanvullen?
Phoenixx schudt de vertwijfeling van zich af. De tijd zal het immers leren. Ze heft het zwaard om met een fraaie slag twee takken uit een dode boom te slaan. De ene tak wordt soepel doorgekliefd, de andere tak mist ze volkomen. De concentratie is weg. Phoenixx gaat rustig op de grond zitten en maakt het zwaard schoon. Als het blad weer naar tevredenheid glimt schuift ze het zwaard in de schede die op haar rug hangt. Ze draait zich om om weer naar de grot terug te lopen.
Aan de rand van de open vlakte gekomen blijft ze staan. Een wolf loopt behoedzaam over het veld, om zich heen loerend naar gevaar. De wolf lijkt alleen te zijn. Phoenixx ziet de wolf en begrijpt waarom de wolf hier is. Het dier lijkt onzeker te zijn in zijn eentje en ze wil hem niet storen. Rustig gaat ze in het gras zitten en volgt de bewegingen van de wolf.
Behoedzaam sluipt de wolf dichter naar Atrimar toe. De smid zit nu gehurkt te wachten op wat de wolf hem gaat vertellen.
Dan begint er een vreemde, woordeloze conversatie.
Jonge Stier, er is een tweevoeter in je leger. Hij ruikt vreemd, naar het zoutwater.
Broeders houden hem in de gaten
De wolf kijkt en wacht de reactie van Atrimar af.
Ja mijn vriend, Vuurvogel is mijn vriendin zoals wij dat noemen. Bescherm haar als je eigen welpen, ook als ik het niet kan. Ik moet gaan reizen, jagen op verleden.
De wolf lijkt voor een buitenstaander aandachtig te luisteren naar het plan van Atrimar. Af en toe draait hij zijn ruwe kop iets bij. Jonge Stier, wat je wilt is nog nooit vertoond. De matriarch zal haar twijfels hebben. En ze is al zo humeurig de laatste tijd
Atrimar grinnikt. Hoeveel tweevoeters ken je die je taal spreken Traan?
Somber kijkt de wolf op en hij lijkt te knikken. Dan draait hij zich om en loopt naar Phoenixx. Zachtjes drukt hij zijn snuit tegen haar handpalm aan, maar nog voor Phoenixx kan reageren zet de wolf het op een lopen en verdwijnt in het bos.
Atrimar staat op en loopt naar Phoenixx.
"Ik ga chairin. Eerst naar huis, dan weg, mijn verleden achterna." Even is er vertwijfeling. "Ik zou het op prijs stellen als je me wilt vergezellen op mijn reis chairin."
Ze schrok dus wel een beetje toen de wolf haar neus tegen haar hand had geduwt. De snelle beweging die ze daardoor had gemaakt had de wolf laten schrikken en op de vlucht doen slaan. Spijtig kijkt ze het dier na.
Dan pas beginnen Atrimar's woorden tot haar door te dringen. " Hoe kan je nou op zoek naar zijn naar je verleden?", bedenkt ze. Ze kan het zich zo moeilijk voorstellen, maar ja, zij kent haar eigen verleden natuurlijk.
"Lieveling, natuurlijk ga ik met je mee. Waarheen de reis ook zal gaan. Geef me even de tijd om hier alles netjes achter te laten, en vertel me dan onderweg maar waarnaar we precies op zoek zijn.", zegt ze. Ze pakt zijn hand en drukt hem een stevige kus op zijn lippen. "Ik ben zo klaar hoor!", roept ze terwijl ze naar de grot toe rent.
"Ik heb even iets makkelijkers aangetrokken en..." Ze stopt abrupt met praten als ze ziet dat Atrimar vrijwel onbeweeglijk in de verte staat te staren. Het lijkt erop alsof hij zich nauwelijks had bewogen sinds ze naar de grot was gegaan. Nieuwsgierig geworden volgt ze zijn blik. En jawel - zoals ze eigenlijk al had verwacht staat daar in de verte een wolf op een rots.
"Zou dat de wolf zijn die we moeten gaan volgen, of moeten we nu juist afscheid van haar gaan nemen?", vraagt ze zich af. Omdat alleen Atrimar een antwoord weet op deze vragen leunt ze tegen een rots aan en wacht af.
Atrimar had haar geleerd de wolven niet te vrezen, ze als vrienden te zien. Maar nu begint ze toch te twijfelen. De grote smid blijft maar gebiologeerd naar het beest staren. Beweegt zich niet. Praat niet. Nou ja - in ieder geval niet hoorbaar voor Phoenixx. Maar wie weet wat een gesprekken hij met dat dier voert. Hij haalt slechts zeer oppervlakkig adem.
"Atrimar - lieverd - wat is er toch met je aan de hand?", spreekt ze hem in gedachte toe. Ze durft niet echt tegen hem te praten, bang dat ze er juist verkeerd aan zou doen om de trance waarin hij lijkt te verkeren te verbreken. Een traan biggelt langzaam vanuit haar ooghoek langs haar wang.
Opeens voelt ze iets achter zich. Als ze zich omdraait, ziet ze de kleine wolf die laatst hier was aan haar haren snuffelen. Ze glimlacht naar het dier en brengt langzaam haar hand naar de wolf toe. Aarzelend laat de wolf toe dat ze het dier over de flank aait. Dan duwt de wolf haar kop tegen Phoenixx' rug. "Hé - wat is er, kleintje?", vraagt ze zachtjes aan het dier. De wolf beantwoordt haar vraag met een wat hardere duw. "Wil je dat ik hier weg ga?", en langzaam staat Phoenixx op.
Dit schijnt inderdaad datgene geweest te zijn wat de wolf wilde. Ze schurkt met haar lijf langs de lange benen van de vrouw om haar in de juiste richting te dwingen. Bij gebrek aan betere opties laat Phoenixx zich door het dier leiden en zo komen ze samen bij de grot aan. Als ze binnen zijn gaat de wolf vlak bij de ingang op de grond liggen. Vol verwarring gaat Phoenixx op bed zitten. Wat was hier de bedoeling van??
Phoenixx kijkt verschrikt en verbaasd op naar hem, en ze voelt de zachte vacht van het welpje dichter tegen haar aankruipen. Het arme diertje trilt van angst lijkt het wel.
Van buiten de grot, uit de bossen in de omgeving klinkt plots een hoog gehuil op. Al snel gevolgd door een tweede, een derde, en meer roepen van wolven.
Atrimar kijkt Phoenixx doordringend aan.
"Vier en twintig." Op elke lettergreep ligt een klemtoon die bij elke ademteug bitterder klinkt. "De heks heeft vierentwintig van mijn broeders afgeslacht. Dat welpje is de enige die het bloedbad overleefde. Ze heeft de lijken, met opengereten buiken, al bloedend aan bomen in de omtrek gehangen."
Als Atrimar de vraag in Phoenixx ogen ziet briest hij van woede.
Semmnatha, al eeuwen ligt ze in mijn geheugen, al eeuwen probeert ze mij gek te krijgen door me keer op keer te pakken op iets waar ik om geef. Bloed is het enige waar ze om geeft. Maar nu is het genoeg geweest. Dit keer zal zij baden in haar bloed en zal k feesten op haar graf."
Atrimar haalt het scherpe lemmet van zijn dolk tergend langzaam over de binnenkant van zijn onderarm. Dieprood bloed golft over zijn arm op de grond.
"Het volgende bloed dat zal vloeien zal het hare zijn."
Met een woeste blik in zijn ogen draait Atrimar zich om en snelt het pad af in de richting van het bos. Rondom hun heen weerklinkt er af en toe een roep van wolven. Vanuit het bos klinkt een ijl, hoog hoongelach op.
"Kom maar Atrimar, ontloop je lot niet langer. Dit keer verdwijn je uit de cyclus van leven en wedergeboorte, en kun je je eeuwig bij je bastaardshondjes voegen."
Een diepe rauwe grom weerklinkt uit de keel van Atrimar, die zijn pas versnelt. Aan weerszijden van hem rennen twee wolven mee. De een, prachtig zilvergrijs, stoot een klaaglijk gehuil uit als de stem weerklinkt. De tweede, een forse, diepzwarte wolf gromt vervaarlijk.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |